Autorisatiebesluit Selectieverstrekking Ministerie van VWS i.h.k.v. Jodiumtabletten, Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Datum: 1 september 2017

Kenmerk: 2017-0000405005

In het verzoek van 6 juli 2017, 2017-0000280653, heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzocht om de selectieverstrekking van gegevens als bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder b, van het Besluit BRP in verband met de predistributie van jodiumtabletten onder de bevolking woonachtig rond kerncentrales.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de minister van VWS:

de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingezetene:

de ingezetene, bedoeld in artikel 1.1, onder f, van de Wet BRP;

i. de selectieverstrekking van gegevens:

de selectieverstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder b, van het Besluit BRP;

j. de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens:

de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

k. predistributie:

het beschikbaar stellen van jodiumtabletten aan vooraf bepaalde doelgroepen zonder dat er een acute dreiging is van een kernongeval of lozing van radioactief jodium in het kader van artikel 38a van de Kernenergiewet.

Paragraaf 2. De selectieverstrekking van gegevens aan de minister van VWS

Artikel 2

  • 1. Op de selectiedatum worden de persoonslijsten van ingezetenen geselecteerd voor zover deze ingezetenen een woonadres hebben:

    • in een gemeente binnen een straal van 100 kilometer rond de kerncentrales in Borssele, Doel en Tihange, en jonger zijn dan 18 jaar;

    • in een gemeente binnen een straal van 100 kilometer rond de kerncentrale in Emsland, en jonger zijn dan 18 jaar.

  • 2. Op de selectiedatum worden eveneens de persoonslijsten van ingezetenen geselecteerd die een woonadres hebben in een gemeente binnen een straal van 20 kilometer rond de kerncentrales in Borssele, Doel en Mol, en jonger zijn dan 41 jaar;

  • 3. Van de geselecteerde persoonslijsten genoemd in het eerste lid worden op de leveringsdatum de in bijlage I opgenomen gegevens aan de minister van VWS verstrekt voor zover deze gegevens op de persoonslijsten zijn opgenomen.

  • 4. Van de geselecteerde persoonslijsten genoemd in het tweede lid worden op de leveringsdatum de in bijlage II opgenomen gegevens aan de minister van VWS verstrekt voor zover deze gegevens op de persoonslijsten zijn opgenomen.

  • 5. Ongeveer een maand na de levering genoemd in lid 3 en 4 zullen de persoonslijsten van de doelgroep genoemd in lid 1 en 2 opnieuw worden geselecteerd en zal het gegeven ‘01.01.20 Burgerservicenummer persoon’ worden verstrekt van de personen die inmiddels zijn overleden.

  • 6. De gegevens worden aan de minister van VWS verstrekt in verband met de uitvoering van de taak om ter bescherming van de volksgezondheid over te gaan tot predistributie van jodiumtabletten onder de bevolking woonachtig rond kerncentrales.

  • 7. De selectiedatum en de leveringsdatum worden door de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens in overleg met de minister van VWS vastgesteld.

Paragraaf 3. Overige verstrekkingen aan de minister van VWS

Artikel 3

Indien een verstrekking aan de minister van VWS op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek.

Paragraaf 4. De verzending en de ontvangst van berichten

Artikel 4

Nadat schriftelijke overeenstemming is bereikt met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens kan de minister van VWS gebruik maken van een alternatief medium als bedoeld in de systeembeschrijving bij verstrekking van gegevens als bedoeld in paragraaf 2.

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Artikel 5

De minister van VWS verstrekt aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

Artikel 6

Het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 1 augustus 2017, 2017-0000330803, wordt ingetrokken.

Artikel 7

Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 augustus 2017.

Het besluit en de bijlagen bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

’s-Gravenhage, 1 september 2017,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, R. Maas Directeur Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE I

Bijlage bij artikel 2, eerste lid van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.11.10

Straatnaam

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.12.10

Locatiebeschrijving

BIJLAGE II

Bijlage bij artikel 2, tweede lid van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.11.10

Straatnaam

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.12.10

Locatiebeschrijving

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manier plaats:

De selectieverstrekking van gegevens

Eenmalig of periodiek worden persoonslijsten geselecteerd die aan een of meerdere voorwaarden voldoen. Van de geselecteerde persoonslijsten wordt een vastgestelde set gegevens verstrekt.

Overige verstrekkingen

Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan bij het verstrekte gegeven melding gedaan.

3. De verzending en ontvangst van berichten

Over de verstrekking van gegevens via alternatieve media, al dan niet naar aanleiding van infrastructurele wijzigingen, over de leverings- en selectiedata en over andere relevante onderwerpen dient overeenstemming te zijn met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens.

4. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (in deze toelichting genoemd: de minister van VWS).

De minister van VWS is een overheidsorgaan als bedoeld in artikel 1.1, onder t, van de Wet BRP.

4.1. Taak van de minister van VWS

Hoofdstuk VI. van de Kernenergiewet bevat bepalingen met betrekking tot interventie bij ongevallen of langdurige blootstellingen alsmede de voorbereiding daarop. Art. 38a, eerste lid van de Kernenergiewet regelt dat ‘Onze Minister’ en 'Onze Minister wie het aangaat' (i.c. de minister van VWS) verantwoordelijk zijn voor de voorbereiding van interventies en voor de coördinatie en uitvoering daarvan. Dit betekent dat de minister van VWS onder coördinatie van de minister van lnfrastructuur en Milieu verantwoordelijk is voor maatregelen en besluiten op het terrein van de volksgezondheid bij ongevallen of langdurige blootstellingen.

Op basis van de Kernenergiewet, art 46, tweede lid, sub d is 'onze minister wie het aangaat' verantwoordelijk voor het treffen van maatregelen om de gevolgen van een stralingsincident zo veel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Die maatregelen kunnen betrekking hebben op het verstrekken van beschermende stoffen aan mensen.

Een van de maatregelen betreft de predistributie van jodiumtabletten zoals beschreven in de brief van de staatssecretaris van VWS aan de Tweede Kamer van 21 april 2017 (Kamerstukken 11 2016/17, 32 645, 85): "In de brief van 2 juli 2014 heeft de minister van Economische Zaken u geïnformeerd over zijn besluit om de interventiewaarden voor nucleaire incidenten af te stemmen op de waarden in Duitsland en België. Het is belangrijk dat mensen zichzelf kunnen beschermen tegen schadelijke stoffen die kunnen vrijkomen bij een nucleair incident. Daarom heeft de minister in haar brief aan de Kamer d.d. 8 maart 2016 aangegeven de maatregel jodiumprofylaxe voor te bereiden en daarbij gebruik te willen maken van een combinatie van predistributie en distributie op het moment van een verwachte uitstoot van radioactief jodium (hierna: nooddistributie). De doelgroep van deze maatregel betreft in de eerste ring rondom een kerncentrale mensen tot en met 40 jaar en zwangere vrouwen (voor het ongeboren kind) en in de tweede ring mensen tot 18 jaar en zwangere vrouwen. Bij een nucleair incident zal op grotére afstand van de bron sprake zijn van een geringe blootstelling aan radioactief jodium. Daarom is er geen reden om op grotere afstand van de bron iedereen tot 40 jaar te voorzien van jodiumtabletten. De schildklier van (ongeboren) kinderen is gevoeliger voor radioactief jodium, waardoor ook op grotere afstand en bij een geringe blootstelling, jodiumtabletten voor deze kinderen wel effectief kunnen zijn.

De afgelopen periode heb ik in overleg met vertegenwoordigers en deskundigen van onder andere veiligheidsregio's, apotheken en andere departementen een plan van aanpak opgesteld. (...) Om voor de predistributie van jodiumtabletten de doelgroepen 0 tot en met 40 in de eerste ring rondom een kerncentrale en 0 tot 18 jaar in de tweede ring te bereiken, zal gebruik worden gemaakt van huis-aan-huis verstrekking van jodiumtabletten per post. Om de adressen van de mensen uit de doelgroep te verkrijgen, dient VWS gebruik te maken van de diensten van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (hierna: RvIG).

N.B. Zwangere vrouwen zullen informatie over jodiumprofylaxe ontvangen via de verloskundige/gynaecoloog, waarna zij de jodiumtabletten bij de apotheek of drogisterij kunnen aanschaffen.

Om de effectiviteit van de predistributie zo groot mogelijk te laten zijn, zal deze huis-aan-huis distributie, mede gelet op de communicatie over de maatregel, niet in de zomermaanden plaatsvinden. Daarom is gekozen om de predistributie in september 2017 uit te voeren. Met de distributie van jodiumtabletten zorgen we ervoor dat we in geval van een nucleair incident de maatregel jodiumprofylaxe op een vergelijkbare manier kunnen inzetten als België en Duitsland. Deze maatregel draagt daarmee bij aan een geharmoniseerde aanpak van de maatregelen met België en Duitsland bij een kernongeval."

4.2. Wijze van verstrekken aan de minister van VWS

De minister van VWS krijgt de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de hierboven beschreven taken op systematische wijze verstrekt uit de basisregistratie personen. De systematische verstrekking aan de minister van VWS vindt plaats door middel van een selectieverstrekking. Tot de doelgroep van de minister van VWS behoren alleen de ingezetenen.

De selectieverstrekking van gegevens aan de minister van VWS

Eenmalig worden de persoonslijsten van de doelgroepen zoals omschreven in artikel 2, eerste en tweede lid, geselecteerd. Van de geselecteerde persoonslijsten worden de gegevens, opgenomen in de bijlagen I en II aan de minister van VWS verstrekt. De minister van VWS zal doosjes met jodiumtabletten per post naar het adres van inschrijving van personen behorende tot de doelgroep versturen. Hiervoor heeft de minister de naam en de adresgegevens uit de basisregistratie personen nodig van de personen uit de doelgroep. Ter voorbereiding van de predistributie, worden de persoonsgegevens enige tijd voor de daadwerkelijke predistributie aan de minister van VWS geleverd. Om te voorkomen dat personen worden aangeschreven die zijn overleden, zal ongeveer een maand na levering het gegeven ‘01.01.20 Burgerservicenummer persoon’ worden verstrekt van de tussentijds overleden personen.

4.3. Toelichting te verstrekken gegevens

De minister van VWS gebruikt het burgerservicenummer om koppelingen aan te leggen tussen de verschillende verstrekkingen die uit de basisregistratie personen worden ontvangen.

Het gegeven “01.03.10 geboortedatum persoon” wordt verstrekt voor de doelgroep van personen onder de 41 jaar om te kunnen bepalen wie, binnen de doelgroep, de oudste bewoner op een adres is. Deze persoon zal worden aangeschreven.

Bij de doelgroep onder de 18 jaar wordt dit gegeven niet verstrekt. Genoemde doelgroep wordt namelijk bereikt middels het verzenden van een brief aan de persoon op het ingeschreven adres waarbij de brief zal worden gericht aan de ouders/verzorgers.

De minister van VWS heeft tevens de mogelijkheid het gegeven “07.70.10 indicatie geheim” op te vragen. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan de minister van VWS aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.

De gegevens uit de categorie 08 Verblijfplaats worden verstrekt zodat de minister van VWS over de correcte adresgegevens beschikt om de brieven met doosjes jodiumtabletten te kunnen verzenden.

5. Wijzigingen

Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van 1 augustus 2017, 2017-0000330803, ingetrokken.

Deze intrekking is het gevolg van wijzigingen in het besluit van 1 augustus 2017, waarin ten onrechte het gegeven ‘08.12.10 locatiebeschrijving’ niet is opgenomen in bijlagen I en II. Dit gegeven is noodzakelijk om alle personen binnen de doelgroep te kunnen aanschrijven. Het gegeven wordt met onderhavig besluit toegevoegd.

Tevens wordt voorzien in een tweede levering van gegevens. Tussen het moment dat de gegevens aan de minister van VWS worden geleverd en het moment van daadwerkelijke predistributie zit enige tijd. Om zoveel mogelijk te voorkomen dat er personen worden aangeschreven die in de tussenliggende periode zijn overleden, wordt ongeveer een maand na de selectie van de persoonslijsten en levering van de gegevens, het gegeven ‘01.01.20 Burgerservicenummer persoon’ verstrekt van de personen waarvan bij de eerste levering gegevens zijn verstrekt en die in de tussenliggende periode zijn overleden.

6. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient de minister van VWS tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van minister van VWS om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van minister van VWS.

7. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, publicaties.rvig.nl.

Naar boven