Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 6 december 2017, nr. IENM/BSK-2017/278500, tot wijziging van het Besluit mandaat en machtiging ProRail inzake uitvoering tracébesluiten vanwege de nadeelcompensatiecompensatie voor het tracébesluit Theemswegtracé

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 10:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming daterend van 23 oktober 2017 van het Hoofd Port Development van het Havenbedrijf Rotterdam N.V., gevestigd te Rotterdam;

Gezien de schriftelijke instemming daterend van 23 oktober 2017 van het Hoofd Legal van het Havenbedrijf Rotterdam N.V., gevestigd te Rotterdam;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Het Besluit mandaat en machtiging ProRail inzake uitvoering tracébesluiten wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder verplaatsing van artikel 16 naar het slot van Paragraaf 3 komt dit artikel te luiden:

Artikel 16

  • 1. In afwijking van de artikelen 5 tot en met 15 worden voor het Tracébesluit Theemswegtracé (Stcrt. 2017, 28570) de in die artikelen genoemde mandaten en machtigingen verleend aan:

    • a. voor mandaten of machtigingen verleend aan de projectmanager: het Hoofd Port Development van Havenbedrijf Rotterdam N.V., gevestigd te Rotterdam;

    • b. voor mandaten of machtigingen verleend aan de Directeur Projecten of de Manager LJV: het Hoofd Legal van Havenbedrijf Rotterdam N.V., gevestigd te Rotterdam.

  • 2. De uitoefening van het in het eerste lid verleende vindt plaats onder de daaraan in deze paragraaf gestelde voorschriften en met inachtneming van de in de bijlage bij dit besluit opgenomen algemene instructie.

B

In de bijlage wordt na Paragraaf 2. Schadevergoeding een paragraaf toegevoegd, luidende:

Paragraaf 3. Schadevergoeding Theemswegtracé

  • 1. Wanneer artikel 16 van toepassing is, geldt, in afwijking van Paragraaf 2 van deze bijlage, deze paragraaf.

  • 2. Het in een document vastleggen van een beslissing of handeling, genomen respectievelijk verricht op grond van de artikelen 5, 6, 9, 10 en 13 geschiedt op briefpapier van het Havenbedrijf Rotterdam.

  • 3. Een document als bedoeld in onderdeel 2, vastgesteld door het Hoofd Port Development, vermeldt aan het slot:

    ‘DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

    namens deze,’

    gevolgd door de functieaanduiding ‘Hoofd Port Development’, zijn handtekening en zijn naam.

  • 4. Een document als bedoeld in onderdeel 2, vastgesteld door het Hoofd Legal van Havenbedrijf Rotterdam, vermeldt aan het slot:

    ‘DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

    namens deze,’

    gevolgd door de functieaanduiding ‘Hoofd Legal’, zijn handtekening en zijn naam.

  • 5. Een document als bedoeld in onderdeel 2, vastgesteld door degenen aan wie ondermandaat is verleend of machtiging is doorgegeven door het Hoofd Port Development of het Hoofd Legal vermeldt aan het slot:

    ‘DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

    namens deze,’

    gevolgd door de functieaanduiding, de handtekening en de naam van de plaatsvervanger of medewerker.

  • 6. Het Hoofd Legal beslist niet op bezwaar dan nadat ter zake advies is uitgebracht door een commissie bestaande uit:

    • a. twee vertegenwoordigers van ProRail B.V., waarvan één tevens handelend als voorzitter;

    • b. twee vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat.

  • 7. Gemandateerden en gemachtigden voeren bij de uitoefening van hun mandaat een ordentelijke en voor de Minister transparante administratie en verschaffen de Minister desgevraagd alle inlichtingen die betrekking hebben op de uitoefening van het bij het Besluit verleende mandaat en machtiging. Het archief bevat ten minste afschriften van ieder genomen besluit en van de verslagen van hoorzittingen van de bezwaarcommissie.

  • 8. Gemandateerden en gemachtigden verstrekken desgevraagd alle inlichtingen omtrent de behandeling van de verzoeken, de behandeling van de bezwaar- en de beroepschriften en de redenen om tegen een uitspraak van de rechtbank hoger beroep in te stellen.

  • 9. Gemandateerden en gemachtigden informeren de Minister over zaken van principiële aard dan wel met buitengewone consequenties of een grote precedentwerking.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met het moment van bekendmaking van het Tracébesluit Theemswegtracé (Stcrt. 2017, 28570).

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

TOELICHTING

Het project Theemswegtracé betreft een verlegging van de Havenspoorlijn bij Rozenburg. Het Theemswegtracé maakt deel uit van de Betuweroute en vormt een oplossing voor de problematiek rond de Calandbrug. In 2020 bereikt de brug het einde van haar technische levensduur. Tegelijkertijd wordt er, door de verwachte groei, een capaciteitsknelpunt voor het treinverkeer verwacht. Omlegging van het spoor via de Theemsweg betekent dat het spoorverkeer niet langer over de Calandbrug rijdt en niet meer gehinderd wordt door brugopeningen voor de scheepvaart. Voor meer informatie over dit project verwijs ik hier kortheidshalve naar de toelichting bij het Tracébesluit Theemswegtracé (Stcrt. 2017, 28570).

Het Havenbedrijf Rotterdam speelt, in samenwerking met ProRail, een belangrijke rol in de realisering van het nieuwe tracé. Onderdeel hiervan is dat de werkzaamheden die samenhangen met de mandaten en machtigingen die staan genoemd in paragraaf 3 van het Besluit mandaat en machtiging ProRail inzake uitvoering tracébesluiten, niet door ProRail maar door het Havenbedrijf Rotterdam namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat worden uitgevoerd. Met dit besluit worden de daartoe vereiste mandaten en machtigingen verleend aan het Havenbedrijf Rotterdam.

Het Havenbedrijf Rotterdam heeft reeds de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het in dit mandaatbesluit geregelde op zich genomen vanaf het moment van bekendmaking van het Tracébesluit Theemswegtracé. Ter bekrachtiging hiervan heeft dit besluit gelding met terugwerkende kracht en vindt het systeem van vaste verandermomenten geen toepassing.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven