Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2017, 69337 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2017, 69337 | Besluiten van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Economische Zaken en Klimaat,
Gelet op artikel 1.7, eerste lid, onderdeel a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer;
BESLUITEN:
Bijlage 10 bij de Activiteitenregeling milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:
A
Het opschrift komt te luiden:
B
De tekst onder het kopje ‘Overzicht erkende maatregelen energiebesparing per bedrijfstak’ wordt als volgt gewijzigd:
1. In de tweede alinea vervalt: De nu aangewezen erkende maatregelen zijn bruikbaar voor twaalf bedrijfstakken.
2. Aan de numerieke opsomming worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel 12 door een puntkomma zeven onderdelen toegevoegd, luidende:
13. drukkerijen, papier en karton;
14. bouwmaterialen;
15. verf en drukinkt;
16. tankstations en autowasinrichtingen;
17. meubels en hout;
18. bedrijfshallen;
19. detailhandel.
3. In de derde alinea wordt aan de opsomming van maatregelen onder vervanging van de punt aan het slot van het onderdeel ‘processen (zoals gieten of harden)’ een onderdeel toegevoegd, luidende:
– energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS).
C
Paragraaf 3. Gezondheidszorg- en welzijnszorginstellingen wordt als volgt gewijzigd:
In tabel 3 wordt na de regel beginnend met ‘Zwembassin’ een regel ingevoegd, luidende:
Energieregistratie- en bewakingsysteem (EBS) |
57 |
2. Aan het slot wordt een tabel toegevoegd, luidende:
Type maatregel |
Energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS) |
|||
---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
57 |
|||
Omschrijving maatregel |
Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van gebouw gebonden erkende maatregelen voor energiebesparing bij klimaatinstallaties voor ruimteverwarming, -koeling en -ventilatie door het automatisch registeren, analyseren van energieverbruik (zoals het aardgas- en elektriciteitsverbruik) en/of aansturing door een EBS. EBS heeft een rapportagefunctie met overzicht van energieverbruik per dag, week en jaar per kalenderjaar. |
|||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Slimme meter toepassen |
b) EBS toepassen |
c en d) EBS toepassen |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Een EBS ontbreekt waardoor geen analyse en handmatige sturing mogelijk is voor het verminderen van de bedrijfstijd van de klimaatinstallaties en realiseren van zo laag mogelijke binnentemperatuur buiten werktijden. |
b) Een EBS ontbreekt waardoor geen analyse en handmatige sturing mogelijk is voor het verminderen van de bedrijfstijd van de klimaatinstallaties, realiseren van een zo laag mogelijke binnentemperatuur buiten werktijden, en stoken op zo laag mogelijk temperatuur door de verwarmingsbron. |
c en d) Gebouwbeheersysteem (GBS) is aanwezig zonder een EBS waardoor geen automatische analyse van en automatische sturing door het GBS systeem mogelijk is voor het verminderen van de bedrijfstijd van de klimaatinstallaties, realiseren van zo laag mogelijke binnentemperatuur buiten werktijden, stoken op zo laag mogelijk temperatuur door de verwarmingsbron en voorkomen gelijktijdig koelen en verwarmen door klimaatinstallaties. |
|
Technische randvoorwaarden |
a) N.v.t. |
b) N.v.t. |
c en d) N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Aardgasverbruik is meer dan 25.000 m3per jaar |
b) Aardgasverbruik is meer dan 75.000 m3 per jaar |
c) Aardgasverbruik is meer dan 140.000 m3 en gelijk aan of minder dan 170.000m3 |
d) Aardgasverbruik is meer dan 170.000 m3 per jaar en een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000m2 |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|||
Alternatieve erkende maatregelen |
n.v.t. |
|||
Bijzondere omstandigheden |
n.v.t. |
D
Paragraaf 4. Kantoren wordt als volgt gewijzigd:
1. In tabel 4 wordt na de regel beginnend met ‘Faciliteiten’ een regel ingevoegd, luidende:
Energieregistratie- en bewakingsysteem (EBS) |
39 |
2. Aan het slot wordt een tabel toegevoegd, luidende:
Type maatregel |
Energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS) |
|||
---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
39 |
|||
Omschrijving maatregel |
Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van gebouw gebonden erkende maatregelen voor energiebesparing bij klimaatinstallaties voor ruimteverwarming, -koeling en -ventilatie door het automatisch registeren, analyseren van energieverbruik (zoals het aardgas- en elektriciteitsverbruik) en/of aansturing door een EBS. EBS heeft een rapportagefunctie met overzicht van energieverbruik per dag, week en jaar per kalenderjaar. |
|||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Slimme meter toepassen |
b) EBS toepassen |
c en d) EBS toepassen |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Een EBS ontbreekt waardoor geen analyse en handmatige sturing mogelijk is voor het verminderen van de bedrijfstijd van de klimaatinstallaties en realiseren van zo laag mogelijke binnentemperatuur buiten werktijden. |
b) Een EBS ontbreekt waardoor geen analyse en handmatige sturing mogelijk is voor het verminderen van de bedrijfstijd van de klimaatinstallaties, realiseren van een zo laag mogelijke binnentemperatuur buiten werktijden, en stoken op zo laag mogelijk temperatuur door de verwarmingsbron. |
c en d) Gebouwbeheersysteem (GBS) is aanwezig zonder een EBS waardoor geen automatische analyse van en automatische sturing door het GBS systeem mogelijk is voor het verminderen van de bedrijfstijd van de klimaatinstallaties, realiseren van zo laag mogelijke binnentemperatuur buiten werktijden, stoken op zo laag mogelijk temperatuur door de verwarmingsbron en voorkomen gelijktijdig koelen en verwarmen door klimaatinstallaties. |
|
Technische randvoorwaarden |
a) N.v.t. |
b) N.v.t. |
c) en d) N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Aardgasverbruik is meer dan 25.000 m3per jaar |
b)) Aardgasverbruik is meer dan 75.000 m3 per jaar |
c) Aardgasverbruik is meer dan 140.000 m3 en gelijk aan of minder dan 170.000m3 |
d) Aardgasverbruik is meer dan 170.000 m3 per jaar eneen bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000m2 |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|||
Alternatieve erkende maatregelen |
n.v.t. |
|||
Bijzondere omstandigheden |
n.v.t. |
E
Paragraaf 5. Onderwijsinstellingen wordt als volgt gewijzigd:
1. In tabel 5 wordt na de regel beginnend met ‘Informatie- en communicatietechnologie’ een regel ingevoegd, luidende:
Energieregistratie- en bewakingsysteem (EBS) |
45 |
2. Aan het slot wordt een tabel toegevoegd, luidende:
Type maatregel |
Energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS) |
|||
---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
45 |
|||
Omschrijving maatregel |
Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van gebouw gebonden erkende maatregelen voor energiebesparing bij klimaatinstallaties voor ruimteverwarming, -koeling en -ventilatie door het automatisch registeren, analyseren van energieverbruik (zoals het aardgas- en elektriciteitsverbruik) en/of aansturing door een EBS. EBS heeft een rapportagefunctie met overzicht van energieverbruik per dag, week en jaar per kalenderjaar. |
|||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Slimme meter toepassen |
b) EBS toepassen |
c en d) EBS toepassen |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Een EBS ontbreekt waardoor geen analyse en handmatige sturing mogelijk is voor het verminderen van de bedrijfstijd van de klimaatinstallaties en realiseren van zo laag mogelijke binnentemperatuur buiten werktijden. |
b) Een EBS ontbreekt waardoor geen analyse en handmatige sturing mogelijk is voor het verminderen van de bedrijfstijd van de klimaatinstallaties, realiseren van een zo laag mogelijke binnentemperatuur buiten werktijden, en stoken op zo laag mogelijk temperatuur door de verwarmingsbron. |
c en d) Gebouwbeheersysteem (GBS) is aanwezig zonder een EBS waardoor geen automatische analyse van en automatische sturing door het GBS systeem mogelijk is voor het verminderen van de bedrijfstijd van de klimaatinstallaties, realiseren van zo laag mogelijke binnentemperatuur buiten werktijden, stoken op zo laag mogelijk temperatuur door de verwarmingsbron en voorkomen gelijktijdig koelen en verwarmen door klimaatinstallaties. |
|
Technische randvoorwaarden |
a) N.v.t. |
b) N.v.t. |
c en d) N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Aardgasverbruik is meer dan 25.000 m3per jaar |
b) Aardgasverbruik is meer dan 75.000 m3 per jaar |
c) Aardgasverbruik is meer dan 140.000 m3 en gelijk aan of minder dan 170.000m3 |
d) Aardgasverbruik is meer dan 170.000 m3 per jaar oen een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000m2 |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|||
Alternatieve erkende maatregelen |
n.v.t. |
|||
Bijzondere omstandigheden |
n.v.t. |
F
Paragraaf 11. Sport en recreatie wordt als volgt gewijzigd:
1. In tabel 11 wordt na de regel beginnend met ‘Warmtapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallaties’ een regel ingevoegd, luidende:
Energieregistratie- en bewakingsysteem (EBS) |
46 |
2. Aan het slot wordt een tabel toegevoegd, luidende:
Type maatregel |
Energieregistratie- en bewakingssysteem |
|||
---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
46 |
|||
Omschrijving maatregel |
Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van gebouw gebonden erkende maatregelen voor energiebesparing bij klimaatinstallaties voor ruimteverwarming, -koeling en -ventilatie door het automatisch registeren, analyseren van energieverbruik (zoals het aardgas- en elektriciteitsverbruik) en/of aansturing door een EBS. EBS heeft een rapportagefunctie met overzicht van energieverbruik per dag, week en jaar per kalenderjaar. |
|||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Slimme meter toepassen |
b) EBS toepassen |
c en d) EBS toepassen |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Een EBS ontbreekt waardoor geen analyse en handmatige sturing mogelijk is voor het verminderen van de bedrijfstijd van de klimaatinstallaties en realiseren van zo laag mogelijke binnentemperatuur buiten werktijden. |
b) Een EBS ontbreekt waardoor geen analyse en handmatige sturing mogelijk is voor het verminderen van de bedrijfstijd van de klimaatinstallaties, realiseren van een zo laag mogelijke binnentemperatuur buiten werktijden, en stoken op zo laag mogelijk temperatuur door de verwarmingsbron. |
c en d) Gebouwbeheersysteem (GBS) is aanwezig zonder een EBS waardoor geen automatische analyse van en automatische sturing door het GBS systeem mogelijk is voor het verminderen van de bedrijfstijd van de klimaatinstallaties, realiseren van zo laag mogelijke binnentemperatuur buiten werktijden, stoken op zo laag mogelijk temperatuur door de verwarmingsbron en voorkomen gelijktijdig koelen en verwarmen door klimaatinstallaties. |
|
Technische randvoorwaarden |
a) N.v.t. |
b) N.v.t. |
c en d) N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Aardgasverbruik is meer dan 25.000 m3per jaar |
b) Aardgasverbruik is meer dan 75.000 m3 per jaar |
c) Aardgasverbruik is meer dan 140.000 m3 en gelijk aan of minder dan 170.000m3 |
d) Aardgasverbruik is meer dan 170.000 m3 per jaar en een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000m2 |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|||
Alternatieve erkende maatregelen |
n.v.t. |
|||
Bijzondere omstandigheden |
n.v.t. |
G
Paragraaf 12. Hotels en restaurants wordt als volgt gewijzigd:
1. In tabel 12 wordt na de regel beginnend met ‘Warm tapwatervoorziening, niet zijnde stookinstallatie’ een regel ingevoegd, luidende:
Energieregistratie- en bewakingsysteem (EBS) |
28 |
2. Aan het slot wordt een tabel toegevoegd, luidende:
Type maatregel |
Energieregistratie- en bewakingssysteem |
|||
---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
28 |
|||
Omschrijving maatregel |
Borgen van de optimale energiezuinige in- en afstellingen van gebouw gebonden erkende maatregelen voor energiebesparing bij klimaatinstallaties voor ruimteverwarming, -koeling en -ventilatie door het automatisch registeren, analyseren van energieverbruik (zoals het aardgas- en elektriciteitsverbruik) en/of aansturing door een EBS. EBS heeft een rapportagefunctie met overzicht van energieverbruik per dag, week en jaar per kalenderjaar. |
|||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Slimme meter toepassen |
b) EBS toepassen |
c en d) EBS toepassen |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Een EBS ontbreekt waardoor geen analyse en handmatige sturing mogelijk is voor het verminderen van de bedrijfstijd van de klimaatinstallaties en realiseren van zo laag mogelijke binnentemperatuur buiten werktijden. |
b) Een EBS ontbreekt waardoor geen analyse en handmatige sturing mogelijk is voor het verminderen van de bedrijfstijd van de klimaatinstallaties, realiseren van een zo laag mogelijke binnentemperatuur buiten werktijden, en stoken op zo laag mogelijk temperatuur door de verwarmingsbron. |
c en d) Gebouwbeheersysteem (GBS) is aanwezig zonder een EBS waardoor geen automatische analyse van en automatische sturing door het GBS systeem mogelijk is voor het verminderen van de bedrijfstijd van de klimaatinstallaties, realiseren van zo laag mogelijke binnentemperatuur buiten werktijden, stoken op zo laag mogelijk temperatuur door de verwarmingsbron en voorkomen gelijktijdig koelen en verwarmen door klimaatinstallaties. |
|
Technische randvoorwaarden |
a) N.v.t. |
b) N.v.t. |
c en d) N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Aardgasverbruik is meer dan 25.000 m3per jaar |
b) Aardgasverbruik is meer dan 75.000 m3 per jaar |
c) Aardgasverbruik is meer dan 140.000 m3 en gelijk aan of minder dan 170.000m3 |
d) Aardgasverbruik is meer dan 170.000 m3 per jaar en een bruto vloeroppervlakte van meer dan 10.000m2 |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|||
Alternatieve erkende maatregelen |
n.v.t |
|||
Bijzondere omstandigheden |
n.v.t. |
H
Na paragraaf 12. Hotels en restaurants worden vijf paragrafen, zoals opgenomen in de bijlage bij deze regeling, toegevoegd.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes
Onder drukkerijen, papier en karton wordt het volgende verstaan:
• Inrichtingen voor vervaardiging van papier, karton en karton- en papierwaren. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 17.
• Inrichtingen met drukkerijen en reproductie van opgenomen media. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van instellingen veelal wordt gebruikt: 18.
De lijst is niet van toepassing op inrichtingen van productie van papier met SBI-code 17.12.
Type maatregel |
Nummers |
---|---|
Gebouwschil |
1 – 4 |
Ruimteventilatie |
5 – 7 |
Ruimteverwarming |
8 – 10 |
Ruimte- en buitenverlichting |
11 – 16 |
Warm tapwater voorziening |
17 |
Persluchtinstallatie |
18 – 21 |
Stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie |
22 – 24 |
Liftinstallatie |
25 |
Informatie- en communicatietechnologie |
26 – 27 |
Serverruimten |
28 – 33 |
Faciliteiten |
34 – 35 |
Processen |
10, 36 |
Activiteit |
|
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
37 – 45 |
In werking hebben van een koelinstallatie |
46 – 47 |
Bewerken, lijmen, coaten of lamineren van papier of karton |
48 – 52 |
Type maatregel |
Gebouwschil |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
1 |
|
Omschrijving maatregel |
Kantoor: Warmte- en/of koudeverlies via buitenmuur beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Spouwmuur isoleren. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie in spouwmuur ontbreekt. |
|
a) Kantoor wordt verwarmd. |
b) Kantoor wordt verwarmd en gekoeld. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
[37] Kantoor: Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
|
Bijzondere omstandigheden |
In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Type maatregel |
Gebouwschil |
||
---|---|---|---|
Nummer maatregel |
2 |
||
Omschrijving maatregel |
Kantoor: Warmte- en/of koudeverlies via beglazing in gemetselde gevel beperken. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
HR++-glas toepassen. |
||
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Dubbelglas is aanwezig. |
b) HR-glas is aanwezig. |
c) HR+-glas is aanwezig. |
Ruimte wordt verwarmd. Ruimte wordt verwarmd en gekoeld. |
|||
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Economische randvoorwaarden |
Binnentemperatuur is tijdens stookseizoen en tijdens werktijden minimaal 17°C. Het totaal bruto verwarmd vloeroppervlak is minimaal 150m2. |
||
a) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
b en c) N.v.t. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen |
[37] Kantoor: Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
||
Bijzondere omstandigheden |
In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Type maatregel |
Gebouwschil |
||||
---|---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
3 |
||||
Omschrijving maatregel |
Warmte- en/of koudeverlies via openstaande bedrijfsdeur in gebouwschil beperken. |
||||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Snelsluitende bedrijfsdeur toepassen. |
b) Automatische bedrijfsdeur toepassen. |
c) Loopdeur toepassen. |
d) Loopdeur toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Handmatige bediende bedrijfsdeur is aanwezig. |
b) Handmatige bediende bedrijfsdeur is aanwezig. |
c) Sectionaaldeur wordt gebruikt voor personentoegang. |
d) Kanteldeur wordt gebruikt voor personentoegang. |
|
Technische randvoorwaarden |
a en b) N.v.t. |
c) Ruimte aanwezig in gevel. |
d) Ruimte aanwezig in gevel of in kanteldeur. |
||
Economische randvoorwaarden |
a en b) Deur is per werkdag 1 uur extra te sluiten. |
c en d) N.v.t. |
|||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a en b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
c en d) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|||
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
||||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Gebouwschil |
|||
---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
4 |
|||
Omschrijving maatregel |
Warmte- en/of koudeverlies via transportdeur voor laden en lossen beperken. |
|||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Geïsoleerde transportdeur toepassen. |
b) Luchtkussens toepassen. |
c) Tochtslabben toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Ongeïsoleerde transportdeur is aanwezig. |
b) Transportdeur waar luchtkussens ontbreken. |
c) Transportdeur waar tochtslabben ontbreken. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|||
Economische randvoorwaarden |
a) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. Minimaal 4 uur laden en lossen per dag. |
c) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
b en c) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
|||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimteventilatie |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
5 |
|
Omschrijving maatregel |
Onnodig aanstaan van ventilatie voorkomen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
b) Aanwezigheidsschakelaar toepassen in kleine weinig gebruikte ruimten (bijvoorbeeld toilet). |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Ventilatiesysteem zonder tijdschakeling met weekschakeling en ventilatie is, altijd aan buiten werktijden. |
b) Ventilatiesysteem zonder aanwezigheidsschakelaar en, ventilatie is altijd aan tijdens werktijden. |
Technische randvoorwaarden |
Tenzij (deels) uitschakelen vanwege veiligheid niet mogelijk is. |
|
Economische randvoorwaarden |
Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
|
a) N.v.t. |
b) Geschakeld vermogen is minimaal 40 Watt. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
[7] Energiezuinige ventilator toepassen. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Kantoor: In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Type maatregel |
Ruimteventilatie |
---|---|
Nummer maatregel |
6 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimtes waar geen warmteafgifte nodig is. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Temperatuur ventilatiekanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3 per jaar. Bedrijfstijd ventilatie is minimaal 2.700 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimteventilatie |
||
---|---|---|---|
Nummer maatregel |
7 |
||
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige ventilator toepassen. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Gelijkstroomventilator toepassen. |
b) IE2-elektromotor met toerenregeling toepassen. |
c) IE3-elektromotor toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Elektromotor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig. |
||
a) Benodigd luchtdebiet is constant. |
b en c) Benodigd luchtdebiet varieert. |
||
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Economische randvoorwaarden |
a) Motorvermogen (kW) vermenigvuldigd met de bedrijfstijd (uur per jaar) is minimaal 11.500 kWh per jaar. Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
b en c) N.v.t. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimteverwarming |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
8 |
|
Omschrijving maatregel |
Temperatuur per ruimte naregelen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Thermostatische radiatorkranen toepassen. |
b) Klokthermostaten en overwerktimers toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Individuele naregeling per ruimte of verwarmingsgroep ontbreekt bij meerdere verblijfsruimten met radiatoren. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3 per jaar. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimteverwarming |
---|---|
Nummer maatregel |
9 |
Omschrijving maatregel |
Bedrijfshal: Warmte in hoge hal actief verdelen naar werkplekken met warmtevraag om verwarming met aardgas te beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ondersteuningsventilator toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Voorziening voor luchtcirculatie ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Geen vervuilende gassen (zoals las- of lijmdampen) aanwezig. Kraanbaan en ondersteuningsventilator hinderen elkaar niet. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. Temperatuur boven in hal is minimaal 4°C (ter indicatie ± 8 m) hoger dan temperatuur op werkniveau. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
[38] Bedrijfshal: Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimteverwarming en Processen |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
10 |
|
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken in onverwarmde ruimten. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Isolatie aanbrengen om leidingen. |
b) Isolatie aanbrengen om appendages. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Isolatie om leidingen ontbreekt. |
b) Isolatie om appendages ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Als fabrikant voorschrijft dat vocht en warmte weg moet kunnen i.v.m. garantie, dan hier rekening mee houden bij keuze isolatiemateriaal. |
|
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja Natuurlijk moment: Ja |
b) Zelfstanding moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Kantoor: In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel |
11 |
Omschrijving maatregel |
Kantoor: Onnodig branden van basis binnenverlichting in pauzes en buiten bedrijfstijd voorkomen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Veegschakeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Verlichting wordt handmatig geschakeld per ruimte. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Geïnstalleerd vermogen per veegschakeling is minimaal 18 kW. Per veegschakeling zijn maximaal 12 aanpassingen nodig om te voorkomen dat apparatuur onbedoeld wordt uitgeschakeld. Verlichting kan minimaal 1 uur per dag extra uitgeschakeld worden. Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
||||
---|---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
12 |
||||
Omschrijving maatregel |
Kantoor: Geïnstalleerd vermogen basis binnenverlichting beperken. |
||||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Langwerpige hoogfrequente fluorescentielampen (TL5) en adapters in bestaande armaturen toepassen. |
b) Langewerpige hoogfrequente fluorescentielampen (TL5) in bestaande armaturen door ombouw toepassen. |
c) Armaturen met langwerpige hoogfrequente fluorescentielampen (TL5) toepassen. |
d) Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
e) Ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a, b, c en d) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig. |
e) PL-lampen (traditionele spaarlampen) zijn aanwezig (in gangen of toiletten). |
|||
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||||
Economische randvoorwaarden |
Aantal branduren is minimaal 4.400 uur per jaar (indicatie ± 12 uur per dag). |
||||
a) Elektriciteits-verbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
b) Elektriciteits-verbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. Aardgasverbruik is minimaal 170.000 m3 per jaar. |
c). Elektriciteits-verbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. Aardgasverbruik is minimaal 170.000 m3 per jaar. |
d) N.v.t. |
e) N.v.t. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja, aardgasverbruik is minimaal 170.000 m3 per jaar. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
c) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
d) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
e) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
||||
Bijzondere omstandigheden |
In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
|||
---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
13 |
|||
Omschrijving maatregel |
Bedrijfshal: Geïnstalleerd vermogen binnenverlichting beperken. |
|||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Armaturen met langwerpige hoogfrequente fluorescentielampen (TL5) toepassen. |
b) Armaturen met ledlampen toepassen. |
c) Metaalhalogenidelampen in bestaande armaturen toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a en b) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig. |
c) Hoge druk kwiklampen zijn aanwezig. |
||
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|||
Economische randvoorwaarden |
Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
|||
a) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar (indicatie ± 11 uur per dag). |
b) Aantal branduren is minimaal 4.000 uur per jaar (indicatie ± 11 uur per dag). Geïnstalleerd vermogen van verlichting neemt door toepassen van ledlampen minimaal 50% af bij voldoende lichtopbrengst. |
c) Aantal branduren is minimaal 2.400 uur per jaar (indicatie ± 6,5 uur per dag). |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a en b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
c) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|||
Bijzondere Omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
14 |
||||||||
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken. |
||||||||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) PL-lampen (traditionele spaarlampen) in bestaande armaturen toepassen. |
b) Ledlampen in bestaande armaturen toepassen |
c) Ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
d) Hoge druk natriumlampen in bestaande armaturen toepassen. |
|||||
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a en b) Gloeilampen zijn aanwezig. |
b) Gloeilamp zijn aanwezig. |
c) Halogeen-ampen zijn aanwezig |
d) Hoge druk kwiklampen zijn aanwezig. |
|||||
Technische randvoorwaarden |
a, b en c) N.v.t. |
d) Voorschakelapparaten hoeven niet te worden vervangen. |
|||||||
Economische randvoorwaarden |
a) Elektricteits-verbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
b) Elektricteits-verbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
c) N.v.t. |
d) Elektricteits-verbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
|||||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a en b) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
c) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
d) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
||||||
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
||||||||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
|||
---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
15 |
|||
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken. |
|||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
b) Natriumlampen in bestaande armaturen toepassen. |
c) Natriumlampen in bestaande armaturen toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a en b) Halogeenlampen zijn aanwezig. |
c) Hoge druk kwiklampen zijn aanwezig. |
||
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|||
Economische randvoorwaarden |
a en b) N.v.t. |
c) Elektriciteitsverbruik minder is dan 10.000.000 kWh per jaar. Natuurlijk |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja als elektriciteitsverbruik minder is dan 10.000.000 kWh per jaar. Natuurlijk moment: Ja. |
b en c) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
||
---|---|---|---|
Nummer maatregel |
16 |
||
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
||
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Gloeilampen zijn aanwezig. |
b) Halogeenlampen zijn aanwezig. |
c) Neonlampen zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Ja als elektriciteitsverbruik minder is dan 10.000.000 kWh per jaar. Natuurlijk moment: Ja. |
c) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Warm tapwater voorziening |
||
---|---|---|---|
Nummer maatregel |
17 |
||
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies van warmtapwater leidingen en appendages beperken. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Isoleren van warm tapwater leidingen. |
b) Isoleren van appendages warm tapwater systeem. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Isolatie om leidingen ontbreekt. |
b) Isolatie om appendages ontbreekt. |
|
Technische randvoorwaarden |
Als fabrikant voorschrijft dat vocht en warmte weg moet kunnen i.v.m. garantie, dan hier rekening mee houden bij keuze isolatiemateriaal. |
||
Economische randvoorwaarden |
a) N.v.t. |
b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Persluchtinstallatie |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
18 |
|
Omschrijving maatregel |
Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Warmte van luchtgekoelde compressor gebruiken voor ruimteverwarming. |
b) Warmte van watergekoelde compressor gebruiken voor lagetemperatuurverwarming, verwarming van tapwater of badenverwarming. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Warmte van compressor wordt niet nuttig ingezet. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
|
a) Aantal equivalenten van vollasturen is minimaal 1.500 uur per stookseizoen (ter indicatie: 10 uur per werkdag in stookseizoen). Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 meter. |
b) Vermogen compressor (in kW) vermenigvuldigd met aantal equivalenten van vollasturen (in uur per jaar) is minimaal 25.000 (kWh per jaar). Warmtebehoefte per jaar komt overeen met minimaal 300 m3 warmtapwater van 60°C. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
[20] Nullasturen persluchtcompressor beperken. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Persluchtinstallatie |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
19 |
|
Omschrijving maatregel |
Onnodig aanstaan persluchtsysteem voorkomen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Bij drukvat groepsafsluiter en tijdschakelaar toepassen. |
b) Tijdschakelaar met overwerktimer toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Vermogen van compressor (in kW) vermenigvuldigd met aantal equivalenten van vollasturen per jaar (in uur per jaar) is minimaal 22.500 (kWh per jaar). Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
b) Vermogen van compressor (in kW) vermenigvuldigd met aantal equivalenten van vollasturen per jaar (in uur per jaar) is minimaal 9.500 (kWh per jaar). |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Persluchtinstallatie |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
20 |
|
Omschrijving maatregel |
Nullasturen persluchtcompressor beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Oliegeïnjecteerde compressor met toerenregeling toepassen. |
b) Olievrije compressor met toerenregeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Vollast-/nullastschakeling of vollast-/nullast-/uitschakeling is aanwezig. |
|
Technische randvoorwaarden |
Bij meerdere compressoren alleen uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van vollast/nullast/uitschakeling. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Aantal nullasturen is minimaal 1.300 uur per jaar (ter indicatie: 4 uur per werkdag). |
b) Aantal nullasturen is minimaal 1.800 uur per jaar (ter indicatie: 5,5 uur per werkdag). |
Vermogen compressor is minimaal 30 kW. Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Persluchtinstallatie |
||
---|---|---|---|
Nummer maatregel |
21 |
||
Omschrijving maatregel |
Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Koude buitenlucht via een luchtkanaal gebruiken. |
b) Binnenlucht uit onverwarmde ruimte via een luchtkanaal gebruiken. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Compressor zuigt door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan. |
||
Technische randvoorwaarden |
a) Een opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter. |
b) N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. Vermogen van compressor (in kW) vermenigvuldigd met aantal equivalenten van vollasturen per jaar (in uur) is minimaal 70.000 (kWh). |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie |
|||
---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
22 |
|||
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies stoominstallatie beperken. |
|||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Isolatie aanbrengen om stoom- en condensaatleidingen. |
b, c en d) Isolatie aanbrengen om stoomafsluiters. |
||
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie om leidingen en/of appendages ontbreekt. |
|||
Technische randvoorwaarden |
Isoleer deze machines niet indien leverancier een goede werking van het proces niet meer garandeert. |
|||
Economische randvoorwaarden |
a) Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 600 equivalenten van vollasturen per jaar. |
b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 1.800 equivalenten van vollasturen per jaar. |
c) Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3 per jaar. Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 3.300 equivalenten van vollasturen per jaar. |
d) Aardgasverbruik is minimaal 1.000.000 m3 per jaar. Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 4.400 equivalenten van vollasturen per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|||
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie |
|||
---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
23 |
|||
Omschrijving maatregel |
Condensaat nuttig gebruiken. |
|||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a, en b) Ontspanningsvat toepassen waarin condensaat in druk wordt verlaagd om vervolgens nuttig toe te passen. |
c en d) Retourleiding naar ontgasser of voedingswatertank van stoomketel toepassen voor condensaat. |
||
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a, en b) Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor condensaat. a en b) Hogedruk condensaat (minimaal 15 bar(o)) is beschikbaar. |
c en d) Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor condensaat. |
||
Technische randvoorwaarden |
Het condensaat mag niet verontreinigd zijn. |
|||
Economische randvoorwaarden |
Minimaal 50% van het condensaat kan nuttig worden gebruikt. Leidinglengte condensaatnet is minimaal 200 meter. |
|||
a) Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3 per jaar. Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 950 equivalenten van vollasturen per jaar. |
b) Aardgasverbruik is minimaal 1.000.000 m3 per jaar. Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 1.050 equivalenten van vollasturen per jaar. |
c) Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3 per jaar. Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 1.700 equivalenten van vollasturen per jaar. |
d) Aardgasverbruik is minimaal 1.000.000 m3 per jaar. Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 2.200 equivalenten van vollasturen per jaar. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|||
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Stoominstallatie, niet zijnde stookinstallatie |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
24 |
|
Omschrijving maatregel |
Condensaatwarmte uit te lozen condensaat nuttig gebruiken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Warmtewisselaar toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Condensaatwarmte uit te lozen condensaat wordt niet nuttig gebruikt. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
Minimaal 50% van het condensaat kan nuttig worden gebruikt. |
|
a) Aardgasverbruik is minder dan 1000.000 m3 per jaar. Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 1.200 equivalenten van vollasturen per jaar. |
b) Aardgasverbruik is minimaal 1000.000 m3 per jaar. Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 1.500 equivalenten van vollasturen per jaar. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Liftinstallatie |
---|---|
Nummer maatregel |
25 |
Omschrijving maatregel |
Energieverbruik voor verlichting en ventilatie voorkomen indien lift niet in gebruik. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Stand-by-schakeling op liftbesturing toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Verlichting en ventilatie cabine zijn continue in gebruik. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Informatie- en communicatietechnologie |
---|---|
Nummer maatregel |
26 |
Omschrijving maatregel |
Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Centraal printen en kopiëren. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Minimaal 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Informatie- en communicatietechnologie |
||
---|---|---|---|
Nummer maatregel |
27 |
||
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige ICT op de werkplek toepassen. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Desktop die voldoet aan Energy Star specificatie toepassen. |
b) Laptop die voldoet aan Energy Star specificatie toepassen. |
c) Beeldscherm dat voldoet aan Energy Star specificatie toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Desktop zonder Energy Star specificatie. |
b) Laptop zonder Energy Star specificatie. |
c) Beeldscherm zonder Energy Star specificatie. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Serverruimten |
---|---|
Nummer maatregel |
28 |
Omschrijving maatregel |
Inzet van fysieke servers in serverruimte beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Meerdere gevirtualiseerde servers werken op een minder aantal fysieke servers. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Geen gevirtualiseerde omgeving aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Het gaat om serverruimten met een opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
Serverruimten |
---|---|
Nummer maatregel |
29 |
Omschrijving maatregel |
Vrije koeling in serverruimte toepassen om bedrijfstijd van koelmachine te beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Direct vrije luchtkoeling toepassen inclusief compartimenteren en backup door koelmachine toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Airconditioning of DX- (directe expansie) koeling met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig. Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 95% vrije koeling mogelijk. |
Technische randvoorwaarden |
Bouwkundig moet het mogelijk zijn, bijvoorbeeld het dak moet het gewicht van het systeem voor vrije koeling kunnen dragen, en er moet ruimte zijn voor luchtkanalen en overige installaties. |
Economische randvoorwaarden |
Het gaat om serverruimten met een opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Serverruimten |
---|---|
Nummer maatregel |
30 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige koelmachine voor koeling serverruimte toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Compressiekoelmachine met seizoensgemiddelde COP van minimaal 5,5 toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Compressiekoelmachine met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Het gaat om serverruimten met een opgesteld vermogen van minimaal 20 kW. Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Serverruimten |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
31 |
|
Omschrijving maatregel |
Toerental van ventilatoren in zaalkoelers (CRAH’s) in serverruimte beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Toerenregeling (sensoren en actuatoren) toepassen op bestaande ventilatoren. |
b) In nieuwe zaalkoelers (CRAH’s) ventilatoren met toerenregeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Toerentalgeregelde ventilatoren zijn afwezig. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
Het gaat om serverruimten met een opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja, indien elektriciteitsverbruik minder is dan 10.000.000 kWh per jaar Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Serverruimten |
---|---|
Nummer maatregel |
32 |
Omschrijving maatregel |
Inzet van servers in serverruimte afstemmen op de vraag. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Powermanagement op servers toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
De CPU (central processing unit) draait continue op maximale snelheid. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Het gaat om serverruimten met een opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja, indien elektriciteitsverbruik minder is dan 10.000.000 kWh per jaar Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Serverruimten |
