De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op de artikelen 2.2, eerste lid, en 2.10, eerste lid, van het Besluit genetisch
gemodificeerde organismen milieubeheer 2013;
BESLUIT:
ARTIKEL I
De Regeling genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 wordt als volgt
gewijzigd:
A
In lijst A1 van bijlage 2 worden de volgende geslachten met de daarbij behorende soorten
van gastheerorganismen in de alfabetische rangschikking ingevoegd:
Anabaena
|
variabilis stam ATCC 29413
|
Asaia
|
sp. SF2.1
|
B
De tabel in § 4.1.1 van bijlage 4 wordt als volgt gewijzigd:
a. De volgende familie van pathogene virussen en het daarbij behorende geslacht worden
in de alfabetische rangschikking ingevoegd in de eerste kolom waarbij de bij het geslacht
behorende soort in de tweede kolom wordt ingevoegd en de klasse in de vierde kolom:
|
|
Klasse
|
Familie
|
Soort (Species)
|
Dier- en humaan pathogene virussen
|
Strikt dier-pathogene virussen
|
|
Geslacht (Genus)
|
Iridoviridae
|
|
|
|
Iridovirus
|
Invertebrate iridescent virus 6
|
|
2
|
b. Bij de familie, hierna genoemd in de eerste kolom, wordt het in die kolom opgenomen
geslacht van pathogene virussen met de daarbij behorende soort in de tweede kolom
in de alfabetische rangschikking ingevoegd met de klasse in de derde kolom:
- c.
|
|
|
Klasse
|
Familie
|
Soort (Species)
|
Dier- en humaan pathogene virussen
|
Strikt dier-pathogene virussen
|
|
Geslacht (Genus)
|
Adenoviridae
|
|
|
|
Mastadenovirus
|
Chimpansee adenovirus type 3
|
2
|
|
d. Bij de familie ‘Picornaviridae’ wordt bij het geslacht ”Enterovirus” de soort ”Enterovirus
C Coxsackievirus A13, A17, A20, A24” vervangen door: Enterovirus C Coxsackievirus
A1, A11, A13, A17, A19 tot en met A22, A24.
C
In bijlage 7 worden de volgende genetisch gemodificeerde plantensoorten in de alfabetische
rangschikking ingevoegd in de eerste kolom waarbij de daarbij behorende aanvullende
voorschriften in de tweede en derde kolom worden ingevoegd en de bijzondere kenmerken
in de vierde kolom:
Genetisch gemodificeerde plantensoort
|
Aanvullende voorschriften in PKa-I, PCM-I, PCM-II-k, PKM-I of PKM-II-k voor:
|
Aanvullende voorschriften in PC-I of PKb-I, voor:
|
Bijzonder kenmerk van de plant of ten aanzien van (zaad)verspreiding
|
Asparagus officinalis
|
insectenbestuivers (alleen voor mannelijke planten)
|
|
Mogelijkheid tot vegetatieve vermeerdering via wortelstokken
|
Tagetes erecta
|
insectenbestuivers en gemakkelijke zaadverspreiders
|
gemakkelijke zaadverspreiders
|
nootjes met haakjes
|
Tagetes patula
|
insectenbestuivers en gemakkelijke zaadverspreiders
|
gemakkelijke zaadverspreiders
|
nootjes met haakjes
|
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.
TOELICHTING
Inleiding
De Regeling genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 (hierna: Regeling
ggo) bevat technische voorschriften voor activiteiten met genetisch gemodificeerde
organismen (hierna: ggo's).
De Regeling ggo bevat een aantal bijlagen die van toepassing zijn op het doen van
een risicobeoordeling voor activiteiten met ggo's in ingeperkte ruimten. Deze bijlagen
moeten regelmatig worden aangepast om te voldoen aan de laatste stand van de techniek.
Aanpassing bijlage 2
Op lijst A1 van bijlage 2 bij de Regeling ggo zijn de gastheerorganismen opgenomen
waarvan is vastgesteld dat zij geschikt zijn voor de vervaardiging van ggo’s van inperkingsniveau
I. Via artikel 16 van de Regeling ggo werkt bijlage 2 ook door in de reguliere risicobeoordeling
overeenkomstig bijlage 5 bij de Regeling ggo. Sinds de wijzigingsregeling van 1 oktober
20161 is voor een aantal nieuwe gastheerorganismen vastgesteld dat zij geschikt zijn voor
de vervaardiging van ggo's van inperkingsniveau I. Deze wijzigingsregeling strekt
ertoe deze organismen op te nemen op lijst A1 van bijlage 2.
Aanpassing bijlage 4 en 7
In bijlage 4 bij de Regeling ggo zijn de pathogene micro-organismen opgenomen, waarvan
de klasse van pathogeniteit is vastgesteld. In bijlage 7 bij de Regeling ggo zijn
de planten opgenomen waarvoor de categorie van fysische inperking is vastgesteld.
Sinds de wijzigingsregeling van 1 oktober 2016 is voor een aantal nieuwe pathogene
micro-organismen de klasse van pathogeniteit vastgesteld en voor een aantal nieuwe
planten de categorie van fysische inperking. Deze wijzigingsregeling strekt ertoe
om deze pathogene micro-organismen en planten toe te kunnen passen bij de risicobeoordeling
overeenkomstig bijlage 5 bij de Regeling ggo. Daarvoor is het overeenkomstig artikel
16 van de Regeling ggo noodzakelijk deze gastheerorganismen op te nemen in de bijlagen
4 en 7 bij de Regeling ggo.
Voor een verdere toelichting op de klassen van pathogeniteit wordt verwezen naar de
begripsomschrijving van micro-organismen van klasse 1, 2, 3 en 4 in artikel 2 van
de Regeling ggo en de daarop betrekking hebbende passages in de toelichting bij die
regeling2. Op de toepassing van bijlage 4 bij de Regeling ggo wordt ook ingegaan in de inleiding
die in bijlage 4 is opgenomen. Ook bijlage 7 bij de Regeling ggo behelst passages
over de toepassing van die bijlage.
Aanpassingen van ondergeschikte betekenis
De aanpassingen kunnen worden gekenschetst als aanpassingen aan de stand van de techniek
en zijn met het oog op inspraak dan ook aanpassingen van ondergeschikte betekenis.
Gelet hierop is, met toepassing van artikel 1.9, tweede lid, onderdeel b, van het
Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 (hierna: Besluit ggo),
afgezien van voorpublicatie. Vanwege het feit dat deze wijzigingsregeling geen ingrijpende
verandering teweeg brengt in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en evenmin
ingrijpende gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk kon ook worden afgezien van
internetconsultatie. Voor de doelgroep bieden de aanpassingen het grote voordeel dat
voor de risicobeoordeling door middel van een kennisgeving gebruik kan worden gemaakt
van de in de bijlagen opgenomen organismen en niet door elke aanvrager een verzoek
hoeft te worden gedaan voor een individueel besluit op grond van artikel 2.8 van het
Besluit ggo. Bij een dergelijke aanvraag moet een groot aantal gegevens worden aangeleverd.
Er geldt een beslistermijn van 45 dagen. Vervolgens kan men pas een kennisgeving of
een vergunningaanvraag doen nadat het besluit is genomen en daarna kan pas gebruik
worden gemaakt van die organismen.
Inwerkingtreding
Overeenkomstig het stelsel van vaste verandermomenten treedt deze wijzigingsregeling
in werking met ingang van 1 januari 2017. Er wordt afgeweken van de invoeringstermijn
van ten minste twee maanden. In dit geval is het gerechtvaardigd omdat dit, gelet
op de doelgroep, aanmerkelijke ongewenste private nadelen voorkomt. Met het voorkomen
van private nadelen wordt bedoeld dat ieder lid van de doelgroep in staat moet worden
gesteld zo spoedig mogelijk gebruik te maken van de aangepaste bijlagen zodat overbodige
procedures van individuele besluiten, zoals hierboven beschreven, worden voorkomen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
S.A.M. Dijksma