Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 20 juni 2017, nr. IENM/BSK-2017/126785 tot wijziging van de Regeling genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 (aanpassing bijlagen 2, 4 en 7)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 2.2, eerste lid, en 2.10, eerste lid, van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 wordt als volgt gewijzigd:

A

Lijst A1 van bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. De volgende geslachten met de daarbij behorende soorten van gastheerorganismen worden in de alfabetische rangschikking ingevoegd:

Agrocybe

aegerita

Corynascus

fumimontanus

Myceliophthora

fergusii

thermophila

Panellus

stipticus

2. De tweede vermelding van het geslacht ‘Aspergillus’ vervalt.

3. Bij de volgende geslachten worden in de alfabetische rangschikking de volgende soorten van gastheerorganismen ingevoegd:

Methylobacterium

mesophilicum

Penicillium

roqueforti

Talaromyces

columbinus

Trametes

ochracea

B

1. De tabel in § 4.1.1 van bijlage 4 wordt als volgt gewijzigd:

  • a. Bij de families, hierna genoemd in de eerste kolom, worden de in die kolom opgenomen geslachten van pathogene virussen met de daarbij behorende soort in de tweede kolom in de alfabetische rangschikking ingevoegd en de klasse in de derde of vierde kolom:

       

    Klasse

    Familie

    Soort (Species)

    Dier- en humaan pathogene virussen

    Strikt dier-pathogene virussen

     

    Geslacht (Genus)

    Flaviviridae

         
     

    Pestivirus

    Atypical porcine pestivirus

     

    2

    Iridoviridae

         
     

    Megalocytivirus

    Red sea bream iridovirus

     

    2

     

    Unassigned

    Scale drop disease virus

     

    2

    Nodaviridae

         
     

    Betanodavirus

    Barfin flounder nervous necrosis virus

     

    2

     

    Betanodavirus

    Redspotted grouper nervous necrosis virus

     

    2

     

    Betanodavirus

    Tiger puffer nervous necrosis virus

     

    2

     

    Betanodavirus

    Turbot nodavirus

     

    2

    Orthomyxoviridae

         
     

    Isavirus

    Infectious salmon anemia virus

     

    2

     

    Unassigned

    Tilapia lake virus

     

    2

    Reoviridae

         
     

    Orthoreovirus

    Piscine orthoreovirus

     

    2

    Togaviridae

         
     

    Alphavirus

    Venezuelan equine encephalitis virus, vaccinstam TC-83

    2

     
  • b. Bij de familie ‘Flaviviridae’ wordt bij het geslacht ‘Hepacivirus’ en de soort ‘Hepatitis C virus’ de klasse ‘3’ in de derde kolom vervangen door: 2.

C

In de tabel in bijlage 7 worden de volgende genetisch gemodificeerde plantensoorten in de alfabetische rangschikking ingevoegd in de eerste kolom waarbij de daarbij behorende aanvullende voorschriften in de tweede en derde kolom worden ingevoegd en de bijzondere kenmerken in de vierde kolom:

Genetisch gemodificeerde plantensoort

Aanvullende voorschriften in PKa-I, PCM-I, PCM-II-k, PKM-I of PKM-II-k voor:

Aanvullende voorschriften in PC-I of PKb-I, voor:

Bijzonder kenmerk van de plant of ten aanzien van (zaad)verspreiding

Aethionema arabicum

gemakkelijke zaadverspreiders

gemakkelijke zaadverspreiders

plakkerig zaad met uitsteeksels na imbibitie

Cardamine flexuosa

insectenbestuivers en gemakkelijke zaadverspreiders

gemakkelijke zaadverspreiders

zaaddozen schieten zaad weg

Cardamine hirsuta

insectenbestuivers en gemakkelijke zaadverspreiders

gemakkelijke zaadverspreiders

zaaddozen schieten zaad weg

Cleome gynandra

n.v.t.

n.v.t.

 

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

TOELICHTING

Inleiding

De Regeling genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 (hierna: Regeling ggo) bevat technische voorschriften voor activiteiten met genetisch gemodificeerde organismen (hierna: ggo's).

De Regeling ggo bevat een aantal bijlagen die van toepassing zijn op het doen van een risicobeoordeling voor activiteiten met ggo's in ingeperkte ruimten. Deze bijlagen moeten regelmatig worden aangepast om te voldoen aan de laatste stand van de techniek.

Aanpassing bijlage 2

Op lijst A1 van bijlage 2 bij de Regeling ggo zijn de gastheerorganismen opgenomen waarvan is vastgesteld dat zij geschikt zijn voor de vervaardiging van ggo’s van inperkingsniveau I. Via artikel 16 van de Regeling ggo werkt bijlage 2 ook door in de reguliere risicobeoordeling overeenkomstig bijlage 5 bij de Regeling ggo. Sinds de wijzigingsregeling van 1 april 20171 is voor een aantal nieuwe gastheerorganismen vastgesteld dat zij geschikt zijn voor de vervaardiging van ggo's van inperkingsniveau I. Deze wijzigingsregeling strekt ertoe deze organismen op te nemen op lijst A1 van bijlage 2.

Aanpassing bijlagen 4 en 7

In bijlage 4 bij de Regeling ggo zijn de pathogene micro-organismen opgenomen, waarvan de klasse van pathogeniteit is vastgesteld. In bijlage 7 bij de Regeling ggo zijn de planten opgenomen waarvoor de categorie van fysische inperking is vastgesteld. Sinds de wijzigingsregeling van 1 april 2017 is voor een aantal nieuwe pathogene micro-organismen de klasse van pathogeniteit vastgesteld en sinds de wijzigingsregeling van 1 januari 20172 is voor een aantal nieuwe planten de categorie van fysische inperking vastgesteld. Deze wijzigingsregeling strekt ertoe om deze pathogene micro-organismen en planten toe te kunnen passen bij de risicobeoordeling overeenkomstig bijlage 5 bij de Regeling ggo. Daarvoor is het overeenkomstig artikel 16 van de Regeling ggo noodzakelijk deze gastheerorganismen op te nemen in bijlage 4 en 7 bij de Regeling ggo.

Voor een verdere toelichting op de klassen van pathogeniteit wordt verwezen naar de begripsomschrijving van micro-organismen van klasse 1, 2, 3 en 4 in artikel 2 van de Regeling ggo en de daarop betrekking hebbende passages in de toelichting bij die regeling3. Op de toepassing van bijlage 4 bij de Regeling ggo wordt ook ingegaan in de inleiding die in bijlage 4 is opgenomen. Ook bijlage 7 bij de Regeling ggo behelst passages over de toepassing van de bijlage.

Aanpassingen van ondergeschikte betekenis

De aanpassingen kunnen worden gekenschetst als aanpassingen aan de stand van de techniek en zijn met het oog op inspraak dan ook aanpassingen van ondergeschikte betekenis. Gelet hierop is, met toepassing van artikel 1.9, tweede lid, onderdeel b, van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 (hierna: Besluit ggo), afgezien van voorpublicatie. Vanwege het feit dat deze wijzigingsregeling geen ingrijpende verandering teweegbrengt in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en evenmin ingrijpende gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk kon worden afgezien van internetconsultatie. Voor de doelgroep bieden de aanpassingen het grote voordeel dat voor de risicobeoordeling door middel van een kennisgeving gebruik kan worden gemaakt van de in de bijlagen opgenomen organismen en niet door elke aanvrager een verzoek hoeft te worden gedaan voor een individueel besluit op grond van artikel 2.8 van het Besluit ggo. Bij een dergelijke aanvraag moet een groot aantal gegevens worden aangeleverd. Er geldt een beslistermijn van 45 dagen. Vervolgens kan men pas een kennisgeving of een vergunningaanvraag doen nadat het besluit is genomen en daarna kan pas gebruik worden gemaakt van die organismen.

Inwerkingtreding

Overeenkomstig het stelsel van vaste verandermomenten, treedt deze wijzigingsregeling in werking met ingang van 1 juli 2017. Er wordt afgeweken van de invoeringstermijn van ten minste twee maanden. In dit geval is het gerechtvaardigd omdat dit, gelet op de doelgroep, aanmerkelijke ongewenste private nadelen voorkomt. Met het voorkomen van private nadelen wordt bedoeld dat ieder lid van de doelgroep in staat moet worden gesteld zo spoedig mogelijk gebruik te maken van de aangepaste bijlagen zodat overige procedures van individuele besluiten, zoals hierboven beschreven, worden voorkomen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma


X Noot
3

Stcrt. 2014, 11317, blz. 254 en 255

Naar boven