ARTIKEL I
De Activiteitenregeling milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 3.78 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3.78a
Als testmethode, bedoeld in artikel 3.64a, derde lid, van het besluit wordt aangewezen
het Meetprotocol voor het testen van het zuiveringsrendement van zuiveringsinstallaties
glastuinbouw, versie van 1 juli 2017.
B
In artikel 3.79 vervalt ‘, 3.80, vierde lid, onderdeel c, onder 4°’.
C
In artikel 3.80 wordt ‘de artikelen 3.80, eerste lid, onderdeel b, onder 4°, vierde
lid, onderdeel c, onder 2°, en 3.85, derde lid, van het besluit’ vervangen door: artikel
3.85, derde lid, van het besluit.
D
Artikel 3.81 kom te luiden:
Artikel 3.81
Als testmethode, bedoeld in de artikelen 3.78a, tweede lid, en 3.80, vijfde lid, van
het besluit wordt aangewezen het Meetprotocol voor het vaststellen van de driftreductie
van neerwaartse en op- en zijwaartse spuittechnieken, versie van 1 juli 2017.
E
Artikel 3.82 komt te luiden:
Artikel 3.82
Als referentietechnieken als bedoeld in artikel 3.78a, eerste lid, onderdeel a, en
artikel 3.80, eerste lid, onderdeel b, en derde lid, onderdeel b, onder 1°, van het
besluit worden aangewezen:
-
a. voor bespuiting van veldgewassen: een traditionele veldspuit voorzien van neerwaarts
spuitende doppen overeenkomstig de BCPC-klassegrens fijn/midden of gelijkwaardige
doppen binnen hetzelfde druppelgroottespectrum, waarbij de spuitdoppen zich ten hoogste
50 centimeter boven het te bespuiten oppervlak bevinden, met een afstand tussen de
spuitdoppen op de spuitboom van 50 centimeter, met een spuitdruk van 3 bar, bij een
rijsnelheid van 6,5 kilometer per uur en met een spuitvolume van 300 liter per hectare;
-
b. voor bespuiting van fruitteeltgewassen: een Munckhof dwarsstroomspuit voorzien van
zijwaarts spuitende Albuz ATR lila spuitdoppen, met een spuitdruk van 7 bar, met luchtondersteuning
in lage stand in de kale boom situatie (c.q. bij meting tot 1 mei) en vollucht luchtondersteuning
in de volblad situatie (c.q. bij meting vanaf 1 mei), bij een rijsnelheid van 6,7 kilometer
per uur en met een spuitvolume van 200 liter per hectare;
-
c. voor bespuiting van hoge laanbomen: een axiaalspuit voorzien van zij- en opwaarts
spuitende TeeJet TXB8003 werveldoppen, met een spuitdruk van 8 bar, met vollucht luchtondersteuning
en met een spuitvolume tussen 400 en 450 liter per hectare;
-
d. voor neerwaartse onkruidbestrijding in de boomteelt en fruitteelt: een onkruidspuit
met een spuitboom voorzien van neerwaarts spuitende TeeJet XR11004 spuitdoppen waarbij
de spuitdoppen zich ten hoogste 30 centimeter boven de grond bevinden, met een spuitdruk
van 2 bar, met een afstand tussen de spuitdoppen op de spuitboom van 30 centimeter,
bij een rijsnelheid van 5 kilometer per uur en met een spuitvolume van 450 liter per
hectare.
F
De artikelen 3.83 tot en met 3.90 vervallen.
G
Artikel 3.91, eerste lid, komt te luiden:
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.
TOELICHTING
Middels het Besluit tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer in verband
met de vermindering van emissies van gewasbeschermingsmiddelen in de glastuinbouw
en open teelten zijn enkele voorschriften die zijn aangekondigd in de Kabinetsnota
‘Gezonde Groei, Duurzame Oogst; tweede Nota duurzame gewasbescherming’1 in het Activiteitenbesluit (het besluit) opgenomen.
Op grond van het besluit dienen glastuinbouwbedrijven hun afvalwater dat gewasbeschermingsmiddelen
bevat, te zuiveren. In de open teelten worden de teeltvrije zones van enkele gewassen
verbreed, wordt de toepassing van verdergaande driftreducerende technieken voorgeschreven
en worden enkele middelvoorschriften vervangen door doelvoorschriften. Naar aanleiding
van inspraak is nog opgenomen dat bij maatwerkvoorschrift het reductiepercentage in
verband met de terugdringing van lichtemissies vanuit glastuinbouwbedrijven kan worden
aangepast.
De ministeriële regeling die thans voorligt (verder: de regeling), wijzigt de Activiteitenregeling
milieubeheer, ter uitwerking van het besluit.
Inhoud van de regeling
De regeling wijst de testmethoden aan waarmee het emissiereducerend effect van zuiveringsinstallaties
(glastuinbouw) en van maatregelen in de open teelt kan worden aangetoond. Tevens worden
de voorschriften geschrapt die vanwege de overstap van middel- naar doelvoorschriften
niet meer nodig zijn. De voorschriften ten aanzien van de reductie van lichtemissies
behoeven geen uitwerking in de Activiteitenregeling milieubeheer.
De hierna genoemde meetprotocollen, het document Standaard Water en andere relevante
documenten kunnen worden geraadpleegd op www.helpdeskwater.nl.
De emissiereductie moet worden aangetoond door in representatieve gebruiksomstandigheden
metingen uit te voeren, op basis van de aangewezen testmethode. De bewijslast ligt
bij de toepasser van een gewasbeschermingsmiddel. In de praktijk zal die gebruik maken
van onderzoeksrapporten van de producent van de techniek, of – indien het gaat om
de zuivering van afvalwater – zuiveringsvoorziening, die met inachtneming van de voorgeschreven
testmethode of een ten minste gelijkwaardig (buitenlands) alternatief zijn opgesteld.
Daarnaast moet de toepasser aantonen dat zijn toepassing overeenkomt met de specificaties
en randvoorwaarden waaronder de techniek is onderzocht. Deze worden gewoonlijk door
de producent van de techniek of door de verkoper opgenomen in een gebruiksaanwijzing,
ook wel ‘systeembeschrijving’ of ‘informatieblad’ genoemd.
De regeling wijst twee testmethoden aan.
-
1. Het ‘Meetprotocol voor het testen van het zuiveringsrendement van zuiveringsinstallaties
glastuinbouw (1 juli 2017)’ is een testmethode voor het gestandaardiseerd en reproduceerbaar
bepalen van het zuiveringsrendement van installaties voor het verwijderen van gewasbeschermingsmiddelen
uit het lozingswater vanuit een glastuinbouwbedrijf. Daarbij wordt gebruik gemaakt
van een zogenoemd ‘Standaard Water’, dat representatief is voor het lozingswater dat
in de praktijk vanuit een gemiddeld glastuinbouwbedrijf wordt geloosd.
-
2. Het meetprotocol dat in artikel 3.81 van de regeling wordt genoemd, namelijk het Meetprotocol
voor het vaststellen van de driftreductie van neerwaartse en op- en zijwaartse spuittechnieken
(1 juli 2017), kan worden gebruikt voor het bepalen van de (drift-)reductie van emissiereducerende
technieken en maatregelen. Technieken worden op grond van hun driftreducerende kwaliteiten
onderverdeeld in zgn. Drift Reducerende Techniek-klassen (DRT-klassen), die zijn gebaseerd
op internationale standaarden (ISO 22 369).
Het besluit geeft geen opsomming meer van driftreducerende technieken, maar schrijft
voor dat een maatregel moet worden toegepast die de drift of – indien het gaat om
een zuiveringsvoorziening – emissie met ten minste een bepaald percentage vermindert.
Daarom worden de lijsten met die technieken uit de Activiteitenregeling milieubeheer
geschrapt.
Gevolgen van de regeling
Een beoordeling van de administratieve lasten en nalevingskosten is opgenomen in de
toelichting bij het Besluit tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer
in verband met de vermindering van emissies van gewasbeschermingsmiddelen in de glastuinbouw
en open teelten.
Noodzaak spoedige inwerkingtreding
De meetprotocollen die in deze regeling zijn voorgeschreven zijn noodzakelijk voor
de toepassing van de zuiveringsverplichting en driftreductiemaatregelen die worden
voorgeschreven in het Besluit tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer
in verband met de vermindering van emissies van gewasbeschermingsmiddelen in de glastuinbouw
en open teelten. De spoedige inwerkingtreding van deze voorschriften is afgesproken
tussen Rijk, decentrale overheden en brancheverenigingen. De maatregelen zijn noodzakelijk
om een voortdurend verantwoord gebruik van gewasbeschermingsmiddelen mogelijk te maken.
Om mogelijk te maken dat de zuiveringsverplichting op 1 januari 2018 in werking treedt
is het noodzakelijk dat de branche zekerheid heeft over de eisen die aan zuiveringsinstallatie
zullen worden gesteld. Uitstel van het publiceren van de definitieve versie van deze
regeling (en de meetprotocollen) zou significante negatieve gevolgen hebben voor de
branche omdat zij dan mogelijk niet tijdig kunnen voldoen aan de voorschriften uit
het Activiteitenbesluit. Om deze reden wordt afgezien van internetconsultatie en afgeweken
van de vaste verandermomenten.
Afstemming met belanghebbende organisaties
Een ontwerp van de regeling is ter consultatie voorgelegd aan de NVWA en de Unie van
Waterschappen, in hun functie van toezichthouder op de voorschriften. Tevens zijn
LTO Nederland, de VNG en Cumela Nederland in de gelegenheid gesteld op het ontwerp
te reageren.
10. Notificatie Europese Commissie
Het ontwerpbesluit is op 13 juli 2017 gemeld aan de Europese Commissie (notificatienummer
2017/0329/NL). Daarmee is voldaan aan artikel 5, eerste lid, van de richtlijn (EU)
2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een
informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende
de diensten van de informatiemaatschappij (codificatie).
De volgende bepalingen bevatten vermoedelijk technische voorschriften: 3.78a, 3.81
en 3.82. Deze bepalingen zijn verenigbaar met het vrije verkeer van goederen. De eisen
zijn in overleg met de sector zodanig gesteld dat zij een evenredige balans treffen
tussen de noodzakelijke reductie van de emissie van gewasbeschermingsmiddelen en de
kosten voor de sector om hier aan te voldoen. Waar nodig zijn de bepalingen voorzien
van een gelijkwaardigheidsbepaling met het oog op de wederzijdse erkenning.
Het ontwerpbesluit is niet aan de World Trade Organisation (WTO) voorgelegd, omdat
het in dat kader geen significante gevolgen heeft.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
Het onderdeel wijst het ‘Meetprotocol voor het testen van het zuiveringsrendement
van zuiveringsinstallaties glastuinbouw, versie van 1 juli 2017’ aan als testmethode
voor het vaststellen van het zuiveringsrendement van installaties voor het verwijderen
van gewasbeschermingsmiddelen uit het lozingswater vanuit een glastuinbouwbedrijf.
In de paragraaf ‘Inhoud van de regeling’ wordt verwezen naar de vindplaats van de
meetprotocollen en kort ingegaan op de inhoud ervan.
Artikel I, onderdeel B
Artikel 3.79 is aangepast omdat het artikel 3.80 van het besluit waarnaar wordt verwezen
is gewijzigd.
Artikel I, onderdeel C
Artikel 3.80 is aangepast omdat het artikel 3.80 van het besluit waarnaar wordt verwezen
is gewijzigd.
Artikel I, onderdeel D
Artikel 3.81 wijst het meetprotocol ‘Meetprotocol voor het vaststellen van de driftreductie
van neerwaartse en op- en zijwaartse spuittechnieken, versie van1 juli 2017’ aan als
testmethode om de driftreductie van bepaalde spuittechnieken te bepalen. In de paragraaf
‘Inhoud van de regeling’ wordt verwezen naar de vindplaats van het meetprotocol en
kort ingegaan op de inhoud ervan.
Artikel I, onderdeel E
Het reductiepercentage van een spuittechniek wordt bepaald ten opzichte van een bepaalde
referentietechniek. Het betreft in totaal vier referenties die in artikel 3.82 achtereenvolgens
worden opgesomd. Per referentietechniek zijn enkele (cumulatieve) eigenschappen van
het gebruik van de referentietechniek benoemd zoals bijvoorbeeld het type dop, de
luchtdruk en de rijsnelheid.
Artikel I, onderdeel F
Artikel 3.83 vervalt omdat het verwijst naar een vervallen artikel in het besluit
over het waarschuwingssysteem dat wordt gebruikt bij de bestrijding van Botrytis (een
bepaalde schimmel).
De regels in artikelen 3.84 tot en met 3.90 over de wijze waarop en de voorwaarden
waaronder moet worden gemeten, worden geborgd door de aangewezen testmethoden. Ze
zijn overbodig geworden.
Artikel I, onderdeel G
Deze wijziging heeft te maken met een aanpassing van het artikel in het besluit waarnaar
wordt verwezen.
Artikel II
Deze regeling is noodzakelijk voor het goed functioneren van het Besluit tot wijziging
van het Activiteitenbesluit milieubeheer in verband met de vermindering van emissies
van gewasbeschermingsmiddelen in de glastuinbouw en open teelten. Daarom is de inwerkingtreding
van de regeling gekoppeld aan dat besluit.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer