Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 17 januari 2017, nr. IENM/BSK-2017/9662, tot wijziging van de Regeling bodemkwaliteit (actualisering verwijzingen normdocumenten 2017.1)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op artikel 25, eerste lid, van het Besluit bodemkwaliteit;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Bijlage C bij de Regeling bodemkwaliteit wordt vervangen door bijlage C, opgenomen in bijlage 1, behorende bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 februari 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

BIJLAGE 1 BIJ ARTIKEL I VAN DE REGELING VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU TOT WIJZIGING VAN DE TOT WIJZIGING VAN DE REGELING BODEMKWALITEIT (ACTUALISERING VERWIJZINGEN NORMDOCUMENTEN 2017.1)

Bijlage C, behorende bij de artikelen 2.1 en 2.2

Indien in de tabel voor een categorie van werkzaamheden een normdocument of een onderdeel van een normdocument in de derde kolom, onderscheidenlijk vierde kolom, cursief is weergegeven, geschiedt de aanwijzing van dat normdocument of onderdeel daarvan uitsluitend ten behoeve van de toepassing van de artikelen 9 en 15 van het besluit.

Indien in de tabel voor een categorie van werkzaamheden een normdocument of een onderdeel van een normdocument in de derde kolom, onderscheidenlijk vierde kolom, dikgedrukt is weergegeven, geschiedt de aanwijzing van dat normdocument of onderdeel daarvan uitsluitend ten behoeve van de toepassing van artikel 18 van het besluit (de wijze van uitvoering van een werkzaamheid). De aanwijzing heeft dan betrekking op essentiële eisen.

Categorie

Werkzaamheden

Normdocumenten

Certificatie- en accreditatierichtlijnen

Onderdelen

1

Aanleg van bodembeschermende voorzieningen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a.

BRL SIKB 7700 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening, versie 1.3, vastgesteld op 30 oktober 2014, met wijzigingsblad van 18 februari 2016

Protocol 7701 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening met prefab betonnen elementen, versie 1.3, vastgesteld op 30 oktober 2014, met wijzigingsblad van 18 februari 2016.

Protocol 7702 -Aanleg of herstel van een vloei-stofdichte voor-

ziening van beton, versie 1.3,

vastgesteld op 30 oktober 2014, met wijzigingsblad van 18 februari 2016

Protocol 7703 -

Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening met bitumineus materiaal, versie 1.3, vastgesteld op 30 oktober 2014, met wijzigingsblad van 18 februari 2016.

Protocol 7704 -Aanleg of herstel van een vloeistofdichte kunstharsgebonden beschermlaag, versie 1.3, vastgesteld op 30 oktober 2014.

Protocol 7711- Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voegafdichting, versie 1.3, vastgesteld op 30 oktober 2014, met wijzigingsblad van 18 februari 2016.

2

Afgeven van kwaliteitsverklaringen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b

BRL 1004-01 Kalkzandsteen, versie van 25 mei 2016.

BRL 1328-03 Pleistersystemen, versie van 30 juni 2016.

BRL 2307-2 AEC-bodemas voor ongebonden toepassing in grond en wegenbouwkundige werken, versie van 13 mei 2015.

 
   

BRL 2506-2 Recyclinggranulaten, versie van 30 juni 2016.

 
   

BRL 5068 Cellenbeton voor toepassing in buitenwanden (type B-wanden) in bouwwerken, versie van 5 juli 1999, met wijzigingsblad van 9 juni 2016.

 
   

BRL 5070 Vooraf vervaardigde betonproducten, versie van 16 april 2015.

 
   

BRL 5071 Vooraf vervaardigde vezelcement producten, versie van 16 april 2015. Tot 1 januari 2017 is het toegestaan BRL 1103 Daken en gevels met geprofileerde vezelcementplaten, versie van 20 januari 2006, met wijzigingsblad van 31 december 2014, toe te passen.

BRL 5076 Vooraf vervaardigde polymeerbeton producten, versie van 16 april 2015.

 
   

BRL 52230 Keramische producten, versie van 22 april 2015.

 
   

BRL 9301 Mijnsteen voor GWW-werken, versie van 25 februari 2016.

 
   

BRL 9302-2 E-bodemas in ongebonden toepassing, versie van 8 mei 2015.

 
   

BRL 9313 Zand uit dynamische wingebieden, versie van 29 november 2012, met wijzigingsblad van 13 mei 2015.

 
   

BRL 9315 De milieuhygiënische kwaliteit van geëxpandeerde kleikorrels voor ongebonden toepassing in werken, versie van 9 april 2008.

BRL 9317 Poreus gesteente van vulkanische oorsprong, versie van 13 mei 2015.

BRL 9319 De milieuhygiënische kwaliteit van drinkwaterreststoffen voor toepassing in grondwerken, versie van 31 augustus 2009.

BRL 9320 Bitumineus gebonden mengsels, versie van 24 april 2009, met wijzigingsblad van 31 december 2014.

BRL 9321 Milieuhygiënische kwaliteit van industriezand en (gebroken) industriegrind, versie van 4 november 2014.

BRL 9322 Mengsels van cementgebonden minerale reststoffen, versie van 1 maart 2016 met wijzigingsblad van 2 september 2016.

BRL 9324 Groevesteen in ongebonden toepassing, versie van 13 mei 2015.

