Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 1 december 2017, nr. WJZ/17188741, houdende wijziging van de Regeling aanvraag- en veilingprocedure teruggekomen niet-landelijke commerciële FM-vergunningen 2017 in verband met een aantal verbeteringen en technische aanpassingen

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat;

Gelet op de artikelen 8, 9 en 10 van het Frequentiebesluit 2013;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling aanvraag- en veilingprocedure teruggekomen niet-landelijke commerciële FM-vergunningen 2017 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid wordt ‘aan de betreffende aanvrager verleend’ telkens vervangen door: aan de betreffende aanvrager om niet verleend.

2. Er worden drie leden toegevoegd, luidende:

  • 3. Indien de aanvrager aan wie op grond van het eerste of tweede lid een FM-vergunning om niet is verleend ter zekerheidsstelling een waarborgsom heeft verstrekt, wordt uiterlijk twee weken na de verlening van de FM-vergunning een bedrag van € 10.000,– aan de betrokken aanvrager teruggestort per FM-vergunning die hem om niet is verleend. De minister vergoedt aan de aanvrager rente over dat bedrag over de periode vanaf de dag dat hij de waarborgsom heeft ontvangen op het bankrekeningnummer, genoemd in artikel 6, derde lid, onderdeel a, tot en met de dag voorafgaand aan de dag waarop de waarborgsom door de minister wordt teruggestort. Deze rente wordt op dezelfde dag gestort als de dag waarop de waarborgsom wordt terugstort.

  • 4. Indien de aanvrager aan wie op grond van het eerste of tweede lid een vergunning om niet is verleend ter zekerheidsstelling een bankgarantie heeft verstrekt, stuurt de minister, uiterlijk twee weken na de verdeling van de betrokken FM-vergunning aan de bank van de aanvrager een schriftelijke verklaring dat de bankgarantie vervalt, indien als gevolg van de verlening om niet:

    • a. ten aanzien van geen enkele FM-vergunning op grond van het vijfde lid de noodzaak van veilen is komen vast te staan, of

    • b. de betrokken aanvrager, gelet op het bepaalde in artikel 14, derde lid, niet over voldoende activiteitspunten beschikt om toegelaten te worden tot de veiling.

  • 5. Ten aanzien van een FM-vergunning die blijkens het bekendmakingsbesluit wordt verdeeld en die niet op grond van het eerste of tweede lid om niet wordt verleend, is de noodzaak van veilen komen vast te staan.

B

Aan artikel 14 wordt een lid toegevoegd luidende:

  • 3. Het aantal activiteitspunten van een deelnemer, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, is gelijkluidend aan het aantal FM-vergunningen waar zijn aanvraag ingevolge artikel 3, vijfde lid betrekking op heeft of zoveel minder als waar de aanvraag na een gedeeltelijke weigering op grond van artikel 5, tweede of derde lid, betrekking op heeft, verminderd met het aantal FM-vergunningen dat hem op grond van artikel 13, tweede lid, om niet is verleend. Indien het aantal activiteitspunten van een deelnemer nul bedraagt, wordt hij niet toegelaten tot de veiling.

C

Bijlage I, behorend bij artikel 3, negende lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel A komt te luiden:

Onderdeel A. Bestuurdersverklaring

Ondergetekende(n), (gezamenlijk) bevoegd op grond van het bij deze aanvraag overgelegde uittreksel uit het handelsregister, de overgelegde statuten en/of de overgelegde volmacht, verklaart/verklaren dat de informatie die in deze aanvraag is verstrekt juist en volledig is.

A.1. Bestuurder

Naam ondergetekende: .....

Plaats: .....

Datum: .....

Handtekening: .....

A.2. (voor zover van toepassing, gezamenlijk bevoegde) Bestuurder

Naam ondergetekende: .....

Plaats: .....

Datum: .....

Handtekening: .....

A.3. (voor zover van toepassing, gezamenlijk bevoegde) Bestuurder

Naam ondergetekende: .....

Plaats: .....

Datum: .....

Handtekening: .....

2. Onderdeel B.1. wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel b), komt te luiden: Rechtsvorm:.....

b. Onderdelen d) en g) vervallen, onder verlettering van onderdelen e) en f) tot onderdelen d) en e) en van onderdelen h) tot en met m) tot onderdelen f) tot en met k).

3. Onderdelen B.2.1 tot en met B.2.4 worden als volgt gewijzigd:

a. De zin ‘Bevoegdheid en beperkingen blijken uit’ wordt telkens vervangen door: Bevoegdheid blijkt uit.

b. Boven ‘Handtekening’ wordt telkens de zin ingevoegd: Beperking(en) van de bevoegdheid blijken uit:.....

4. In onderdeel B.4.1 wordt onder verlettering van onderdelen e en f naar onderdelen f en g een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. het doel en de feitelijke werkzaamheden van de aandeelhouders van de aanvrager, voor zover deze aandeelhouders rechtspersonen zijn;

5. Onderdeel B.6. wordt als volgt gewijzigd:

a. De zinsnede ‘onder B.1, sub a, b, c, e, f, g, k’ wordt vervangen door: onder B.1, onderdelen a, b, c, d, e, i.

b. De zinsnede ‘onder B.1, sub j en k’ wordt vervangen door: onder B.1, onderdelen h en i.

6. Onderdeel C.2 wordt als volgt gewijzigd:

a. De zin ‘<<invullen aantal FM vergunningen waarvoor u in aanmerking wenst te komen>>’ wordt vervangen door: <<invullen aantal FM vergunningen, zowel in getal als uitgeschreven, waarvoor u in aanmerking wenst te komen>>

b. De zin ‘a. het aantal activiteitspunten waarover u aan het begin van de veiling kan beschikken’ in het tekstblok wordt vervangen door: het bepalen van het met in achtneming van artikel 14, derde lid, van de Regeling te bepalen aantal activiteitspunten waarover u aan het begin van de veiling kan beschikken.

D

In bijlage II worden onder II na onderdeel 3, onder vernummering van de onderdelen 4 tot en met 6 tot 6 tot en met 8 twee nieuwe onderdelen toegevoegd, luidende:

  • 4. In geval van een gedeeltelijke weigering als bedoeld in artikel 5, tweede of derde lid, wordt het bedrag van deze bankgarantie verlaagd met € 10.000,– vermenigvuldigd met het aantal FM-vergunningen waarvoor de aanvraag gedeeltelijk geweigerd is.

  • 5. In geval aan de Aanvrager op grond van artikel 13, tweede lid, een FM-vergunning om niet is verleend, wordt het bedrag van deze bankgarantie verlaagd met € 10.000,– vermenigvuldigd met het aantal FM-vergunningen dat aan de Aanvrager om niet is verleend.

E

In bijlage IV, behorend bij artikel 9 en in bijlage V, behorend bij artikel 12, eerste lid wordt boven ‘Handtekening:’ telkens de zinsnede ingevoegd: Naam ondergetekende:.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 december 2017

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

TOELICHTING

De Regeling aanvraag- en veilingprocedure teruggekomen niet-landelijke commerciële FM-vergunningen 2017 (hierna: de Regeling) bevat de aanvraag- en veilingprocedure in geval vergunningen voor niet-landelijke commerciële radio terugkomen en opnieuw worden verdeeld. Naar aanleiding van een eerste verdeling van teruggekomen kavels op grond van deze Regeling is gebleken dat de Regeling op een aantal punten onduidelijkheden bevat of kan worden verbeterd. Deze regeling dient hiertoe.

Artikel I, Onderdeel A

Artikel 13 biedt de kaders op basis waarvan schaarste van de te verdelen vergunningen wordt vastgesteld. Indien slechts één aanvrager, waarvan de aanvraag aan alle eisen voldoet, geïnteresseerd is in de te verdelen FM-vergunning wordt de te verdelen vergunning aan die aanvrager verleend. Deze verlening is om niet. Dit wordt met een wijziging van het eerste en tweede lid van artikel 13 verduidelijkt. Dat de vergunning om niet wordt verleend, laat onverlet de kosten die voor de administratieve afhandeling in rekening worden gebracht op grond van het bepaalde bij of krachtens artikel 16.1 van de Telecommunicatiewet.

