Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 14 december 2017, nr. 17200814, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van de onbedekte teelt van lelie tegen bollenmijt (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de onbedekte teelt van lelie tegen bollenmijt, 2017)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

BESLUIT:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wordt verleend voor het gebruik van Apollo ter bescherming van de onbedekte teelt van lelie tegen bollenmijt, Rhizoglyphus robini).

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt op 12 april 2018.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de onbedekte teelt van lelie tegen bollenmijt, 2017.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze, R.P. van Brouwershaven directeur Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit

Bezwaar

Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na dagtekening van dit besluit digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen.

Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via ‘mijn.rvo.nl’. Om in te loggen heeft u uw gebruikerscode en wachtwoord nodig, voor de ondertekening een TAN-code. Bij een digitaal bezwaarschrift stuurt u een kopie van dit besluit mee als pdf-bestand of u stuurt een kopie per post na.

Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afdeling Juridische Zaken, Postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Bij een schriftelijk bezwaar stuurt u een kopie van dit besluit mee met uw bezwaarschrift.

Op mijn.rvo.nl/bezwaar vindt u meer belangrijke informatie over het digitaal en schriftelijk indienen van een bezwaarschrift.

Meer informatie

Heeft u nog vragen over uw bezwaarschrift, kijk dan op de website: mijn.rvo.nl. of bel: 088 042 42 42 (lokaal tarief).

BIJLAGE: WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT APOLLO (8794N)

Wettelijk Gebruiksvoorschrift

Het middel is uitsluitend toegelaten als mijtenbestrijdingsmiddel voor het professionele gebruik in de volgende toepassingsgebieden (volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.0 Ctgb juni 2011) onder de hierna vermelde toepassingsvoorwaarden.

Toepassingsvoorwaarden:

Toepassings-

gebied

Type toepassing

Te bestrijden organisme

Dosering1 middel per toepassing

Maximale dosering middel per toepassing

Maximaal aantal toepassingen per 12 maanden

Veiligheids

termijn

in dagen

Lelie (m.u.v. bollen t.b.v. bedekte teelt)

Dompelbehandeling

Mijten2

0,078%

(78 ml middel per 100 literwater)

0,55 l/ha

1

‘Draag geschikte handschoenen bij werkzaamheden aan behandelde bollen en/of knollen.’

X Noot
1

Verlaging van de dosering is toegestaan, maar van het maximaal aantal toepassingen en de andere toepassingsvoorwaarden mag niet worden afgeweken. Werkzaamheid is bij lagere dosering niet beoordeeld.

X Noot
2

Bollenmijt (Rhizoglyphus robini)

Gevoeligheid gewassen:

Gezien het grote aantal variëteiten en verschillende teeltomstandigheden van in het Wettelijk gebruiksvoorschrift genoemde gewassen is het onmogelijk de gewasveiligheid voor alle gewassen onder alle omstandigheden te onderzoeken. De toepasser van dit product zal, indien met een cultivar/variëteit in een groeistadium of onder bepaalde teeltomstandigheden of teeltwijze nog geen eigen ervaring is opgedaan, zelf een proefbespuiting/toepassing op kleine schaal dienen uit te voeren onder de eigen teeltomstandigheden om verantwoordelijkheid voor de gewasveiligheid te kunnen nemen.

Voor bloembollen van lelie kan Apollo zowel in een koude ontsmetting als bij een warmwaterbehandeling worden toegepast.

Resistentiemanagement

Dit middel bevat de werkzame stof clofentezin. Clofentezin behoort tot de groep van groeiregulatoren voor mijten. De Irac code is 10, subgroep A. Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. In het kader van resistentiemanagement dient u de adviezen die gegeven worden in de voorlichtingsboodschappen, op te volgen.

TOELICHTING

1 Algemeen

Artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen nr. 79/117/EEG en nr. 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: Verordening (EG) nr. 1107/2009) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden tijdelijke vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Tijdelijke vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een noodsituatie die op geen enkele andere redelijke manier te bestrijden is.

2 Adviezen

2.1 Noodsituatie

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van een noodsituatie.

Gevaar

Bollenmijten leven in de grond en veroorzaken kleine gaatjes en gangetjes in de ondergrondse delen van de lelie. Deze gaatjes en gangetjes verkleuren in de loop van de tijd bruin door aantasting door schimmels. De aantasting van de lelie door de bollenmijt wordt pas bij het rooien zichtbaar. Het aantal mijten kan zeer explosief toenemen als de omstandigheden gunstig zijn. Deze omstandigheden kunnen zich voordoen tijdens de bewaring of vermeerdering.

Indien tijdens de teelt en vervolgens tijdens de bewaring of vermeerdering de bollenmijten onvoldoende bestreden kunnen worden, leidt aantasting tot verminderde of geen bolopbrengst (25–100% schade). Partijen lelies met bollenmijten zijn onverkoopbaar.

Alternatieven

Omdat het aantal bollenmijten tijdens bewaring of vermeerdering explosief kan toenemen, is een 100% effectieve bestrijding nodig. Overleving van slechts enkele bollenmijten tijdens de teelt kan in de bewaring of vermeerdering daarna weer zorgen voor een explosieve groei van het aantal bollenmijten.

Niet-chemisch

Verschillende alternatieve methoden ter voorkoming of bestrijding van bollenmijten zijn beschikbaar, zoals rassenkeuze, warmwaterbehandeling, invriezen van de bollen of uitzetten van roofmijten in de bewaring. Met de combinatie van bovenstaande maatregelen kan de bollenmijt niet afdoende bestreden worden.

Chemisch

Er zijn op dit moment geen gewasbeschermingsmiddelen toegelaten ter bestrijding van bollenmijten in lelie.

Bijzondere omstandigheden

De toelatingshouder levert inspanningen om te komen tot een oplossing. Er is perspectief op een reguliere toelating van een middel op basis van de werkzame stof clofentezin in de bewaring ten behoeve van de onbedekte teelt van lelie, waardoor een kortstondig noodverband gerechtvaardigd is. Voor de gevraagde vrijstellingsperiode is het middel niet beschikbaar.

Conclusie

De NVWA komt tot volgende conclusies:

  • Een landbouwtechnisch doelmatige onbedekte teelt van lelie in Nederland wordt bedreigd door onvoldoende mogelijkheden tot bestrijding van bollenmijten;

  • Een landbouwtechnisch doelmatige onbedekte teelt van lelie is met het beschikbare pakket aan middelen en maatregelen niet mogelijk;

  • Er is perspectief voor de toelating van een middel op basis van clofentezin in de bewaring van bollen ten behoeve van de onbedekte teelt van lelie waardoor een kortstondig noodverband gerechtvaardigd is. Voor de gevraagde vrijstellingsperiode is het middel niet beschikbaar.

De tijdelijke vrijstelling van Apollo voor het bestrijden van bollenmijt in de onbedekte teelt van lelie voldoet aan de criteria voor een noodsituatie.

2.2 Risicobeoordeling

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft een advies opgesteld waarin de vraag wordt beantwoord of er sprake is van aanvaardbare risico’s.

Humane toxiciteit

Voldoet aan de eisen met inachtneming van de volgende risicoreducerende maatregelen / restrictiezinnen:

‘Draag geschikte handschoenen bij werkzaamheden aan behandelde bollen en/of knollen.’

Volksgezondheid

Voldoet aan de eisen.

Gedrag in het milieu

Voldoet aan de eisen.

Ecotoxiciteit

Voldoet aan de eisen.

Conclusie

Het College constateert dat er na het nemen van risicoreducerende maatregelen / het inachtnemen van restrictiezinnen geen risico verbonden is aan de vrijstelling.

Advies

Gezien het risico adviseert het College een vrijstelling ex artikel 38 Wgb van het gewasbeschermingsmiddel Apollo ter bestrijding van bollenmijt in de bewaring van leliebollen ten behoeve van de onbedekte teelt te verlenen onder vermelding van de volgende risicoreducerende maatregelen / restrictiezinnen:

‘Draag geschikte handschoenen bij werkzaamheden aan behandelde bollen en/of knollen.’

3 Overwegingen

Een hernieuwde vrijstelling van het gewasbeschermingsmiddel Apollo is gewenst, omdat zonder deze vrijstelling de onbedekte teelt van lelie op geen enkele andere redelijke wijze te beschermen is tegen bollenmijt. Hierdoor wordt de doelmatige onbedekte teelt van lelie bedreigd. Belanghebbenden spannen zich in om op korte termijn te beschikken over een regulier toegelaten gewasbeschermingsmiddel.

In het Wettelijk Gebruiksvoorschrift (zie bijlage bij dit besluit) zijn de risico reducerende maatregelen overgenomen die door het Ctgb zijn voorgesteld.

Vrijstelling voor de toepassing van Apollo in de teelt van lelie werd eerder verleend op:

16 december 2015, Staatscourant nr. 46091

16 december 2016, Staatscourant 68838

4 Besluit

De adviezen van de NVWA en het Ctgb overnemend, heb ik in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb tijdelijke vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Apollo ter bescherming van de onbedekte teelt van lelie tegen bollenmijt.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt op 12 april 2018.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze, R.P. van Brouwershaven directeur Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit

Naar boven