 
   

BRL 9326 Schelpen, versie van 15 september 2011, met wijzigingsblad van 13 mei 2015.

 
   

BRL 9327 Milieuhygiënische kwaliteit van bitumineuze afdichtingsmaterialen voor toepassing in waterkerende en waterafdichtingssystemen, versie van 15 september 2008, met wijzigingsblad van 31 december 2014.

BRL 9335 Grond, versie van 12 september 2014 en de bijbehorende SIKB protocollen 9335-1, 9335-2 en 9335-4, versie van 5 september 2014, met wijzigingsblad versie 1 van 10 maart 2016. Tot 1 september 2017 is het toegestaan om de hiervoor genoemde versies zonder het wijzigingsblad toe te passen.

De essentiële eisen ILT-toezicht uit BRL 9335, Protocol 9335-1, Protocol 9335-2 onderscheidenlijk Protocol 9335-4, zoals aangegeven in het document Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 6 oktober 2016.

BRL 9336 Milieuhygiënische kwaliteit van E-Vliegas in ongebonden toepassing, versie van 4 november 2014.

BRL 9337 De milieuhygiënische kwaliteit van polymeergebonden steenslag voor toepassing in GWW-werken, versie van 2 november 2009.

 
   

BRL 9338 Cementgebonden mortel, versie van 17 juni 2016.

BRL 9339 De milieuhygiënische kwaliteit van duurzaam waterglasgebonden grond voor in situ toepassing in bouwkundige en civieltechnische werken, versie van 26 mei 2015.

BRL 9341 Steenachtige substraten, versie van 25 februari 2016.

BRL 9345 Slakken en slakmengsels voor toepassing in GWW-werken, van 7 oktober 2015.

 

3

Analyse van bouwstoffen, grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c

NEN-EN-ISO/IEC 17025 Algemene eisen voor de bekwaamheid van beproevings- en kalibratielaboratoria, versie van 2005 +C1:2007.

AP 04-A, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Algemeen, versie 9, vastgesteld op 23 juni 2016. Tot 1 september 2017 is het toegestaan om versie 8, vastgesteld op 3 oktober 2013, toe te passen.

 
   

AP 04-V, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Monstervoorbehandeling, versie 10, vastgesteld op 23 juni 2016. Tot 1 september 2017 is het toegestaan om versie 9, vastgesteld op 3 oktober 2013, toe te passen.

 
   

AP 04-SG, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Samenstelling grond, versie 12, vastgesteld op 23 juni 2016. Tot 1 september 2017 is het toegestaan om versie 11, vastgesteld op 3 oktober 2013, toe te passen.

Pakket SG1.

Pakket SG2.

Pakket SG3.

Pakket SG4.

Pakket SG5.

Pakket SG6.

Pakket SG7.

Pakket SG8.

   

AP 04-SB, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Samenstelling bouwstoffen (niet zijnde grond en afvalstoffen), versie 9, vastgesteld op 23 juni 2016. Tot 1 september 2017 is het toegestaan om versie 8, vastgesteld op 3 oktober 2013, toe te passen.

Pakket SB1.

Pakket SB2.

Pakket SB3.

Pakket SB4.

Pakket SB5.

   

AP 04-U, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Uitloogonderzoek, versie 9, vastgesteld op 23 juni 2016. Tot 1 september 2017 is het toegestaan om versie 8, vastgesteld op 3 oktober 2013, toe te passen.

Pakket U1.

Pakket U2.

Pakket U3.

   

AP 04-E, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Analyse van eluaten, versie 9, vastgesteld op 23 juni 2016. Tot 1 september 2017 is het toegestaan om versie 8, vastgesteld op 3 oktober 2013, toe te passen.

 

4

Analyse voor milieuhygiënisch bodemonderzoek, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d

NEN-EN-ISO/IEC 17025 Algemene eisen voor de bekwaamheid van beproevings- en kalibratielaboratoria, versie van 2005 +C1:2007.

 
   

AS SIKB 3000, Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek, versie 7, vastgesteld op 23 juni 2016. Tot 1 september 2017 is het toegestaan om versie 6, met wijzigingsblad van 2 oktober 2014, toe te passen.

Protocol 3001, Conserveringsmethoden en conserveringstermijnen voor milieumonsters, versie 4 van 2 oktober 2014.

     

Protocollen 3010 t/m 3090, Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek, versie 8, vastgesteld op 23 juni 2016. Tot 1 september 2017 is het toegestaan om versie 7, vastgesteld op 3 oktober 2013, toe te passen.

     

Protocollen 3110 t/m 3190, Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en Grondwateronderzoek, versie 7, vastgesteld op 23 juni 2016. Tot 1 september 2017 is het toegestaan om versie 6, vastgesteld op 3 oktober 2013, toe te passen.

     

Protocollen 3210 t/m 3290, Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek, versie 5, vastgesteld op 23 juni 2016. Tot 1 september 2017 is het toegestaan om versie 4, vastgesteld op 3 oktober 2013, toe te passen.

5

Bewerking van verontreinigde grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e

BRL SIKB 7500, Beoordelingsrichtlijn Bewerken van verontreinigde grond en baggerspecie, versie 4.0, vastgesteld op 17 april 2014, met Wijzigingsblad van 10 maart 2016. De volgende werkgebieden worden onderscheiden in BRL SIKB 7500, Protocol 7510:

Thermische reiniging;

Extractieve reiniging;

Biologische reiniging;

Koude immobilisatie;

Fysische scheiding (nat- en droog zeven).

De essentiële eisen ILT-toezicht uit BRL SIKB 7500, zoals aangegeven in het document Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 6 oktober 2016.

Protocol 7510, Procesmatige ex situ reiniging van grond en baggerspecie, versie 4.0, vastgesteld op 17 april 2014, met wijzigingsblad van 10 maart 2016.

Protocol 7511, Landfarming, ontwatering, rijping en zandscheiding van baggerspecie, versie 3.0.1, vastgesteld op 12 december 2013, met wijzigingsblad van 10 maart 2016.

De essentiële eisen ILT-toezicht uit Protocol 7510, onderscheidenlijk Protocol 7511, zoals aangegeven in het document Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 6 oktober 2016.

6

Certificering van personen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f

NEN-EN-ISO/IEC 17065:2012, Conformiteitsbeoordeling-Eisen voor certificatie-instellingen die certificaten toekennen aan producten, processen en diensten en een of meerdere normdocumenten die zijn opgenomen in deze tabel met uitzondering van de normdocumenten die zijn opgenomen bij categorie 2.

7

Periodieke inspectie van bodembeschermende voorzieningen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g

AS SIKB 6700 – Inspectie bodembeschermende voorzieningen, versie 2.0, vastgesteld op 19 februari 2015, met wijzigingsblad van 18 februari 2016.

Protocol 6701 – Visuele inspectie vloeistofdichtheid, versie 2.0, vastgesteld op 19 februari 2015, met wijzigingsblad van 18 februari 2016.

Protocol 6702 – Geo-elektrische meting vloeistofdichtheid, versie 2.0, vastgesteld op 19 februari 2015.

Protocol 6703 – Hydrologische meting vloeistofdichtheid, versie 2.0, vastgesteld op 19 februari 2015.

Protocol 6704 – Meten vloeistofdichtheid met luchttestsysteem, versie 2.0, vastgesteld op 19 februari 2015.

Protocol 6711 – Visuele inspectie vloeistofdichtheid minerale lagen, versie 1.0, vastgesteld op 19 februari 2015.

8

Milieukundige begeleiding, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h

BRL SIKB 6000, Beoordelingsrichtlijn Milieukundige begeleiding van (water)bodemsaneringen, ingrepen in de waterbodem en nazorg, versie 4.2, vastgesteld op 2 oktober 2014, met wijzigingsblad van 10 maart 2016. De volgende werkgebieden worden onderscheiden in BRL SIKB 6000: - Verificatie; - Processturing

De essentiële eisen ILT-toezicht uit BRL SIKB 6000, zoals aangegeven in het document Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 6 oktober 2016.

Protocol 6001, Milieukundige begeleiding van landbodemsanering met conventionele methoden en nazorg, versie 4.0, vastgesteld op 13 december 2012, met wijzigingsblad van 10 maart 2016.

Protocol 6002, Milieukundige begeleiding van landbodemsanering met in situ methoden en nazorg, versie 4.0, vastgesteld op 13 december 2012, met wijzigingsblad 10 maart 2016.

Protocol 6003, Milieukundige begeleiding van ingrepen in de waterbodem en uitvoering van waterbodem-saneringen, versie 3.2, vastgesteld op 12 december 2013, met wijzigingsblad van 10 maart 2016.

     

Dezelfde documenten als bij onderdeel verificatie

De essentiële eisen ILT-toezicht uit Protocol 6001, Protocol 6002, onderscheidenlijk Protocol 6003, zoals aangegeven in het document Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 6 oktober 2016.

   

of

of

   

BRL SIKB 7000- Uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem, versie 5, vastgesteld op 19 juni 2014, met wijzigingsblad van 12 februari 2015.

De volgende werkgebieden worden onderscheiden in BRL SIKB 7000:

– Processturing.

Protocol 7002 – Uitvoering van landbodemsaneringen met in situ methoden, versie 2.3, vastgesteld op 12 december 2013.

9

Monsterneming bij partijkeuringen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i (zie noot 1 en noot 3)

BRL SIKB 1000, Beoordelingsrichtlijn Monsterneming voor partijkeuringen, versie 8.2, vastgesteld op 2 oktober 2014, met wijzigingsblad van 10 maart 2016.

of

AS SIKB 1000, Accreditatieschema Monsterneming voor partijkeuringen, versie1.1, vastgesteld op 4 maart 2010, met wijzigingsblad van 10 maart 2016.

De essentiële eisen ILT-toezicht uit BRL SIKB 1000, onderscheidenlijk AS SIKB 1000, zoals aangegeven in het document Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 6 oktober 2016.

Protocol 1001, Monsterneming voor partijkeuringen grond en baggerspecie, versie 2.1, vastgesteld op 12 december 2013, met wijzigingsblad van 10 maart 2016.

Protocol 1002, Monsterneming voor partijkeuringen niet-vormgegeven bouwstoffen, versie 2.1, vastgesteld op 12 december 2013, met wijzigingsblad van10 maart 2016.

Protocol 1003, Monsterneming voor partijkeuringen vormgegeven bouwstoffen, versie 2.1, vastgesteld op 12 december 2013, met wijzigingsblad van 10 maart 2016.

De essentiële eisen ILT-toezicht uit Protocol 1001, Protocol 1002, onderscheidenlijk Protocol 1003, zoals aangegeven in het document Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 6 oktober 2016.

10

Produceren van bouwstoffen, grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j

De normdocumenten die bij categorie 2 zijn opgenomen.

11

Uitvoering van een sanering van de bodem, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k

BRL SIKB 7000 – Uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem, versie 5, vastgesteld op 19 juni 2014, met wijzigingsblad van 12 februari 2015.

Protocol 7001 – Uitvoering van landbodemsanering met conventionele methoden, versie 4.2, vastgesteld op 12 december 2013.

Protocol 7002 – Uitvoering van landbodemsaneringen met in situ methoden, versie 2.3, vastgesteld op 12 december 2013.

Protocol 7003 – Uitvoering van waterbodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem, versie 3.2, vastgesteld op 12 december 2013.

Protocol 7004 – Tijdelijk uitplaatsen van grond, versie 1.1, vastgesteld op 12 december 2013.

12

Veldwerk, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder l (zie noot 2 en noot 3)

BRL SIKB 2000, Beoordelingsrichtlijn Veldwerk bij milieuhygiënisch bodem- en waterbodemonderzoek, versie 5, vastgesteld op 12 december 2013, met wijzigingsblad van10 maart 2016.

of

AS SIKB 2000, Accreditatieschema Veldwerk bij Milieuhygiënisch Bodem- en waterbodemonderzoek, versie 2.8, vastgesteld op 7 februari 2014, met wijzigingsblad van 10 maart 2016.

De essentiële eisen ILT-toezicht uit BRL SIKB 2000, onderscheidenlijk AS SIKB 2000, zoals aangegeven in het document Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 6 oktober 2016.

Protocol 2001, Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen, versie 3.2, vastgesteld op 12 december 2013, met wijzigingsblad van10 maart 2016. Protocol 2002, Het nemen van grondwatermonsters, versie 4, vastgesteld op 12 december 2013.

Protocol 2003, Veldwerk bij milieuhygiënisch waterbodemonderzoek, versie 2.2, vastgesteld op 10 maart 2016.

Protocol 2018, Locatie inspectie en monsterneming van asbest in bodem, versie 3.2, vastgesteld 10 maart 2016.

De essentiële eisen ILT-toezicht uit Protocol 2001, Protocol 2002, Protocol 2003, onderscheidenlijk Protocol 2018, zoals aangegeven in het document Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 6 oktober 2016.

13

Verwijderen, onklaar maken, reparatie en installeren ondergrondse opslagtanks, leidingen en appendages, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder m.

BRL-K903, Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor de Regeling Erkenning Installateurs Tankinstallaties, KIWA Nederland B.V., versie 08, vastgesteld op 1 februari 2011 met wijzigingsbladen van 14 februari 2015, 1 april 2015 en 21 september 2015.

BRL-K902, Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor Tanksanering HBO/diesel, KIWA Nederland B.V., versie 04, vastgesteld op 26 juli 2011 met wijzigingsbladen van 14 september 2012 en 29 mei 2015.

BRL K904, Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor Tanksaneringen, KIWA Nederland B.V., versie 4, vastgesteld op 15 juni 2016.

BRL K905, Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor Tankreiniging, KIWA Nederland B.V., versie 3 vastgesteld op 1 maart 2016. Tot 1 juni 2017 is toegestaan versie 02 vastgesteld op 1 juni 2000, toe te passen.

 

14

Beoordeling en keuring van ondergrondse opslagtanks, leidingen en appendages en daarbij behorende voorzieningen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder n.

AS SIKB 6800 – Controle en keuring tank(opslag)installaties, versie 1.3 vastgesteld op 20 februari 2014, met wijzigingsblad van 18 februari 2016.

Protocol 6801 – Controle bekleding en kathodische bescherming van ondergrondse tanks en ondergronds leidingwerk behorende bij onder- of bovengrondse tanks, versie 1.3, vastgesteld op 20 februari 2014.

Protocol 6802 – Controle op water/bezinksel/micro-organismen in onder- en bovengrondse tanks, versie 1.3, vastgesteld 20 februari 2014, met wijzigingsblad van 18 februari 2016.

Protocol 6803 – Controle aarding en potentiaalvereffening, van ondergrondse tanks en ondergronds leidingwerk behorende bij onder- of bovengrondse tanks, versie 1.3, vastgesteld op 20 februari 2014, met wijzigingsblad van 18 februari 2016.

Protocol 6811 – Keuring van ondergrondse tanks of ondergronds leidingwerk behorende bij onder- of bovengrondse tanks; uitvoeren bodemweerstandsmeting, versie 1.3, vastgesteld op 20 februari 2014, met wijzigingsblad van 18 februari 2016.

15

Inspecteren van de aanleg van een werk met isolerende voorzieningen bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder o.

AS SIKB 6900, Accreditatieschema Inspectie werk met IBC-bouwstof, versie 1.0, vastgesteld op 28 februari 2013 met wijzigingsblad van 30 oktober 2014.

Protocol 6901, Inspectie bij aanleg IBC-werk, versie 1.0, vastgesteld op 28 februari 2013, met wijzigingsblad van 30 oktober 2014.

16

Aanbrengen van isolerende voorzieningen bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder p.

BRL 1148, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor aanleg van afdichtingslagen met zandbentonietpolymeergel mengsel, 7 april 2014.

BRL 1149, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor verwerken van kunststof folie, 14 juni 2002, met wijzigingsblad van 21 maart 2005.

 

17

Controle van de staat van een werk, bedoeld in artikel 2.1., eerste lid, onder q.

AS SIKB 6900, Accreditatieschema Inspectie werk met IBC-bouwstof, versie 1.0, vastgesteld op 28 februari 2013, met wijzigingsblad van 30 oktober 2014.

Protocol 6902, Controle staat van het IBC-werk, versie 1.0, vastgesteld op 28 februari 2013, met wijzigingsblad van 30 oktober 2014.

18

Samenvoegen van verschillende partijen grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder r.

BRL 9335 Grond, versie van 12 september 2014 en de bijbehorende SIKB protocollen 9335-1, 9335-2 en 9335-4, versie van 5 september 2014, met wijzigingsblad versie 1 van 10 maart 2016. Tot 1 september 2017 is het toegestaan om de hiervoor genoemde versies zonder het wijzigingsblad toe te passen.

De essentiële eisen ILT-toezicht uit BRL 9335, zoals aangegeven in het document Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 6 oktober 2016.

of

BRL SIKB 7500, Beoordelingsrichtlijn Bewerken van verontreinigde grond en baggerspecie, versie 4.0, vastgesteld op 17 april 2014, met wijzigingsblad van 10 maart 2016.

De essentiële eisen van BRL SIKB 7500, zoals aangegeven in BRL SIKB, Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 6 oktober 2016.

SIKB protocol 9335-1, versie van 5 september 2014, met wijzigingsblad van 10 maart 2016.

SIKB protocol 9335-2, versie van 5 september 2014, met wijzigingsblad van 10 maart 2016.

SIKB protocol 9335-4, versie van 5 september 2014 met wijzigingsblad van 10 maart 2016.

De essentiële eisen van Protocol 9335-1, Protocol 9335-2 onderscheidenlijk Protocol 9335-4, zoals aangegeven in BRL SIKB, Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 6 oktober 2016.

of

Protocol 7510, Procesmatige ex situ reiniging van grond en baggerspecie, versie 4.0, vastgesteld op 17 april 2014, met wijzigingsblad van 10 maart 2016.

Protocol 7511, Landfarming, ontwatering, rijping en zandscheiding van baggerspecie, versie 3.0.1, vastgesteld op 12 december 2013, met Wijzigingsblad van 10 maart 2016.

De essentiële eisen van Protocol 7510, onderscheidenlijk Protocol 7511, zoals aangegeven in BRL SIKB, Essentiële eisen ILT-toezicht; Essentiële eisen voor publiek toezicht op de erkenningsregeling bodembeheer door Inspectie Leefomgeving en Transport, versie van 6 oktober 2016.

19

Mechanisch boren in de bodem, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder s.

BRL SIKB 2100, Beoordelingsrichtlijn Mechanisch boren, versie 3.3, vastgesteld op 16 april 2015, met wijzigingsblad van 8 oktober 2015.

De volgende werkgebieden, worden onderscheiden in BRL SIKB 2100:

– mechanische boringen zonder waterdruk;

– mechanische boringen met waterdruk;

– mechanische luchtliftboringen.

of

BRL SIKB 7000- Uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in waterbodem, versie 5, vastgesteld op 19 juni 2014, met wijzigingsblad van 12 februari 2015.

Protocol 2101, Mechanisch boren, versie 3.3, vastgesteld op 16 april 2015, met wijzigingsblad van 8 oktober 2015.

of

Protocol 7002- Uitvoering van landbodemsaneringen met in situ methoden, versie 2.3, vastgesteld op 12 december 2013.

20

Keuren van mestbassins en afdekkingen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder t.

Beoordelingsrichtlijn BRL 2344 voor het Kiwa procescertificaat voor verlengen van de referentieperiode voor mestbassins en afdekkingen voor mestbassins, KIWA Nederland B.V., versie van 15 december 2012.

 

21

Ontwerpen, installeren, beheren en onderhouden van het ondergrondse deel van bodemenergiesystemen bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel u.

BRL SIKB 11000, Beoordelingsrichtlijn Ontwerp, Realisatie, Beheer en onderhoud ondergrondse deel bodemenergiesystemen, versie 2.0, vastgesteld op 2 oktober 2014, met wijzigingsblad van 8 oktober 2015. De volgende werkgebieden worden onderscheiden in BRL SIKB 11000:

1a. Ontwerpen op hoofdlijnen van open bodemenergiesystemen;

1b. Ontwerpen op hoofdlijnen van gesloten bodemenergiesystemen;

2a. Ontwerpen in detail van open bodemenergiesystemen;

2b. Ontwerpen in detail van gesloten bodemenergiesystemen;

3a. Installeren van open bodemenergiesystemen;

3b. Installeren van gesloten bodemenergiesystemen;

4a. Beheren en onderhouden van open bodemenergiesystemen;

4b. Beheren en onderhouden van gesloten bodemenergiesystemen.

Protocol 11001, Ontwerp, Realisatie, Beheer en onderhoud ondergrondse deel bodemenergiesystemen, versie 2.0, vastgesteld op 2 oktober 2014, met wijzigingsblad van 8 oktober 2015.

22

Ontwerpen, installeren en beheren van het bovengrondse deel van bodemenergiesystemen bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel v.

BRL KBI 6000 Deel 00, Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO INSTAL certificaat voor Ontwerpen, Installeren en Beheren van Installaties, Algemeen deel, vastgesteld op 30 april 2013, met wijzigingsblad van 30 september 2013.

en

BRL 6000 Deel 21, Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO INSTAL certificaat voor Ontwerpen, Installeren en Beheren van energiecentrales van bodemenergiesystemen, versie van 23 januari 2014 met wijzigingsblad van 1 september 2014.

De volgende werkgebieden worden onderscheiden in BRL KBI 21:

1. Ontwerpen van energiecentrales van bodemenergiesystemen van individuele woningen(ontwerpen, klein);

2. Installeren van energiecentrales van bodemenergiesystemen van individuele woningen(installeren, klein);

3. Beheren van energiecentrales van bodemenergiesystemen van individuele woningen (beheren, klein);

4.Ontwerpen van energiecentrales van bodemenergiesystemen van woongebouwen en/of utiliteitsgebouwen (ontwerpen, groot);

5. Installeren van energiecentrales van bodemenergiesystemen van woongebouwen en/of utiliteitsgebouwen (installeren, groot);

6. Beheren van energiecentrales van bodemenergiesystemen van woongebouwen en/of utiliteitsgebouwen (beheren, groot).

ISSO-publicatie 39

Energiecentrale met warmte- en koudeopslag (WKO). Ontwerp, realisatie en beheer, vastgesteld op 17 maart 2014.

ISSO-publicatie 44 Het ontwerp van hydraulische schakelingen voor verwarmen, vastgesteld op 5 november 1998.

ISSO-publicatie 47 Ontwerp hydraulische schakelingen voor koelen, vastgesteld op 17 maart 2005.

ISSO-publicatie 69 Model voor de beschrijving van de werking van een klimaatinstallatie, vastgesteld op 8 november 2002.

ISSO-publicatie 72

Ontwerp van individuele en klein elektrische warmtepomp-systemen voor woningen, vastgesteld op 5 maart 2014.

ISSO-publicatie 76 Montage- en materiaalspecificaties voor warmwater-verwarmingsinstallaties, vastgesteld op 24 mei 2005.

ISSO-publicatie 80 Handboek integraal ontwerpen van collectieve installaties met warmtepompen in woningbouw, vastgesteld op 18 januari 2007.

Noot 1

Onder een werkzaamheid als bedoeld in categorie 9 wordt niet verstaan:

a. het assisteren van een medewerker van een persoon of instelling die voor die werkzaamheid is erkend, bij het verrichten van handelingen ten behoeve van een zodanige werkzaamheid waarvoor die medewerker op de erkenning is vermeld,

b. voor zover de assistentie wordt verleend door een medewerker van een persoon of instelling die voor een werkzaamheid als bedoeld in categorie 8 of 12 is erkend, en die medewerker voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een zodanige werkzaamheid op de erkenning is vermeld,

c. voor zover de assistentie plaatsvindt onder toezicht en verantwoordelijkheid van de medewerker bedoeld onder a, en

d. voor zover niet tegelijkertijd ook door een andere persoon assistentie wordt verleend.

Noot 2

Onder een werkzaamheid als bedoeld in categorie 12 wordt niet verstaan:

a. het assisteren van een medewerker van een persoon of instelling die voor die werkzaamheid is erkend, bij het verrichten van handelingen ten behoeve van een zodanige werkzaamheid waarvoor die medewerker op de erkenning is vermeld,

b. voor zover de assistentie wordt verleend door een medewerker van een persoon of instelling die voor een werkzaamheid als bedoeld in categorie 8 of 9 is erkend, en die medewerker voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een zodanige werkzaamheid op de erkenning is vermeld,

c. voor zover de assistentie plaatsvindt onder toezicht en verantwoordelijkheid van de medewerker bedoeld onder a, en

d. voor zover niet tegelijkertijd ook door een andere persoon assistentie wordt verleend.

Noot 3

Onder een werkzaamheid als bedoeld in categorie 12 en 9 wordt niet verstaan:

a. het assisteren van een medewerker van een persoon of instelling die voor die werkzaamheid is erkend, bij het verrichten van handelingen ten behoeve van een zodanige werkzaamheid waarvoor die medewerker op de erkenning is vermeld,

b. voor zover de assistentie wordt verleend door een natuurlijke persoon in het kader van een stage ten behoeve van het door het genoten onderwijs in die werkzaamheid,

c. voor zover de assistentie plaatsvindt onder toezicht en verantwoordelijkheid van de medewerker bedoeld onder a, en

d. voor zover niet tegelijkertijd ook door een andere persoon assistentie wordt verleend.

TOELICHTING

Algemeen

1. Hoofdlijnen

Deze regeling wijzigt de Regeling bodemkwaliteit in verband met de actualisatie van de verwijzingen naar zogenaamde normdocumenten.

De Regeling bodemkwaliteit geeft een technische invulling van de regels van het Besluit bodemkwaliteit. Hierin is onder andere geregeld op welke wijze de kwaliteit van bouwstoffen, grond en baggerspecie wordt bepaald en aan de daarvoor geldende normen wordt getoetst.

Voorts geeft de Regeling bodemkwaliteit invulling aan de regels met betrekking tot de kwaliteitsborging in het bodembeheer, in de praktijk Kwalibo genoemd. Bepaalde werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door erkende personen of bedrijven. In de Regeling bodemkwaliteit zijn deze werkzaamheden aangewezen. Daarbij wordt voor elke werkzaamheid aangegeven volgens welke normdocumenten de werkzaamheid moet worden verricht. De normdocumenten vormen de grondslag voor het verlenen van certificaten en erkenningen. Zij worden door het bedrijfsleven (zowel uitvoerend als betalend) en de overheid samen opgesteld. Dit systeem beperkt de administratieve lasten voor bedrijven tot een minimum. Het stelsel van beoordelingsrichtlijnen, kwaliteitsverklaringen en certificaten levert onder meer een wettelijk bewijsmiddel. Indien hieraan is voldaan, geldt dit, zo lang het tegendeel niet is aangetoond, als bewijs dat een werkzaamheid overeenkomstig de wettelijke eisen is verricht.

Normdocumenten zijn niet statisch. Innovaties en veranderende inzichten kunnen aanleiding geven tot aanpassing van deze documenten. Een nadrukkelijke wens van het bedrijfsleven is dat de Regeling bodemkwaliteit hierop aansluit, zodat in de uitvoeringspraktijk kan worden gewerkt volgens de laatste inzichten en technieken. In verband hiermee wordt de Regeling bodemkwaliteit periodiek geactualiseerd. Hierdoor worden de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de regelgeving verbeterd en wordt bijgedragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van Kwalibo.

Met deze wijzigingsregeling worden in bijlage C verwijzingen naar een aantal normdocumenten geactualiseerd in verband met (mogelijke) strijdigheid van eerdere versies van die normdocumenten met de Europese Verordening bouwproducten (doorgaans aangeduid als CPR, de afkorting van Construction Products Regulation)1. In verband hiermee wordt in de nieuwe, via deze regeling in de Regeling bodemkwaliteit opgenomen, bijlage C, verwezen naar de aangepaste versies van die normdocumenten, waarin de mogelijke strijdigheid is opgeheven. De aanleiding voor deze aanpassing is toegelicht bij de vorige wijziging van de Regeling bodemkwaliteit.2 In de vorige wijzigingsregeling kon nog niet naar de aangepaste versies worden verwezen, omdat deze eerst als technische maatregel aan de Europese Commissie moesten worden genotificeerd en de beoogde datum van inwerkingtreding van die wijzigingsregeling, 1 september 2016, dan niet zou kunnen worden gehaald. In afwachting van de verwijzing naar de aangepaste versies, werd bij de vorige wijzigingsregeling in bijlage C nog naar de eerdere versies verwezen. De aanwijzing van de desbetreffende normdocumenten, die in bijlage C waren aangeduid met *, was beperkt tot de onderdelen van de eerdere versies van de normdocumenten, die waren gericht op het voorkomen of beperken van nadelige gevolgen voor het milieu, die kunnen worden veroorzaakt door de werkzaamheid waarop het desbetreffende normdocument betrekking heeft. De Europese verordening bouwproducten laat ruimte voor de aanwijzing van (nationale) normdocumenten die betrekking hebben op milieubescherming. Daarom was er ruimte om naar de milieu-onderdelen van de eerdere versies van de normdocumenten te verwijzen.

De eerdere, niet aangepaste, versies van de normdocumenten bevatten daarnaast echter ook onderdelen die niet op milieubescherming betrekking hebben en die mogelijk onverenigbaar zijn met de Europese verordening bouwproducten. Dit was reden voor de aanpassing van deze normdocumenten.

Voor de nieuwe versies is er geen reden meer om de aanwijzing van de desbetreffende normdocumenten tot milieubescherming te beperken.

Het gaat om de normdocumenten die in de artikelsgewijze toelichting bij artikel I zijn genoemd.

2. Administratieve lasten en nalevingskosten

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor de administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven. De structurele administratieve lasten zijn berekend in het kader van het Besluit bodemkwaliteit waarop de Regeling bodemkwaliteit is gebaseerd. Deze totale structurele administratieve lasten zijn becijferd op circa € 3,7 miljoen per jaar. Er zijn evenmin gevolgen voor de nalevingskosten.

3. Wettelijke grondslagen

De regeling is gebaseerd op artikel 25, eerste lid, van het Besluit bodemkwaliteit. Op grond van die bepaling kunnen bij ministeriële regeling normdocumenten worden aangewezen.

4. Consultatie

Signalen over mogelijke uitvoeringsknelpunten, te actualiseren normdocumenten of fouten in het Besluit bodemkwaliteit of de Regeling bodemkwaliteit komen binnen bij Bodem+, de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu die is ondergebracht bij Rijkswaterstaat. Bodem+ heeft de implementatie van het Besluit bodemkwaliteit sinds de inwerkingtreding in 2008 ondersteund.

De normdocumenten die in de wijzigingsregeling worden gewijzigd, zijn vastgesteld door landelijke organen waarin alle betrokken partijen zijn vertegenwoordigd. Gelet op de nauwe betrokkenheid van decentrale overheden en bedrijfsleven bij de actualisatie van de normdocumenten en daarmee bij de totstandkoming van de wijzigingsregeling wordt een aparte (internet)consultatieronde voor reguliere wijzigingen van de Regeling bodemkwaliteit in dit geval achterwege gelaten.

Naar aanleiding van de internetconsultatie over wijziging 2016.2 van de Regeling bodemkwaliteit3 werd in de toelichting opgemerkt dat het verzoek van het SIKB (Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging bodembeheer) om een aanpassing van de regeling in bijlage C betreffende de inzet van veldmedewerkers zou worden meegenomen bij de voorbereiding van de eerstvolgende reguliere wijziging van de Regeling bodemkwaliteit, te weten de onderhavige regeling (wijziging 2017.1). Dat is inderdaad gebeurd. Het ministerie heeft een voorstel tot wijziging van de regeling inzake veldmedewerkers voorgelegd aan de sector. Omdat het overleg hierover nog niet is afgerond, kon de wijziging nog niet in de onderhavige regeling worden opgenomen.

5. Notificatie

De ontwerpregeling is voorgelegd aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (notificatienummer 2016-0480-NL) teneinde aldus te voldoen aan artikel 8, eerste lid, van Richtlijn 98/34/EG van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 217). Verschillende onderdelen van artikel I kunnen namelijk technische voorschriften bevatten. De stand still-termijn eindigde op 14 december 2016. Er zijn naar aanleiding van deze notificatie geen opmerkingen ontvangen.

Artikelsgewijs

Artikel I

Bijlage C bij de Regeling bodemkwaliteit wordt vervangen door een geactualiseerde bijlage.

Van de volgende normdocumenten is een nieuwe versie opgenomen die in overeenstemming is gebracht met de Europese verordening bouwproducten.

  • BRL 1004 Kalkzandsteen, versie van 31 oktober 2011, met wijzigingsblad van 31 december 2014 wordt vervangen door BRL 1004-01 Kalkzandsteen, versie van 25 mei 2016.

  • BRL 1328 Buitengevelisolatiesystemen met gepleisterde afwerking, versie van 14 november 2004, met wijzigingsblad van 7 oktober 2015, wordt vervangen door BRL 1328-03 Pleistersystemen, versie van 30 juni 2016.

  • BRL 2506 Recyclinggranulaten, versie van 29 november 2012, met wijzigingsblad van 31 december 2014, wordt vervangen door BRL 2506-2 Recyclinggranulaten, versie van 30 juni 2016.

  • BRL 5068 Cellenbeton voor toepassing in buitenwanden(type B-banden) in bouwwerken, versie van 5 juli 1999, met wijzigingsblad van 31 december 2014, wordt vervangen door BRL 5068 Cellenbeton voor toepassing in buitenwanden(type B-banden) in bouwwerken, versie van 5 juli 1999, met wijzigingsblad van 9 juni 2016.

  • BRL 9338 Betonmortel en andere cementgebonden mortels, versie van 25 juni 2013 wordt vervangen door BRL 9338 Cementgebonden mortel, versie van 17 juni 2016.

Daarnaast zijn er enkele andere wijzigingen in bijlage C aangebracht.

BRL 9322 Mengsels van cementgebonden minerale reststoffen, versie van 1 maart 2016, krijgt een nieuw wijzigingsblad van 2 september 2016. Hierin zijn enkele onjuistheden gerepareerd.

Bij de normdocumenten BRL 2506-2 en BRL 9338 betreft het tevens een verbreding van de scope. In de BRL 2506-2 gaat BRL 9311 op. BRL 9311 is uit bijlage C geschrapt. In BRL 9338 gaan de normdocumenten BRL 1905 en BRL 2353 op. BRL 1905 en BRL 2353 zijn daarmee uit bijlage C geschrapt.

De weergegeven wijzigingen van bovengenoemde normdocumenten hebben voor burgers en bedrijfsleven geen significant effecten en brengen geen extra kosten mee.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 februari 2017.

Bij de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding is afgeweken van de vaste verandermomenten (Aanwijzing voor de regelgeving 174, tweede lid). Bovendien is afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van 2 maanden (Aanwijzing voor de regelgeving 174, derde lid).

De reden van deze afwijkingen is dat uitstel van de inwerkingtreding tot 1 april 2017 overeenkomstige beide genoemde aanwijzingen aanmerkelijke ongewenste private of publieke voor- of nadelen voor de doelgroep kan hebben, die door de afwijking kunnen worden voorkomen (onderdeel a). De gewijzigde normdocumenten worden in het privaatrechtelijke toezicht namelijk al door de certificatie-instellingen toegepast. De Regeling bodemkwaliteit sluit hierdoor niet meer volledig aan op de uitvoeringspraktijk. Met de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling kan die aansluiting eerder worden verwezenlijkt.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Verordening (EU) Nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad.

X Noot
2

Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 23 augustus 2016, nr. IENM/BSK-2016/161636, tot wijziging van de Regeling bodemkwaliteit (actualisering verwijzingen normdocumenten 2016.2) en enkele andere ministeriële regelingen (verwijzing naar normdocumenten) (Stcrt. 2016, 44654).

X Noot
3

Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 23 augustus 2016, nr. IENM/BSK-2016/161636, houdende vaststelling/tot wijziging van de Regeling bodemkwaliteit (actualisering verwijzingen normdocumenten 2016.2) en enkele andere ministeriële regelingen (verwijzing naar normdocumenten) (Stcrt. 2016, 44 654).

Naar boven