De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;
Besluit:
ARTIKEL I
De Tijdelijke subsidieregeling versterking taal- en interactievaardigheden beroepskrachten
en gastouders in de kinderopvang wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5 komt te luiden:
Artikel 5. Subsidieplafond
Het subsidieplafond voor subsidie op grond van deze regeling bedraagt voor het tijdvak
van 16 december 2014 tot 16 december 2015 € 3.300.000, voor het tijdvak van 4 januari
2016 tot 1 januari 2017 € 3.400.000, voor het tijdvak van 2 januari 2017 tot 1 januari
2018 € 3.400.000 en voor het tijdvak van 2 januari 2018 tot 1 januari 2019 € 3.000.000.
B
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
-
2. Het eerste aanvraagtijdvak loopt vanaf 16 december 2014, 9.00 uur tot en met 30 april
2015, 17.00 uur. Het tweede aanvraagtijdvak loopt vanaf 4 januari 2016, 9.00 uur tot
en met 30 april 2016, 17.00 uur. Het derde aanvraagtijdvak loopt vanaf 2 januari 2017,
9.00 uur tot en met 3 maart 2017, 17.00 uur. Het vierde aanvraagtijdvak loopt vanaf
2 januari 2018, 9.00 uur tot en met 30 april 2018, 17.00 uur.
2. Het derde lid vervalt.
C
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘en vervalt met ingang van 16 december 2018’ vervangen door:
en vervalt met ingang van 1 januari 2019.
2. In het tweede lid wordt ‘zoals die luidde op 15 december 2018’ vervangen door: zoals
die luidde op 31 december 2018”.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.
Den Haag, 21 november 2017
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark
TOELICHTING
Deze ministeriële regeling bevat de wijzigingen voor de start van het vierde en tevens
laatste aanvraagtijdvak van de Tijdelijke subsidieregeling versterking taal- en interactievaardigheden
beroepskrachten en gastouders in de kinderopvang met ingang van 2 januari 2018, 9.00
uur. Met de wijzigingen wordt de huidige opzet van de subsidieregeling in stand gelaten.
Artikel I, onderdeel A, wijzigt artikel 5 zodat voor het vierde tijdvak, dat loopt
van 2 januari 2018 tot 1 januari 2019, een subsidieplafond is vastgesteld van € 3.000.000.
Met artikel I, onderdeel C, onder 1, is in artikel 17, eerste lid, vastgelegd dat
de regeling vervalt met ingang van 1 januari 2019 (in plaats van 16 december 2018).
Op grond van artikel 17, tweede lid, blijft de subsidieregeling, zoals die luidde
op 31 december 2018, vanaf 1 januari 2019 van toepassing op de afwikkeling van subsidies
op grond van de subsidieregeling.
De Tijdelijke subsidieregeling versterking taal- en interactievaardigheden beroepskrachten
en gastouders in de kinderopvang wordt met ingang van 1 januari 2018 ook gewijzigd
in verband met de harmonisatie van de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk.1 Daarbij worden verwijzingen naar peuterspeelzalen en peuterspeelzaalwerk geschrapt.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark