Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2017, 64833 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2017, 64833 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op de artikelen 8, derde lid, onderdeel a, en 25, tweede lid, onderdeel a, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;
Besluit:
Provincies hanteren voor het toelichten van de maatschappelijke effecten in de programma’s en de programmaverantwoording de beleidsindicatoren die zijn opgenomen in de bijlage bij deze regeling.
Indien de voor een beleidsindicator relevante gegevens niet door de bronhouder kunnen worden verstrekt, neemt de provincie bij de beleidsindicator op: gegevens niet beschikbaar.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
|
Kerntaak |
Taakveld |
Naam indicator |
Eenheid |
Bron(houder) |
|
|---|---|---|---|---|---|
|
1. |
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling waaronder waterbeheer |
Kwaliteit oppervlaktewater |
Waterkwaliteit (oppervlaktewater) |
% van de waterlichamen met een goede ecologische kwaliteit |
Informatiehuis Water |
|
2. |
Milieu, energie en klimaat |
Luchtverontreiniging |
Emissie van broeikasgassen |
Totale emissie broeikasgassen (uitgedrukt in CO2-equivalenten) in absolute aantallen (in tonnen uitstoot) |
Klimaatmonitor RWS |
|
3. |
Milieu, energie en klimaat |
Duurzaamheid |
Hernieuwbare energie |
Totale productie van hernieuwbare energie in petajoule (PJ) |
Klimaatmonitor RWS |
|
4. |
Vitaal platteland, natuurbeheer en ontwikkeling natuurgebieden |
Natuurontwikkeling |
Ontwikkelde nieuwe natuur |
De ontwikkeling van nieuwe natuurwaarden uitgedrukt in hectare binnen het Natuurnetwerk Nederland (NNN) |
BIJ12 |
|
5. |
Vitaal platteland, natuurbeheer en ontwikkeling natuurgebieden |
Beheer natuurgebieden |
Beheerde natuur |
Het beheer van natuurwaarden uitgedrukt in hectare binnen het Natuurnetwerk Nederland (NNN) |
BIJ12 |
|
6. |
Mobiliteit |
Openbaar vervoer |
Waardering openbaar vervoer |
Klantenwaardering voor het openbaar vervoer waarvoor concessieverlening plaatsvindt door de provincie |
OV-klantenbarometer |
|
7. |
Regionale economie |
Regionale economie, overige baten en lasten |
Bruto regionaal product |
% toename van het bruto regionaal product (BRP) ten opzichte van het voorgaande jaar |
CBS |
|
8. |
Regionale economie |
Regionale economie, overige baten en lasten |
Werkgelegenheid |
% bruto arbeidsparticipatie (werkgelegenheid) ten opzichte van de totale beroepsbevolking in de leeftijd van 15–75 jaar (conform CBS-definitie) |
LISA/CBS |
|
9. |
Culturele infrastructuur en monumentenzorg |
Cultuur |
Restauratievolume |
% Rijksmonumenten (exclusief oorspronkelijke functie woonhuis), weergegeven naar de staat van het casco, categorie ‘matig’ en ‘slecht’ |
Databank Erfgoedmonitor |
|
10. |
Kwaliteit van het openbaar bestuur |
Interbestuurlijk toezicht op de regio |
Gemeenten onder preventief financieel toezicht |
Aantallen gemeenten onder preventief toezicht |
BZK |
|
11 |
Kwaliteit van het openbaar bestuur |
Bestuurlijke organisatie |
Opkomst bij verkiezingen |
De opkomstcijfers van verkiezingen voor de Tweede Kamer, provinciale staten en gemeenteraden, weergeven in % kiezers / stemgerechtigden |
Kiesraad |
Op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) zijn provincies en gemeenten gehouden in de programma’s in de begroting (artikel 8 BBV) en in de programmaverantwoording in het jaarverslag (artikel 25 BBV) de maatschappelijke effecten die met de verschillende programma’s worden nagestreefd en gerealiseerd toe te lichten aan de hand van bepaalde beleidsindicatoren. Deze indicatoren dragen eraan bij de begroting en het jaarverslag beleidsmatiger te maken, opdat staten- en raadsleden zich een beeld kunnen vormen over behaalde en te behalen beleidsresultaten. Voor gemeenten zijn deze indicatoren voor het eerst vastgesteld in 2016.1 Met de provincies is afgesproken dat zij indicatoren ontwikkelen die van toepassing zullen zijn vanaf het begrotingsjaar 2018. Het Interprovinciaal Overleg (IPO) heeft – na raadpleging van de provincies – op 1 juni 2017 een lijst met beleidsindicatoren voorgesteld.
De indicatoren die zijn opgenomen in de bijlage bij deze regeling sluiten aan bij de provinciale kerntaken en zijn bedoeld om provinciale staten te ondersteunen bij het monitoren en sturen van ontwikkelingen. Daarnaast worden de indicatoren in de provinciale begrotingen opgenomen met het oog op de onderlinge vergelijkbaarheid. De afgelopen periode zijn één of meer indicatoren per provinciale kerntaak geselecteerd. Elk van deze indicatoren geeft de stand dan wel hoedanigheid weer van een aspect of kenmerk van die desbetreffende kerntaak. Bij de selectie van indicatoren is een aantal uitgangspunten gehanteerd:
• de indicatoren leveren een bijdrage aan de versterking van de horizontale verantwoording van provinciale staten;
• de indicatoren zijn van toepassing op alle provincies en hebben relevantie voor de provinciale inspanning op de betreffende beleidsterreinen;
• de indicatoren zijn gebaseerd op landelijke bronnen waardoor geen extra informatie-uitvraag onder alle provincies hoeft te worden gedaan;
• er worden bestaande bronnen gebruikt;
• de indicatoren worden regelmatig door de bronhouders gepubliceerd.
Indien de gegevens vermeld in de bijlage niet kunnen worden verstrekt door de bronhouder is gebruik vanzelfsprekend niet verplicht. De provincie neemt dan in de begroting of het jaarverslag op dat de gegevens niet beschikbaar zijn (artikel 2).
Periodiek zal in IPO-verband worden bezien of de set van beleidsindicatoren moet worden aangevuld met andere beleidsindicatoren of geactualiseerd. Daarbij zullen de opgedane ervaringen een belangrijke rol spelen. Overigens kunnen provincies op individuele basis vrijwillig zelf aanvullend beleidsindicatoren per taakveld toevoegen.
De beleidsindicatoren zijn voorbereid door het IPO. Daarom is deze regeling niet formeel ter consultatie aan het IPO voorgelegd. De provincies zijn via het IPO betrokken bij de ontwikkeling van de beleidsindicatoren.
De lasten van deze regeling zijn voor provincies zo beperkt mogelijk gehouden, doordat de gekozen indicatoren aansluiten bij reeds bestaande bronnen. Daardoor is de verplicht te gebruiken informatie al beschikbaar. Via de website www.waarstaatjeprovicie.nl zijn alle gegevens voor het opnemen van de indicatoren eenvoudig te downloaden.
In afwijking van de vaste invoeringstermijn en de vaste verandermomenten treedt deze regeling de dag na haar publicatie in werking.2 Dit levert voor provincies geen problemen op, nu zij zijn betrokken bij de ontwikkeling van de indicatoren en al eerder over de inwerkingtreding geïnformeerd zijn. Dit is onder meer gebeurd via het IPO en in de provinciefondscirculaire van september 2017.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 24 maart 2016, nr. 2016-0000177572, tot vaststelling van de beleidsindicatoren die door gemeenten in de programma’s en programmaverantwoording worden opgenomen (Stcrt. 2016, 16004).
Zo worden aanmerkelijke ongewenste nadelen voor de doelgroep voorkomen (Aanwijzing 174 lid 4 onder a van de Aanwijzingen voor de regelgeving).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2017-64833.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.