Om niet verlening heeft ook effect op de door de aanvrager gestelde zekerheidsstelling. In geval een aanvrager een waarborgsom heeft gestort wordt de gehele waarborgsom of een deel ervan weer teruggestort, overeenkomstig het bepaalde in het derde lid. Van gedeeltelijke terugstorting is sprake indien aan de aanvrager een FM-vergunning om niet is verleend, maar er nog FM-vergunningen middels een veiling te verdelen zijn en deze ook door de betrokken aanvrager kunnen worden verkregen. Het deel van de waarborgsom dat wordt teruggestort is dan gelijk aan € 10.000,– vermenigvuldigd met het aantal FM-vergunning dat hem om niet is verleend.

Het vierde lid ziet op de situatie dat de betrokken aanvrager een bankverklaring heeft verstrekt. In geval alle te verdelen FM-vergunningen om niet worden verleend, vindt geen veiling plaats en wordt aan de bank van de betrokken aanvrager medegedeeld dat de bankgarantie vervalt. Dit geldt ook voor de situatie dat wel een veiling plaatsvindt, maar de betrokken aanvrager daar niet aan kan deelnemen. Zie in dit kader de toelichting bij Artikel I, onderdeel B.

Voor de situatie dat er nog wel FM-vergunningen worden geveild en de aanvrager ook aan die veiling kan deelnemen, kan de omvang van de bankgarantie worden verlaagd. Daartoe wordt het model van de bankgarantie, opgenomen in bijlage II, aangevuld.

Ten aanzien van FM-vergunningen die niet op grond van het eerste of tweede lid om niet worden verleend, staat de noodzaak van veilen vast. Dat is ook het geval indien meerdere FM-vergunningen blijkens het bekendmakingsbesluit worden verdeeld en een aantal daarvan om niet worden verleend, zelfs indien ten aanzien van de betrokken FM-vergunning of -vergunningen geen voorkeur is uitgesproken. Dit houdt verband met het gekozen veilingmodel en het uitgangspunt van dat model dat deelnemers gedurende de veiling, in geval zij dat wensen, kunnen switchen tussen vergunningen. Deze mogelijkheid van switchen geldt ook ten aanzien van vergunningen waar zij in beginsel geen voorkeur voor hebben uitgesproken. Zie voor een nadere toelichting op het gekozen veilingmodel paragraaf 5.2 van de toelichting bij de Regeling van de Minister van Economische Zaken van 19 mei 2017, nr. WJZ/17075503, houdende vaststelling van regels met betrekking tot de aanvraag en veiling van teruggekomen vergunningen voor niet-landelijke commerciële radio (Stcrt. 2017, 29325).

Artikel I, onderdeel B

Het aantal activiteitspunten waar een deelnemer gedurende de veiling over kan beschikken wordt primair bepaald door het aantal vergunningen waar zijn aanvraag betrekking op heeft, al dan niet na gedeeltelijke weigering op grond van artikel 5 van de Regeling. Dit aantal bepaalt ook de omvang van de zekerheid die ingevolge artikel 6 van de Regeling moet worden verleend. Het aantal activiteitspunten wordt verminderd met het aantal FM-vergunningen dat hem op grond van artikel 13 om niet is verleend. Dit kan ook betekenen dat een aanvrager over geen enkel activiteitspunt meer beschikt. Die aanvrager wordt dan niet toegelaten tot de veiling. Zonder activiteitspunten heeft een deelnemer immers geen handelingsmogelijkheden tijdens de veiling.

