Regeling van de Minister van Economische Zaken van 13 april 2017, nr. WJZ/17043343, tot wijziging van de Regeling doorberekening kosten ACM in verband met de vaststelling van de bedragen voor 2017

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 6a, zevende lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling doorberekening kosten ACM wordt als volgt gewijzigd:

A

Onderdeel A van bijlage 1 wordt vervangen door:

Subcategorie (differentiatie naar soort en aantal)

Per aantal nummers

Bedrag voor toekenning

Bedrag ter vergoeding van de kosten van het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de Telecommunicatiewet bepaalde inzake het gebruik van nummers in 2017

A

1

€ 705

€ 132

B

1.000

€ 22

€ 6,50

C

1

€ 86

€ 33

D

1

€ 44

€ 17

E

100

€ 49

€ 6,50

F

1.000

€ 0,48

€ 0,12

B

Bijlage 3 wordt vervangen door:

BIJLAGE 3. BEHORENDE BIJ ARTIKEL 7A, EERSTE LID, VAN DE REGELING DOORBEREKENING KOSTEN ACM

Categorie

Bedrag ter vergoeding van de kosten van de ACM die met toepassing van hoofdstuk 3 van het besluit door middel van toerekening worden doorberekend in 2017

Regionaal netbeheer elektriciteit

0,02360 % van de relevante omzet

Regionaal netbeheer gas

0,14772 % van de relevante omzet

Landelijk netbeheer elektriciteit

€ 3.184.987

Landelijk netbeheer gas

€ 3.632.553

Warmtelevering

0,05869 % van de relevante omzet

Universele postdienst

€ 299.406

Niet-universele postdienst

0,07777 % van de relevante omzet

Openbare elektronische communicatiediensten, openbare elektronische communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten

0,03167 % van de relevante omzet

Loodswezen

€ 268.351

Luchtvaart

€ 189.321

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 13 april 2017

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

1. Algemeen

Artikel 6a van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt regelt de doorberekening van kosten van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) aan marktorganisaties. De concrete bedragen worden bij ministeriële regeling vastgesteld. Met de in deze regeling vervatte wijzigingen wordt de Regeling doorberekening kosten ACM van 16 december 2014 (hierna: regeling) bijgewerkt met de bedragen die in 2017 door middel van toerekening aan marktorganisaties worden doorberekend. Hierbij gaat het onder meer om bedragen ter vergoeding van de kosten van het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de Telecommunicatiewet bepaalde inzake het gebruik van nummers. Voor de categorie nummers worden tevens de nieuwe bedragen voor de toekenning (beschikking) vastgesteld. Dit zijn de bedragen ter vergoeding van het afgeven van beschikkingen. Deze bedragen worden jaarlijks gewijzigd omdat de kosten fluctueren met het aantal aanvragen in een jaar. De bedragen worden vastgesteld op basis van de kosten van de ACM in het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de bedragen gelden. De bedragen voor 2017 kunnen dus pas worden opgenomen in de regeling als de kosten van de ACM over 2016 bekend zijn en de ACM op basis hiervan een voorstel voor de bedragen aan de Minister van Economische Zaken heeft gedaan (overeenkomstig artikel 13 van de Regeling gegevensuitwisseling ACM en Ministers). De ACM heeft haar jaarverslag 2016 met daarbij behorende jaarrekening bekend gemaakt. Op basis van deze jaarrekening heeft de ACM een voorstel als hiervoor bedoeld gedaan. De bedragen voor het jaar 2017 zijn in de gewijzigde tabel A van bijlage 1 en de gewijzigde bijlage 3 bij de regeling opgenomen.

Ter zake van het doorberekenen van toezichts- en handhavingskosten bij de ACM wordt nog opgemerkt dat bij brief van 29 maart 2017 de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens de Ministers van Economische Zaken en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Economische Zaken, de Voorzitter van de Tweede Kamer de kabinetsreactie heeft gezonden op de voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad van State aan de Tweede Kamer van 5 september 2016 inzake de doorberekening van toezichts- en handhavingskosten. Het kabinet is van oordeel dat de voorlichting geen aanleiding geeft tot aanpassing van het huidige kabinetsbeleid over doorberekening van de kosten van toezicht en handhaving, zoals neergelegd in Maat Houden 2014. Het kabinet deelt niet de kritiek van de Afdeling dat de doorberekening van de kosten van toezicht bij de ACM en de daarbij gehanteerde uitgangspunten afwijken van Maat Houden 2014.

2. Inhoud regeling

Bijlage 1, tabel A en bijlage 3 bij de regeling worden gewijzigd. In tabel A van bijlage 1 zijn de bedragen voor de toekenning van nummers en de bedragen voor 2017 ter vergoeding van de kosten van het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de Telecommunicatiewet bepaalde inzake het gebruik van nummers opgenomen. In bijlage 3 zijn de bedragen voor 2017 opgenomen die met toepassing van hoofdstuk 3 van het Besluit doorberekening kosten ACM (hierna: besluit) door middel van toerekening worden doorberekend. Dit is ofwel een bedrag in euro’s (categorieën met slechts één marktorganisatie), ofwel een percentage van de relevante omzet als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van het besluit (categorieën met meerdere marktorganisaties, waarbij de relevante omzet als verdeelsleutel wordt gehanteerd). Verschillen tussen de jaren ontstaan doordat in het ene jaar voor de taakuitoefening van de ACM meer of minder economische en technische onderzoeken nodig zijn. Daaraan gekoppeld, fluctueert ook het aantal uren dat voor de taakuitoefening nodig is. Deze gegevens komen uit de financiële- en tijdschrijf-administratie van de ACM. De verschillen in de tarieven door de jaren heen zijn dus het gevolg van de wijze waarop de doorbelasting van de ACM-kosten in de regeling is bepaald.

Op basis van de jaarcijfers van de ACM over 2016 bedraagt de verhouding tussen marktgefinancierd en rijksgefinancierd 26% en 74%. Dit percentage marktgefinancierd hangt onder meer samen met de omstandigheid dat de ACM in 2016 voor de categorie warmtelevering veel vergunningaanvragen heeft beoordeeld en vergunningen heeft afgegeven. Op grond van artikel 4, eerste lid, van het besluit mogen de kosten die hiermee samenhangen niet worden doorberekend aan marktorganisaties. Voor het verlenen van een vergunning op grond van de Warmtewet is een vast bedrag aan vergoeding verschuldigd. Het percentage marktgefinancierd is verder een gevolg van de omstandigheid dat voor de categorie luchtvaart in 2016 werkzaamheden zijn verricht die ingevolge artikel 8, tweede lid, onderdeel a van het besluit niet ten laste van marktorganisaties gebracht kunnen worden.

Voor de categorieën landelijk netbeheer elektriciteit en landelijk netbeheer gas worden meer kosten dan vorig jaar doorberekend aan marktorganisaties in deze sectoren. Dit hangt onder meer samen met de omstandigheid dat de ACM in 2016 de methode van regulering voor de netbeheerders voor de periode 2017-2021 heeft vastgesteld.

Als gevolg van de inwerkingtreding van de Uitvoeringswet eIDAS op 10 maart 2017 heeft de ACM niet langer een toezichtstaak ten aanzien van verleners van vertrouwensdiensten. In dat kader is met de Regeling vertrouwensdiensten van 24 februari 2017 (Stcrt. 2017, 11810) de regeling gewijzigd. Deze wijziging werkt terug tot en met 1 januari 2017 omdat er voor is gekozen doorberekening van de toezichtskosten van de ACM over deze korte periode achterwege te laten. Als gevolg van de terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2017 is zeker gesteld dat er vanaf die datum ook geen grondslag meer is om bedragen vast te stellen die in 2017 door middel van toerekening aan de betreffende marktorganisaties worden doorberekend.

3. Regeldruk en vaste verandermomenten

Aan deze regeling zijn geen administratieve lasten en nalevingkosten verbonden. Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten treden ministeriële regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Bekendmaking geschiedt uiterlijk twee maanden voor inwerkingtreding. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Deze afwijking van het beleid inzake vaste verandermomenten volgt uit artikel 9 van het besluit. Dat artikel schrijft namelijk voor dat de bedragen voor 1 mei worden vastgesteld (eerste lid) en dat de bedragen worden vastgesteld op basis van de kosten van de ACM in het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de bedragen gelden (tweede lid). Die kosten worden in het eerste kwartaal van het daarop volgende kalenderjaar in de jaarrekening vastgesteld. Hierdoor is bekendmaking van deze regeling ten minste twee maanden voor de inwerkingtreding niet mogelijk.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven