Wijziging van het Reglement Participatiefonds voor het Primair Onderwijs en de Expertisecentra voor het schooljaar 2017–2018

Het bestuur van de Stichting Participatiefonds voor het Onderwijs, besluit, gelet op de Wet op het primair onderwijs, het Besluit Vervangingsfonds en Participatiefonds ( Stb. 2011, 286 ) en de statuten van de Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Onderwijs, het volgende:

Besluit,

Het Reglement Participatiefonds voor het Primair Onderwijs en de Expertisecentra voor het schooljaar 2017-2018 (Staatscourant. 2017, 37394), wordt als volgt gewijzigd,

A

In artikel 4:4, aanhef wordt ‘artikel 3.10, derde lid’ vervangen door: artikel 3.10, vierde lid.

B

In artikel 4:5, aanhef wordt ‘artikel 3.10, derde lid’ vervangen door: artikel 3.10, vierde lid.

C

In artikel 4:6, aanhef wordt ‘artikel 3.10, derde lid’ vervangen door: artikel 3.10, vierde lid.

D

In artikel 4:7, aanhef wordt ‘artikel 3.10, derde lid’ vervangen door: artikel 3.10, vierde lid.

E

Artikel 4:14 komt te vervallen.

F

In artikel 4:37, aanhef wordt ‘artikel 3.10, derde lid’ vervangen door: artikel 3.10, vierde lid.

G

In artikel 4:38, aanhef wordt ‘artikel 3.10, derde lid’ vervangen door: artikel 3.10, vierde lid.

H

In artikel 4:39, aanhef wordt ‘artikel 3.10, derde lid’ vervangen door: artikel 3.10, vierde lid.

I

In artikel 4:40, aanhef wordt ‘artikel 3.10, derde lid’ vervangen door: artikel 3.10, vierde lid.

J

In artikel 4:41, aanhef wordt ‘artikel 3.10, derde lid’ vervangen door: artikel 3.10, vierde lid.

K

Artikel 4:41:2, tweede lid, komt te luiden: ‘De werkgever legt daartoe over documenten waaruit blijkt dat de rijksbekostiging Materieel op 1 januari 2018, vergeleken met de totale rijksbekostiging Materieel per 31 december 2017, is gedaald.’

L

In artikel 4:42, aanhef wordt ‘artikel 3.7, vierde lid’ vervangen door: artikel 3.10, vierde lid.

M

Artikel 4:42:7 wordt vernummerd naar artikel 4:42:8.

N

Artikel 4:42:7 komt te luiden:

‘Artikel 4:42:7 Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

    • 1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de werknemer voor zijn eigen functie te behouden, heeft de werkgever zich ingespannen om hem in een andere functie voor de eigen organisatie en/of participerende organisaties binnen het samenwerkingsverband te behouden.

    • 2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘Herplaatsingsonderzoek’, die door beide partijen is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat de werkgever met de werknemer de herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie en/of participerende organisaties binnen het samenwerkingsverband heeft besproken. Tevens blijkt daar uit dat de werkgever heeft geconcludeerd dat die mogelijkheden ontbreken of redelijkerwijs niet te realiseren zijn.

    • 3. Als de werknemer de verklaring weigert te ondertekenen, overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten zoals een brief aan de werknemer waarin de werkgever gemotiveerd meedeelt dat, en waarom, er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn.’

O

In artikel 4:43, aanhef wordt ‘artikel 3.10, derde lid’ vervangen door: artikel 3.10, vierde lid.

P

Artikel 4:48:2, tweede lid, komt te luiden: ‘De werkgever legt daartoe over documenten waaruit blijkt dat de rijksbekostiging Materieel op 1 januari 2018, vergeleken met de totale rijksbekostiging Materieel per 31 december 2017, is gedaald.’

Q

Artikel 4:49:7 wordt vernummerd naar artikel 4:49:8.

R

Artikel 4:49:7 komt als volgt te luiden:

‘Artikel 4:49:7 Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

    • 1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de werknemer voor zijn eigen functie te behouden, heeft de werkgever zich ingespannen om hem in een andere functie voor de eigen organisatie en/of participerende organisaties binnen het samenwerkingsverband te behouden.

    • 2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘Herplaatsingsonderzoek’, die door beide partijen is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat de werkgever met de werknemer de herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie en/of participerende organisaties binnen het samenwerkingsverband heeft besproken. Tevens blijkt daar uit dat de werkgever heeft geconcludeerd dat die mogelijkheden ontbreken of redelijkerwijs niet te realiseren zijn.

    • 3. Als de werknemer de verklaring weigert te ondertekenen, overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten zoals een brief aan de werknemer waarin de werkgever gemotiveerd meedeelt dat, en waarom, er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn.’

S

Artikel 4:55:1, tweede lid, komt te luiden: ‘De werkgever legt daartoe over documenten waaruit blijkt dat de rijksbekostiging Materieel op 1 januari 2018, vergeleken met de totale rijksbekostiging Materieel per 31 december 2017, is gedaald.’

T

Artikel 4:56:5 wordt vernummerd naar artikel 4:56:6.

U

Artikel 4:56:5 komt als volgt te luiden

‘Artikel 4:56:6 Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

    • 1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de werknemer voor zijn eigen functie te behouden, heeft de werkgever zich ingespannen om hem in een andere functie voor de eigen organisatie en/of participerende organisaties binnen het samenwerkingsverband te behouden.

    • 2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘Herplaatsingsonderzoek’, die door beide partijen is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat de werkgever met de werknemer de herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie en/of participerende organisaties binnen het samenwerkingsverband heeft besproken. Tevens blijkt daar uit dat de werkgever heeft geconcludeerd dat die mogelijkheden ontbreken of redelijkerwijs niet te realiseren zijn.

    • 3. Als de werknemer de verklaring weigert te ondertekenen, overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten zoals een brief aan de werknemer waarin de werkgever gemotiveerd meedeelt dat, en waarom, er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn.’

V

Artikel 5:43:2, tweede lid, komt te luiden: ‘De werkgever legt daartoe over documenten waaruit blijkt dat de rijksbekostiging Materieel op 1 januari 2018, vergeleken met de totale rijksbekostiging Materieel per 31 december 2017, is gedaald.’

W

Artikel 5:50:2, tweede lid, komt te luiden: ‘De werkgever legt daartoe over documenten waaruit blijkt dat de rijksbekostiging Materieel op 1 januari 2018, vergeleken met de totale rijksbekostiging Materieel per 31 december 2017, is gedaald.’

X

Artikel 5:57:1, tweede lid, komt te luiden: ‘De werkgever legt daartoe over documenten waaruit blijkt dat de rijksbekostiging Materieel op 1 januari 2018, vergeleken met de totale rijksbekostiging Materieel per 31 december 2017, is gedaald.’

Deze wijziging werkt terug tot 1 augustus 2017.

Naar boven