Wijziging opsporingsvergunning koolwaterstoffen Q13b, Ministerie van Economische Zaken

14 juni 2017

DGETM-EO / 17085187

Procesverloop:

  • ENGIE E&P Nederland B.V. (hierna: ENGIE), voorheen: GDF SUEZ E&P Nederland B.V., is houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken (hierna: EZ) verleende opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen van 30 april 2015 met kenmerk DGETM-EM/15048685 (Stcrt. 2015, nr. 13281) voor een deel van het blok Q13 (Q13b) van het continentaal plat, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart;

  • de vergunninghouder heeft, bij brief gedateerd 15 december 2016, ontvangen 16 december 2016, een aanvraag ingediend om wijziging van het werkprogramma en verkleining van het gebied waarvoor de vergunning koolwaterstoffen Q13b geldt.

Gelet op:

Artikel 18 van de Mijnbouwwet.

Besluit:

Artikel 1

Artikel 3 Opsporingsvergunning koolwaterstoffen Q13b, Artikel 2 van het besluit van 30 april 2015, met kenmerk DGETM-EM/15048685, komt als volgt te luiden:

Het blokdeel Q13b wordt begrensd door de grootcirkels tussen de puntenparen A–B, B–C, D–E, E–F, F–G, G–H, H–I en A–I en de lijn als vastgelegd in de bijlage van de Mijnbouwwet zoals die tot 1 januari 2017 gold, tussen het snijpunt van deze lijn met de grootcirkel tussen het puntenpaar B–C en het snijpunt van deze lijn met de grootcirkel tussen het puntenpaar D–E.

De punten zijn als volgt gedefinieerd:

punt

º

’’ O.L.

º

’’ N.B.

A

3

59

55,158

52

19

57,143

B

4

7

53,169

52

19

57,149

C*

4

18

59,797

52

13

29,054

D*

4

14

49,127

52

9

57,135

E

4

10

55,192

52

9

57,132

F

4

10

55,189

52

11

27,135

G

4

6

55,179

52

13

42,137

H

4

4

25,179

52

11

57,132

I

3

59

55,165

52

15

57,136

*) betreft punt in de nabijheid van bovengenoemde lijn

Artikel 2

Artikel 3 Opsporingsvergunning koolwaterstoffen Q13b, Artikel 4 van het besluit van 30 april 2015, met kenmerk DGETM-EM/15048685, komt als volgt te luiden:

De vergunninghouder overlegt uiterlijk voor afloop van het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning aan de Minister van Economische Zaken een geactualiseerd werkprogramma dat voorziet in een onvoorwaardelijke boring uiterlijk in het vierde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning.

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, namens deze: J.M.C. Smallenbroek Directeur Energie en Omgeving

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven