De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen;
Besluit:
ARTIKEL I
In artikel 3, eerste lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen wordt ‘€
61’ vervangen door: € 62.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.
TOELICHTING
De onderhavige wijziging strekt tot aanpassing van het bedrag opgenomen in artikel
3, eerste lid, Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen (hierna: het Besluit). Dit
bedrag dient ter dekking van de kosten die rechtstreeks voortvloeien uit de inning
van niet betaalde parkeerbelastingen door gemeenten.
Het bedrag kan slechts, en ten hoogste, bestaan uit de componenten genoemd in artikel
2, eerste lid, onderdeel a tot en met f, van het Besluit. Daarnaast is dit bedrag
in het Besluit gemaximeerd. Met het stellen van een maximum wordt beoogd te voorkomen
dat de kosten van een minder efficiënte aanpak door gemeenten worden afgewenteld op
de belastingplichtige. Doordat tevens het tarief, in de door de gemeenteraad vast
te stellen belastingverordening, slechts kan bestaan uit de in dit Besluit limitatief
genoemde componenten, leidt het ophogen van het maximumbedrag in het Besluit niet
automatisch tot verhoging van het tarief aan het maximumbedrag. De kosten verbonden
aan het opleggen en innen van de naheffing zullen immers per gemeente verschillen.
Ingevolge artikel 3, tweede lid, van het Besluit, wordt het bedrag jaarlijks aangepast
overeenkomstig de procentuele wijziging die de consumentenprijsindex1 over de maand april van het lopende kalenderjaar heeft ondergaan ten opzichte van
dit prijsindexcijfer over de maand april van het daaraan voorafgaande jaar.
Het (nieuwe) maximumbedrag wordt naar boven afgerond op hele euro’s en door de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vóór 1 september in de Staatscourant
bekend gemaakt.
De ontwikkeling van de consumentenprijsindex is:
Consumentenprijsindexcijfers, reeks alle huishoudens, totaal, basis 2015 = 100
Index april 2016: 100,40
Index april 2017: 101,98
Het tarief voor 2017 was € 61,–. De berekening voor het tarief voor 2018 is als volgt:
(101,98:100,40) x € 61,– = € 62,– (wordt naar boven afgerond op hele euro’s)
Met toepassing van de berekening wordt het nieuwe tarief voor het kalenderjaar 2018:
€ 62,–.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk