X Noot
1Met betrekking tot Australië geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag
vooralsnog een woonlandfactor van 100%.
X Noot
2Met betrekking tot Bosnië en Herzegovina geldt in verband met het geldende bilaterale
socialezekerheidsverdrag, met uitzondering van de kinderbijslag en het kindgebonden
budget, vooralsnog een woonlandfactor van 100%.
X Noot
3Met betrekking tot Canada geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag,
met uitzondering van de kinderbijslag en het kindgebonden budget, vooralsnog een woonlandfactor
van 100%.
X Noot
4Met betrekking tot Chili geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag,
met uitzondering van de kinderbijslag en het kindgebonden budget, vooralsnog een woonlandfactor
van 100%.
X Noot
5Met betrekking tot India geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag,
met uitzondering van de kinderbijslag en het kindgebonden budget, vooralsnog een woonlandfactor
van 100%.
X Noot
6Met betrekking tot Israël geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag
vooralsnog een woonlandfactor van 100%.
X Noot
7Met betrekking tot Japan geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag,
met uitzondering van de kinderbijslag en het kindgebonden budget, vooralsnog een woonlandfactor
van 100%.
X Noot
8Met betrekking tot Kaapverdië geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag
vooralsnog een woonlandfactor van 100%.
X Noot
9Met betrekking tot Kosovo geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag,
met uitzondering van de kinderbijslag en het kindgebonden budget, vooralsnog een woonlandfactor
van 100%.
X Noot
10Met betrekking tot Macedonië (FYROM) geldt in verband met het geldende bilaterale
socialezekerheidsverdrag, met uitzondering van de kinderbijslag en het kindgebonden
budget, vooralsnog een woonlandfactor van 100%.
X Noot
11Met betrekking tot Marokko geldt de woonlandfactor die is vastgesteld in het op 4
juni 2016 getekende Protocol tot wijziging van het op 14 februari 1972 te Rabat ondertekende
Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en
het Koninkrijk Marokko, zoals gewijzigd en ondertekend op 30 september 1996 en op
24 juni 2002 (Trb.2016/67).
X Noot
12Met betrekking tot Montenegro geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag,
met uitzondering van de kinderbijslag en het kindgebonden budget, vooralsnog een woonlandfactor
van 100%.
X Noot
13Met betrekking tot Nieuw-Zeeland geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag
vooralsnog een woonlandfactor van 100%.
X Noot
14Met betrekking tot Servië geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag,
met uitzondering van de kinderbijslag en het kindgebonden budget, vooralsnog een woonlandfactor
van 100%.
X Noot
15Met betrekking tot Suriname geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag
vooralsnog een woonlandfactor van 100%.
X Noot
16Met betrekking tot Tunesië geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag
vooralsnog een woonlandfactor van 100%.
X Noot
17Met betrekking tot Turkije geldt in verband met het Associatieraadsbesluit, een woonlandfactor
van 100%.
X Noot
18Met betrekking tot Uruguay geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag,
met uitzondering van de kinderbijslag en het kindgebonden budget, vooralsnog een woonlandfactor
van 100%.
X Noot
19Met betrekking tot Verenigd Koninkrijk (Isle of Man en Kanaaleilanden) geldt in verband
met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag vooralsnog een woonlandfactor
van 100%.
X Noot
20Met betrekking tot Verenigde Staten geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag
vooralsnog een woonlandfactor van 100%.
X Noot
21Met betrekking tot Zuid-Korea geldt in verband met het geldende bilaterale socialezekerheidsverdrag
vooralsnog een woonlandfactor van 100%.