Bijvoorbeeld:

Een aanvraag heeft betrekking op vier van de zes te verdelen vergunningen. De betrokken aanvrager voldoet aan alle eisen om vier vergunningen te verwerven, zodat een gedeeltelijke weigering op grond van artikel 5 niet aan de orde is. Het aantal activiteitspunten waar deze aanvrager dan over kan beschikken aan het begin van de veiling bedraagt in beginsel vier.

Maar als deze aanvrager de enige is die een voorkeur voor twee van de zes te verdelen vergunningen heeft uitgesproken, dan worden ingevolge artikel 13, tweede lid, deze twee vergunningen aan hem om niet verleend. Dit heeft, blijkens het nieuwe derde lid van artikel 14, tot gevolg dat het aantal activiteitspunten waar hij aan het begin van de veiling over kan beschikken twee bedraagt.

Artikel I, onderdeel C

Bijlage I van de Regeling bevat het aanvraagformulier.

Onderdeel A betreft de ondertekening door de bevoegde bestuurder. Aangezien het regelmatig voorkomt dat verschillende bestuurders gezamenlijk bevoegd zijn, is onderdeel A aangepast.

In onderdeel B.1. wordt informatie gevraagd over de rechtspersoon die een aanvraag indient. Het onderdeel d betreft een beschrijving van het doel en de feitelijke werkzaamheden van de aandeelhouders van de aanvrager. Deze informatie is met name relevant voor de verbondenheidstoets. Het is dan passender deze informatie onder onderdeel B.4 te vragen. De in onderdeel g gevraagde informatie kan ook reeds worden opgemaakt uit het over te leggen uittreksel van het handelsregister. Aangezien als gevolg daarvan dit onderdeel vragen oproept of tot verwarring kan leiden, is dit onderdeel geschrapt.

Onderdeel B.2. van het formulier is van belang voor het duiden van de vertegenwoordigingsbevoegdheid. Daarbij is van belang dat vermeld wordt waar deze bevoegdheid om de aanvrager te vertegenwoordigen uit volgt, maar ook welke beperkingen daaraan zijn verbonden. Om het belang van beide elementen te benadrukken dienen beide elementen afzonderlijk te worden ingevuld in het formulier.

De eerste wijziging van onderdeel C.2. houdt verband met de omstandigheid dat duidelijk moet zijn hoeveel vergunningen worden aangevraagd. Dit aantal is immers bepalend voor zaken als de omvang van de waarborgsom en het activiteitsniveau. Om onduidelijkheden te voorkomen worden aanvragers verzocht zowel in getal als uitgeschreven het aantal te vermelden.

Met de wijziging in het tekstblok wordt verduidelijkt dat het aantal activiteitspunten waar een aanvrager over kan beschikken uiteindelijk wordt bepaald overeenkomstig artikel 14, derde lid.

Artikel I, onderdeel D

Bijlage II bevat het model voor de bankgarantie. De omvang van de bankgarantie wordt bepaald door het aantal FM-vergunningen waar de aanvraag betrekking op heeft. Als gevolg van een gedeeltelijke weigering op grond van artikel 5 van de Regeling kan de aanvraag op minder FM-vergunningen betrekking hebben. Datzelfde geldt voor de situatie dat aan een aanvrager een FM-vergunning om niet wordt verleend. Met de toegevoegde onderdelen wordt geborgd dat het bedrag van de bankgarantie in die situaties dienovereenkomstig wordt verlaagd.

Artikel II

De regeling treedt in werking op 1 januari 2018, een van de vier vaste tijdstippen voor inwerkingtreding van ministeriële regelingen blijkens het beleid ten aanzien van de vaste verandermomenten. De wijzigingen die met deze regeling worden vormgegeven hebben materieel niet eerder effect dan bij de start van de aanvraagprocedure van een volgende verdeling van teruggekomen vergunningen voor niet-landelijke commerciële radio. Aangezien dit niet voor 1 februari 2018 wordt voorzien, wordt materieel voldaan aan het uitgangspunt dat justitiabelen tijdig van de wijzigingen kennis kunnen nemen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Naar boven