---|---|
Nummer maatregel |
33 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige uninterrupted power system (UPS) in serverruimte toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Efficiënt UPS-systeem (met dubbele conversie is 96% of hoger) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Inefficiënte UPS (dubbele conversie efficiëntie in deellast is maximaal 92%) is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Het gaat om serverruimten met een opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Faciliteiten |
---|---|
Nummer maatregel |
34 |
Omschrijving maatregel |
Warme lucht van solitair vacuümsysteem nuttig gebruiken voor ruimteverwarming van aangrenzende productieruimte of magazijn. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Luchtkanaal met ventilator toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor vacuümsysteem. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Bedrijfstijd vacuüminstallatie is minimaal 250 uur per stookseizoen. Bouwtechnisch gezien moet er een directe verbinding mogelijk zijn tussen productieruimte of magazijn en vacuüminstallatie. Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Faciliteiten |
---|---|
Nummer maatregel |
35 |
Omschrijving maatregel |
Energieverbruik voor bevochtiging beperken |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Waterbevochtiging toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Stoombevochtiging is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Processen |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
36 |
|
Omschrijving maatregel |
Warmte uit koelwater nuttig gebruiken voor opwarmen product of (proces-) water. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Warmtewisselaar toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Warme koelwater wordt geloosd of gekoeld aan buitenlucht. |
|
Technische randvoorwaarden |
Temperatuurverschil in- en uitgaande water is minimaal 25°C. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Aardgasverbruik is minder dan 1000.000 m3 per jaar. Hoeveelheid koelwater is minimaal 9.000 m3 per jaar. |
b) Aardgasverbruik is minimaal 1000.000 m3 per jaar. Hoeveelheid koelwater is minimaal 12.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
37 |
|
Omschrijving maatregel |
Kantoor: Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Hoogrendementsketel HR107 toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Conventioneelrendements- (CR-) of verbeterdrendements- (VR-) ketel is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar). |
b) Hoogrendementsketel HR100 is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar). |
Technische randvoorwaarden |
Retourtemperatuur van ketel kan lager zijn dan 55°C. Hogetemperatuursystemen (zoals warmtapwatersysteem of hogetemperatuurstralingspanelen) verhinderen dat soms. Condensafvoer is mogelijk. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) N.v.t. |
b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja, indien aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3 per jaar. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
[1] Kantoor: Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken. |
|
Bijzondere omstandigheden |
In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
38 |
|
Omschrijving maatregel |
Bedrijfshal: Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Hoogrendementsketel HR107 toepassen. |
b) Gasgestookte donkere straler toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Conventioneel-rendements- (CR-) of verbeterdrendements- (VR-) ketel is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar). |
b) Conventionele luchtverhitter is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
a) Condensafvoer is eenvoudig realiseerbaar. |
b) Rookgasafvoer is mogelijk. |
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
[8] Bedrijfshal: Temperatuur per ruimte naregelen. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
---|---|
Nummer maatregel |
39 |
Omschrijving maatregel |
Kantoor: Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Weersafhankelijke regeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Weersafhankelijke regeling ontbreekt op een cv-groep met hogetemperatuurverwarming. |
Technische randvoorwaarden |
Weersafhankelijke regeling toepassen op groep indien dit op ketel onmogelijk is i.v.m. warmtapwatervoorziening. |
Economische randvoorwaarden |
Meerdere verblijfsruimte met totaal bruto vloeroppervlakte van minimaal 150 m2 met verschillende warmtebehoefte. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
[1] Kantoor: Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken. [37] Kantoor: Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
40 |
|
Omschrijving maatregel |
Bedrijfshal: Onnodig aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
---|---|
Nummer maatregel |
41 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Gasgestookte hoogrendements- (HR-) boiler toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Conventionele gasgestookte boiler is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Condensafvoer is mogelijk. |
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja, indien aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3 per jaar. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
Kantoor: In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|||
---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
42 |
|||
Omschrijving maatregel |
Stoom als medium voor ruimteverwarming vervangen. |
|||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Hoogrendementsketel HR107 met radiatoren en/of indirecte luchtverhitters toepassen. |
b) Warmtepomp met radiatoren en/of indirecte luchtverhitters toepassen. |
c) Direct gasgestookte Hoogrendements- (HR-) luchtverhitter toepassen. |
d) Hoogrendementsketel HR107 met luchtbehandelingskast toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Stoomketel met stoomluchtverhitters zijn aanwezig, of stoomketel met stoom/waterwarmtewisselaar en radiatoren zijn aanwezig. |
|||
Technische randvoorwaarden |
a) Rookgas-afvoer is mogelijk. |
b) N.v.t. |
c en d) Rookgasafvoer is mogelijk. |
|
Economische randvoorwaarden |
Benodigde vermogen voor ruimteverwarming (in kW) vermenigvuldigd met bedrijfstijd (in uur per jaar) is minimaal 200.000 (kWthermischh per jaar). Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
|||
a) Aansluitpunt voor gas is aanwezig binnen een afstand van 50 meter van te verwarmen ruimte. |
b) Aansluitpunt van voldoende vermogen voor elektriciteit is aanwezig binnen een afstand van 50 meter van te verwarmen ruimte. |
c en d) Aansluitpunt voor gas is aanwezig binnen 50 meter van te verwarmen ruimte. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja, indien stoomketel óf stoomruimteverwarmingsinstallatie wordt vervangen. |
|||
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
43 |
|
Omschrijving maatregel |
Warmte uit rookgassen stoomketel nuttig gebruiken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Economizer toepassen (bijvoorbeeld voor voorwarmen van voedingswater). |
b) Rookgascondensor toepassen (bijvoorbeeld voor voorverwarmen van suppletiewater, proceswaer of tapwater). |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Warmteterugwinsysteem ontbreekt voor rookgassen. |
b) Economizer is aanwezig. Rookgascondesor ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Er is rondom stoomketel en in rookgaskanaal minimaal 2 meter vrije ruimte om een warmteterugwinsysteem in te bouwen. |
|
Economische randvoorwaarden |
Bedrijfstijd is minimaal 1.350 equivalenten vollasturen per jaar. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
---|---|
Nummer maatregel |
44 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinig stoom maken door voorwarmen van verbrandingslucht voor ventilatorbrander. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Verticale luchtkoker vanaf plafond ketelhuis tot nabij luchtaanzuigopening van brander toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Brander zuigt koudere lucht aan uit directe omgeving op een hoogte van minder dan 1 meter vanaf vloer. |
Technische randvoorwaarden |
Brander moet geschikt zijn voor hogere verbrandingsluchttemperatuur en geringe toename van luchtweerstand. |
Economische randvoorwaarden |
Bedrijfstijd stoominstallatie is minimaal 500 uur per jaar. Temperatuur nabij plafond is minimaal 10°C hoger dan temperatuur nabij brander. Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
[43]: Warmteterugwinning rookgassen stoomketel |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
45 |
|
Omschrijving maatregel |
Luchtovermaat stoomketel beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Automatische regeling luchtovermaat op basis van zuurstofcorrectie toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische regeling luchtovermaat ontbreekt. |
|
a) Stoomketelinstallatie zonder Economizer zonder regeling luchtovermaat is aanwezig. |
b) Stoomketelinstallatie met Economizer zonder regeling luchtovermaat is aanwezig. |
|
Technische randvoorwaarden |
De brander moet geschikt zijn voor zuurstofcorrectie. |
|
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
|
a) Capaciteit stoomketel is minimaal 750 kg stoom per uur. Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 4.400 equivalenten van vollasturen per jaar. |
b) Bedrijfstijd stoomketel is minimaal 4.400 equivalenten van vollasturen per jaar. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
In werking hebben van een koelinstallatie |
---|---|
Nummer maatregel |
46 |
Omschrijving maatregel |
Hogere temperatuur vochtwater toepassen |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Vochtwatertoevoegingsmiddel toepassen waardoor temperatuur koelwater van circa 12°C mogelijk is. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Vochtwater met een temperatuur van circa 8 tot 10°C is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
In werking hebben van een koelinstallatie |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
47 |
|
Omschrijving maatregel |
Koelinstallatie van de drukpers inzetten voor koeling gebouw |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Vrijkoeler voor klimaat in gebouw toepassen |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Natte koeltoren als condensor voor koelmachine is aanwezig. |
b) Droge koeler als condensor voor koelmachine is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Insteltemperatuur is minimaal 18°C. Vermogen klimaatkoeling (in kW elektrisch) maal aantal vollasturen (in uren per jaar) is minimaal 30.000 (kWh per jaar). |
|
Economische randvoorwaarden |
Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
Bewerken, lijmen, coaten of lamineren van papier of karton |
---|---|
Nummer maatregel |
48 |
Omschrijving maatregel |
Warmte voor droogproces energiezuinig opwekken |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Hoogrendementsketel HR107 met warmtewisselaar toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Elektrische verwarming van drooglucht is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
Bewerken, lijmen, coaten of lamineren van papier of karton |
||
---|---|---|---|
Nummer maatregel |
49 |
||
Omschrijving maatregel |
Energieverbruik aandrijving pers beperken. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) IE3-motor toepassen |
b) IE2-motor met toerenregeling toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
IE1-motor (of lager) zonder toerenregeling is aanwezig. |
||
Technische randvoorwaarden |
a) Motor is eenvoudig in besturingssysteem van pers in te passen. |
b) N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
Bewerken, lijmen, coaten of lamineren van papier of karton |
---|---|
Nummer maatregel |
50 |
Omschrijving maatregel |
Energieverbruik voor drogen op pers beperken |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Gasgestookte IR-droger toepassen |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Elektrische IR-droger is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. Aardgasverbruik is hoger dan 170.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
Bewerken, lijmen, coaten of lamineren van papier of karton |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
51 |
|
Omschrijving maatregel |
Warmte in drooglucht nuttig toepassen |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Bestaande naverbrander voor voorverwarmen drooglucht toepassen. |
b) Warmtewisselaar voor voorverwarmen drooglucht toepassen |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Warmte in te zetten voor drooglucht is niet nuttig gebruikt. |
|
Technische randvoorwaarden |
a) Hulpenergie is niet nodig. |
b) Aan- en afvoerkanalen van drooglucht liggen dicht bij elkaar. |
Economische randvoorwaarden |
a) Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3 per jaar. |
b) N.v.t. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
Bewerken, lijmen, coaten of lamineren van papier of karton |
---|---|
Nummer maatregel |
52 |
Omschrijving maatregel |
Afvoer van warme lucht door snipperafzuiger beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Filterinstallatie op snipperafzuiger toepassen waardoor recirculatie van warme lucht mogelijk is. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Geen nuttig gebruik van warmte uit afblaaslucht snipperafzuiger. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig moment of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Onder bouwmaterialen wordt het volgende verstaan:
• Inrichtingen voor vervaardiging van stortklaar beton. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 23.63.
Type maatregel |
Nummers |
---|---|
Gebouwschil |
1 – 2 |
Ruimteventilatie |
3 – 5 |
Ruimteverwarming |
6 – 8 |
Ruimte- en buitenverlichting |
9 – 18 |
Warm tapwater voorziening |
19 |
Persluchtinstallatie |
20 – 23 |
Informatie- en communicatietechnologie |
24 |
Serverruimten |
25 – 30 |
Faciliteiten |
31 |
Processen |
8 |
Activiteit |
|
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
32 – 36 |
Type maatregel |
Gebouwschil |
||
---|---|---|---|
Nummer maatregel |
1 |
||
Omschrijving maatregel |
Kantoor: Warmte- en/of koudeverlies via buitenmuur beperken. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Spouwmuur isoleren. |
||
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie in spouwmuur ontbreekt. |
||
a) Kantoor wordt verwarmd. |
b) Kantoor wordt verwarmd en gekoeld. |
||
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen |
[32] Kantoor: Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
||
Bijzondere omstandigheden |
In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Type maatregel |
Gebouwschil |
||
---|---|---|---|
Nummer maatregel |
2 |
||
Omschrijving maatregel |
Kantoor: Warmte- en/of koudeverlies via beglazing in gemetselde gevel beperken. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
HR++-glas toepassen. |
||
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Dubbelglas is aanwezig. |
b) HR-glas is aanwezig. |
c) HR+-glas is aanwezig. |
Ruimte wordt verwarmd. Ruimte wordt verwarmd en gekoeld. |
|||
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Economische randvoorwaarden |
Binnentemperatuur is tijdens stookseizoen en tijdens werktijden minimaal 17°C. Het totaal bruto verwarmd vloeroppervlak is minimaal 150m2. |
||
a) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
b en c) N.v.t. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen |
[32] Kantoor: Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
||
Bijzondere omstandigheden |
In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Type maatregel |
Ruimteventilatie |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
3 |
|
Omschrijving maatregel |
Onnodig aanstaan van ventilatie voorkomen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
b) Aanwezigheidsschakelaar in kleine weinig gebruikte ruimten (bijvoorbeeld toilet) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Ventilatiesysteem met tijdschakelaar en weekschakeling ontbreekt. Ventilatie is altijd aan buiten werktijden. |
b) Aanwezigheidsschakelaar ontbreekt, Ventilatie is altijd aan tijdens werktijden. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Aardgasverbruik is minder dan 10.000.000 m3 per jaar. |
b) Geschakeld vermogen is minimaal 40 Watt. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
[5] Energiezuinige ventilator toepassen. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Kantoor: In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Type maatregel |
Ruimteventilatie |
---|---|
Nummer maatregel |
4 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimtes waar geen warmteafgifte noodzakelijk is. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Temperatuur kanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3 per jaar. Bedrijfstijd ventilatie is minimaal 2.700 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimteventilatie |
|||
---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
5 |
|||
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige ventilator toepassen. |
|||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Gelijkstroom-ventilator toepassen. |
b) IE2-elektromotor met toerenregeling toepassen. |
c) IE3-elektromotor toepassen. |
d) Toerenregeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a, b en c) Elektromotor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig. |
d) Elektromotor met aan/uit regeling is aanwezig. |
||
a) Benodigd luchtdebiet is constant. |
b, c en d) Benodigd luchtdebiet varieert. |
|||
Technische randvoorwaarden |
a, b en c) N.v.t. |
d) Ventilator, aandrijving en elektromotor zijn geschikt voor toerenregeling. |
||
Economische randvoorwaarden |
a) Motorvermogen vermenigvuldigd met de bedrijfstijd is minimaal 6.500 kWh per jaar. |
b) N.v.t. |
c) N.v.t. |
d) Motorvermogen vermenigvuldigd met de bedrijfstijd is minimaal 3.300 kWh per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|||
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimteverwarming |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
6 |
|
Omschrijving maatregel |
Temperatuur per ruimte naregelen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Thermostatische radiatorkranen toepassen. |
b) Klokthermostaten (en overwerktimers) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Individuele naregeling per ruimte of verwarmingsgroep ontbreekt bij meerdere verblijfsruimten met radiatoren. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 10.000.000 m3 per jaar. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimteverwarming |
---|---|
Nummer maatregel |
7 |
Omschrijving maatregel |
Bedrijfshal: Warmte in hoge hal actief verdelen naar werkplekken met warmtevraag om verwarming met aardgas te beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ondersteuningsventilator toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Voorziening voor luchtcirculatie ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Geen vervuilende gassen (zoals las- of lijmdampen) aanwezig. Kraanbaan en ondersteuningsventilator hinderen elkaar niet. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. Temperatuur boven in hal is minimaal 4°C (ter indicatie ± 8 m) hoger dan temperatuur op werkniveau. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
[33] Bedrijfshal: Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimteverwarming en Processen |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
8 |
|
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken in onverwarmde ruimten. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Isolatie aanbrengen om leidingen. |
b) Isolatie aanbrengen om appendages. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Isolatie om leidingen ontbreekt. |
b) Isolatie om appendages ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Als fabrikant voorschrijft dat vocht en warmte weg moet kunnen i.v.m. garantie, dan hier rekening mee houden bij keuze isolatiemateriaal. |
|
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja Natuurlijk moment: Ja |
b) Zelfstanding moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Ruimteverwarming: In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel |
9 |
Omschrijving maatregel |
Kantoor: Onnodig branden van basis binnenverlichting in pauzes en buiten bedrijfstijd voorkomen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Veegschakeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Verlichting wordt handmatig geschakeld per ruimte. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Geïnstalleerd vermogen per veegschakeling is minimaal 18 kW. Per veegschakeling zijn maximaal 12 aanpassingen nodig om te voorkomen dat apparatuur onbedoeld wordt uitgeschakeld. Verlichting kan minimaal 1 uur per dag extra uitgeschakeld worden. Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
|||
---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
10 |
|||
Omschrijving maatregel |
Kantoor: Geïnstalleerd vermogen basis binnenverlichting beperken. |
|||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Langwerpige hoogfrequente fluorescentielampen (TL5) en adapters in bestaande armaturen toepassen. |
b) Langwerpige hoogfrequente fluorescentielampen (TL5) in bestaande armaturen door ombouw toepassen. |
c) Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
d) Ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a, b, en c) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig. |
d) PL-lampen (traditionele spaarlampen) zijn aanwezig (in gangen of toiletten). |
||
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|||
Economische randvoorwaarden |
Aantal branduren is minimaal 3.000 uur per jaar (indicatie ± 8 uur per dag) |
|||
a) N.v.t. |
b) Aardgasverbruik is minimaal 170.000 m3 per jaar. Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
c) N.v.t. |
d) N.v.t. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja, als aardgasgasverbruik minimaal 170.000 m3 per jaar is en elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. Natuurlijk moment: Ja. |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
c) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
d) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
|||
Bijzondere omstandigheden |
In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
||||
---|---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
11 |
||||
Omschrijving maatregel |
Bedrijfshal: Geïnstalleerd vermogen binnenverlichting beperken. |
||||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Armaturen met langwerpige hoogfrequente fluorescentielampen (TL5) toepassen. |
b) Armaturen met ledlampen toepassen. |
c) Metaalhalogenidelampen in bestaande armaturen toepassen. |
||
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a en b) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig. |
c) Hoge druk kwiklampen zijn aanwezig. |
|||
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||||
Economische randvoorwaarden |
a en b) Aantal branduren is minimaal 3.100 uur per jaar. Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
c) N.v.t. |
|||
a) N.v.t. |
b) Geïnstalleerd vermogen van verlichting neemt door toepassen van ledlampen minimaal 50% af bij voldoende lichtopbrengst. |
||||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a en b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
c) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|||
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
||||
Bijzondere Omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
|||
---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
12 |
|||
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken. |
|||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) PL-lampen (traditionele spaarlampen) in bestaande armaturen toepassen. |
b en c) Ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
d) Hoge druk natriumlampen in bestaande armaturen toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a en b) Gloeilampen zijn aanwezig. |
c) Halogeenlampen zijn aanwezig |
d) Hoge druk kwiklampen zijn aanwezig. |
|
Technische randvoorwaarden |
a, b en c) N.v.t. |
d) Voorschakelapparaat hoeft niet vervangen te worden. |
||
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja, als elektriciteitsverbruik minder is dan 10.000.000 kWh per jaar. Natuurlijk moment: Ja. |
b, c en d) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
13 |
|
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen noodverlichting beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn aanwezig. |
b) Hoogfrequente fluorescentielampen (TL5) zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. Noodverlichting staat aan tijdens werktijden. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel |
14 |
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Armaturen met ledlampen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Elektriciteitsverbruik is maximaal 10.000.000 kWh per jaar. Aardgasverbruik is minimaal 170.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel |
15 |
Omschrijving maatregel |
Onnodig branden van reclame- en overige buitenverlichting voorkomen zodat verlichting alleen brandt als het donker is |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Schemerschakelaar toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Schemerschakelaar ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Geïnstalleerd vermogen per schakeling is minimaal 0,4 kW. Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
16 |
|
Omschrijving maatregel |
Onnodig branden van reclame- en overige buitenverlichting buiten gebruikstijden (tussen 23.00 en 06.00 uur) voorkomen |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Tijdschakelaar toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Tijdschakelaar ontbreekt. |
|
Technische randvoorwaarden |
Extra bewegingsschakelaar toepassen als verlichting in verband met veiligheid bij beweging moet branden. |
|
Economische randvoorwaarden |
Geïnstalleerd vermogen per schakeling is minimaal 0,4 kW. Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
||
---|---|---|---|
Nummer maatregel |
17 |
||
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Ledlamp in bestaande armaturen toepassen. |
b) Natriumlampen in bestaande armaturen toepassen. |
c) Natriumlampen in bestaande armaturen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a en b) Halogeenlampen zijn aanwezig. |
c) Hoge druk kwiklampen zijn aanwezig. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Economische randvoorwaarden |
a en b) N.v.t. |
c) Elektriciteitsverbruik minder is dan 10.000.000 kWh per jaar. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
||
---|---|---|---|
Nummer maatregel |
18 |
||
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlamp in bestaande armaturen toepassen. |
||
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Gloeilampen zijn aanwezig. |
b) Halogeenlampen zijn aanwezig. |
c) Neonlampen zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Ja als elektriciteitsverbruik minder is dan 10.000.000 kWh per jaar. Natuurlijk moment: Ja. |
c) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Warm tapwater voorziening |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
19 |
|
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies van warmtapwater leidingen en appendages beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Isoleren van warm tapwater leidingen. |
b) Isoleren van appendages warm tapwater systeem. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Isolatie om leidingen ontbreekt. |
b) Isolatie om appendages ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Als fabrikant voorschrijft dat vocht en warmte weg moet kunnen i.v.m. garantie, dan hier rekening mee houden bij keuze isolatiemateriaal. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) N.v.t. |
b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Persluchtinstallatie |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
20 |
|
Omschrijving maatregel |
Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Warmte van luchtgekoelde compressor gebruiken voor ruimteverwarming. |
b) Warmte van watergekoelde compressor gebruiken voor lagetemperatuurverwarming, verwarming van tapwater of badenverwarming. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Warmte van compressor wordt niet nuttig ingezet. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Aantal equivalenten van vollasturen is minimaal 1.500 uur per stookseizoen (ter indicatie: 10 uur per werkdag in stookseizoen). Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 meter. Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3 per jaar. |
b) Vermogen compressor (in kW) vermenigvuldigd met aantal equivalenten van vollasturen (in uur per jaar) is minimaal 40.000 (kWh per jaar). Warmtebehoefte per jaar komt overeen met minimaal 300 m3 warmtapwater van 60°C. Aardasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
[22] Nullasturen persluchtcompressor beperken. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Persluchtinstallatie |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
21 |
|
Omschrijving maatregel |
Onnodig aanstaan persluchtsysteem voorkomen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Bij drukvat groepsafsluiter en schakelklok toepassen. |
b) Schakelklok met overwerktimer toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Vermogen van compressor (in kW) vermenigvuldigd met aantal equivalenten van vollasturen per jaar (in uur per jaar) is minimaal 18.000 (kWh per jaar). Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
b) Vermogen van compressor (in kW) vermenigvuldigd met aantal equivalenten van vollasturen per jaar (in uur per jaar) is minimaal 20.000 (kWh per jaar). |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Persluchtinstallatie |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
22 |
|
Omschrijving maatregel |
Nullasturen persluchtcompressor beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Oliegeïnjecteerde compressor met toerenregeling toepassen. |
b) Olievrije compressor met toerenregeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Vollast-/nullastschakeling of vollast-/nullast-/uitschakeling is aanwezig. |
|
Technische randvoorwaarden |
Bij meerdere compressoren alleen uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van vollast-/nullast-/uitschakeling. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Aantal nullasturen is minimaal 1.100 uur per jaar (ter indicatie: 4 uur per werkdag). |
b) Aantal nullasturen is minimaal 1.800 uur per jaar (ter indicatie: 5,5 uur per werkdag). |
Vermogen compressor is minimaal 25 kW. Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Persluchtinstallatie |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
23 |
|
Omschrijving maatregel |
Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Koude buitenlucht via een luchtkanaal gebruiken. |
b) Binnenlucht uit onverwarmde ruimte via een luchtkanaal gebruiken. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Compressor zuigt door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan. |
|
Technische randvoorwaarden |
a) Een opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter. |
b) N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Vermogen van compressor (in kW) vermenigvuldigd met aantal equivalenten van vollasturen per jaar (in uur) is minimaal 60.000 (kWh). Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Informatie- en communicatietechnologie |
||
---|---|---|---|
Nummer maatregel |
24 |
||
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige ICT op de werkplek toepassen. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Desktop die voldoet aan Energy Star specificatie toepassen. |
b) Laptop die voldoet aan Energy Star specificatie toepassen. |
c) Beeldscherm dat voldoet aan Energy Star specificatie toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Desktop zonder Energy Star specificatie. |
b) Laptop zonder Energy Star specificatie. |
c) Beeldscherm zonder Energy Star specificatie. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Serverruimten |
---|---|
Nummer maatregel |
25 |
Omschrijving maatregel |
Inzet van fysieke servers in serverruimte beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Meerdere gevirtualiseerde servers werken op een minder aantal fysieke servers. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Geen gevirtualiseerde omgeving aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Het gaat om serverruimten met een opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Serverruimten |
---|---|
Nummer maatregel |
26 |
Omschrijving maatregel |
Vrije koeling in serverruimte toepassen om bedrijfstijd van koelmachine te beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Direct vrije luchtkoeling toepassen inclusief compartimenteren en backup door koelmachine toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Airconditioning of DX- (directe expansie) koeling met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig. Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 95% vrije koeling mogelijk. |
Technische randvoorwaarden |
Bouwkundig moet het mogelijk zijn, bijvoorbeeld het dak moet het gewicht van het systeem voor vrije koeling kunnen dragen, en er moet ruimte zijn voor luchtkanalen en overige installaties. |
Economische randvoorwaarden |
Het gaat om serverruimten met een opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Serverruimten |
---|---|
Nummer maatregel |
27 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige koelmachine voor koeling serverruimte toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Compressiekoelmachine met seizoensgemiddelde COP van minimaal 5,5 toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Compressiekoelmachine met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Het gaat om serverruimten met een opgesteld vermogen van minimaal 20 kW. Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Serverruimten |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
28 |
|
Omschrijving maatregel |
Toerental van ventilatoren in zaalkoelers (CRAH’s) in serverruimte beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Toerenregeling (sensoren en actuatoren) toepassen op bestaande ventilatoren. |
b) In nieuwe zaalkoelers (CRAH’s) ventilatoren met toerenregeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Toerentalgeregelde ventilatoren zijn afwezig. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
Het gaat om serverruimten met een opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja, indien elektriciteitsverbruik minder is dan 10.000.000 kWh per jaar Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Serverruimten |
---|---|
Nummer maatregel |
29 |
Omschrijving maatregel |
Inzet van servers in serverruimte afstemmen op de vraag. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Powermanagement op servers toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
De CPU (central processing unit) draait continue op maximale snelheid. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Het gaat om serverruimten met een opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja, indien elektriciteitsverbruik minder is dan 10.000.000 kWh per jaar Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Serverruimten |
---|---|
Nummer maatregel |
30 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige uninterrupted power system (UPS) in serverruimte toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Efficiënt UPS-systeem (met dubbele conversie is 96% of hoger) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Inefficiënte UPS (dubbele conversie efficiëntie in deellast is maximaal 92%) is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Het gaat om serverruimten met een opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Faciliteiten |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
31 |
|
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige aandrijving (van cementdoseerschroef, menger en kraan) toepassen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) IE2-elektromotor met toerenregeling toepassen. |
b) IE3-elektromotor toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Elektromotor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
32 |
|
Omschrijving maatregel |
Kantoor: Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Hoogrendementsketel HR107 toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Conventioneelrendements- (CR-) of verbeterdrendements- (VR-) ketel is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar). |
b) Hoogrendementsketel HR100 is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar). |
Technische randvoorwaarden |
Retourtemperatuur van ketel kan lager zijn dan 55°C. Hogetemperatuursystemen (zoals warmtapwatersysteem of hogetemperatuurstralingspanelen) verhinderen dat soms. Condensafvoer is mogelijk. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) N.v.t. |
b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja, indien aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3 per jaar. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
[1] Kantoor: Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken. |
|
Bijzondere omstandigheden |
In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
---|---|
Nummer maatregel |
33 |
Omschrijving maatregel |
Bedrijfshal: Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Hoogrendementsketel HR107 toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Conventioneel-rendements- (CR-) of verbeterdrendements- (VR-) ketel is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar). |
Technische randvoorwaarden |
Condensafvoer is eenvoudig realiseerbaar. |
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
[6] Bedrijfshal: Temperatuur per ruimte naregelen. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
---|---|
Nummer maatregel |
34 |
Omschrijving maatregel |
Kantoor: Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Weersafhankelijke regeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Weersafhankelijke regeling ontbreekt op een cv-groep met hogetemperatuurverwarming. |
Technische randvoorwaarden |
Weersafhankelijke regeling toepassen op groep indien dit op ketel onmogelijk is i.v.m. warmtapwatervoorziening. |
Economische randvoorwaarden |
Meerdere verblijfsruimte met totaal bruto vloeroppervlakte van minimaal 150 m2 met verschillende warmtebehoefte. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
[1] Kantoor: Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken. [32] Kantoor: Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
35 |
|
Omschrijving maatregel |
Bedrijfshal: Onnodig aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
---|---|
Nummer maatregel |
36 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Gasgestookte hoogrendements- (HR-) boiler toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Conventionele gasgestookte boiler is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
Condensafvoer is mogelijk. |
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja, indien aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3 per jaar. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Onder verf en drukinkt wordt het volgende verstaan:
• Inrichtingen voor vervaardiging van verf en drukinkt. Ter indicatie de SBI-code die voor de indeling van deze inrichtingen veelal wordt gebruikt: 20.3.
Type maatregel |
Nummers |
---|---|
Gebouwschil |
1 – 4 |
Ruimteventilatie |
5 – 7 |
Ruimteverwarming |
8 – 10 |
Ruimte- en buitenverlichting |
11 – 20 |
Warm tapwater voorziening |
21 |
Persluchtinstallatie |
22 – 25 |
Informatie- en communicatietechnologie |
26 – 27 |
Serverruimten |
28 – 33 |
Faciliteiten |
34 – 35 |
Processen |
10, 36 |
Activiteit |
|
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
37 – 41 |
Type maatregel |
Gebouwschil |
---|---|
Nummer maatregel |
1 |
Omschrijving maatregel |
Kantoor: Warmte- en/of koudeverlies via buitenmuur beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Spouwmuur isoleren. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie in spouwmuur ontbreekt. Kantoor wordt verwarmd. Kantoor wordt verwarmd en gekoeld. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
[37] Kantoor: Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
Bijzondere omstandigheden |
In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Type maatregel |
Gebouwschil |
||
---|---|---|---|
Nummer maatregel |
2 |
||
Omschrijving maatregel |
Kantoor: Warmte- en/of koudeverlies via beglazing in gemetselde gevel beperken. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
HR++-glas toepassen. |
||
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Dubbelglas is aanwezig. |
b) HR-glas is aanwezig. |
c) HR+-glas is aanwezig. |
Ruimte wordt verwarmd. Ruimte wordt verwarmd en gekoeld. |
|||
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Economische randvoorwaarden |
Binnentemperatuur is tijdens stookseizoen en tijdens werktijden minimaal 17°C. Het totaal bruto verwarmd vloeroppervlak is minimaal 150m2. |
||
a) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
b en c) N.v.t. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen |
[37] Kantoor: Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
||
Bijzondere omstandigheden |
In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Type maatregel |
Gebouwschil |
||||
---|---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
3 |
||||
Omschrijving maatregel |
Warmte- en/of koudeverlies via openstaande bedrijfsdeur in gebouwschil beperken. |
||||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Snelsluitende bedrijfsdeur toepassen. |
b) Automatische bedrijfsdeur toepassen. |
c) Loopdeur toepassen. |
d) Loopdeur toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a en b) Handmatige bediende bedrijfsdeur is aanwezig. |
c) Sectionaaldeur wordt gebruikt voor personentoegang. |
d) Kanteldeur wordt gebruikt voor personentoegang. |
||
Technische randvoorwaarden |
a en b) N.v.t. |
c) Ruimte aanwezig in gevel. |
d) Ruimte aanwezig in gevel of in kanteldeur. |
||
Economische randvoorwaarden |
a) Handmatig bediende bedrijfsdeur is per werkdag 1 uur extra te sluiten. |
b) Handmatig bediende bedrijfsdeur is per werkdag 1 uur extra te sluiten. Aardgasverbruik is minder dan 10.000.000 m3 per jaar. |
c en d) N.v.t. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a en b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
c en d) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|||
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
||||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Gebouwschil |
|||
---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
4 |
|||
Omschrijving maatregel |
Warmte- en/of koudeverlies via transportdeur voor laden en lossen beperken. |
|||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Geïsoleerde transportdeur toepassen. |
b) Luchtkussens toepassen. |
c) Tochtslabben toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Ongeïsoleerde transportdeur is aanwezig. |
b) Transportdeur waar luchtkussens ontbreken. |
c) Transportdeur waar tochtslabben ontbreken. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|||
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
|||
a) N.v.t. |
b) Minimaal 4 uur laden en lossen per dag. |
c) N.v.t. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
b en c) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
|||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimteventilatie |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
5 |
|
Omschrijving maatregel |
Onnodig aanstaan van ventilatie voorkomen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
b) Aanwezigheidsschakelaar in kleine weinig gebruikte ruimten (bijvoorbeeld toilet) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Ventilatiesysteem met tijdschakelaar en weekschakeling ontbreekt. Ventilatie is altijd aan buiten werktijden. |
b) Aanwezigheidsschakelaar ontbreekt, Ventilatie is altijd aan tijdens werktijden. |
Technische randvoorwaarden |
Niet van toepassing als voor veiligheid continue ventilatie nodig is. |
|
Economische randvoorwaarden |
Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
|
a) N.v.t. |
b) Geschakeld vermogen is minimaal 40 Watt. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
[7] Energiezuinige ventilator toepassen. |
|
Bijzondere omstandigheden |
Kantoor: In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Type maatregel |
Ruimteventilatie |
---|---|
Nummer maatregel |
6 |
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies ventilatiekanalen beperken in ruimtes waar geen warmteafgifte nodig is. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Isolatie om ventilatiekanalen aanbrengen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Isolatie om ventilatiekanalen ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Temperatuur ventilatiekanaal is minimaal 10°C hoger dan omgevingstemperatuur. |
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3 per jaar. Bedrijfstijd ventilatie is minimaal 2.700 uur per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimteventilatie |
||||
---|---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
7 |
||||
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige ventilator toepassen. |
||||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Gelijkstroomventilator toepassen. |
b) IE2-elektromotor met toerenregeling toepassen. |
c) IE3-elektromotor toepassen. |
d) Toerenregeling toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a, b en c) Elektromotor met rendementsklasse IE2 of lager is aanwezig. |
d) Elektromotor met aan/uit regeling is aanwezig. |
|||
a) Benodigd luchtdebiet is constant. |
b, c en d) Benodigd luchtdebiet varieert. |
||||
Technische randvoorwaarden |
a, b en c) N.v.t. |
d) Ventilator, aandrijving en elektromotor zijn geschikt voor toerenregeling. |
|||
Economische randvoorwaarden |
a) Motorvermogen vermenigvuldigd met de bedrijfstijd is minimaal 11.500 kWh per jaar. |
b) N.v.t. |
c) N.v.t. |
d) Motorvermogen vermenigvuldigd met de bedrijfstijd is minimaal 6.000 kWh per jaar. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
||||
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
||||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimteverwarming |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
8 |
|
Omschrijving maatregel |
Temperatuur per ruimte naregelen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Thermostatische radiatorkranen toepassen. |
b) Klokthermostaten en overwerktimers toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Individuele naregeling per ruimte of verwarmingsgroep ontbreekt bij meerdere verblijfsruimten met radiatoren. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 1.000.000 m3 per jaar. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimteverwarming |
---|---|
Nummer maatregel |
9 |
Omschrijving maatregel |
Bedrijfshal: Warmte in hoge hal actief verdelen naar werkplekken met warmtevraag om verwarming met aardgas te beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ondersteuningsventilator toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Voorziening voor luchtcirculatie ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Geen vervuilende gassen (zoals las- of lijmdampen) aanwezig. Kraanbaan en ondersteuningsventilator hinderen elkaar niet. |
Economische randvoorwaarden |
Temperatuur boven in hal is minimaal 4°C (ter indicatie ± 8 m) hoger dan temperatuur op werkniveau. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
[38] Bedrijfshal: Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimteverwarming en Processen |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
10 |
|
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies via warmwaterleidingen en -appendages beperken in onverwarmde ruimten. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Isolatie aanbrengen om leidingen. |
b) Isolatie aanbrengen om appendages. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Isolatie om leidingen ontbreekt. |
b) Isolatie om appendages ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Als fabrikant voorschrijft dat vocht en warmte weg moeten kunnen i.v.m. garantie, dan hier rekening mee houden bij keuze isolatiemateriaal. |
|
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja Natuurlijk moment: Ja |
b) Zelfstanding moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel |
11 |
Omschrijving maatregel |
Kantoor: Onnodig branden van basis binnenverlichting in pauzes en buiten bedrijfstijd voorkomen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Veegschakeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Verlichting wordt handmatig geschakeld per ruimte. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Geïnstalleerd vermogen per veegschakeling is minimaal 18 kW. Per veegschakeling zijn maximaal 12 aanpassingen nodig om te voorkomen dat apparatuur onbedoeld wordt uitgeschakeld. Verlichting kan minimaal 1 uur per dag extra uitgeschakeld worden. Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
12 |
|||||
Omschrijving maatregel |
Kantoor: Geïnstalleerd vermogen basis binnenverlichting beperken. |
|||||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Langwerpige hoogfrequente fluorescentielampen (TL5) en adapters in bestaande armaturen toepassen. |
b) Langwerpige hoogfrequente fluorescentielampen (TL5) in bestaande armaturen door ombouw toepassen. |
c) Armaturen met langwerpige hoogfrequente fluorescentielampen (TL5) toepassen. |
d) Langwerpige ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
e) Ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a, b, c en d) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig. |
e) PL-lampen (traditionele spaarlampen) zijn aanwezig (in gangen of toiletten). |
||||
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|||||
Economische randvoorwaarden |
Aantal branduren is minimaal 4.400 uur per jaar (indicatie ± 12 uur per dag). |
|||||
a) N.v.t. |
b) N.v.t. |
c). Elektriciteits-verbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
d) N.v.t. |
e) N.v.t. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a en b) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
c) Zelfstandig moment:Ja, als aardgasverbruik minimaal 170.000 m3 per jaar is. Natuurlijk moment: Ja. |
d) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
e) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
|||||
Bijzondere omstandigheden |
In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
||
---|---|---|---|
Nummer maatregel |
13 |
||
Omschrijving maatregel |
Bedrijfshal: Geïnstalleerd vermogen binnenverlichting beperken. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Armaturen met langwerpige hoogfrequente fluorescentielampen (TL5) toepassen. |
b) Armaturen met ledlampen toepassen. |
c) Metaalhalogenidelampen in bestaande armaturen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a en b) Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig. |
c) Hoge druk kwiklampen zijn aanwezig. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Economische randvoorwaarden |
Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
||
a) Aantal branduren is minimaal 3.100 uur per jaar. |
b) Aantal branduren is minimaal 3.100 uur per jaar. Geïnstalleerd vermogen van verlichting neemt door toepassen van ledlampen minimaal 50% af bij voldoende lichtopbrengst. |
c) N.v.t |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a en b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
c) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
||
Bijzondere Omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
||||
---|---|---|---|---|---|
Nummer maatregel |
14 |
||||
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen accentverlichting beperken. |
||||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) PL-lampen (traditionele spaarlampen) in bestaande armaturen toepassen. |
b en c) Ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
d) Hoge druk natriumlampen in bestaande armaturen toepassen. |
||
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a en b) Gloeilampen zijn aanwezig. |
c) Halogeen-lampen zijn aanwezig. |
d) Hoge druk kwiklampen zijn aanwezig. |
||
Technische randvoorwaarden |
a, b, en c) N.v.t. |
d) Voorschakelapparaat hoeft niet vervangen te worden. |
|||
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja, als elektriciteitsverbruik minder is dan 10.000.000 kWh per jaar. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
c) Zelfstandig moment: Ja, als elektriciteits-verbruik minder is dan 10.000.000 kWh per jaar. Natuurlijk moment: Ja. |
d) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
||||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
15 |
|
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen noodverlichting beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Conventionele langwerpige fluorescentielampen (TL8) zijn aanwezig. |
b) Hoogfrequente fluorescentielampen (TL5) zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. Noodverlichting staat aan tijdens werktijden. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel |
16 |
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen verlichting vluchtwegaanduiding beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Armaturen met ledlampen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Conventionele armaturen met langwerpige fluorescentielampen (TL) zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Elektriciteitsverbruik is maximaal 10.000.000 kWh per jaar. Aardgasverbruik is minimaal 170.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel |
17 |
Omschrijving maatregel |
Onnodig branden van reclame- en overige buitenverlichting voorkomen zodat verlichting alleen brandt als het donker is |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Schemerschakelaar toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Schemerschakelaar ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Geïnstalleerd vermogen per schakeling is minimaal 0,4 kW. Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
---|---|
Nummer maatregel |
18 |
Omschrijving maatregel |
Onnodig branden van reclame- en overige buitenverlichting buiten gebruikstijden (tussen 23.00 en 06.00 uur) voorkomen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Tijdschakelaar toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Tijdschakelaar ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Extra bewegingsschakelaar toepassen als verlichting in verband met veiligheid bij beweging moet branden. |
Economische randvoorwaarden |
Geïnstalleerd vermogen per schakeling is minimaal 0,4 kW. Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
[19] Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
||
---|---|---|---|
Nummer maatregel |
19 |
||
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen buitenverlichting beperken. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
b) Natriumlampen in bestaande armaturen toepassen. |
c) Natriumlampen in bestaande armaturen toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a en b) Halogeenlampen zijn aanwezig. |
c) Hoge druk kwiklampen zijn aanwezig. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Economische randvoorwaarden |
a en b) N.v.t. |
c) Elektriciteitsverbruik minder is dan 10.000.000 kWh per jaar. Natuurlijk |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Ruimte- en buitenverlichting |
||
---|---|---|---|
Nummer maatregel |
20 |
||
Omschrijving maatregel |
Geïnstalleerd vermogen reclameverlichting beperken. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Ledlampen in bestaande armaturen toepassen. |
||
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Gloeilampen zijn aanwezig. |
b) Halogeenlampen zijn aanwezig. |
c) Neonlampen zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Ja als elektriciteitsverbruik minder is dan 10.000.000 kWh per jaar. Natuurlijk moment: Ja. |
c) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Warm tapwater voorziening |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
21 |
|
Omschrijving maatregel |
Warmteverlies van warmtapwater leidingen en appendages beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Isoleren van warm tapwater leidingen. |
b) Isoleren van appendages warm tapwater systeem. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Isolatie om leidingen ontbreekt. |
b) Isolatie om appendages ontbreekt. |
Technische randvoorwaarden |
Als fabrikant voorschrijft dat vocht en warmte weg moet kunnen i.v.m. garantie, dan hier rekening mee houden bij keuze isolatiemateriaal. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) N.v.t. |
b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Persluchtinstallatie |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
22 |
|
Omschrijving maatregel |
Warmte van persluchtcompressoren nuttig gebruiken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Warmte van luchtgekoelde compressor gebruiken voor ruimteverwarming. |
b) Warmte van watergekoelde compressor gebruiken voor lagetemperatuurverwarming, verwarming van tapwater of badenverwarming. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Warmte van compressor wordt niet nuttig ingezet. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
|
a) Aantal equivalenten van vollasturen is minimaal 1.500 uur per stookseizoen (ter indicatie: 10 uur per werkdag in stookseizoen). Afstand tot te verwarmen ruimte is minder dan 3 meter. |
b) Vermogen compressor (in kW) vermenigvuldigd met aantal equivalenten van vollasturen (in uur per jaar) is minimaal 25.000 (kWh per jaar). Warmtebehoefte per jaar komt overeen met minimaal 300 m3 warmtapwater van 60°C. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
[24] Nullasturen persluchtcompressor beperken. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Persluchtinstallatie |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
23 |
|
Omschrijving maatregel |
Onnodig aanstaan persluchtsysteem voorkomen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Bij drukvat groepsafsluiter en schakelklok toepassen. |
b) Schakelklok met overwerktimer toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Schroef- of zuigercompressor is alleen handmatig uit te schakelen. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Vermogen van compressor (in kW) vermenigvuldigd met aantal equivalenten van vollasturen per jaar (in uur per jaar) is minimaal 18.000 (kWh per jaar). Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
b) Vermogen van compressor (in kW) vermenigvuldigd met aantal equivalenten van vollasturen per jaar (in uur per jaar) is minimaal 9.500 (kWh per jaar). |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Persluchtinstallatie |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
24 |
|
Omschrijving maatregel |
Nullasturen persluchtcompressor beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Oliegeïnjecteerde compressor met toerenregeling toepassen. |
b) Olievrije compressor met toerenregeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Vollast-/nullastschakeling of vollast-/nullast-/uitschakeling is aanwezig. |
|
Technische randvoorwaarden |
Bij meerdere compressoren alleen uitvoeren bij leidende compressor en rest op basis van vollast-/nullast-/uitschakeling. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Aantal nullast uren is minimaal 1.300 uur per jaar (ter indicatie: 4 uur per werkdag). |
b) Aantal nullast uren is minimaal 1.800 uur per jaar (ter indicatie: 5,5 uur per werkdag). |
Vermogen compressor is minimaal 25 kW. Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Persluchtinstallatie |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
25 |
|
Omschrijving maatregel |
Energiezuinig perslucht maken door koude lucht te gebruiken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Koude buitenlucht via een luchtkanaal gebruiken. |
b) Binnenlucht uit onverwarmde ruimte via een luchtkanaal gebruiken. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Compressor zuigt door zichzelf opgewarmde warme lucht of warme proceslucht aan. |
|
Technische randvoorwaarden |
a) Een opening in gevel is mogelijk binnen een afstand van 3 meter. |
b) N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Vermogen van compressor (in kW) vermenigvuldigd met aantal equivalenten van vollasturen per jaar (in uur) is minimaal 60.000 (kWh). |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Informatie- en communicatietechnologie |
---|---|
Nummer maatregel |
26 |
Omschrijving maatregel |
Pas energiezuinig printen en/of kopiëren op de werkplek toe. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Centraal printen en kopiëren. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Minimaal 10 lokale printers en/of kopieermachines zijn aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Informatie- en communicatietechnologie |
||
---|---|---|---|
Nummer maatregel |
27 |
||
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige ICT op de werkplek toepassen. |
||
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Desktop die voldoet aan Energy Star specificatie toepassen. |
b) Laptop die voldoet aan Energy Star specificatie toepassen. |
c) Beeldscherm dat voldoet aan Energy Star specificatie toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Desktop zonder Energy Star specificatie. |
b) Laptop zonder Energy Star specificatie. |
c) Beeldscherm zonder Energy Star specificatie. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
||
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
||
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
||
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Serverruimten |
---|---|
Nummer maatregel |
28 |
Omschrijving maatregel |
Inzet van fysieke servers in serverruimte beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Meerdere gevirtualiseerde servers werken op een minder aantal fysieke servers. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Geen gevirtualiseerde omgeving aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Het gaat om serverruimten met een opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Serverruimten |
---|---|
Nummer maatregel |
29 |
Omschrijving maatregel |
Vrije koeling in serverruimte toepassen om bedrijfstijd van koelmachine te beperken. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Direct vrije luchtkoeling toepassen inclusief compartimenteren en backup door koelmachine toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Airconditioning of DX- (directe expansie) koeling met seizoensgemiddelde COP van maximaal 2,5 is aanwezig. Temperatuur in koelsysteem en buitenklimaat maken minimaal 95% vrije koeling mogelijk. |
Technische randvoorwaarden |
Bouwkundig moet het mogelijk zijn, bijvoorbeeld het dak moet het gewicht van het systeem voor vrije koeling kunnen dragen, en er moet ruimte zijn voor luchtkanalen en overige installaties. |
Economische randvoorwaarden |
Het gaat om serverruimten met een opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Serverruimten |
---|---|
Nummer maatregel |
30 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige koelmachine voor koeling serverruimte toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Compressiekoelmachine met seizoensgemiddelde COP van minimaal 5,5 toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Compressiekoelmachine met seizoensgemiddelde COP van maximaal 3 is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Het gaat om serverruimten met een opgesteld vermogen van minimaal 20 kW. Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Serverruimten |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
31 |
|
Omschrijving maatregel |
Toerental van ventilatoren in zaalkoelers (CRAH’s) in serverruimte beperken. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Toerenregeling (sensoren en actuatoren) toepassen op bestaande ventilatoren. |
b) In nieuwe zaalkoelers (CRAH’s) ventilatoren met toerenregeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Toerentalgeregelde ventilatoren zijn afwezig. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
Het gaat om serverruimten met een opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja, indien elektriciteitsverbruik minder is dan 10.000.000 kWh per jaar Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Serverruimten |
---|---|
Nummer maatregel |
32 |
Omschrijving maatregel |
Inzet van servers in serverruimte afstemmen op de vraag. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Powermanagement op servers toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
De CPU (central processing unit) draait continue op maximale snelheid. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Het gaat om serverruimten met een opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja, indien elektriciteitsverbruik minder is dan 10.000.000 kWh per jaar Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Serverruimten |
---|---|
Nummer maatregel |
33 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige uninterrupted power system (UPS) in serverruimte toepassen. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Efficiënt UPS-systeem (met dubbele conversie is 96% of hoger) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Inefficiënte UPS (dubbele conversie efficiëntie in deellast is maximaal 92%) is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Het gaat om serverruimten met een opgesteld vermogen van minimaal 5 kW. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen. |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Faciliteiten |
---|---|
Nummer maatregel |
34 |
Omschrijving maatregel |
Energieverbruik van pompen beperken door vermogen te regelen op basis van vraag. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Pomp met toerenregeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Pomp wordt geregeld met smoorregeling. |
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Economische randvoorwaarden |
Bedrijfstijd pomp is minimaal 5.700 uur per jaar. Elektriciteitsverbruik is minder dan 10.000.000 kWh per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Faciliteiten |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
35 |
|
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige motoren in kneed- en/of mengmachine toepassen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) IE2-motor met toerenregeling toepassen. |
IE3-motor toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
IE1-motor of lager is aanwezig |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Type maatregel |
Processen |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
36 |
|
Omschrijving maatregel |
Warmte uit koelwater nuttig gebruiken voor opwarmen product of (proces-) water. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Warmtewisselaar toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Warme koelwater wordt geloosd of gekoeld aan buitenlucht. |
|
Technische randvoorwaarden |
Temperatuurverschil in- en uitgaande water is minimaal 25°C. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) Aardgasverbruik is minder dan 10.000.000 m3 per jaar. Hoeveelheid koelwater is minimaal 9.000 m3 per jaar. |
b) Aardgasverbruik is minimaal 10.000.000 m3 per jaar. Hoeveelheid koelwater is minimaal 13.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
37 |
|
Omschrijving maatregel |
Kantoor: Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Hoogrendementsketel HR107 toepassen. |
|
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Conventioneelrendements- (CR-) of verbeterdrendements- (VR-) ketel is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar). |
b) Hoogrendementsketel HR100 is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar). |
Technische randvoorwaarden |
Retourtemperatuur van ketel kan lager zijn dan 55°C. Hogetemperatuursystemen (zoals warmtapwatersysteem of hogetemperatuurstralingspanelen) verhinderen dat soms. Condensafvoer is mogelijk. |
|
Economische randvoorwaarden |
a) N.v.t. |
b) Aardgasverbruik is minder dan 170.000 m3 per jaar. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
a) Zelfstandig moment: Ja, indien aardgasverbruik minder is dan 170.000 m3 per jaar. Natuurlijk moment: Ja. |
b) Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
[1] Kantoor: Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken. |
|
Bijzondere omstandigheden |
In gebouwen met minimaal een energielabel C dan wel in een nieuw gebouw met een bouwjaar van 2003 (of daarna) en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
38 |
|
Omschrijving maatregel |
Bedrijfshal: Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Hoogrendementsketel HR107 toepassen. |
b) Gasgestookte donkere straler toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
a) Conventioneel-rendements- (CR-) of verbeterdrendements- (VR-) ketel is aanwezig voor basislast (bedrijfstijd is meer dan 500 uur per jaar). |
b) Conventionele luchtverhitter is aanwezig. |
Technische randvoorwaarden |
a) Condensafvoer is eenvoudig realiseerbaar. |
b) Rookgasafvoer is mogelijk. |
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Nee. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
[8] Temperatuur per ruimte naregelen. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
---|---|
Nummer maatregel |
39 |
Omschrijving maatregel |
Kantoor: Aanvoertemperatuur cv-water automatisch regelen op basis van buitentemperatuur. |
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
Weersafhankelijke regeling toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Weersafhankelijke regeling ontbreekt op een cv-groep met hogetemperatuurverwarming. |
Technische randvoorwaarden |
Weersafhankelijke regeling toepassen op groep indien dit op ketel onmogelijk is i.v.m. warmtapwatervoorziening. |
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
Alternatieve erkende maatregelen |
[1] Kantoor: Warmte- en koudeverlies via buitenmuur beperken. [37] Kantoor: Energiezuinige warmteopwekking toepassen. |
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
|
---|---|---|
Nummer maatregel |
40 |
|
Omschrijving maatregel |
Bedrijfshal: Onnodig aanstaan van ruimteverwarming buiten bedrijfstijd voorkomen. |
|
Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie |
a) Tijdschakelaar (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
b) Tijdschakelaar met weekschakeling (met of zonder overwerktimer) toepassen. |
Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek |
Automatische aan- en uitschakeling ontbreekt. |
|
Technische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Economische randvoorwaarden |
N.v.t. |
|
Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? |
Zelfstandig moment: Ja. Natuurlijk moment: Ja. |
|
Alternatieve erkende maatregelen |
N.v.t. |
|
Bijzondere omstandigheden |
N.v.t. |
Activiteit |
In werking hebben van een stookinstallatie (emissies naar de lucht) |
---|---|
Nummer maatregel |
41 |
Omschrijving maatregel |
Energiezuinige warmteopwekking van tapwater toepassen. |