Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 augustus 2017, nr. 2017-0000116660 tot wijziging van de Regeling ter stimulering van activiteiten die een duurzame bijdrage leveren aan het tegengaan van armoede- en schuldenproblematiek in verband met de vaststelling van aanvraagtijdvakken, subsidieplafonds en thema’s voor 2018 en 2019

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE REGELING TER STIMULERING VAN ACTIVITEITEN DIE EEN DUURZAME BIJDRAGE LEVEREN AAN HET TEGENGAAN VAN ARMOEDE- EN SCHULDENPROBLEMATIEK

De Regeling ter stimulering van activiteiten die een duurzame bijdrage leveren aan het tegengaan van armoede- en schuldenproblematiek wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 2 wordt ‘de jaren 2014 tot en met 2017’ vervangen door: de jaren 2014 tot en met 2019.

B

Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

1. Aan het eerste lid worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • e. van 1 februari 2018, 9:00 uur tot en met 28 februari 2018, 17:00 uur.

  • f. van 1 februari 2019, 9:00 uur tot en met 28 februari 2019, 17:00 uur.

2. Aan het tweede lid worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • e. voor aanvragen, ingediend in 2018: € 4.000.000,–.

  • f. voor aanvragen, ingediend in 2019: € 4.000.000,–.

C

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

De subsidie met betrekking tot een project wordt aangevraagd door één rechtspersoon, niet zijnde een gemeente of daaraan gelieerd, die staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

D

Aan artikel 9, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 8. De minister beslist binnen acht weken na afloop van de periode waarin aanvragen kunnen worden ingediend.

E

Aan artikel 11 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Activiteiten van landelijke betekenis die een duurzame bijdrage leveren aan het tegengaan van armoede- en schuldenproblematiek en waarvoor subsidie wordt aangevraagd in de periode, genoemd in artikel 4, eerste lid, onderdelen e en f, komen slechts in aanmerking voor subsidie indien zij betrekking hebben op:

    • a. de ondersteuning van mensen die moeite hebben om mee te doen in de maatschappij, of;

    • b. het bereiken en motiveren van moeilijk bereikbare groepen mensen met financiële problemen, of;

    • c. het versterken van aandacht voor armoede en schulden in het sociaal domein, onder meer in de wijkaanpak, of;

    • d. de voorbereiding van en begeleiding bij de overgang 18-/18+ ter preventie van schulden.

F

In artikel 21, eerste lid, wordt ‘1 januari 2019’ vervangen door: 1 juli 2019.

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 augustus 2017

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

TOELICHTING

Algemene toelichting op wijziging subsidieregeling ‘ter stimulering van activiteiten die een duurzame bijdrage leveren aan het tegengaan van armoede- en schuldenproblematiek’ in verband met vaststelling van aanvraagtijdvakken, subsidieplafonds en thema’s in 2018 en 2019.

Inleiding

Sinds 2014 subsidieert het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met de subsidieregeling ‘ter stimulering van activiteiten die een duurzame bijdrage leveren aan het tegengaan van armoede- en schuldenproblematiek’ projecten van maatschappelijke organisaties die zich inzetten om armoede en schulden te bestrijden. Getuige het grote aantal aanvragen voorziet de regeling in een behoefte bij maatschappelijke organisaties voor hun projecten gericht op bestrijding van armoede en schulden. In de brief betreffende diverse onderwerpen armoede- en schuldenbeleid van 24 november 2016 en in antwoord op Kamervragen van Kamerlid Schouten is de Kamer medegedeeld dat de regeling met twee tijdvakken zal worden verlengd1. Met wijziging van de regeling is gewacht tot na het laatste tijdvak (2017) onder de huidige regeling vanwege het actualiseren van de inhoudelijke prioriteiten waar de aanvragen voor de tijdvakken in 2018 en 2019 zich op moeten richten.

Doelstelling

Het bestrijden van armoede en schulden is primair de verantwoordelijkheid van gemeenten. Naast gemeenten leveren ook maatschappelijke organisaties een zeer belangrijke bijdrage aan het tegengaan van armoede- en schuldenproblematiek in Nederland. Voor de meeste (lokale) initiatieven ligt ondersteuning door de lokale overheid voor de hand, maar in het geval van landelijke en (boven)regionale projecten, kan ondersteuning vanuit het Rijk in de rede liggen.

Verlenging regeling

In 2014, 2015, 2016 en 2017 is op grond van deze subsidieregeling aan 61 projecten subsidie verstrekt. Een aantal projecten is inmiddels afgerond, andere zijn nog volop in uitvoering. Om een goed beeld te krijgen van de resultaten van de subsidieregeling wordt de regeling uiterlijk in 2020 geëvalueerd, met een tussenrapportage begin 2018.

De regeling kende oorspronkelijk twee aanvraagtijdvakken; één in 2014 en één in 2015. Met de motie Yücel, Schouten en Koşer Kaya2 is de regeling verlengd en opengesteld in 2016 en 2017 voor nieuwe projecten. In november 2016 is besloten partijen in de gelegenheid te stellen nieuwe subsidieaanvragen voor projecten in te dienen in tijdvakken in 2018 en 2019. Met deze wijziging van de regeling wordt daarin voorzien.

Vier Thema’s

Voor subsidie in 2018 en 2019 komen projecten in aanmerking die zich richten op:

  • a. de ondersteuning van mensen die moeite hebben om mee te doen in de maatschappij;

  • b. het bereiken en motiveren van moeilijk bereikbare groepen mensen met financiële problemen;

  • c. het versterken van aandacht voor armoede en schulden in het sociaal domein, onder meer in de wijkaanpak;

  • d. de voorbereiding van en begeleiding van jongeren in de leeftijdgroep18-/18+ ter preventie van schulden.

Financiële problemen en schulden worden vaak veroorzaakt doordat mensen moeite hebben om mee te komen in de samenleving en (tijdelijk) minder zelfredzaam zijn. Tot deze groep mensen behoren mensen die kampen met een licht verstandelijke beperking (LVB-problematiek), mensen met taalachterstanden (zowel met een migratieachtergrond als van Nederlandse afkomst) en mensen die niet digitaal vaardig zijn. Sommige groepen met financiële problemen zijn slecht te bereiken. Het versterken van organisaties en professionals om oog te hebben voor financiële problematiek is een mogelijkheid om meer mensen te bereiken. Deze instanties kunnen door tijdig te verwijzen naar beschikbare hulpverlening (verergering van) financiële problemen voorkomen. Integrale dienstverlening en maatwerk in het brede sociaal domein vraagt dat alle professionals die hier werkzaam in zijn zich bewust zijn van de impact van schulden en leven van een laag inkomen op mensen. Meer kennis kan ervoor zorgen dat zij hier de dienstverlening beter op aanpassen en beter op elkaar afstemmen. Bij de overgang van de leeftijd 18- naar 18+ verandert er veel voor jongeren op financieel terrein. De financiële zelfstandigheid brengt naast mogelijkheden ook allerlei verplichtingen en verantwoordelijkheden met zich mee. Het is voor deze groep jong volwassenen belangrijk om in een zo vroeg mogelijk stadium schulden te voorkomen en financieel zelfredzaam te worden.

De middelen die voor de tijdvakken in 2018 en 2019 beschikbaar zijn, dienen ingezet te worden voor projecten die zich richten op één of meer van deze thema’s.

De aanvragen voor subsidie kunnen bij DUS-I worden ingediend door middel van het aanvraagformulier dat opvraagbaar is bij DUS-I op www.dus-i.nl.

Artikelsgewijs

In de onderdelen A en B van artikel I wordt bewerkstelligd dat de regeling wordt uitgebreid met twee extra tijdvakken. Hiertoe wordt de werkingsduur van de regeling in onderdeel F verlengd onder de voorwaarde dat de totale werkingsduur van de regeling minder dan vijf jaren beslaat.

In onderdeel E worden de vier thema’s zoals in het algemene deel besproken, in de regeling verankerd. In onderdeel C wordt geborgd dat een rechtspersoon die een subsidie aanvraagt staat ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Gemeenten, daaraan gelieerde rechtspersonen en bijvoorbeeld gemeenschappelijke regelingen vallen buiten de reikwijdte van deze regeling. Onderdeel D is van procedurele aard en bepaalt de beslistermijn op aanvragen op acht weken nadat het aanvraagtijdvak afloopt.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma


X Noot
1

Kamerstukken II 2016/17, 24 515, nr. 381.

X Noot
2

Kamerstukken II 2015/16, 34 300 XV, nr. 47.

Naar boven