Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2017, 29297 | Interne regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2017, 29297 | Interne regelingen |
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder:
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
commissie als bedoeld in artikel 8 van het Instellingsbesluit Rathenau Instituut; en
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
1. Er is een Evaluatiecommissie Rathenau Instituut.
2. De commissie heeft tot taak het evalueren over de periode 2012 tot en met 2016 van:
a. de bijdrage van het Rathenau Instituut aan het maatschappelijk debat over vraagstukken die samenhangen met of het gevolg zijn van wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen en de maatschappelijke positie van het instituut;
b. de bijdrage van het Rathenau Instituut aan de politieke oordeelsvorming over vraagstukken die samenhangen met of het gevolg zijn van wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen en meer specifiek over de bijdragen van het instituut aan beide kamers van de Staten Generaal en het Europees parlement;
c. de bijdrage van het Rathenau Instituut in het vergroten van het inzicht in de werking van het wetenschapssysteem en de bijdrage aan het wetenschapsbeleid en de politieke oordeelsvorming in beide Kamers der Staten-Generaal;
d. de wetenschappelijke kwaliteit van het werk van het Rathenau Instituut waarmee rekening wordt gehouden met de omstandigheid dat het instituut conform het Instellingsbesluit Rathenau Instituut alleen onderzoek kan verrichten of doet verrichten ten behoeve van de in artikel 3 van dat besluit genoemde taken; en
e. de positie van het Rathenau Instituut binnen de KNAW in verband met haar onafhankelijkheid en onpartijdigheid.
De commissie wordt ingesteld met ingang van 1 juni 2017 en wordt opgeheven per 31 december 2017.
De commissie verstrekt aan de minister desgevraagd de door hem gewenste inlichtingen.
1. Tot leden van de commissie worden benoemd:
a. mw. prof. dr. J.M. Cramer, tevens voorzitter,
b. mw. prof. dr. P.M. Valkenburg,
c. mw. dr. V.C.M. Timmerhuis,
d. dhr. M. van Calmthout, en
e. dhr. PD dr. M. Nentwich.
2. De commissie wordt bijgestaan door een secretaris, de heer drs. R.A. te Velde. De secretaris is geen lid van de commissie.
3. De benoeming geschiedt voor de duur van de commissie.
4. Bij tussentijds vertrek van een lid of de secretaris kan de minister een vervanger benoemen.
1. De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.
2. De commissie kan zich door andere personen doen bijstaan voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is, waaronder, op persoonlijke titel, ambtelijke deskundigen.
De commissie brengt vóór 31 december 2017 haar eindrapport uit aan de minister.
1. De voorzitter en andere leden van de commissie, voor zover niet vallend onder de uitzondering van artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, ontvangen per vergadering een vergoeding.
2. De vergoeding per vergadering van de leden van de commissie bedraagt 3% van het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.
3. De vergoeding per vergadering van de voorzitter van de commissie bedraagt 130% van de hoogte van de vergoeding per vergadering die aan de andere leden van de commissie is toegekend.
4. De voorzitter en andere leden van de commissie ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfkosten op de voet van het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland.
5. Twee of meer vergaderingen op dezelfde dag worden als één vergadering aangemerkt.
1. De kosten van de commissie komen, voor zover goedgekeurd, voor rekening van de minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:
a. de kosten voor vergaderingen en voor secretariële ondersteuning;
b. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoek; en
c. de kosten voor publicatie van rapportages.
2. De commissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een begroting en een planning aan de minister aan.
De commissie biedt de minister vóór 31 december 2017 een eindverslag aan waarin verslag wordt gedaan over de activiteiten van de periode dat de commissie werkzaam is geweest. Desgewenst kan de commissie het eindverslag gelijktijdig met het eindrapport indienen.
Rapporten, notities, verslagen en andere producten welke door of namens de commissie worden vervaardigd, worden niet door de commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht.
De leden van de commissie werken mee aan het tot stand komen van een overeenkomst indien dit naar het oordeel van de minister noodzakelijk is om te komen tot het kosteloos overdragen aan de minister van rechten met betrekking tot intellectuele eigendom.
De commissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de directie Concernondersteuning van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker
In het Instellingsbesluit Rathenau Instituut (Stcrt. 2009, 11024) is bepaald dat het Rathenau Instituut elke vijf jaar wordt geëvalueerd door een externe commissie. De laatste evaluatie (Commissie Jorritsma) dateert uit 2012. De evaluatie ziet nu op de periode 2012 – 2016.
Bij elke evaluatie wordt gekeken naar de vervulling van de twee hoofdtaken en de positionering van het instituut. Door uit te gaan van deze vaste onderwerpen kan de ontwikkeling van het instituut worden gevolgd.
Gelet op de twee hoofdtaken en de bijzondere positie van het Rathenau heeft de commissie een brede taakomschrijving en bijbehorende brede samenstelling gekregen. In aansluiting op de zogeheten ‘technology assessment’ taak beoordeelt de commissie de impact van het Rathenau op het maatschappelijke en politieke debat. In aansluiting op de zogeheten ‘science system assessment’ taak beoordeelt de commissie de bijdrage van het instituut aan het vergroten van het inzicht in het wetenschapssysteem en de politieke oordeelsvorming over het wetenschapsbeleid. Het lid Michael Nentwich is vanwege zijn inhoudelijke deskundigheid op het terrein van technolgy assessment toegevoegd om de wetenschappelijke kwaliteit van het instituut aan een deskundige evaluatie te onderwerpen. Michael Nentwich is directeur van het Institute for Technology Assessment van de Oostenrijkse Akademie van Wetenschappen.
Naast de evaluatie van de twee hoofdtaken is de vraag naar de optimale waarborging van de bijzondere positie van het instituut een vast onderwerp van de evaluatie. Het instituut is ruim 30 jaar gelden ingesteld bij besluit van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en heeft geen rechtspersoonlijkheid. Het valt niet onder de adviesraden, planbureaus en reguliere instellingen voor beleidsonderzoek. Het instituut is beheersmatig ondergebracht onder de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Deze onderbrenging heeft plaatsgevonden, omdat het werkterrein en benodigde vaardigheden en netwerk van het instituut breder zijn dan onderzoek in strikte zin en met name omdat er voor de taakvervulling door het instituut een onafhankelijke positie ten opzichte van het wetenschapsbestel is vereist.
Het Rathenau Instituut heeft een eigen evaluatie laten uitvoeren die ter beschikking aan de evaluatiecommissie is gesteld.
Bij de samenstelling van de commissie is gekeken naar een optimale verhouding man/vrouw. De voorzitter en andere leden zijn gekozen vanwege hun politieke, bestuurlijke, journalistieke en wetenschappelijke ervaring.
Met inachtneming van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissie hebben de leden aanspraak op een vergoeding per vergadering van € 274,79 (3% van het maximum van schaal 18 BBRA, zoals laatst gewijzigd op 1 januari 2017). Dit bedrag is voor de voorzitter verhoogd met 30% en komt daarmee op € 357,22. Daarnaast krijgen de voorzitter en de in Nederland woonachtige leden een vergoeding voor de gemaakte reis- en verblijfkosten volgens het Reisbesluit binnenland. Het buiten Nederland woonachtige lid krijgt een vergoeding voor diens reis- en verblijfkosten op grond van het Reisbesluit buitenland.
Het eindrapport van de commissie wordt verwacht uiterlijk op 31 december 2017.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2017-29297.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.