Beleidsregel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 augustus 2017, 2017-0000130251, tot wijziging van de Beleidsregel gelijkstelling beroepsopleiding gastouders en de Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang en peuterspeelzalen 2013 in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 10, derde lid, 10a, derde lid, en 10b, derde lid, van de Regeling Wet kinderopvang, en artikel 1.64 van de Wet kinderopvang;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregel gelijkstelling beroepsopleiding gastouders wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c wordt ‘Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen’ vervangen door: Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang.

2. In de onderdelen d tot en mswet f, en h vervalt: en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

B

In artikel 2 wordt ‘Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen’ vervangen door: Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang.

ARTIKEL II

De Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang en peuterspeelzalen 2013 worden als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a vervalt: en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

2. In onderdeel b vervalt: en 2.19.

3. In onderdeel c vervalt: en 2.21.

4. In onderdeel e, onder 1°, vervalt ‘of de peuterspeelzaal’ en: respectievelijk peuterspeelzaalwerk.

5. In onderdeel f vervalt: dan wel peuterspeelzaalwerk.

B

Het opschrift van paragraaf 2 komt te luiden:

Paragraaf 2. Onderzoek toezichthouder kindercentrum en gastouderbureau

C

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt ‘het kindercentrum, het gastouderbureau of de peuterspeelzaal’ vervangen door ‘het kindercentrum of het gastouderbureau’ en vervalt: respectievelijk artikel 2.20, eerste lid,.

b. In onderdeel a wordt ‘dat kindercentrum, dat gastouderbureau of die peuterspeelzaal’ vervangen door: dat kindercentrum of dat gastouderbureau.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef vervalt: respectievelijk artikel 2.20, eerste lid,.

b. Onderdeel 1° komt te luiden:

  • 1°. degene, bedoeld in artikel 1.45, eerste lid, van de wet;.

3. In het derde lid vervalt ‘respectievelijk artikel 2.20, eerste lid,’ en: respectievelijk 2.5 tot en met 2.16.

4. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Dit artikel is niet van toepassing op een wijziging van de houder of het adres van een kindercentrum of voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 7, derde of vierde lid, van het Besluit landelijk register kinderopvang en register buitenlandse kinderopvang.

D

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef van het eerste lid komt te luiden:

Binnen drie kalendermaanden na registratie in het landelijk register kinderopvang voert de toezichthouder ter uitvoering van het onderzoek, bedoeld in artikel 1.62, tweede lid, van de wet in ieder geval de volgende werkzaamheden uit bij het kindercentrum of het gastouderbureau:.

2. In de aanhef van het tweede lid vervalt: respectievelijk artikel 2.20, tweede lid,.

E

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt: respectievelijk artikel 2.20, tweede lid,.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef vervalt: respectievelijk artikel 2.20, tweede lid,.

b. In onderdeel 4° wordt ‘een kindercentrum, gastouderbureau of peuterspeelzaal’ vervangen door: een kindercentrum of een gastouderbureau.

3. In het eerste, derde en vierde lid wordt ‘het kindercentrum, het gastouderbureau of de peuterspeelzaal’ vervangen door: het kindercentrum of het gastouderbureau.

F

Artikel 4a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en vijfde lid wordt ‘het kindercentrum, het gastouderbureau of de peuterspeelzaal’ vervangen door: het kindercentrum of het gastouderbureau.

2. In het eerste lid wordt ‘bedoeld in de artikel 1.62, tweede lid, respectievelijk artikel 2.20, tweede lid, van de wet’ vervangen door: bedoeld in artikel 1.62, tweede lid, van de wet.

3. In het tweede lid vervalt: respectievelijk artikel 2.20, tweede lid,.

4. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

  • a. In de aanhef vervalt: of de peuterspeelzaal.

  • b. In onderdeel f vervalt: respectievelijk peuterspeelzaalwerk.

G

Artikel 4b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en derde lid wordt ‘het kindercentrum, het gastouderbureau of de peuterspeelzaal’ vervangen door: het kindercentrum of het gastouderbureau.

2. In het eerste en tweede lid vervalt: respectievelijk artikel 2.20, derde lid,.

3. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Dit artikel is ook van toepassing op een wijziging van de houder of het adres van een kindercentrum of voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 7, derde of vierde lid, van het Besluit landelijk register kinderopvang en register buitenlandse kinderopvang.

H

Artikel 4c wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en derde lid wordt ‘het kindercentrum, het gastouderbureau of de peuterspeelzaal’ vervangen door: het kindercentrum of het gastouderbureau.

2. In het eerste en tweede lid vervalt: respectievelijk artikel 2.20, vierde lid,.

I

In artikel 4d, tweede lid, onderdeel 1°, wordt na ‘artikel 1.45, tweede lid,’ ingevoegd: van de wet.

J

De laatste zin van artikel 5 vervalt.

K

In artikel 6, tweede lid, vervalt: respectievelijk artikel 2.21, derde lid,.

L

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘kindercentra, gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen’ vervangen door: kindercentra, gastouderbureaus en gastouders.

2. In het tweede lid, onderdeel d, vervalt: en 2.20.

3. In het derde lid vervalt: of 2.21, tweede lid,.

M

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel werkwijze toezichthouder kinderopvang.

ARTIKEL III

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 21 augustus 2017

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

TOELICHTING

Met de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk (Stb. 2017, 252) is het peuterspeelzaalwerk met ingang van 1 januari 2018 omgevormd tot kinderopvang. De citeertitel van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen is daarbij gewijzigd in Wet kinderopvang. Als gevolg daarvan zijn in wetten, algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen de verwijzingen naar peuterspeelzaalwerk en artikelen van hoofdstuk 2 (kwaliteitseisen peuterspeelzalen) van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen geschrapt.

Deze beleidsregel regelt dat ook in de Beleidsregel gelijkstelling beroepsopleiding gastouders en de Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang en peuterspeelzalen 2013 de verwijzingen naar peuterspeelzaalwerk en naar hoofdstuk 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen worden geschrapt. Met artikel 1 van deze beleidsregel wordt tevens geregeld dat in de Beleidsregel gelijkstelling beroepsopleiding gastouders de verwijzingen naar artikel 13 van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen worden gewijzigd in verwijzingen naar artikel 13 van het Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang (zoals dat besluit ingevolge het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzaalwerk komt te luiden).

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven