Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 4 april 2017, nr. 1173495, houdende instelling van de Adviescommissie landelijk makersevenement voor het onderwijs (Instellingsbesluit: Adviescommissie landelijk makersevenement voor het onderwijs)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Minister:

Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

b. Adviescommissie:

bedoeld in artikel 2;

c. Regeling:

Regeling landelijk makersevenement voor het onderwijs

Artikel 2 Instelling en taak

  • 1. Er is een Adviescommissie landelijk makersevenement voor het onderwijs.

  • 2. De Adviescommissie heeft tot taak:

    • a. subsidieaanvragen te beoordelen op basis van de beoordelingscriteria, bedoeld in artikel 3 en 7 van de regeling;

    • b. subsidieaanvragen die voldoen aan de criteria, bedoeld onder a, te rangschikken volgens de voorschriften, bedoeld in artikel 6 van de regeling;

    • c. de minister te adviseren over de subsidieverstrekking, bedoeld in artikel 3 en 4 van de regeling;

    • d. een rapport uit te brengen als bedoeld in artikel 9.

  • 3. De Adviescommissie adviseert de Minister na afloop van de aanvraagperiode als bedoeld in artikel 4 van de regeling uiterlijk 4 oktober 2017 over de binnengekomen aanvragen.

  • 4. Leden van de Adviescommissie zijn ook na opheffing van de Adviescommissie te consulteren door de Minister in verband met de rechten en plichten die voortvloeien uit de in het tweede lid genoemde taken van de Adviescommissie.

Artikel 3 samenstelling, benoeming, ontslag

  • 1. De Adviescommissie bestaat uit een voorzitter en twee andere leden.

  • 2. De voorzitter en de andere leden worden door de Minister benoemd.

  • 3. De benoeming geschiedt voor de duur van de Adviescommissie.

  • 4. Bij tussentijds vertrek van een lid kan de Minister een ander lid benoemen.

  • 5. De voorzitter en overige leden kunnen worden geschorst en ontslagen door de Minister.

Artikel 4 Instellingsduur

De Adviescommissie wordt ingesteld met ingang van 14 april 2017 en wordt opgeheven per 1 januari 2018.

Artikel 5 Leden Adviescommissie

Met ingang van 14 april 2017 zijn tot lid van de Adviescommissie benoemd:

  • a. J.J. De Zeeuw e.v. Zandbergen, Zwolle, tevens voorzitter;

  • b. A. Aazami, Rotterdam, lid;

  • c. A.M.W. Eggenkamp, Amsterdam, lid.

Artikel 6 Secretariaat

  • 1. De Adviescommissie wordt ondersteund door een secretariaat.

  • 2. Het secretariaat is voor de inhoudelijke uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de voorzitter van de Adviescommissie.

  • 3. In het secretariaat wordt voorzien door de Minister.

  • 4. De Minister draagt, na overleg met de Adviescommissie, zorg voor de nodige voorzieningen ten behoeve van de werkzaamheden van de Adviescommissie.

Artikel 7 Werkwijze

  • 1. De Adviescommissie stelt haar eigen werkwijze vast.

  • 2. De Adviescommissie kan zich, na toestemming van de Minister, door andere personen doen bijstaan voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.

Artikel 8 Informatieplicht

De Adviescommissie verstrekt aan de Minister desgevraagd de door hem gewenste inlichtingen. De Minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 9 Eindrapport

De Adviescommissie brengt uiterlijk 4 oktober 2017 haar eindrapport uit aan de Minister.

Artikel 10 Vergoeding

  • 1. De leden van de Adviescommissie (alsmede personen als bedoeld in artikel 7, die de commissie bijstaan) ontvangen per vergadering een vergoeding voor zover zij niet vallen onder de uitzondering van artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, en hiermee niet het in artikel 6, eerste lid, van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies bedoelde maximumbedrag overschrijden. De vergoeding per vergadering bedraagt 3% van het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

  • 2. De voorzitter van de Adviescommissie ontvangt op haar verzoek geen vergoeding.

Artikel 11 Kosten van de Adviescommissie

De kosten van de Adviescommissie komen, voor zover goedgekeurd, voor rekening van de Minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan de kosten voor de faciliteiten van vergaderingen en voor secretariële ondersteuning.

Artikel 12 Verantwoording

De Adviescommissie biedt de Minister vóór 4 oktober 2017 gezamenlijk of geïntegreerd in het eindrapport een (eind)verslag aan waarin verslag wordt gedaan van de activiteiten van de periode waarin de Adviescommissie werkzaam is geweest.

Artikel 13 Openbaarmaking

Rapporten, notities, verslagen, adviezen en andere producten die door of namens de Adviescommissie worden vervaardigd of vergaard, worden niet door de Adviescommissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de Minister en betrokkenen uitgebracht.

Artikel 14 Archiefbescheiden

De Adviescommissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant, waarin het wordt geplaatst.

  • 2. Dit besluit vervalt per 1 januari 2018.

Artikel 16 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit: Adviescommissie landelijk makersevenement voor het onderwijs. Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap M. Bussemaker

TOELICHTING

De Tweede Kamer heeft met het amendement TK 2015–16 34 300 VIII nr. 28 binnen de begroting van OCW € 500.000 euro vrijgemaakt voor het organiseren van een makersevenement in Nederland. Het doel van deze subsidieregeling is de organisatie en uitvoering van dit evenement.

Doel van het makersevenement is om studenten en docenten uit het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs te inspireren om het maken toe te passen in hun onderwijs, zodat leerlingen en studenten via deze vorm van onderwijs de kans krijgen zich 21ste eeuwse vaardigheden aan te leren. Hiermee wordt in deze regeling bedoeld het vermogen om creatief, kritisch en analytisch te denken, om ondernemend te zijn en om samen te werken.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stelt een onafhankelijke Adviescommissie in die zal adviseren welke aanvraag voor subsidiëring in aanmerking komt.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap M. Bussemaker

Naar boven