Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2016, 16004 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2016, 16004 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op de artikelen 8, derde lid, onderdeel a, en 25, tweede lid, onderdeel a, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;
Besluit:
Gemeenten hanteren voor het toelichten van de maatschappelijke effecten in de programma’s en de programmaverantwoording de beleidsindicatoren, die zijn opgenomen in de bijlage behorende bij deze regeling.
Indien de voor een beleidsindicator relevante gegevens niet door de bronhouder kunnen worden verstrekt, neemt de gemeente bij de beleidsindicator op: gegevens niet beschikbaar.
Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het besluit van 5 maart 2016, houdende wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in verband met de invoering van een aantal wijzigingen die bijdragen aan de interne sturing door provinciale staten en de raad alsmede aan een betere vergelijkbaarheid tussen provincies en tussen gemeenten (Stb. 101) in werking treedt.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
Taakveld |
Naam Indicator |
Eenheid |
Bron |
|
---|---|---|---|---|
1. |
0. Bestuur en ondersteuning |
Formatie |
Fte per 1.000 inwoners |
Eigen gegevens |
2. |
0. Bestuur en ondersteuning |
Bezetting |
Fte per 1.000 inwoners |
Eigen gegevens |
3. |
0. Bestuur en ondersteuning |
Apparaatskosten |
Kosten per inwoner |
Eigen begroting |
4. |
0. Bestuur en ondersteuning |
Externe inhuur |
Kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen |
Eigen begroting |
5. |
0. Bestuur en ondersteuning |
Overhead |
% van totale lasten |
Eigen begroting |
6. |
1. Veiligheid |
Verwijzingen Halt |
Aantal per 10.000 jongeren |
Bureau Halt |
7. |
1. Veiligheid |
Harde kern jongeren |
Aantal per 10.000 inwoners |
KLPD |
8. |
1. Veiligheid |
Winkeldiefstallen |
Aantal per 1.000 inwoners |
CBS |
9. |
1. Veiligheid |
Geweldsmisdrijven |
Aantal per 1.000 inwoners |
CBS |
10. |
1. Veiligheid |
Diefstallen uit woning |
Aantal per 1.000 inwoners |
CBS |
11. |
1. Veiligheid |
Vernielingen en beschadigingen (in de openbare ruimte) |
Aantal per 1.000 inwoners |
CBS |
12. |
2. Verkeer en vervoer |
Ziekenhuisopname na verkeersongeval met een motorvoertuig |
% |
VeiligheidNL |
13. |
2. Verkeer en vervoer |
Overige vervoersongevallen met een gewonde fietser |
% |
VeiligheidNL |
14. |
3. Economie |
Functiemenging |
% |
LISA |
15. |
3. Economie |
Bruto Gemeentelijk Product |
Verhouding tussen verwacht en gemeten product |
Atlas voor Gemeenten |
16. |
3. Economie |
Vestigingen (van bedrijven) |
Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15 t/m 64 jaar |
LISA |
17. |
4. Onderwijs |
Absoluut verzuim |
Aantal per 1.000 leerlingen |
DUO |
18. |
4. Onderwijs |
Relatief verzuim |
Aantal per 1.000 leerlingen |
DUO |
19. |
4. Onderwijs |
Vroegtijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) |
% deelnemers aan het VO en MBO onderwijs |
DUO |
20. |
5. Sport, cultuur en recreatie |
Niet sporters |
% |
RIVM |
21. |
6. Sociaal domein |
Banen |
Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd 15 – 64 jaar |
LISA |
22. |
6. Sociaal domein |
Jongeren met een delict voor de rechter |
% 12 t/m 21 jarigen |
Verwey Jonker Instituut – Kinderen in Tel |
23. |
6. Sociaal domein |
Kinderen in uitkeringsgezin |
% kinderen tot 18 jaar |
Verwey Jonker Instituut – Kinderen in Tel |
24. |
6. Sociaal domein |
Netto arbeidsparticipatie |
% van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking |
CBS |
25. |
6. Sociaal domein |
Achterstandsleerlingen |
% 4 t/m 12 jarigen |
Verwey Jonker Instituut – Kinderen in Tel |
26. |
6. Sociaal domein |
Werkloze jongeren |
% 16 t/m 22 jarigen |
Verwey Jonker Instituut – Kinderen in Tel |
27. |
6. Sociaal domein |
Personen met een bijstandsuitkering |
Aantal per 10.000 inwoners |
CBS |
28. |
6. Sociaal domein |
Lopende re-integratievoorzieningen |
Aantal per 10.000 inwoners van 15 – 64 jaar |
CBS |
29. |
6. Sociaal domein |
Jongeren met jeugdhulp |
% van alle jongeren tot 18 jaar |
CBS |
30. |
6. Sociaal domein |
Jongeren met jeugdbescherming |
% van alle jongeren tot 18 jaar |
CBS |
31. |
6. Sociaal domein |
Jongeren met jeugdreclassering |
% van alle jongeren van 12 tot 23 jaar |
CBS |
32. |
6. Sociaal domein |
Cliënten met een maatwerkarrangement WMO |
Aantal per 10.000 inwoners |
GMSD |
33. |
7. Volksgezondheid en Milieu |
Omvang huishoudelijk restafval |
Kg/inwoner |
CBS |
34. |
7. Volksgezondheid en Milieu |
Hernieuwbare elektriciteit |
% |
RWS |
35. |
8. Vhrosv |
Gemiddelde WOZ waarde |
Duizend euro |
CBS |
36. |
8. Vhrosv |
Nieuw gebouwde woningen |
Aantal per 1.000 woningen |
Basisregistratie adressen en gebouwen |
37. |
8. Vhrosv |
Demografische druk |
% |
CBS |
38. |
8. Vhrosv |
Gemeentelijke woonlasten eenpersoonshuishouden |
In Euro’s |
COELO |
39. |
8. Vhrosv |
Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden |
In Euro’s |
COELO |
Met de wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) van 5 maart 2016 (Stb. 101) zijn provincies en gemeenten voortaan gehouden om in de programma’s in de begroting (artikel 8, tweede lid, van het BBV), en in de programmaverantwoording (artikel 25, tweede lid, van het BBV) in het jaarverslag, de maatschappelijke effecten die met de verschillende programma’s worden beoogd of gerealiseerd, toe te lichten aan de hand van beleidsindicatoren. Deze indicatoren dragen bij om de begroting en jaarverslagen beleidsmatiger te maken, zodat staten- en raadsleden op de belangrijke momenten in een beleidscyclus zich een beeld kunnen vormen over behaalde beleidsresultaten en te behalen beleidsresultaten. Omdat het wenselijk is de resultaten van gemeenten te kunnen vergelijken worden de indicatoren die ten minste moeten worden gebruikt, opgenomen in een bijlage bij een ministeriële regeling, in casu behorende bij artikel 1 van deze regeling. Indien gemeenten daarnaast nog gebruik willen maken van andere indicatoren staat het hen vrij die naast de verplichte indicatoren in de programma’s en programmaverantwoording op te nemen. Omdat de beleidsindicatoren voor provincies nog niet in een ministeriële regeling kunnen worden vastgesteld, zullen provincies in 2017 gebruik maken van zelfgekozen beleidsindicatoren.
Voor de gemeenten is door de Vereniging Nederlandse Gemeenten VNG en Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING), met raadpleging van enkele gemeenten, een lijst van indicatoren ontwikkeld en samengesteld. Daarbij golden een aantal belangrijke uitgangspunten:
– de indicatoren leveren een bijdrage aan de versterking van het horizontaal toezicht;
– de raadsleden worden daarmee in staat gesteld om op maatschappelijke effecten te kunnen sturen;
– de indicatoren zijn van toepassing op alle gemeenten;
– de indicatoren zijn gebaseerd op landelijke bronnen waardoor er geen extra informatie uitvraag hoeft te worden gedaan en zodat gemeenten automatisch deelnemen;
– er worden bestaande bronnen gebruikt;
– de indicatoren worden regelmatig door de bronnen gepubliceerd;
– voor de indicatoren met betrekking tot het ‘sociaal domein’ is aangesloten bij de reeds bestaande ‘Gemeentelijke monitor sociaal domein’.
Omdat er voor gekozen is om voor de indicatoren aan te sluiten bij reeds bestaande bronnen is de informatie voor de indicatoren voor alle gemeenten beschikbaar en toegankelijk. Via de website ‘waarstaatjegemeente.nl’ zijn alle gegevens voor het opnemen van de indicatoren eenvoudig en in één keer te downloaden. Via deze website zal ook meer achtergrondinformatie over de gekozen indicatoren worden gegeven en de bronnen. Niet alle gegevens en informatie die via de beleidsindicatoren in de programma’s en programmaverantwoording moet worden opgenomen worden via een bronhouder ontsloten. Voor de beleidsindicatoren in het taakveld ‘bestuur en ondersteuning’ beschikt de gemeente zelf over de informatie.
In enkele gevallen, bijvoorbeeld voor de beleidsindicatoren voor het taakveld ‘verkeer en vervoer’, kan de bronhouder de gegevens niet aan alle gemeenten verstrekken. In dat geval hoeft de gemeente geen extra inspanning te leveren om de gegevens alsnog te verkrijgen omdat die gemeente dan een extra informatie uitvraag zou moeten doen. Indien een dergelijke situatie zich voor doet hoeft, ingevolge artikel 2 van deze regeling, de gemeente de betreffende beleidsindicator niet in de begroting en jaarrekening op te nemen, maar wordt opgenomen dat de gegevens hiervoor niet beschikbaar zijn. Deze zogeheten hardheidsclausule is niet van toepassing op de beleidsindicatoren waarbij de gegevens niet door een bronhouder (of andere derde) aan de gemeenten wordt verstrekt. Dat betekent dat voor het taakveld ‘bestuur en ondersteuning’ de hardheidsclausule niet van toepassing is. Deze informatie wordt immers niet door een bronhouder verstrekt, maar betreft informatie waarover de gemeenten zelf beschikken. Het is daarom niet noodzakelijk dat de hardheidsclausule hierop van toepassing is.
Omdat de gemeenten gebruik kunnen maken van de informatie die reeds door verschillende bronhouders wordt verzameld en deze informatie in een keer (via de website ‘waar staat je gemeente nu’) kunnen worden gedownload zijn de bestuurlijke administratieve lasten van de regeling miniem.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-16004.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.