25 295 Infectieziektenbestrijding

28 286 Dierenwelzijn

Nr. 33 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2016

In mijn antwoorden op de vragen van de Kamerleden Van Dekken (PvdA) en Leenders (Pvda) over de Q-koortsepidemie (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 503) heb ik u aangekondigd dat ik het advies van het deskundigenberaad zoönosen, dat in de brief van 16 september 2016 is aangekondigd, binnen enkele weken verwachtte. Hierbij stuur ik u, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken dit advies en mijn reactie op het advies1.

Deskundigenberaad

In het deskundigenberaad is de huidige stand van zaken op het gebied van Q-koorts op humaan en veterinair gebied besproken door een multidisciplinaire groep van deskundigen vanuit het humane en het veterinaire domein (zie bijlage deelnemerslijst).

Actuele situatie in het kort

De afgelopen vier jaar is het aantal humane meldingen van acute Q-koorts weer op het niveau voor 2007 (gemiddeld negentien nieuwe patiënten per jaar). Er zijn geen clusters van patiënten gemeld (zie bijlage 2). Er zijn sinds mei 2016 geen melkgeiten en schapenbedrijven meer met een Q-koorts-besmetstatus.

Aanbevelingen Humaan

Het deskundigenberaad adviseert de huidige maatregelen te continueren.

Ten aanzien van screening adviseren zij om op korte termijn opnieuw een discussie te voeren over de wenselijkheid van gerichte screening van de risicogroepen waarbij aan de hand van epidemiologisch onderzoek moet worden nagegaan in welke regio(’s) een eventuele screening zinvol zou kunnen zijn. In de tussentijd adviseren zij om behandelaren van risicogroepen (opnieuw) te informeren over de noodzaak chronische Q-koorts bij hun patiënten actief te blijven opsporen.

Daarnaast adviseert het deskundigenberaad een epidemische curve van de chronische Q-koortspatiëntengroep te maken om inzicht te krijgen in hoeverre het optreden van chronische Q-koorts nog oploopt, of al een piek bereikt heeft.

Tenslotte adviseert zij de LCI richtlijn Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS) in 2017, met de uitkomsten van een groot gerandomiseerd onderzoek naar behandelingsopties onder deze patiëntengroep, aan te passen. De resultaten van dit onderzoek worden naar verwachting binnen drie maanden bekend.

Ik neem alle aanbevelingen over en zal het RIVM opdracht geven mij zo spoedig mogelijk te adviseren over gerichte screening, de epidemische curve te maken en de richtlijn QVS aan te passen.

Aanbevelingen veterinair

Het deskundigenberaad ziet adequate vaccinatie van schapen en geiten als de meest effectieve interventie om het risico op Q-koorts in Nederland te beperken en blijft continuering daarvan nodig achten.

Omdat de bedrijfsvoering in de melkschapen- en melkgeitenhouderij momenteel het gehele jaar lammerperioden kent, er geen bedrijven meer zijn met een Q-koorts-besmetstatus en de gevoeligheid van de tankmelkmonitoring zeer goed is, kan de frequentie van het tankmelkonderzoek tot één keer per maand worden teruggebracht.

Het deskundigenberaad adviseert ook om de rest van de veterinaire maatregelen te handhaven. Daarbij is het van belang om bij uitbreidingsplannen van melkschapen- en melkgeitenbedrijven met omwonenden te communiceren en om te benadrukken welke effectief gebleken maatregelen van kracht zijn.

De Staatssecretaris van Economische Zaken neemt deze aanbevelingen over en zal bezien wanneer de aanpassing van de frequentie van de tankmelkmonitoring kan worden ingevoerd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven