Besluit van de Minister voor Rechtsbescherming van 15 november 2017, nr. BOACAT2017/077, tot wijziging van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Belastingdienst/Douane 2017 van 20 oktober 2017, nr. BOACAT2017/073

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelezen het verzoek van de Algemeen directeur Douane van 13 november 2017 waaruit blijkt dat de noodzaak tot het wijzigen van het eerder genoemde categoriale besluit aanwezig is;

Gelet op:

  • artikel 142, eerste lid, aanhef en onder b en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

  • artikel 7, zevende lid, van de Politiewet 2012;

  • artikel 55b van het Wetboek van Strafvordering

  • artikel 36, eerste lid, en artikel 41, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • artikel 17, eerste lid, aanhef en onder 2, van de Wet op de economische delicten.

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Belastingdienst/Douane 2017 van 20 oktober 2017, nr. BOACAT2017/073 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 6 komt te luiden:

  • 1. De buitengewoon opsporingsambtenaar kan de in artikel 7, eerste en derde lid, van de Politiewet 2012 omschreven bevoegdheden uitoefenen met gebruikmaking van handboeien en/of korte wapenstok en/of pepperspray en/of vuurwapen.

  • 2. Aan de buitengewoon opsporingsambtenaar, genoemd in artikel 2, wordt ontheffing verleend van het bepaalde in artikel 16, eerste lid, van het besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, onder de voorwaarden gesteld in het onderdeel semi-permanente ontheffing van bijlage H, van de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar.

  • 3. De buitengewoon opsporingsambtenaar draagt bij de uitoefening van zijn taak als buitengewoon opsporingsambtenaar bij zich het legitimatiebewijs zoals vastgesteld in de bekendmaking model legitimatiebewijs Belastingdienst (d.d. 11 juni 2014, Staatscourant nr. 15855 van 11 juni 2014).

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 2017 en vervalt met ingang van 1 december 2022.

Den Haag, 15 november 2017

De Minister voor Rechtsbescherming, namens deze, S.L. de Koning Wnd. afdelingsmanager V&T

Bezwaar maken

U kunt bij de Minister voor Rechtsbescherming tegen deze beslissing bezwaar maken. U doet dit door een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na bekendmaking van deze beslissing. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:

Dienst Justis

Afdeling V&T

Postbus 20300

2500 EH Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde laten indienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • uw naam en adres;

  • de datum waarop u het bezwaarschrift schrijft;

  • een omschrijving van de beslissing waartegen u bezwaar wilt maken. U kunt ook een kopie van de beslissing meesturen;

  • de gronden van uw bezwaar;

  • uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.

Voor meer informatie kunt u op www.rijksoverheid.nl de brochure ‘Bezwaar en beroep tegen beslissingen van de overheid’ downloaden.

Naar boven