Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Autoriteit Consument en Markt | Staatscourant 2017, 61133 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Autoriteit Consument en Markt | Staatscourant 2017, 61133 | Overig |
De TarievenCode elektriciteit wordt gewijzigd als volgt:
A
Na paragraaf 2.3.3c wordt paragraaf 2.3.5 toegevoegd, luidende:
Voor de instandhouding van de in 2.3.3a, onderdelen a en b, en 2.3.3b bedoelde aansluitingen verricht de netbeheerder de in de tabel in 2.3.5.5 genoemde (categorieën) werkzaamheden.
De periodieke vergoeding voor de instandhouding van de in 2.3.3a, onderdelen a en b en 2.3.3b bedoelde aansluitingen wordt door de netbeheerder vastgesteld, waarbij de volgende uitgangspunten in acht worden genomen:
a. Voor de in de tabel in 2.3.5.5 onder ‘beheer’ genoemde werkzaamheden wordt uitgegaan van de kosten die aan het beheer van de in 2.3.3a, onderdelen a en b, en 2.3.3b bedoelde aansluitingen zijn toe te rekenen (omslagstelsel). De periodieke aansluitvergoeding wordt initieel vastgesteld op basis van een door de netbeheerder vastgesteld percentage van de met de aangeslotenen overeengekomen investeringskosten.
b. Voor de in de tabel in 2.3.5.5 onder ‘vervanging’ genoemde werkzaamheden wordt uitgegaan van een vaste verhouding tussen de kosten van vervangingen en de met de aangeslotene overeengekomen investeringskosten. Deze verhouding is gebaseerd op de door de netbeheerder gehanteerde vervangingstermijnen van de afzonderlijke componenten van de aansluiting, waarbij deze vervangingstermijnen zijn gebaseerd op de afschrijvingstermijnen uit de op dat moment geldende Regulatorische Accountingregels van de desbetreffende netbeheerder.
c. Indexering vindt plaats op basis van cpi, tenzij in de aansluit- en transportovereenkomst een andere indexeringsregeling is vastgelegd. De indexeringsregeling zorgt ervoor dat de initiële periodieke vergoeding voor de in de tabel in 2.3.5.5 onder ‘beheer’ en ‘vervanging’ genoemde werkzaamheden jaarlijks wordt geïndexeerd. Hiertoe wordt de met de aangeslotene overeengekomen investering jaarlijks met de indexering aangepast.
d. Indien tussen de netbeheerder en de aangeslotene instandhouding van de aansluiting zonder vervangingsverplichting wordt overeengekomen, wordt de periodieke aansluitvergoeding uitsluitend gebaseerd op de in de tabel in 2.3.5.5 onder ‘beheer’ genoemde werkzaamheden. De kosten voor de in de tabel in 2.3.5.5 onder ‘vervanging’ genoemde werkzaamheden zullen in dat geval separaat in rekening gebracht worden nadat deze kosten zich hebben voorgedaan.
e. Indien voor een aansluiting in het verleden gekozen is voor instandhouding van de aansluiting zonder vervangingsverplichting en de aangeslotene terug wil keren naar instandhouding inclusief vervangingsverplichting, komen de netbeheerder en de aangeslotene een terugkeerregeling overeen. Uitgangspunt voor de terugkeerregeling is dat het totaal van de reeds betaalde periodieke aansluitvergoeding en het te betalen bedrag bij de terugkeerregeling niet hoger is dan wat er voor deze aansluiting betaald zou zijn indien bij het oorspronkelijk afsluiten van de aansluit- en transportovereenkomst direct gekozen was voor instandhouding van de aansluiting inclusief vervangingsverplichting. Hierbij wordt rekening gehouden met onder meer de reeds in rekening gebrachte kosten, de verwachte levensduur van de componenten en de kwaliteit van de componenten.
De periodieke aansluitvergoeding van de in 2.3.3a, onderdelen a en b, en 2.3.3b bedoelde aansluitingen wordt bij wijziging van de aansluiting opnieuw op basis van vorenbedoelde uitgangspunten vastgesteld.
Voor de periodieke aansluitvergoeding voor de instandhouding van de in 2.3.3a, onderdeel c, bedoelde aansluitingen zijn de standaardvergoedingen voor standaardaansluitingen met dezelfde aansluitcapaciteit verschuldigd.
Categorieën van werkzaamheden ***) |
Omschrijving |
Initieel tarief in % van de met de aangeslotene overeengekomen investering *) |
Initieel tarief in € |
---|---|---|---|
Beheer |
Preventief onderhoud + correctief onderhoud + werkzaamheden op initiatief derden + overige operationele werkzaamheden |
... % |
€ ... |
Vervanging |
Gehele en/of gedeeltelijke vervanging van de aansluiting zoals benoemd in artikel 28, eerste lid, van de Wet met als doel levensduurverlenging van de aansluiting |
... % |
€ ... |
*) Eventueel differentiatie in % voor de afzonderlijke componenten van de met de aangeslotene overeengekomen investeringskosten.
**) De in bovenstaande tabel gegeven omschrijvingen van ‘beheer’ en ‘vervanging’ zijn uitsluitend van toepassing op paragraaf 2.3.5.
***) Uitgesplitst naar knip, verbinding, beveiliging.
De in de tabel in 2.3.5.5 onder ‘beheer’ genoemde omschrijvingen hebben in deze tabel de volgende betekenis:
a. Preventief onderhoud: het uitvoeren van periodieke of toestandsafhankelijke inspecties en het herstel van daarbij geconstateerde gebreken, waaronder begrepen alle werkzaamheden voor zover niet vallend onder de in de tabel in 2.3.5.5 onder ‘vervanging’ genoemde werkzaamheden.
b. Correctief onderhoud: het opheffen van storingen en werkzaamheden na een storing gericht op het herstellen van de functionaliteit van de aansluiting zowel primair als secundair, waaronder begrepen alle werkzaamheden voor zover niet vallend onder de in de tabel in 2.3.5.5 onder ‘vervanging’ genoemde werkzaamheden.
c. Werkzaamheden op initiatief van derden: wijzigen van bestaande aansluitingen anders dan op verzoek van de aangeslotene voor zover de kosten daarvan niet worden gedekt door bijdragen van derden.
d. Overige operationele werkzaamheden: werkzaamheden met betrekking tot een bedrijfsvoeringscentrum, instandhouding van een storingsdienst en storingsvoorraad, het verrichten van diverse operationele werkzaamheden, het bijhouden van documentatie en het verstrekken van informatie over leidingen.
De in 2.3.5.2 en 2.3.5.5 genoemde percentages betreffen voor alle in paragraaf 2.3.5 bedoelde aansluitingen van een netbeheerder uniforme percentages. Deze percentages worden periodiek door de netbeheerder herijkt. De herijkte percentages gelden vanaf dat moment voor alle in paragraaf 2.3.5 bedoelde aansluitingen.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 5 oktober 2017
De Autoriteit Consument en Markt, namens deze: F.J.H. Don bestuurslid
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA, ’s-Gravenhage.
1. Vereniging Netbeheer Nederland (hierna: Netbeheer Nederland) heeft een voorstel ingediend voor wijziging van de Tarievencode elektriciteit. Met het voorstel wordt vastgesteld welke werkzaamheden een netbeheerder verricht voor het beheer en de vervanging van een maatwerkaansluiting, de zogenaamde periodieke aansluitvergoeding (hierna: PAV). Daarnaast wordt vastgelegd hoe het tarief voor deze werkzaamheden moet worden berekend door de netbeheerder. De Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) heeft dit voorstel goedgekeurd. Hierdoor wordt er meer transparantie gecreëerd in de Tarievencode elektriciteit met betrekking tot de PAV voor maatwerkaansluitingen.
2. Met dit besluit geeft de ACM uitvoering aan artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet). Op grond hiervan stelt de ACM tariefstructuren vast naar aanleiding een voorstel van de gezamenlijke netbeheerders. De gezamenlijke netbeheerders worden statutair vertegenwoordigd door Netbeheer Nederland.
3. De ACM geeft met dit besluit haar oordeel op het voorstel van Netbeheer Nederland ontvangen op 19 februari 2013 tot wijziging van de tariefstructuren als bedoeld in artikel 27 van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: het voorstel). Het voorstel bevat wijzigingen van de TarievenCode elektriciteit, en gaat over het geven van inzicht in de werkzaamheden die worden uitgevoerd om een maatwerkaansluiting in stand te houden en de berekening van de bijbehorende vergoeding; de PAV.
4. De indeling van dit besluit is als volgt. Hoofdstuk 3 van dit besluit bevat de gevolgde procedure. Hoofdstuk 3 bevat het vigerend wettelijk kader. Het ontvangen voorstel en relevante informatie die de ACM eventueel naar aanleiding van het voorstel heeft ontvangen zijn samengevat in hoofdstuk 4. De ACM beschrijft haar beoordeling van de aanvraag in hoofdstuk 5. De ACM eindigt haar besluit met het dictum (hoofdstuk 6).
5. In dit hoofdstuk beschrijft de ACM de procedure die zij heeft gevolgd om tot dit besluit te komen. Op de voorbereiding van dit besluit is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
6. Bij brief van 19 februari 2013, ontvangen op 20 februari 2013, heeft Netbeheer Nederland bij de ACM een voorstel ingediend tot wijziging van de tariefstructuren bedoeld in artikel 27 van de Elektriciteitswet 1998. Het voorstel bevat wijzigingen van de TarievenCode elektriciteit.
7. Op 21 juni 2013 heeft Netbeheer Nederland aan de ACM een toelichting gegeven op het voorstel.
8. Op 15 oktober 2013 heeft de ACM gesproken met de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (hierna: VEMW) over het voorstel en haar bezwaren ertegen.
9. Op 17 december 2013, 18 februari 2014, 17 april 2014 en 23 mei 2014 heeft gezamenlijk overleg plaatsgevonden met Netbeheer Nederland en VEMW over het voorstel om de bezwaren tegen het voorstel en de mogelijke oplossingen hiervoor te bespreken.
10. De ACM heeft naar aanleiding van bovengenoemde overleggen op 14 februari 2014, 1 april 2014 en 12 mei 2014 per mail nadere gegevens en onderbouwingen ontvangen van Netbeheer Nederland.
11. Op 14 februari 2014 heeft Netbeheer Nederland een wijziging van het voorstel ingediend.
12. Bij brief van 17 september 2015 heeft de ACM een wijzigingsopdracht aan Netbeheer Nederland gegeven. Bij brief van 1 oktober 2015 heeft Netbeheer Nederland gehoor gegeven aan deze wijzigingsopdracht.
13. Als onderdeel van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft de ACM het ontwerpbesluit en de daarop betrekking hebbende stukken voor een periode van zes weken ter inzage gelegd en gepubliceerd op haar internetpagina. Tevens heeft de ACM het ontwerpbesluit aan Netbeheer Nederland toegezonden. Van de terinzagelegging is kennis gegeven in de Staatscourant van 4 november 2015. De ACM heeft hiermee belanghebbenden in de gelegenheid gesteld schriftelijk zienswijzen te geven op het voorstel. De ACM heeft één zienswijze ontvangen.
14. Bij brief van 31 mei 2017 heeft de ACM een wijzigingsopdracht aan Netbeheer Nederland gegeven. Bij brief van 21 juni 2017 heeft Netbeheer Nederland gehoor gegeven aan deze wijzigingsopdracht.
15. Op grond van de notificatierichtlijn dienen lidstaten ieder ontwerp voor technische voorschriften voor te leggen aan de Europese Commissie. De ACM is van mening dat het voorstel geen technische voorschriften bevat als bedoeld in de notificatierichtlijn. Om die reden zijn de voorwaarden in dit besluit niet in ontwerp ter notificatie aangeboden.
16. In dit hoofdstuk beschrijft de ACM de bepalingen die gezamenlijk het wettelijk kader vormen voor dit besluit.
17. Het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders betreft een voorstel tot wijziging van de tariefstructuren bedoeld in artikelen 27 van de E-wet.
18. Artikel 23, eerste lid van de E-wet luidt:
De netbeheerder is verplicht degene die daarom verzoekt te voorzien van een aansluiting op het door hem beheerde net tegen een tarief en tegen andere voorwaarden die in overeenstemming zijn met de paragrafen 5 en 6 van dit hoofdstuk. De netbeheerder verstrekt degene die om een aansluiting op het net verzoekt een gedetailleerde en volledige opgave van de uit te voeren werkzaamheden en de te berekenen kosten van de handelingen, onderscheiden in artikel 28, eerste lid.
19. Artikel 27, eerste lid van de E-wet luidt:
Met inachtneming van de in artikel 26b bedoelde regels en de in artikel 6 van verordening 714/2009 bedoelde netcodes zenden de gezamenlijke netbeheerders aan de Autoriteit Consument en Markt een voorstel met betrekking tot de door hen jegens afnemers te hanteren tariefstructuren dat de elementen en wijze van berekening beschrijft van het tarief waarvoor afnemers zullen worden aangesloten op een net, van het tarief waarvoor transport van elektriciteit, met inbegrip van de invoer, uitvoer en doorvoer van elektriciteit, ten behoeve van afnemers zal worden uitgevoerd, het tarief waarvoor de systeemdiensten worden verricht en de energiebalans wordt gehandhaafd en het tarief voor meting van elektriciteit bij afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid.
20. Artikel 28, eerste lid van de E-wet luidt:
Het tarief waarvoor afnemers zullen worden aangesloten op een net heeft uitsluitend betrekking op:
a. het verbreken van het net van de desbetreffende netbeheerder om een fysieke verbinding van de installatie van een afnemer met dat net tot stand te brengen,
b. het installeren van voorzieningen om het net van de desbetreffende netbeheerder te beveiligen en beveiligd te houden en
c. het tot stand brengen en in stand houden van een verbinding tussen de plaats waar het net verbroken is en de voorzieningen om het net te beveiligen.
21. Artikel 33 van de E-wet luidt:
1. De gezamenlijke netbeheerders voeren overleg met representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt over de voorstellen met betrekking tot de tariefstructuren en de voorwaarden, bedoeld in de artikelen 27, 31 en 32, eerste lid.
2. In de voorstellen die aan de Autoriteit Consument en Markt worden gezonden, geven de gezamenlijke netbeheerders aan welke gevolgtrekkingen zij hebben verbonden aan de zienswijzen die de organisaties, bedoeld in het eerste lid, naar voren hebben gebracht.
22. Artikel 36 van de E-wet luidt:
1. De Autoriteit Consument en Markt stelt de tariefstructuren en voorwaarden vast met inachtneming van:
a. het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders als bedoeld in artikel 27, 31 of 32 en de resultaten van het overleg, bedoeld in artikel 33, eerste lid,
b. het belang van het betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren van de elektriciteitsvoorziening,
c. het belang van de bevordering van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de elektriciteitsmarkt,
d. het belang van de bevordering van het doelmatig handelen van afnemers
e. het belang van een goede kwaliteit van de dienstverlening van netbeheerders,
f. het belang van een objectieve, transparante en niet discriminatoire handhaving van de energiebalans op een wijze die de kosten weerspiegelt,
g. de in artikel 26b bedoelde regels en
h. verordening 714/2009 en de richtlijn.
2. De Autoriteit Consument en Markt stelt de voorwaarden niet vast dan nadat zij zich met inachtneming van artikel 5 van de richtlijn ervan vergewist heeft dat de voorwaarden de interoperabiliteit van de netten garanderen en objectief, evenredig en niet-discriminatoir zijn, alsmede voor zover dat op grond van de notificatierichtlijn noodzakelijk is, aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen in ontwerp zijn meegedeeld en de van toepassing zijnde termijnen, bedoeld in artikel 9 van de notificatierichtlijn, zijn verstreken.
3. Indien een voorstel als bedoeld in artikel 27, 31 of 32 naar het oordeel van de Autoriteit Consument en Markt in strijd is met het belang, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, c, d, e of f, met de regels, bedoeld in het eerste lid, onderdelen g en h, of of met de eisen, bedoeld in het tweede lid, draagt de Autoriteit Consument en Markt de gezamenlijke netbeheerders op het voorstel onverwijld zodanig te wijzigen dat deze strijd wordt opgeheven. Artikel 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.
4. Indien de gezamenlijke netbeheerders niet binnen vier weken het voorstel wijzigen overeenkomstig de opdracht van de Autoriteit Consument en Markt, bedoeld in het derde lid, stelt de Autoriteit Consument en Markt de tariefstructuren of de voorwaarden vast onder het aanbrengen van zodanige wijzigingen dat deze in overeenstemming zijn met de belangen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen b tot en met f, met de regels, bedoeld in het eerste lid, onderdelen g en h, en met de eisen, bedoeld in het tweede lid.
23. Artikel 8, eerste lid van de Notificatierichtlijn1 luidt:
Onverminderd artikel 10 delen de lidstaten de Commissie onverwijld ieder ontwerp voor een technisch voorschrift mee, tenzij het een integrale omzetting van een internationale of Europese norm betreft, in welk geval louter met een mededeling van de betrokken norm kan worden volstaan; zij geven de Commissie tevens kennis van de redenen waarom de vaststelling van dit technisch voorschrift nodig is, tenzij die redenen reeds uit het ontwerp zelf blijken.[...]
24. In dit hoofdstuk geeft de ACM een samenvatting van het ontvangen voorstel en relevante informatie die de ACM naar aanleiding van het voorstel heeft ontvangen.
25. Netbeheer Nederland noemt als aanleiding voor het voorstel een informeel overleg tussen de ACM en Netbeheer Nederland waarin de ACM heeft verzocht de periodieke aansluitvergoeding voor maatwerkklanten te verduidelijken. Met dit voorstel komt Netbeheer Nederland aan deze wens tegemoet.
26. De reden dat de ACM Netbeheer Nederland om dit voorstel heeft verzocht, is dat uit de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBb) in de zaak Global Switch2 bleek dat transparanter moet worden wat een netbeheerder aan werkzaamheden doet om een aansluiting in stand te houden en dat de ACM de periodieke aansluitvergoeding die de netbeheerder hiervoor vraagt, moet kunnen toetsen.
27. Netbeheer Nederland heeft het voorstel vastgesteld en besproken met representatieve organisaties tijdens een overleg van het gebruikersplatform elektriciteits- en gastransportnetten (hierna: GEN-overleg) op 19 april 2012. De aanwezige representatieve organisaties hadden een aantal opmerkingen bij het voorstel. Naar aanleiding van dit overleg is het voorstel nog op één onderdeel aangepast. Een verslag van het overleg is als bijlage bij het voorstel gevoegd.
28. Op 17 september 2015 heeft de ACM een wijzigingsopdracht aan Netbeheer Nederland gezonden. In deze wijzigingsopdracht heeft de ACM verzocht om het codewijzigingsvoorstel op een aantal punten te concretiseren. Netbeheer Nederland heeft op 1 oktober 2015 op deze wijzigingsopdracht gereageerd en het voorstel overeenkomstig aangepast.
29. Naar aanleiding van de door VEMW ingediende zienswijze heeft de ACM op 31 mei 2015 nogmaals een wijzigingsopdracht aan Netbeheer Nederland gezonden. In deze wijzigingsopdracht heeft de ACM verzocht om het codewijzigingsvoorstel op een aantal punten te concretiseren en beter in lijn met het wetgevend kader te brengen. Netbeheer Nederland heeft op 21 juni 2017 op deze wijzigingsopdracht gereageerd en het voorstel overeenkomstig aangepast.
30. Netbeheer Nederland wil met dit voorstel inzichtelijk maken welke werkzaamheden een netbeheerder verricht om een maatwerkaansluiting in stand te houden en op welke manier de daarvoor te betalen vergoeding (de PAV) wordt berekend.
31. Netbeheer Nederland licht in het codevoorstel toe wat wordt verstaan onder het begrip ‘instandhouding’ en welke werkzaamheden daarvoor worden verricht. Dit is voor afnemers nu onduidelijk. Netbeheer Nederland maakt voor de berekening van de PAV onderscheid in twee categorieën: werkzaamheden die vallen onder het beheer van de aansluiting en werkzaamheden die zijn toe te rekenen aan de vervanging van de aansluiting.
32. Verder legt Netbeheer Nederland uit hoe de berekening van de PAV tot stand komt. Netbeheer Nederland geeft aan dat de kosten voor het beheer van een maatwerkaansluiting via een omslagstelsel in rekening worden gebracht. Alle afnemers betalen gezamenlijk een evenredig deel van de kosten voor het totale beheer van alle maatwerkaansluitingen tezamen. De kosten voor het vervangen van een maatwerkaansluiting worden daarentegen berekend op basis van de individuele maatwerkaansluitingen, door per component van een maatwerkaansluiting de vervangingskosten te berekenen.
33. Netbeheer Nederland stelt voor om deze wijzigingen in paragraaf 2.3.5 aan de TarievenCode elektriciteit toe te voegen.
34. Netbeheer Nederland stelt voor om deze wijzigingen met het oog op het vermijden van tariefcorrecties gedurende een kalenderjaar op 1 januari 2018 in werking te laten treden.
35. In dit hoofdstuk licht de ACM toe hoe zij het voorstel heeft beoordeeld. De beoordeling valt uiteen in twee delen. Beoordeeld wordt of de gevolgde procedure correct is verlopen. Daarnaast worden de voorgestelde wijzigingen inhoudelijk beoordeeld.
36. De ACM constateert op grond van het voorstel dat op 19 april 2012 een overleg met representatieve organisaties heeft plaatsgevonden als bedoeld in artikel 33, eerste lid, van de E-wet. In het voorstel is een verslag opgenomen van dit overleg en is aangegeven wat er is gedaan met de opmerkingen die de representatieve organisaties bij het voorstel hadden.
37. Naar het oordeel van de ACM voldoet het voorstel van Netbeheer Nederland daarmee aan het vereiste bepaald in artikel 33, tweede lid, van de E-wet.
38. De ACM beoordeelt in deze paragraaf de inhoud van het voorstel van Netbeheer Nederland. De ACM gaat in op de gegeven transparantie in het codevoorstel en de voorgestelde berekeningswijze voor de PAV.
39. Netbeheer Nederland wil met dit codevoorstel inzicht geven in de werkzaamheden die worden verricht om een maatwerkaansluiting in stand te houden. Zij heeft dit als volgt gedaan. In artikel 2.3.5.5 van het codevoorstel is een tabel opgenomen die een opsomming geeft van de werkzaamheden die worden verricht door de netbeheerder als tegenprestatie voor de PAV. De werkzaamheden worden gesplitst in de categorieën beheer en vervanging. In de tabel wordt een omschrijving gegeven van de werkzaamheden die onder deze twee categorieën vallen. In artikel 2.3.5.6 van het voorstel is vervolgens nader toegelicht wat wordt verstaan onder de werkzaamheden die worden genoemd in de tabel.
40. In het voortraject heeft VEMW vragen gesteld of de omschrijving voldoende duidelijk maakt hoe de werkzaamheden over de categorieën vervanging en beheer worden verdeeld. Deze verdeling is van belang omdat sommige afnemers hun aansluiting niet willen laten vervangen en alleen betalen voor het beheer van hun aansluiting, bijvoorbeeld in het geval van een tijdelijke bouwaansluiting. Netbeheer Nederland heeft hierover aangegeven dat de grens ligt bij werkzaamheden aan een aansluiting die bedoeld zijn om de levensduur van de aansluiting te verlengen. Is het doel van een activiteit dat deze de levensduur van de aansluiting verlengt, dan valt die activiteit onder de categorie ‘vervanging’. De overige werkzaamheden aan de aansluiting vallen onder de categorie ‘beheer’. Dit onderscheid is ook in de tabel in artikel 2.3.5.5 opgenomen. Netbeheer Nederland heeft beide categorieën als volgt nader omschreven:
– Beheer: werkzaamheden die niet direct zijn bedoeld om de levensduur van de aansluiting te verlengen, te weten: preventief onderhoud, correctief onderhoud, werkzaamheden op initiatief derden en overige operationele werkzaamheden.
– Vervanging: werkzaamheden die bedoeld zijn om de levensduur van de aansluiting te verlengen, te weten gehele en/of gedeeltelijke vervanging van de componenten van de aansluiting zoals bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de Wet.
41. De ACM heeft de mate van transparantie in het voorstel getoetst aan artikel 23, eerste lid, van de E-wet. Het CBb heeft in een tweetal uitspraken in de zaak Global Switch3 dit artikel in relatie tot maatwerkaansluitingen verder uitgelegd. Het CBb heeft aangegeven dat transparantie inhoudt dat de netbeheerder een opsomming moet geven van de werkzaamheden die zij verricht als tegenprestatie voor de PAV. De ACM is van mening dat door gebruik te maken van de in artikel 2.3.5.5 opgenomen tabel wordt voldaan aan de eisen in artikel 23, eerste lid, van de E-wet en de uitleg die het CBb hieraan heeft gegeven. De tabel geeft een gedetailleerd overzicht van de verschillende werkzaamheden die een netbeheerder verricht om de aansluiting in stand te houden. Naar de mening van de ACM is deze opsomming voldoende duidelijk en gedetailleerd voor afnemers, en geeft het hen een goed inzicht in de werkzaamheden die de netbeheerder doet om een aansluiting in stand te houden. Daarnaast maakt het onderscheid tussen de categorieën beheer en vervanging het voor afnemers die alleen het beheer van hun aansluiting willen laten uitvoeren, inzichtelijk welke werkzaamheden de netbeheerder in dat geval uitvoert en welk tarief zij daarvoor hanteert.
42. VEMW heeft in het GEN overleg opgemerkt dat deze definitie voor vervanging en beheer niet goed werkt in een situatie waarbij een netbeheerder constateert dat een onderdeel van de aansluiting minder lang mee blijkt te gaan dan vooraf is ingeschat. In dit geval wordt de levensduur niet verlengd terwijl het werk mogelijk toch tot de categorie ‘vervanging’ wordt gerekend en in rekening gebracht wordt bij de afnemer.
43. De ACM is hierover van mening dat een verdere omschrijving van hoe de netbeheerder handelt in dergelijke situaties weinig zal toevoegen. Een dergelijke situatie kan zich alleen voordoen bij een beperkt aantal afnemers die alleen voor het beheer van hun aansluiting betalen, bijvoorbeeld bij een tijdelijke bouwaansluiting. De ACM vindt deze situaties te specifiek om deze te kunnen omvatten met een algemene regel in de Tarievencode elektriciteit. Daarnaast hebben afnemers en netbeheerder de mogelijkheid om over dergelijke gevallen afspraken te maken (in de Aansluit- en Transportovereenkomst). Daarbij wijst de ACM er op dat voor dergelijke incidentele gevallen de geschilbeslechting open staat. Het codevoorstel biedt voldoende basis voor de ACM om zich in deze situaties een goed oordeel te kunnen vormen over de vergoeding en de daarvoor geleverde werkzaamheden.
44. Naar het oordeel van de ACM zijn de genoemde voorgestelde wijzigingen niet in strijd met de belangen, regels en eisen bedoeld in artikel 36, eerste en tweede lid, E-wet.
45. In het voorstel zelf en in overleg met de ACM en VEMW heeft Netbeheer Nederland een gedetailleerde toelichting gegeven over de berekening van de PAV. Bij het opstellen van de PAV wordt onderscheid gemaakt naar een vergoeding voor beheer en onderhoud en een vergoeding voor het vervangen van de aansluiting. Beide worden hieronder toegelicht.
46. Voor de categorie beheer en onderhoud heeft Netbeheer Nederland in artikel 2.3.5.2 van het voorstel toegelicht dat de netbeheerder initieel een percentage vaststelt dat wordt toegepast op de met de aangeslotene overeengekomen investeringskosten. Dit houdt in dat de netbeheerder een percentage berekent dat voor elke aansluiting gelijk is, maar tegelijk rekening houdt met de specifieke maatwerkaansluiting door het percentage toe te passen op de individuele initiële investeringskosten. De netbeheerders passen voor de berekening een omslagstelsel toe met als basis de onderhouds- en beheerkosten van alle maatwerkaansluitingen.4 Dit betekent dat de totale kosten voor beheer en onderhoud gezamenlijk worden gedragen door alle aangeslotenen met een maatwerkaansluiting. Een individuele afnemer krijgt dus niet zijn eigen beheerkosten in rekening gebracht maar een gemiddelde van alle maatwerkaansluitingen.
47. Netbeheer Nederland heeft aangegeven voor het omslagstelsel te kiezen omdat een belangrijk deel van de werkzaamheden om aansluitingen in stand te houden niet specifiek voor individuele aansluitingen wordt uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is het operationeel houden van een storingsorganisatie. Daarnaast treedt een belangrijk deel van de werkzaamheden gespreid op in de tijd waardoor de kosten per individuele aansluiting van jaar tot jaar verschillen. Een vergoeding per individuele aansluiting zou daardoor niet exact te berekenen zijn en tegelijk van jaar op jaar kunnen verschillen per aansluiting. Vandaar dat Netbeheer Nederland kiest voor het toepassen van een omslagstelsel.
48. De netbeheerders maken in hun administratie onderscheid naar meerdere categorieën activiteiten voor het beheer van en onderhoud aan aansluitingen.5 Voor elk van deze categorieën worden de gemiddelde kosten over 3 tot 5 jaar genomen. Het aantal jaar hangt af van het soort activiteit en hoe vaak deze activiteit in een jaar wordt uitgevoerd. Kosten van activiteiten die weinig voorkomen, zoals de controle van beveiligingen, worden over een langere periode gemiddeld; komen ze vaker voor dan is de periode korter. De gemiddelde jaarlijkse kosten van alle activiteiten samen tellen op tot de gemiddelde jaarlijkse beheer- en onderhoudskosten. Op basis van deze totale beheer- en onderhoudskosten en de totale investeringskosten van alle maatwerkaansluitingen bij elkaar (dus alle oorspronkelijke investeringen bij elkaar opgeteld), wordt een (norm)percentage voor beheer en onderhoud vastgesteld. Dit betreft één percentage dat voor alle maatwerkaansluitingen gelijk is. Dit percentage wordt vermenigvuldigd met de initiële investeringskosten van een individuele aansluiting om de vergoeding voor het beheer en onderhoud te berekenen. Het (norm)percentage wordt periodiek herijkt en zo nodig aangepast, zodat de opbrengsten uit de PAV en de werkelijke kosten niet teveel van elkaar afwijken.
49. Bij de behandeling van het codevoorstel in het GEN heeft VEMW aangegeven het niet eens te zijn met het toepassen van een omslagstelsel door de netbeheerders. Haar bezwaar tegen het toepassen van een omslagstelsel is dat daarmee de gemiddelde kosten van alle aansluitingen bepalend zijn voor de PAV. Volgens VEMW zou uit artikel 27, tweede lid, sub g, van de E-wet volgen dat de aansluitcapaciteit van de individuele aansluiting bepalend moet zijn voor de hoogte van de PAV. Andere belanghebbenden hebben zich in het GEN bij deze opmerking aangesloten.
50. De ACM gebruikt in haar oordeel de uitspraak van het CBb in de zaak Global Switch II die betrekking had op de PAV Maatwerk van Global Switch.6 De ACM constateert dat het CBb geen oordeel heeft gegeven over het wel of niet mogen toepassen van een omslagstelsel. Dit punt was namelijk geen onderdeel van het geschil.
51. De ACM is op basis van het wettelijk kader van mening dat de netbeheerders een zekere mate van vrijheid hebben bij hun keuze voor een berekeningsmethode voor de PAV bij maatwerkklanten. Deze categorie aansluitingen vallen in het vrije domein en de afnemer heeft de keuze om bij derden een aansluiting aan te vragen en te laten onderhouden. Hoewel de netbeheerder nog steeds bepaalde verantwoordelijkheden heeft vanuit haar rol als netbeheerder, moet voor deze categorie niet meer geregeld worden dan nodig. De onderhavige keuze voor een omslagstelsel is dus een keuze van de netbeheerders, al kan ook gekozen worden voor andere methoden. Voor de ACM is vooral van belang of de netbeheerders voldoende transparant zijn over de wijze waarop ze het omslagstelsel toepassen en de vergoeding voor het beheer van de aansluiting berekenen. De toelichting die netbeheerders hebben gegeven over het omslagstelsel en de wijze waarop ze deze berekenen vindt de ACM voldoende transparant.
52. Ook dient de ACM te toetsen of het omslagstelsel niet in strijd is met het belang van het bevorderen van het doelmatig handelen van afnemers zoals genoemd in artikel 36, eerste lid, onder d. Netbeheer Nederland heeft toegelicht dat zij kiest voor het toepassen van een omslagstelsel omdat sommige werkzaamheden en daarmee samenhangende kosten niet aan de individuele aansluiting zijn toe te rekenen. De ACM concludeert dat een meer individuele toerekening alleen maar de schijn zou wekken van een grotere prikkel tot doelmatig handelen. Als gevolg daarvan ziet de ACM niet in dat met het omslagstelsel doelmatig handelen van afnemers wordt beperkt.
53. Als laatste ziet ACM ook niet in dat een omslagstelsel in strijd zou zijn met artikel 27, tweede lid, sub g van de E-wet welke bepaalt dat het aansluittarief gebaseerd dient te zijn op de aansluitcapaciteit. De PAV is een percentage van de EAV (een tarief dat in overeenstemming met artikel 27, tweede lid, sub g, van de E-wet wordt vastgesteld), waarmee tevens de relatie tussen de PAV en de aansluitcapaciteit van de individuele aansluiting aanwezig is.
54. Naar het oordeel van de ACM zijn de genoemde voorgestelde wijzigingen niet in strijd met de belangen, regels en eisen bedoeld in artikel 36, eerste en tweede lid, E-wet.
55. Netbeheer Nederland heeft in artikel 2.3.5.2, onder c, van het voorstel aangegeven dat de vergoeding voor het vervangen van de maatwerkaansluiting wordt berekend op basis van de vervangingskosten van de verschillende componenten waaruit de maatwerkaansluiting bestaat. Per component wordt door de netbeheerders een onderhoudsgeschiedenis bijgehouden. Zo worden de componenten door TenneT TSO B.V. ingedeeld in de categorieën ‘Primaire installatie’, ‘Secundaire installatie’, ‘Civiel/bouwkundig’ en ‘Projectkosten,’ waarbij er daarnaast nog onderscheid wordt gemaakt naar de soort aansluiting (te weten een AIS (Air Insulated Substation) of GIS (Gas Insulated Substation)). Op basis van de kosten die voor de verschillende componenten nodig zijn om deze te vervangen en de bijbehorende afschrijftermijnen, kunnen per component de jaarlijkse vervangingskosten worden berekend. Voor de bijbehorende afschrijftermijnen dienen alle netbeheerders de afschrijftermijnen uit de Regulatorische Accountingregels die op dat moment gelden voor de desbetreffende netbeheerder te gebruiken. De jaarlijkse vervangingskosten per component tellen op tot de vervangingskosten per categorie en de vier categorieën gezamenlijk tot de jaarlijkse vervangingskosten van de aansluiting. Dit bedrag brengt de netbeheerder jaarlijks in rekening bij de afnemer van de betreffende maatwerkaansluiting door middel van een percentage van de oorspronkelijke investeringskosten.
56. De ACM toetst de manier waarop de PAV voor het vervangen van de maatwerkaansluiting wordt berekend, aan artikel 36 E-wet, eerste lid, onder d. Hierin is opgenomen dat de ACM het codevoorstel toetst aan het belang van doelmatig handelen van de afnemer. Een afnemer handelt op een doelmatige manier wanneer de afnemer die kosten betaalt die hij of zij ook veroorzaakt. Worden teveel of te weinig kosten doorberekend dan handelt de afnemer niet op de meest doelmatige manier. Gezien de gegeven toelichting van Netbeheer Nederland stelt de ACM vast dat de netbeheerders de vergoeding voor het vervangen van de aansluiting voor een belangrijk deel baseren op de specifieke componenten die worden gebruikt in een individuele aansluiting. Daarmee wordt ook het doelmatig handelen van de afnemer gestimuleerd nu de vergoeding voor een belangrijk deel is gebaseerd op de kosten die de afnemer veroorzaakt.
57. VEMW heeft in haar zienswijze een aantal opmerkingen gemaakt. De ACM zal deze hieronder uiteen zetten, gevolgd door haar reactie op deze opmerkingen.
58. VEMW stelt dat de ACM in haar ontwerpbesluit ten onrechte stelt dat de reikwijdte van artikelen 23 en 28 van de E-wet enkel ziet op het tarief voor het aansluiten van afnemers op een net. Beide artikelen zien volgens VEMW zowel op het tarief voor aansluiting als op het tarief voor het instandhouden van de aansluiting.
59. De ACM is het eens met VEMW dat deze artikelen ook zien op het instandhouden van de aansluiting. Als gevolg hiervan dient er dan ook bij de PAV een onderscheid te worden gemaakt tussen de in artikel 28 van de E-wet beschreven onderdelen waarop het tarief betrekking mag hebben. De ACM heeft naar aanleiding van de zienswijze van VEMW aan Netbeheer Nederland in een wijzigingsopdracht verzocht het voorstel hierop aan te passen. Netbeheer Nederland heeft in haar gewijzigde voorstel opgenomen dit onderscheid duidelijk aan te geven wanneer van toepassing, door middel van voetnoot *** bij artikel 2.3.5.5 van het voorstel. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat een maatwerkaansluiting geen verbinding bevat, waardoor kosten hiervoor niet in rekening kunnen worden gebracht.
60. VEMW stelt dat in de voorgestelde wijziging onvoldoende duidelijk is hoe de oorspronkelijke investeringskosten van in het verleden gemaakte aansluitingen worden bepaald indien niet valt te herleiden welke oorspronkelijke investeringskosten voor deze aansluitingen zijn gemaakt.
61. De ACM is het met VEMW eens dat een verdere verduidelijking van de manier van herleiden nodig was. Als gevolg hiervan is Netbeheer Nederland via de wijzigingsopdracht verzocht dit overeenkomstig aan te passen. Netbeheer Nederland heeft in reactie op de wijzigingsopdracht aangegeven dat de oorspronkelijke investeringskosten die niet te herleiden zijn worden gebaseerd op representatieve forfaitaire bedragen en een indexering op basis van de CPI. Naar het oordeel van de ACM is met deze toelichting het voorstel nu voldoende duidelijk.
62. VEMW stelt dat de ACM onvoldoende onderbouwd heeft dat er een rechtstreeks verband zou bestaan tussen de aansluitcapaciteit en de EAV. Naar de mening van VEMW kan de hoogte van de EAV bijvoorbeeld in belangrijke mate worden bepaald door factoren die los staan van de aansluitcapaciteit, zoals de door een afnemer gewenste betrouwbaarheid.
63. Naar het oordeel van de ACM volgt het verband tussen de aansluitcapaciteit en de EAV uit de wet. De EAV vindt haar grondslag in dezelfde wettelijke bepaling als de PAV. Aangezien de EAV de basis is voor het berekenen van de te betalen PAV, kan niet worden gesteld dat de PAV wordt vastgesteld op een manier die in strijd is met artikel 27, tweede lid, onder g, van de E-wet.
64. VEMW stelt dat het voorgestelde artikel 2.3.5.2, onderdeel b momenteel onduidelijk is. In dit artikel is opgenomen dat eventuele kosten die voortvloeien uit specifieke technische omstandigheden of uitvoeringsvorm van de aansluiting en daardoor leiden tot structureel en substantieel van het gemiddelde afwijkende beheerskosten met de afnemer moeten worden verrekend. VEMW stelt dat momenteel onduidelijk is in welke gevallen sprake is van dergelijke specifieke technische omstandigheden of uitvoeringsvorm.
65. De ACM is het met VEMW eens dat de tekst onvoldoende duidelijk was. In de wijzigingsopdracht is dan ook aan Netbeheer Nederland gevraagd om dergelijke gevallen te specificeren. Naar aanleiding van de wijzigingsopdracht heeft Netbeheer Nederland besloten om de verwijzing naar dergelijke gevallen uit het voorstel te verwijderen. De ACM concludeert dat hiermee het voorstel voldoende duidelijk is.
66. VEMW stelt dat de in artikel 2.3.5.2, onderdeel c opgenomen categorieën onvoldoende duidelijk zijn en vanuit het oogpunt van transparantie verder gespecificeerd moeten worden. Daarbij wordt door VEMW gewezen op de in de toelichting van het ontwerpbesluit van de ACM (randnummer 54 van het ontwerpbesluit) opgenomen categorieën. Hieruit blijkt volgens VEMW dat gedetailleerdere categorieën bekend zijn, wat naar de mening van VEMW betekent dat deze verdere detaillering in het voorstel moet worden opgenomen.
67. De ACM constateert dat per abuis een foutieve categorisering in haar toelichting is vermeld. De aldaar vermelde categorieën zijn enkel voorbeelden die op de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet van toepassing zijn, niet op de overige netbeheerders. Deze voorbeelden kunnen daarom niet als algemeen geldende categorisering worden opgenomen in de Tarievencode elektriciteit. De motivering van het besluit is hierop aangepast. Tevens is de ACM van mening dat er met de huidige voorgestelde categorisering geen sprake is van strijdigheid met de wet en regelgeving. VEMW heeft in haar zienswijze ook geen verdere gronden aangedragen om dit te onderbouwen.
68. VEMW stelt dat de in het voorgestelde artikel 2.3.5.2, onderdeel f opgenomen terugkeerregeling onvolledig is, aangezien de uitgangspunten die bij het afspreken van een terugkeerregeling door partijen in acht moeten worden genomen ontbreken. De ACM volgt deze zienswijze van VEMW en heeft Netbeheer Nederland de opdracht gegeven de terugkeerregeling te verduidelijken. Netbeheer Nederland heeft met haar antwoord op de wijzigingsopdracht voldaan aan dit verzoek. De ACM concludeert dat door de aanpassingen het voorstel voldoende duidelijk is.
69. VEMW stelt dat bij tijdelijke aansluitingen een onderscheid gemaakt dient te worden tussen tijdelijke aansluitingen voor evenementen en tijdelijke aansluitingen die een meer structureel karakter hebben. Een dergelijk onderscheid wordt volgens VEMW gerechtvaardigd door het feit dat de kosten voor het instandhouden van beide typen aansluitingen zodanig verschillen dat aparte instandhoudingsvergoedingen op zijn plaats zouden zijn.
70. Naar het oordeel van de ACM zal een relevant onderscheid tussen tijdelijke aansluitingen voor evenementen en tijdelijke aansluitingen met een meer structureel karakter, zoals VEMW aandraagt, ook in een verschil in de te betalen EAV terug te vinden zijn. Wanneer dit het geval is, dan zorgt de systematiek van het voorstel er voor dat het geconstateerde verschil zich tevens voordoet bij de te betalen PAV. Dat betekent dat er geen sprake is van een bepaling die strijdigheid met de wet bevat.
71. VEMW stelt dat de artikelen 2.3.5.5 en 2.3.5.6 niet in overeenstemming zijn met het uitgangspunt van doelmatig handelen van afnemers, aangezien kosten voor verlegging van kabels die onderdeel uitmaken van een aansluiting worden aangemerkt als ‘werkzaamheden op initiatief van derden’ en deze kosten, zoals logischerwijs uit de formulering volgt, niet worden veroorzaakt door de afnemer, maar door een derde. Aangezien deze kosten niet tot het handelen van afnemers zijn te herleiden, kunnen deze kosten naar de mening van VEMW niet in aanmerking komen voor vergoeding middels de gereguleerde PAV en dienen deze kosten dan ook door de netbeheerder te worden verhaald op de persoon die het initiatief tot verlegging neemt, dan wel uit de transporttarieven. Naar de mening van VEMW valt niet in te zien waarom een afnemer voor niet tot hem te herleiden kosten dient te betalen.
72. De ACM is het in principe eens met het standpunt van VEMW dat kosten voor werkzaamheden op initiatief van derden voor rekening van de derde dienen te komen. Echter, wanneer het om wat voor reden dan ook onmogelijk is om dergelijke kosten te verhalen op de derde of om de derde te achterhalen, is het ook in het kader van doelmatig handelen naar het oordeel van de ACM proportioneel om deze kosten als onderdeel van de PAV bij de afnemers te leggen. Dergelijke kosten vloeien voort uit het hebben van de aansluiting en zouden zonder deze aansluiting niet worden gemaakt.
73. Naar het oordeel van de ACM zijn de genoemde voorgestelde wijzigingen niet in strijd met de belangen, regels en eisen bedoeld in artikel 36, eerste en tweede lid, E-wet.
Richtlijn 98/34/EG van het Europees parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften
Met maatwerkaansluitingen wordt hier bedoeld alle aansluitingen als bedoeld in artikel 2.3.3a, onderdelen a en b en artikel 2.3.3b van de Tarievencode elektriciteit.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2017-61133.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.