Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 31 maart 2017, nr. WJZ/17045260, tot wijziging van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 17 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten wordt als volgt gewijzigd:

A

De artikelen 5.1.2 en 5.1.3 komen te luiden:

Artikel 5.1.2

Het is verboden meer dan 50 schapen of geiten te houden ten behoeve van de bedrijfsmatige melkproductie.

Artikel 5.1.3

  • 1. Het verbod, bedoeld in artikel 5.1.2, is niet van toepassing op bedrijven als bedoeld in:

    • a. artikel 5.1.5, derde lid, indien iedere maand, of zoveel vaker als de Minister verzoekt, een monster van de tankmelk van de houder van de dieren in een daartoe erkend laboratorium wordt onderzocht;

    • b. artikel 5.1.5, eerste en tweede lid, indien iedere twee weken, of zoveel vaker als de Minister verzoekt, een monster van de tankmelk van de houder van de dieren in een daartoe erkend laboratorium wordt onderzocht.

  • 2. De monsters, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, worden door de uitvoerder van de monitoring waarmee de Minister een daarop betrekking hebbende overeenkomst heeft afgesloten, uit de tankmelk genomen en bij het laboratorium, bedoeld in het eerste lid, aangeleverd.

B

In het vierde lid van artikel 5.1.4 wordt ‘de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’ vervangen door: de Minister.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2017.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 31 maart 2017

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

TOELICHTING

Artikel 5.1.3 van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten bevat een verplichting voor houders van melkschapen of melkgeiten op bedrijven met meer dan vijftig dieren, om deel te nemen aan tankmelkmonitoring Q-koorts.

Op advies van deskundigen wordt de frequentie van de tankmelkmonitoring op bedrijven zonder besmetstatus Q-koorts verlaagd naar 1x per maand. In alle andere gevallen (besmet- of verdachtstatus) geldt een frequentie van iedere twee weken gedurende het gehele jaar. Deze maatregel is door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport mede namens mij aangekondigd in de brief van 2 december 2016 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2016/17, 25 295 en 28 286, nr. 33).

Deze regeling heeft geen effecten op administratieve lasten, nalevingskosten of toezichtslasten.

De regeling treedt in werking op 1 juli 2017. Daarmee wordt aangesloten bij de zogenoemde vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Aan de vereiste termijn van twee maanden tussen de publicatiedatum en het tijdstip van inwerkingtreding wordt voldaan.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven