Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 november 2017, 2017-0000178467, tot wijziging van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 in verband met de actualisering van de woonlandfactoren

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, de artikelen 17, derde lid, 18, vierde lid, 29, derde lid, 29a, zesde lid, en 67, negende lid, van de Algemene nabestaandenwet, artikel 2, elfde en twaalfde lid, van de Wet op het kindgebonden budget, en artikel 62, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 juni 2017 tot wijziging van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 in verband met de actualisering van de woonlandfactoren (Stcrt. 2017, 33538) wordt ingetrokken.

ARTIKEL II

De bijlage bij de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 wordt vervangen door de bij deze regeling horende bijlage.

ARTKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 13 november 2017

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

BIJLAGE BIJ ARTIKEL II VAN DE REGELING VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 13 NOVEMBER 2017, 2017-0000178467, TOT WIJZIGING VAN DE REGELING WOONLANDBEGINSEL IN DE SOCIALE ZEKERHEID 2012 IN VERBAND MET DE ACTUALISERING VAN DE WOONLANDFACTOREN

Bijlage als bedoeld in artikel 1 van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012

In de tabel zijn de woonlandfactoren opgenomen zoals deze van toepassing zijn op het moment van publicatie van de tabel. Soms verandert een woonlandfactor ten gevolge van een wijziging in een bilateraal socialezekerheidsverdrag. Vaak hebben deze wijzigingen rechtstreekse werking. Dit betekent dat ze worden toegepast zonder dat daarvoor de tabel hoeft te worden gewijzigd. Bij de eerstvolgende herziening van de tabel met woonlandfactoren worden dergelijke wijzigingen alsnog in de tabel verwerkt.

*: Wanneer in de tabel een * is opgenomen bij een land dan geldt dat, met uitzondering van de kinderbijslag en het kindgebonden budget, een woonlandfactor van toepassing is van 100% vanwege een bilateraal socialezekerheidsverdrag tussen het betreffende land en Nederland.

**:Wanneer in de tabel ** is opgenomen bij een land geldt voor dat land een woonlandfactor van 100% in verband met het bilaterale socialezekerheidsverdrag tussen dat land en Nederland.

Land:

Woonlandfactor:

Afghanistan

40%

Albanië

40%

Algerije

40%

Angola

70%

Antigua en Barbuda

70%

Argentinië

80%

Armenië

50%

Australië **

100%

Azerbeidzjan

40%

Bahamas

100%

Bahrein

60%

Bangladesh

50%

Barbados

100%

Belarus

40%

Belize

70%

Benin

50%

Bhutan

40%

Boeroendi

50%

Bolivia

50%

Bosnië en Herzegovina **

50%

Botswana

50%

Brazilië

70%

Brunei Darussalam

50%

Burkina Faso

40%

Cambodja

40%

Canada **

100%

Centraal Afrikaanse Republiek

60%

Chili *

70%

China

70%

Colombia

50%

Comoren

60%

Congo, Dem. Rep.

70%

Congo, Rep.

40%

Costa Rica

90%

Cuba

40%

Djibouti

70%

Dominica

80%

Dominicaanse Republiek

60%

Ecuador

70%

Egypte

40%

El Salvador

60%

Equatoriaal Guinea

40%

Eritrea

50%

Ethiopië

50%

Fiji

60%

Filippijnen

50%

Gabon

50%

Gambia

40%

Georgië

50%

Ghana

40%

Grenada

80%

Guatemala

60%

Guinea

50%

Guinea-Bissau

50%

Guyana

70%

Haïti

60%

Honduras

60%

Hong Kong SAR,

90%

India *

30%

Indonesië

40%

Irak

40%

Iran

40%

Israel **

100%

Ivoorkust

50%

Jamaica

70%

Japan *

100%

Jemen, Rep.

60%

Jordanië

60%

Kaapverdië **

60%

Kameroen

50%

Katar

60%

Kazakstan

50%

Kenia

50%

Kirgizië

40%

Kiribati

80%

Koeweit

50%

Kosovo **

50%

Laos

40%

Lesotho

50%

Libanon

70%

Liberia

70%

Libië

40%

Macau SAR,

80%

Macedonië, FYR *

40%

Madagascar

40%

Malawi

40%

Malediven

80%

Maleisië

50%

Mali

40%

Marokko1

50%

Mauritanië

40%

Mauritius

60%

Mexico

60%

Micronesië

100%

Moldavië

50%

Monaco

100%

Mongolië

40%

Montenegro **

50%

Mozambique

50%

Myanmar

50%

Namibië

60%

Nepal

40%

Nicaragua

50%

Nieuw Zeeland **

100%

Niger

50%

Nigeria

50%

Oeganda

50%

Oekraïne

30%

Oezbekistan

40%

Oman

50%

Pakistan

40%

Palau

100%

Panama

70%

Papoea Nieuw Guinea

90%

Paraguay

50%

Peru

60%

Russische Federatie

50%

Rwanda

50%

Samoa

80%

Sao Tomé en Principe

60%

Saoedi-Arabië

50%

Senegal

50%

Servië **

50%

Seychellen

70%

Sierra Leone

50%

Singapore

70%

Soedan

70%

Solomon Eilanden

100%

Somalië

50%

Sri Lanka

40%

St. Kitts en Nevis

80%

St. Lucia

80%

St. Vincent en de Grenadines

70%

Suriname **

70%

Swaziland

50%

Syrië

50%

Tadzjkistan

40%

Taiwan

80%

Tanzania

40%

Thailand

40%

Timor-Leste

60%

Togo

50%

Tonga

90%

Trinidad en Tobago

60%

Tsjaad

40%

Tunesië **

40%

Turkije2

60%

Turkmenistan

50%

Uruguay *

90%

Vanuatu

100%

Venezuela

60%

Verenigde Arabische Emiraten

70%

Verenigd Koninkrijk (Isle of Man en Kanaaleilanden) **

100%

Verenigde Staten **

100%

Vietnam

40%

Westelijke Jordaanoever en Gaza

70%

Zambia

40%

Zimbabwe

60%

Zuid Afrika

50%

Zuid-Korea **

90%

Zuid Soedan

50%

St. Maarten (Frans gedeelte)

100%

Aruba

80%

Bonaire

70%

Curaçao

70%

Saba

80%

St Eustatius

80%

Sint Maarten (Nederlands deel)

80%

X Noot
1

Voor Marokko gelden de verdragsrechtelijke afspraken over de woonlandfactor zoals vastgesteld in het op 4 juni 2016 getekende Protocol tot wijziging van het op 14 februari 1972 te Rabat ondertekende Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko, zoals gewijzigd en ondertekend op 30 september 1996 en op 24 juni 2002 (Trb.2016/67).

X Noot
2

Met betrekking tot Turkije geldt voor Anw- en WGA-vervolguitkeringen die worden geëxporteerd op grond van het Associatieraadsbesluit, een woonlandfactor van 100%.

TOELICHTING

Met deze wijzigingsregeling wordt de bijlage bij de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 (Regeling), bedoeld in artikel 1 van de Regeling, vervangen door de bijlage bij deze wijzigingsregeling. De bijlage bevat de woonlandfactoren die gelden met ingang van 1 januari 2018. In de eerder gepubliceerde bijlage met woonlandfactoren (Stcrt. 2017, 33538) ontbrak Myanmar. Dat is met de publicatie van de nieuwe bijlage hersteld. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de voetnoten bij de tabel te verduidelijken en te vereenvoudigen. Inhoudelijk verandert er ten opzichte van de eerder gepubliceerde bijlage niets in de woonlandfactoren. De Regeling blijft ook voor het overige ongewijzigd.

De Regeling vloeit voort uit de Wet woonlandbeginsel in de sociale zekerheid. Deze wet beoogt te voorkomen dat Nederlandse uitkeringen die buiten een van de andere lidstaten van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of Zwitserland worden verstrekt, naar lokale maatstaven bezien, uit de pas lopen. Concreet gaat het hier om de uitkeringen op grond van de Algemene nabestaandenwet, de WGA-vervolguitkering en de eventuele toeslag daarop, de kinderbijslag en het kindgebonden budget.

In de bijlage bij deze wijzigingsregeling wordt het percentage – de zogenoemde woonlandfactor – vastgesteld dat het kostenniveau aangeeft van een bepaald land ten opzichte van het kostenniveau in Nederland. Het percentage bedraagt evenwel niet meer dan 100. De hoogte van de genoemde uitkeringen wordt bij het wonen van de uitkeringsgerechtigde, respectievelijk het kind, buiten een van de bovenbedoelde landen vastgesteld op de woonlandfactor maal de hoogte van de desbetreffende uitkering in Nederland.

De in de bijlage vermelde percentages worden verkregen door de verhouding te berekenen tussen het koopkrachtpariteitscijfer (gecorrigeerd voor de wisselkoers) van het woonland en die van Nederland. Hierbij wordt uitgegaan van de meest recente cijfers van de Wereldbank1. Op dit moment zijn dat cijfers over het jaar 20152. Export van regelingen kan ook plaatsvinden naar landen waarvan het koopkrachtpariteitscijfer niet bekend is bij de Wereldbank. Aan de hand van een ander economisch kerncijfer, het bruto binnenlands product (BBP) per hoofd van de bevolking3 wordt dan een koopkrachtpariteitscijfer afgeleid. De hieruit voor de verschillende landen voortvloeiende percentages worden uitgedrukt in categorieën afgerond op tientallen procenten, waarbij de afronding geschiedt naar boven.

De koopkrachtpariteitscijfers zijn onderhevig aan veranderingen in het kostenniveau van landen. Dit vormt een verklaring voor de schommelingen in de woonlandfactor van enkele landen ten opzichte van 2017. Bovendien schommelen de cijfers omdat deze worden afgerond op tientallen.

Gelet op deze schommelingen wordt een termijn van aankondiging en voorbereiding op de wijziging in acht genomen. Deze wijzigingsregeling zal dan ook na vaststelling en publicatie in werking treden met ingang van 1 januari 2018.

Soms verandert een woonlandfactor ten gevolge van een wijziging in een bilateraal socialezekerheidsverdrag. Vaak hebben deze wijzigingen rechtstreekse werking. Dit betekent dat ze worden toegepast zonder dat daarvoor de (bijlage bij de) Regeling hoeft te worden aangepast. Bij de eerstvolgende herziening van de tabel met woonlandfactoren worden dergelijke wijzigingen alsnog in de tabel verwerkt. Dit voorbehoud bij de in de tabel opgenomen percentages is nu opgenomen in de eerste voetnoot bij de tabel.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Indicator Wereldbank: ‘Price level ratio of PPP conversion factor (GDP) to market exchange rate’ https://data.worldbank.org/indicator/PA.NUS.PPPC.RF.

X Noot
2

Voor Iran, Mauritanië, Papoea Nieuw-Guinea, Bonaire, St. Eustatius en Saba zijn de cijfers voor 2015 thans niet beschikbaar. In deze gevallen zijn de cijfers over het jaar 2014 gebruikt.

X Noot
3

Indicator Wereldbank: “GDP per capita (current US$)” https://data.worldbank.org/indicator/NY.GDP.PCAP.CD.

Naar boven