ARTIKEL I
Titel 4.5 van de Regeling nationale EZ-subsidies wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4.5.1 wordt na de begripsomschrijving van technische documentatie ingevoegd:
- thermisch vermogen bij bivalente temperatuur:
-
thermisch vermogen bij bivalente temperatuur als bedoeld in tabel 8 van Bijlage V
van Verordening (EU) nr. 811/2013;
B
Artikel 4.5.7, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel a komt te luiden:
2. Onder vervanging van ‘, en’ aan het slot van onderdeel c door een puntkomma en onder
vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door ‘, en’ wordt een onderdeel
toegevoegd, luidende:
C
In artikel 4.5.8, eerste lid, wordt ‘thermisch vermogen’ vervangen door: thermisch
vermogen bij bivalente temperatuur.
D
Artikel 4.5.9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 0,75 per kWh’ vervangen door: € 0,68 per kWh.
2. Het vierde lid komt te luiden:
-
4. De jaarlijkse zonne-energiebijdrage, bedoeld in het eerste lid, voor zonneboilers
bij een apertuuroppervlakte van meer dan 10 vierkante meter bedraagt het product van
1293 kWh, het totale collectoroppervlak van alle collectoren volgens de productkaart,
het collectorrendement volgens de productkaart, de instralingshoekmodifier volgens
de productkaart en de verliesfactor van de warmwatertank, bedoeld in het vijfde lid.
E
Aan artikel 4.5.17 wordt een lid toegevoegd, luidende:
ARTIKEL II
De tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZ-subsidies 2017 wordt als volgt
gewijzigd:
1. In de rij ‘Titel 4.2: Topsector energieprojecten’ en ‘4.2.9’ wordt het subsidieplafond
van ‘€ 2.900.000’ vervangen door: € 3.339.824.
2. In de rijen ‘Titel 4.2: Topsector energieprojecten’ en ‘4.2.58’ worden de subsidieplafonds
van ‘€ 3.985.000’, van ‘€ 2.940.000’ en van ‘€ 2.780.000’ vervangen door respectievelijk
‘€ 4.174.373’, ‘€ 3.478.417’ en ‘€ 2.980.216’.
3. In de rij ‘Titel 4.2: Topsector energieprojecten’ en ‘4.2.65’ wordt het subsidieplafond
van ‘€ 20.334.856’ vervangen door: € 20.941.847.
4. In de rij ‘Titel 4.2: Topsector energieprojecten’ en ‘4.2.79’ wordt het subsidieplafond
van ‘€ 6.250.000’ vervangen door: € 7.350.000.
TOELICHTING
1. Inleiding
De onderhavige regeling wijzigt de Regeling nationale EZ-subsidies in verband met
enkele technische aanpassingen van de module Investeringssubsidie stimulering duurzame
energieproductie (hierna: ISDE) en de Regeling openstelling EZ-subsidies 2017 in verband
met een incidentele verhoging van een aantal subsidieplafonds.
2. Wijzigingen module ISDE
Artikel I van onderhavige regeling wijzigt de ISDE per 1 januari 2018. De wijziging
in de onderdelen A en C zorgt ervoor dat de subsidie voor lucht-waterwarmtepompen
uitsluitend gebaseerd wordt op het hernieuwbare thermische vermogen van het apparaat.
Dit is in lijn met het doel van de ISDE, stimulering van de aanschaf van kleinschalige
installaties voor de productie van hernieuwbare warmte. De subsidie wordt niet langer
tevens berekend op het eventuele piekvermogen dat nodig is bij zeer lage buitentemperaturen
en dat wordt gegenereerd door conventionele energie.
Bij de wijziging van de definitie van thermisch vermogen bij bivalente temperatuur
wordt aangesloten bij bestaande Europese regelgeving.1 Hierbij is vastgelegd dat het thermische vermogen wordt bepaald bij de bivalente
temperatuur tussen -7 en +2 graden Celsius zoals aangegeven op de productkaart van
de lucht-waterwarmtepomp. Deze wijziging leidt voor sommige apparaten tot een lager
thermisch vermogen. Daarom zullen aanvragers van subsidie voor lucht-waterwarmtepompen
met een additioneel niet-hernieuwbaar thermisch vermogen door deze wijziging minder
subsidie kunnen aanvragen.
De wijziging van onderdeel B beperkt het vereiste dat biomassaketels voldoen aan norm
EN 303-5 tot ketels waarbij de warmteoverdracht aan een vloeistof plaatsvindt. Hierdoor
wordt het mogelijk dat ook zogenoemde luchtverhitters in de categorie biomassaketels
in aanmerking komen voor subsidie. Luchtverhitters zijn apparaten die hernieuwbare
warmte produceren en deze – anders dan de huidig al toegelaten op biomassa gestookte
ketels – via lucht in plaats van een vloeistof overdragen aan de te verwarmen ruimte.
Om in aanmerking te komen voor ISDE-subsidie moeten luchtverhitters aan dezelfde voorwaarden
voldoen als reeds toegelaten biomassaketels, met uitzondering van de norm EN 303-5.
Houtkachels, inbouw- of inzethaarden en open haarden blijven uitgesloten van de ISDE-subsidie.
Voor pelletkachels kan onder de daarvoor bestemde zelfstandige categorie, onder artikel
4.5.6 van de Regeling nationale EZ-subsidies, subsidie aangevraagd worden.
De wijziging van onderdeel D betreft twee aanpassingen van de subsidie voor zonneboilers.
Ten eerste wordt het subsidiebedrag voor zonneboilers met een apertuuroppervlakte
van ten hoogste 10 vierkante meter verlaagd van 75 cent per kWh naar 68 cent per kWh.
Dit komt omdat een nieuwe berekenmethode voor de opbrengst van deze zonneboilers wordt
gehanteerd. Deze wijziging in de berekenmethode leidt ertoe dat de opbrengsten van
kleine zonneboilers stijgen. Om de subsidiebedragen voor deze categorie apparaten
ongeveer gelijk te houden en te voorkomen dat de maximale steunintensiteit op grond
van de Europese staatssteunregels wordt overschreden, wordt het subsidiebedrag per
kWh vanaf 2018 naar beneden bijgesteld.
Ten tweede wordt voor zonneboilers met een apertuuroppervlakte van meer dan 10 vierkante
meter een nieuwe factor, de instralingshoekmodifier volgens de Europese productkaart,
geïntroduceerd in de berekenmethode voor de opbrengst. Het introduceren van deze factor
leidt er ook toe dat het kengetal in de formule moet worden aangepast van 1215 naar
1293 kWh. Het effect van deze wijziging is dat het speelveld tussen zonneboilers op
basis van vlakke-plaatcollectoren en op basis van vacuümbuiscollectoren gelijker wordt.
De wijziging van onderdeel E betreft het opnemen van een kwaliteitseis aan het installeren
van de installaties voor duurzame warmteproductie die via de ISDE gesubsidieerd worden.
De eis van een deskundige installateur leidt er naar verwachting toe dat de kwaliteit
van de installatie, en daarmee de duurzaamheid van de investering, zal verbeteren.
Aanvragers van de ISDE-subsidie zullen bewijs moeten aanleveren dat de installatie
door een deskundige installateur is uitgevoerd. Dit betekent een lichte verhoging
van de administratieve lasten voor aanvragers van de subsidie, omdat deze een additioneel
bewijsstuk moeten aanleveren. Dit wordt echter gerechtvaardigd door het beter functioneren
van de duurzame warmteproductie-installaties.
3. Verhoging van subsidieplafonds Topsector energieprojecten
Artikel II strekt tot de wijziging van de subsidieplafonds in de Regeling openstelling
EZ-subsidies 2017 voor de subsidie in het kader van Topsector energieprojecten 2017.
De subsidieplafonds worden opgehoogd met budget dat vrijgevallen is in tenders voor
andere programmalijnen en subsidiemodules. Omdat het bij deze budgetverhogingen gaat
om verschuivingen tussen of subsidiemodules die eerder zijn opengesteld, blijft het
overkoepelende maximaal te verlenen subsidiebudget voor de Topsector energieprojecten
ongewijzigd. De voorwaarden van de subsidiemodules blijven ongewijzigd. De eerder
gepubliceerde staatssteunparagraaf blijft onverminderd van kracht.
4. Regeldruk
De wijzigingen die met de onderhavige regeling worden doorgevoerd hebben nauwelijks
gevolgen voor de administratieve lasten voor bedrijven of burgers. Door het toevoegen
van een kwaliteitseis voor de installatie van de duurzame warmte productie-installatie
zullen aanvragers één additioneel bewijsstuk bij hun aanvraag bij RVO.nl moeten indienen.
Het effect hiervan is echter gering.
De wijziging van de subsidieplafonds voor de Topsector energieprojecten brengt geen
verhoging van de administratieve lasten met zich mee, aangezien er geen nieuwe subsidieaanvragen
kunnen worden ingediend.
5. Europeesrechtelijke aspecten
Onderhavige regeling leidt tot enkele technische en inhoudelijke aanpassingen. De
wijzigingen in de ISDE-module van de Regeling nationale EZ-subsidies blijven binnen
de bij artikel 41 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening gestelde kaders inzake
subsidiabele kosten en steunintensiteit. De nieuwe elementen van de subsidiemodule
ISDE zullen ter kennisneming aan de Europese Commissie worden toegezonden, conform
artikel 11, onder a, van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.
De ISDE is ingevolge richtlijn nr. 98/34/EG van het Europese Parlement en de Raad
van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied
van normen en technische voorschriften (PbEG 1998, L 204) voorgelegd aan de Europese
Commissie. De wijzigingen in onderhavige regeling hebben betrekking op de technische
voorschriften in de ISDE en zijn derhalve genotificeerd.
6. Inwerkingtreding
De inwerkingtreding van onderhavige regeling wijkt af van het beleid inzake de vaste
verandermomenten. Weliswaar is de inwerkingtredingsdatum voorzien met ingang van 1 januari
2018 en daarmee op een van de vier voorziene inwerkingtredingsmomenten voor ministeriële
regelingen; de bekendmaking van onderhavige regeling houdt geen rekening met de termijn
van twee maanden.
Afwijking van het beleid is gerechtvaardigd aangezien de doelgroep bij spoedige inwerkingtreding
is gebaat. De afwijking is noodzakelijk omdat onderhavige regeling op hetzelfde moment
in werking dient te treden als de separate regeling die de openstelling van onder
andere deze subsidiemodule in de Regeling nationale EZ-subsidies regelt.
Artikel I, onderdelen A en C, treedt per 1 februari 2018 in werking om potentiële
aanvragers van subsidie voor lucht-waterwarmtepompen met een additioneel niet-hernieuwbaar
thermisch vermogen voldoende tijd te gunnen om te anticiperen op de wijziging die
in veel gevallen een verlaging van de subsidie tot gevolg zal hebben.
Artikel II van de onderhavige regeling treedt reeds in werking de dag na de publicatiedatum
van deze regeling in Staatscourant. Het betreft namelijk de verhoging van subsidieplafonds
die voor het jaar 2017 zijn vastgesteld. Een uitstel van de inwerkingtreding zou een
vertraging van de verlening van subsidies inzake de modules Topsector energieprojecten
betekenen. Ook voor deze aanpassingen geldt dat de doelgroep bij spoedige inwerkingtreding
is gebaat.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes