Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 3 oktober 2017, kenmerk 1223400-167181-MC, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidzorg inzake bekostiging van de postmortale weefselketen 2019

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg:

Gezien de brieven van 6 juli 2017 aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake de reactie op het advies van de Gezondheidsraad ‘Naar een duurzame weefselketen’ 2014 (Kamerstukken II 2016/17, 28 140, nr. 100);

Na op 6 juli 2017 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg over het voornemen een aanwijzing te geven aan de Nederlandse Zorgautoriteit inzake de bekostiging van de weefselketen (Kamerstukken II 2016/17, 28 140, nr. 99);

Gezien de Korte aantekeningen van de vergadering van 12 september 2017 van de commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en de Besluitenlijst van de procedurevergadering van 13 september 2017 van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer der Staten-Generaal;

Besluit:

HOOFDSTUK I INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 definities

In deze aanwijzing wordt verstaan onder:

beschikbaar:

landelijke beschikbaarheid van uitnameteams, zodanig dat binnen 24 uur na overlijden van de donor gestart wordt met de uitnameprocedure en de uitgenomen weefsels gereed zijn voor transport naar een weefselbank;

beschikbaarheidbijdrage:

bijdrage als bedoeld in artikel 56a van de wet;

Besluit:

Besluit beschikbaarheidbijdrage Wmg;

Bijlage:

bijlage behorende bij de artikelen 2 en 4 van het Besluit;

eigen zorgverlener:

zorgverlener tot wie de consument zich met een zorgvraag heeft gewend en welke zorgverlener verantwoordelijk is jegens die consument voor het afhandelen van die zorgvraag, al dan niet met andere mede behandelende zorgaanbieders;

gereguleerd segment:

gereguleerd segment, bedoeld in de Aanwijzing transparante prestatiebeschrijvingen medisch specialistische zorg 20121;

integraal tarief:

tarief waarin alle vergoedingen zijn opgenomen voor kosten die een zorgaanbieder in rekening mag brengen in verband met het leveren van een prestatie;

instelling:

instelling voor medisch specialistische zorg als bedoeld in artikel 1.2, aanhef en onder 1°, van het Uitvoeringsbesluit Wtzi;

inventarisatie:

meest actuele inventarisatie, bedoeld in artikel 3, tweede lid, die de kaders en uitgangspunten bevat voor de berekening van de beschikbaarheidbijdrage;

materialen:

instrumenten en materialen die benodigd zijn voor uitname van weefsel;

maximumtarief:

tarief als bedoeld in artikel 50, eerste lid, aanhef en onder c, van de wet;

medisch specialistische zorg:

zorg als bedoeld in artikel I.1 van de aanwijzing inzake invoering integrale tarifering medisch specialistische zorg en kaakchirurgie2;

minister:

Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

onderlinge dienstverlening:

overeenkomst tussen twee of meer zorgaanbieders, bedoeld in artikel I.1 van de aanwijzing inzake invoering integrale tarifering medisch specialistische zorg en kaakchirurgie;

orgaancentrum:

instelling als bedoeld in artikel 24 van de Wet op de orgaandonatie;

prestatie:

prestatiebeschrijving als bedoeld in artikel 50, eerste lid, aanhef en onder d, van de wet;

uitname:

specialistische chirurgische werkzaamheden vanaf de eerste incisie tot en met het transportklaar maken van postmortale weefsels;

uitname-organisatie:

een organisatie die met uitnameteams zorg draagt voor alle postmortale uitname van weefsel bij donoren in Nederland;

uitnameteam:

speciaal team als bedoeld in de onderdeel B, onder 3, van de Bijlage;

verstrekken:

verlenen en vaststellen;

vrij segment:

vrij segment, bedoeld in de Aanwijzing transparante prestatiebeschrijvingen medisch specialistische zorg 2012;

vrij tarief:

tarief als bedoeld in artikel 50, eerste lid, aanhef en onder a, van de wet, dat voor een prestatie in rekening mag worden gebracht;

weefsel:

huid, bot- en peesweefsel, oogweefsel en hartkleppen;

weefselbank:

orgaanbank, bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder l van de Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal;

wet:

Wet marktordening gezondheidszorg;

zorgaanbieder:

natuurlijke persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel c, van de wet;

zorgautoriteit:

Nederlandse Zorgautoriteit als bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel l, van de wet;

zorgverzekeraar:

zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel d, van de wet.

Artikel 2

  • 1. De zorgautoriteit stelt ter uitvoering van deze aanwijzing waar nodig regels en beleidsregels vast.

  • 2. De regels en beleidsregels van de zorgautoriteit die uitvoering geven aan deze aanwijzing treden in werking met ingang van het jaar 2019.

HOOFDSTUK II POST MORTEM WEEFSELUITNAME

Artikel 3

  • 1. De zorgautoriteit kan een beschikbaarheidbijdrage verstrekken aan een uitname-organisatie die een overeenkomst heeft gesloten met het orgaancentrum om met uitnameteams zorg te dragen voor alle postmortale uitnames van weefsel bij donoren in Nederland.

  • 2. De beschikbaarheidbijdrage, bedoeld in het eerste lid, bestaat uit een normatieve vergoeding voor posten die zijn omschreven in de inventarisatie die de kaders en uitgangspunten bevat voor de berekening van de beschikbaarheidbijdrage en zijn te onderscheiden in de volgende hoofdcategorieën:

    • a. eisen aan uitnameteams,

    • b. teaminzet,

    • c. personeel,

    • d. materialen,

    • e. vervoer en

    • f. kapitaallasten.

HOOFDSTUK III PRESTATIEBESCHRIJVING EN TARIFERING WEEFSELPRODUCTEN

Artikel 4

  • 1. De zorgautoriteit stelt een of meer prestaties vast voor post mortem verkregen weefsels, die door instellingen bij zorgverzekeraars of consumenten in rekening kunnen worden gebracht.

  • 2. Voor zover de weefsels bedoeld in het eerste lid deel uitmaken van een prestatie van een instelling vallend onder het gereguleerde segment, gelden voor de prestaties bedoeld in het eerste lid integrale maximumtarieven.

  • 3. Voor zover de weefsels bedoeld in het eerste lid deel uitmaken van een prestatie van een instelling vallend onder het vrije segment, gelden voor de prestaties bedoeld in het eerste lid integrale vrije tarieven.

Artikel 5

  • 1. De zorgautoriteit stelt één algemene prestatiebeschrijving vast voor de levering van post mortem verkregen weefsels door een weefselbank aan een instelling.

  • 2. De prestatiebeschrijving, bedoeld in het eerste lid, kan geen betrekking hebben op zorg die onderdeel uitmaakt van een prestatie waarvoor de zorgaanbieder, die de dienst verleend aan de andere zorgaanbieder die optreedt als eigen zorgverlener, al een tarief in rekening mag brengen aan een consument.

  • 3. Voor de prestatie, beschreven in de prestatiebeschrijving, bedoeld in het eerste lid, geldt een vrij tarief.

HOOFDSTUK IV SLOTBEPALING

Artikel 6

Deze aanwijzing wordt aangehaald als: Aanwijzing bekostiging postmortale weefselketen 2019.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

Inleiding

Deze aanwijzing strekt ertoe mede vorm te geven aan de nieuwe bekostiging van de weefselketen zoals beschreven in de brieven van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 juli 2017 aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake de bekostiging van de weefsel keten3 en inzake de reactie op het advies van de Gezondheidsraad ‘Naar een duurzame weefselketen’ 4. De beide kamers hebben de aan hen gezonden brief voor kennisgeving aangenomen5.

Op basis van deze aanwijzing kan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een beschikbaarheidbijdrage verstrekken aan een landelijke organisatie die zorg draagt voor alle postmortale weefseluitnames bij donoren in Nederland door teams die en hartkleppen en bot-, huid-, oog- en peesweefsel kunnen uitnemen. Daarnaast wordt de NZa opgedragen integrale prestatiebeschrijvingen vast te stellen voor de weefselproducten zodat er een juridische betaaltitel ontstaat voor de instellingen ten behoeve van het in rekening brengen van deze weefselproducten aan de zorgverzekeraars of de consument. De tariefsoort voor deze weefselproducten is afhankelijk van de prestatie waar die weefsels deel van uitmaken. Valt die prestatie in het gereguleerde (A-) segment, dan gaat het om een maximumtarief. Valt de prestatie in het vrije (B-)segment, dan gaat het om een vrij tarief.

Ook wordt de NZa opgedragen een algemene prestatiebeschrijving vast te stellen voor de levering van weefsel door weefselbanken aan instellingen. Voor die levering geldt een vrij tarief.

Bij leven verkregen weefsel, zoals bot na een heupoperatie, valt niet onder deze bekostigingsstructuur en de werkingssfeer van deze aanwijzing.

Algemeen

Bij de organisatie van de weefselketen speelt de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) een centrale rol op basis van de Wet op de orgaandonatie (WOD) en de Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal (WVKL). De NTS is een zelfstandig bestuursorgaan belast met de algehele coördinatie van de uitname van organen en weefsels.

De NTS heeft geadviseerd om te werken met één landelijk werkende organisatie voor uitname, die zal zorgdragen voor alle postmortale weefseluitnames bij donoren in Nederland door teams die bovengenoemde typen weefsels kunnen uitnemen. Ik heb dit advies overgenomen en dit medegedeeld aan de drie bestaande uitname-organisaties.

Post mortem weefseluitname

Om de weefselvoorziening in Nederland in stand te houden, is het belangrijk de donatiebereidheid op peil te houden. Een doelmatig en landelijk functionerende, onafhankelijke organisatie die alle weefsels uitneemt binnen vastgestelde kwaliteitskaders, vormt hiervoor een belangrijke basis.

De voornoemde organisatie zal worden bekostigd door middel van een beschikbaarheidbijdrage op grond van artikel 56a van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). Dit zorgt voor continuïteit van de uitname en beschikbaarheid van weefsels voor transplantatie en beoogt daarmee de donatiebereidheid te borgen.

Uitgangspunt voor de vaststelling van de beschikbaarheidbijdrage is dat deze de noodzakelijke exploitatiekosten voor de postmortale weefseluitname omvat om:

  • uiterlijk 24 uur na overlijden van de donor landelijk beschikbaar te zijn

  • ervoor te zorgen dat binnen 24 uur na overlijden gestart wordt met de uitnameprocedure van weefsels, en

  • die uitgenomen weefsels direct kunnen worden getransporteerd naar een weefselbank.

Nadat de landelijke uitname-organisatie met de NTS een overeenkomst heeft gesloten met betrekking tot de uitvoering van taken rond het uitnemen van genoemde typen weefsels, kan deze bij de NZa een beschikbaarheidbijdrage aanvragen. Alleen de organisatie die daartoe met de NTS een overeenkomst heeft gesloten om zorg te dragen voor alle postmortale weefseluitnames bij donoren in Nederland, kan een beschikbaarheidbijdrage aanvragen bij de NZa. Omdat deze uitname-organisatie alle noodzakelijke post mortem uitnames voor haar rekening neemt is er geen noodzaak een beschikbaarheidbijdrage te verstrekken aan een tweede organisatie om hartkleppen en bot-, huid-, oog- en peesweefsel beschikbaar te houden. De beschikbaarheidbijdrage wordt toegekend in de vorm van compensatie voor geleverde diensten van algemeen (economisch) belang. Door het verlenen van een beschikbaarheidbijdrage wordt de uitname-organisatie belast met een dienst van algemeen economisch belang (DAEB), zijnde het uitnemen van postmortale weefsels zoals omschreven in deze aanwijzing. Ter compensatie van het belasten met een DAEB ontvangt de uitname-organisatie een beschikbaarheidbijdrage. De beschikbaarheidbijdrage is een subsidie als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Daarmee zijn de subsidieregels van die wet van toepassing op de verlening en vaststelling van de beschikbaarheidbijdrage.

De kosten die voor een vergoeding in de vorm van een beschikbaarheidbijdrage in aanmerking komen zijn opgenomen in de door de minister geactualiseerde en aan de zorgautoriteit gezonden inventarisatie die de kaders en uitgangspunten bevat voor de berekening van de beschikbaarheidbijdrage (‘Kaders en uitgangspunten multi-tissueteam’; artikel 3, tweede lid).

Prestatiebeschrijving en tarifering weefselproducten

De prestatiebeschrijvingen voor post mortem verkregen weefselproducten moeten zowel worden vastgesteld voor de levering van weefsel door weefselbanken aan instellingen als voor de levering door instellingen aan consumenten/patiënten.

De door de weefselbanken geleverde weefsels worden onderdeel van de DBC’s die instellingen leveren. De NZa wordt met deze aanwijzing opgedragen integrale prestatiebeschrijvingen vast te stellen voor medisch specialistische zorg waarbij weefsel wordt verwerkt. De ziekenhuizen declareren op basis van onderhandelde DBC-tarieven bij de zorgverzekeraars of patiënten. Met de voorgestelde wijziging wordt de bekostiging meer in lijn gebracht met de gangbare wijze van bekostigen in de medisch specialistische zorg.

Weefsels worden gebruikt in het kader van behandelingen op het terrein van de medisch specialistische zorg en zullen in het kader van deze behandelingen worden gedeclareerd. In lijn met de eerdere aanwijzingen aan de zorgautoriteit (o.a. Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport inzake transparante prestatiebeschrijvingen medisch specialistische zorg 20126), behoren de weefselprestaties tot het gereguleerde (A-)segment of tot het vrije (B-)segment. Ter illustratie: voor hartkleppen-prestaties gelden, in lijn met de behandelingen (A-segment) waarvoor deze prestaties gebruikt worden, maximumtarieven. Voor oogweefsel-prestaties gelden in lijn met de behandelingen (B-segment) waarvoor deze prestaties gebruikt worden, vrije tarieven. Huidweefsel-prestaties kunnen zowel in het kader van een behandeling vallend onder het gereguleerde (A-)segment als het vrije (B-)segment worden gedeclareerd.

De activiteiten van de weefselbanken voor bewerking en opslag van weefsel worden bekostigd door middel van tarieven die zij rechtstreeks in rekening brengen bij instellingen voor medisch specialistische zorg (ziekenhuizen) die de weefsels afnemen. De afnemers (ziekenhuizen) onderhandelen over de prijzen met de weefselbanken. De NZa wordt met deze aanwijzing opgedragen een algemene prestatiebeschrijving vast te stellen voor de levering van weefsel door weefselbanken aan instellingen. Voor die levering geldt een vrij tarief. De NZa kan daarbij aansluiten bij de door haar, op grond van de Aanwijzing integrale tarieven medisch specialistische zorg en kaakchirurgie7, vastgestelde prestatie ‘onderlinge dienstverlening’.

Monitoring ontwikkelingen weefselketen

Aangezien het om-niet verkregen weefsel betreft, acht ik een zorgvuldige invoering van de gewijzigde bekostiging van belang. Om eventuele ongewenste ontwikkelingen van ethische, kwalitatieve en financiële aard te kunnen bijsturen, zal een systeem van monitoring worden ingesteld, gebaseerd op de al bestaande gegevensverzameling met betrekking tot de allocatie van weefsels, kwaliteit en de financiële bedrijfsvoering. Zo kan door middel van marktonderzoek van de NZa worden vastgesteld hoe de prijsvorming van weefselproducten zich ontwikkelt en waar nodig worden gecorrigeerd. Daarbij zij opgemerkt dat volgens de Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal (WVKL) ook nu al eventuele opbrengsten van weefsels niet aan derden of medewerkers uitgekeerd mogen worden maar slechts ten dienste van kwaliteitsverbetering, onderhoud en innovatie van de weefselketen mogen worden ingezet. Deze voorwaarde blijft gehandhaafd. Daarnaast zullen de NTS en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) een rol houden in de monitoring van respectievelijk allocatie en kwaliteit. Waar nodig zullen (nieuwe) instrumenten worden ingezet.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
3

Kamerstukken II 2016/17, 28 140, nr. 99

X Noot
4

Kamerstukken II 2016/17, 28 140, nr. 100

X Noot
5

Korte aantekeningen van de vergadering van 12 september 2017 van de commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en de Besluitenlijst van de procedurevergadering van 13 september 2017 van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Naar boven