De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 48, vierde lid, van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;
Besluit:
ARTIKEL I
Aan artikel 1a van de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004
wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
5. De macronorm is voor de vaststelling van de ten laste van de gemeente gebleven kosten,
bedoeld in artikel 48, vierde lid, van het Bbz 2004, voor het kalenderjaar 2018 bepaald
op 91,4%.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.
Den Haag, 5 december 2017
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark
TOELICHTING
Met ingang van het jaar 2013 zijn de baten bijstand bedrijfskapitaal genormeerd op
basis van een landelijk gemiddelde (Stcrt. 2012 nr. 21795, 25 oktober 2012). Dit landelijke gemiddelde, de macronorm, is vastgesteld aan de
hand van de som van de baten in verband met de bijstand ter voorziening in de behoefte
aan bedrijfskapitaal van alle gemeenten over vijf jaren gedeeld door de som van de
lasten in verband met verleende bijstand ter voorziening in de behoefte van bedrijfskapitaal
van alle gemeenten over dezelfde vijf jaren.
Onderstaande grafiek geeft een overzicht van de ontwikkeling van de omvang van de
lasten bedrijfskapitaal Bbz, alsmede van de ontwikkeling van de omvang van de baten
bedrijfskapitaal Bbz, in de jaren 2007 tot en met 2016. De gegevens zijn ontleend
aan de gemeentelijke verantwoordingen aan het Rijk via de SiSa-bijlagen over de jaren
2007 tot en met 2016.
Ontwikkeling van de lasten en baten bedrijfskapitaal Bbz in de jaren 2007 tot en met
2016 (Bron: gemeentelijke opgaven via de jaarlijkse SiSa-bijlage)
Door toepassing van de in artikel 1a, eerste lid, van de Regeling financiering en
verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 regeling opgenomen systematiek zou de macronorm
voor het jaar 2018 op grond van de realisaties van lasten en baten over de jaren 2012
tot en met 2016 moeten worden vastgesteld op 105,8%. De VNG heeft aandacht gevraagd
voor de gevolgen van deze relatief sterke verhoging van het normpercentage voor de
kredietverstrekking bedrijfskapitaal Bbz. Met de invoering van de normbatenregeling
in 2013 is beoogd een (extra) financiële prikkel in te bouwen met als doel (1) een
beter kredietbeheer door gemeenten en (2) meer selectiviteit bij het verstrekken van
leningen. Inmiddels is uit onderzoek bij gemeenten gebleken, dat de normbatenregeling
hierop maar beperkt invloed heeft. Voor mij is dit aanleiding om de financieringssystematiek
van het Bbz 2004, inclusief de normbatenregeling, te heroverwegen. Om die redenen
heb ik besloten de macronorm voor het jaar 2018 lager vast te stellen, namelijk op
91,4%. Dit is het gemiddelde van het laatst gerealiseerde percentage van 105,8% en
het voor het jaar 2017 geldende percentage van 77,0%.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark