TOELICHTING
Algemeen
Op grond van de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen
volkshuisvesting 2014 (hierna: de regeling), die sinds 1 januari 2014 van kracht is,
worden de bezoldigingen van directeuren/bestuurders en van de leden van de Raad van
Commissarissen van woningcorporaties aan verlaagde sectorale maxima gebonden. De regeling
is een uitwerking van artikel 2.7 van de Wet normering topinkomens (hierna: WNT) en
kent een klassenindeling op grond van het aantal verhuureenheden en de gemeentegrootte
waar de corporatie werkzaam is. Het bezoldigingsmaximum van de hoogste klasse is gelijk
aan het wettelijke bezoldigingsmaximum genoemd in artikel 2.3, eerste lid, van de
WNT (hierna: het bezoldigingsmaximum van de WNT).
Het bezoldigingsmaximum van de WNT bedroeg per 1 januari 2017 € 181.000. Dit bedrag
wordt per 1 januari 2018 verhoogd tot€ 187.000.1 Daarmee is gevolg gegeven aan het bepaalde in artikel 2.3, tweede en vierde lid,
van de WNT, op grond waarvan het bezoldigingsmaximum per 1 januari van elk jaar wordt
aangepast aan de ontwikkeling van de contractuele loonkosten voor de overheid, zoals
deze voor het voorafgaande jaar door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
is bepaald, tenzij deze ontwikkeling niet tot een verhoging leidt. Omwille van de
consistentie en de wens om voor alle topfunctionarissen bij woningcorporaties een
gelijke ontwikkeling van het bezoldigingsmaximum te bewerkstelligen, zijn ook de maximumbedragen
behorend bij elke bezoldigingsklasse met hetzelfde door het CBS bepaalde cijfer aangepast2, met dien verstande dat de bedragen na verhoging op € 1.000 naar boven zijn afgerond.
In verband met de mogelijkheid tot het tussentijds verhogen van de maximale bezoldiging,
bedoeld in artikel 2.3 van de wet, die met ingang van het in werking treden van de
Evaluatiewet WNT3 is opgenomen in artikel 7.4 van de wet, is thans als grens voor de hoogste klasse
niet langer een vast bedrag opgenomen, maar wordt verwezen naar het bedrag dat is
opgenomen in artikel 2.3 van de wet.
Daarnaast is in deze regeling een verplichting opgenomen om gegevens van de betaalde
bezoldigingen bij de woningcorporaties digitaal te melden aan de minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Tot de inwerkingtreding van de Evaluatiewet WNT
was de verplichting om gegevens digitaal te melden opgenomen in de WNT. Sinds 1 januari
is deze grondslag voor de verplichting om digitale gegevens te melden aan de minister
van BZK gedelegeerd naar deze ministeriële regeling.
2. Effecten
Met uitzondering van de zeer geringe administratieve last die gepaard gaat met het
kennisnemen van de nieuwe maxima per bezoldigingsklasse, brengt de onderhavige regeling
geen additionele administratieve lasten met zich mee. De verplichting tot het doen
van een digitale melding, die thans is opgenomen in de regeling, was voorheen opgenomen
in de WNT. Deze verplichting blijft met het opnemen ervan in de regeling uitvoeringstechnisch
ongewijzigd. Slechts de grondslag voor de verplichting is gewijzigd.
3. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018. Daarmee is voldaan
aan de vaste-verandermomenten. In overeenstemming met artikel 2.7, tweede lid, WNT
is deze regeling gepubliceerd vóór 30 november van het daaraan voorafgaande jaar.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
In dit onderdeel is de tabel in artikel 3 met daarin de nieuwe bezoldigingsmaxima
per bezoldigingsklasse vastgesteld. De klasse-indeling, die gebaseerd is op verhuureenheden,
is opgenomen in de bijlage bij de regeling. Zoals opgemerkt in paragraaf 1 van het
algemeen deel van de toelichting is niet langer een vast bedrag opgenomen als grens
voor de hoogste klasse, maar wordt verwezen naar de maximale bezoldiging van artikel
2.3 van de wet.
Ten aanzien van het aantal verhuureenheden dat meetelt voor de klasse-indeling wordt
het volgende opgemerkt. Op grond van de in 2015 herziene Woningwet zijn woningcorporaties
verplicht om bezit dat niet tot het dienst van algemeen economisch belang (daeb) gebied
van de corporatie behoort te scheiden van het deel dat daar wel toe behoort. Uiterlijk
1 januari 2018 dient dit te zijn geëffectueerd.
Het scheiden van het niet-daeb-deel van het bezit kan op twee manieren: in de vorm
van een administratieve scheiding, waarbij het bezit eigendom blijft van de woningcorporatie,
en in de vorm van een juridisch afgesplitste entiteit waarin de woningcorporatie aandeelhouder
is. In het eerste geval (administratieve scheiding) blijft het bezit meetellen voor
de bepaling van het aantal verhuureenheden conform deze regeling. In het geval van
een aparte rechtspersoon tellen de daar ondergebrachte verhuureenheden niet mee voor
de bepaling van de bezoldigingsklasse van de topfunctionarissen van de woningcorporatie.
Artikel I, onderdeel B
Met de inwerkingtreding Evaluatiewet WNT is de verplichting om de WNT-gegevens elektronisch
te verzenden, zoals voor 1 januari 2018 opgenomen in artikel 4.1, vijfde lid, WNT,
in het nieuwe artikel 4.1, vijfde lid, WNT vervangen door een bevoegdheid voor de
bij de WNT betrokken vakministers om dit voor de eigen sector bij ministeriële regeling
vast te leggen.4 Met deze regeling wordt de verplichting om de WNT-gegevens elektronisch te verzenden
voor woningcorporaties vastgelegd in de regeling.
WNT-instellingen leverden de bezoldigingsgegevens uit het financieel verslaggevingsdocument
voorheen jaarlijks elektronisch aan de minister van BZK, of bij de verantwoordelijke
vakminister indien deze daartoe de mogelijkheid bood. In de memorie van toelichting
bij het wetsvoorstel Evaluatiewet WNT5 is aangekondigd dat de minister voor Wonen en Rijksdienst (thans is dat de minister
van BZK) voornemens is de verplichting tot elektronische verzending in stand te houden
voor woningcorporaties door deze op te nemen in de sectorale WNT-regeling. Dit is
thans geregeld in het nieuwe artikel 5. Het oude artikel 5 was uitgewerkt en kon vervallen.
Artikel I, onderdeel C
Tot op heden was het onduidelijk hoe om te gaan met gevallen waarin woningcorporaties
zijn gefuseerd voor wat betreft de bepaling van het aantal verhuureenheden die meetellen
voor de bezoldigingsklasse. Om dit te verduidelijken is een extra zin opgenomen in
de tabel bij de regeling. Daarin is bepaald dat bij gefuseerde woningcorporaties uitgegaan
wordt van de opgetelde verhuureenheden van de bij de fusie betrokken woningcorporaties.
Dit doet recht aan de toegenomen verantwoordelijkheden van de topfunctionaris die
leiding geeft aan de nieuwe woningcorporatie.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren