BIJLAGE: VERKLARING VAN RECHTEN
Rechten van slachtoffers van strafbare feiten
Bent u slachtoffer van een strafbaar feit? Of bent u nabestaande van een slachtoffer?
Dan heeft u een aantal rechten. Hieronder leest u welke rechten dat zijn. Deze rechten
gelden ook als u niet in Nederland woont of als u geen verblijfsstatus in Nederland
heeft. In de toelichting op bladzijde 3 kunt u meer lezen over deze rechten.
1. U heeft recht op informatie
Niet alleen op informatie over uw rechten, maar ook over het doen van aangifte en
wat er daarna met uw zaak gebeurt. Als u dat wilt dan houden de politie en het Openbaar
Ministerie u op de hoogte van uw zaak. Heeft u vragen over hoe het nu verder gaat
met uw zaak? Bel dan de politie of het Openbaar Ministerie. Zijn er spullen van u
in beslag genomen? Dan heeft u recht op informatie hierover.
2. U heeft recht op hulp
U kunt voor gratis hulp, advies en informatie terecht bij een aantal organisaties,
bijvoorbeeld Slachtofferhulp Nederland. Slachtofferhulp Nederland kan u helpen op
juridisch, praktisch en emotioneel gebied.
3. U kunt bescherming krijgen
Bent u bang voor uw veiligheid?
Bijvoorbeeld dat u nog een keer slachtoffer wordt?
Praat hier dan over met de politie of de officier van justitie.
Samen met u bekijken zij wat ze kunnen doen om u te beschermen en ook wat u zelf kunt
doen.
Besluit u om aangifte te doen? U kunt de politie bijvoorbeeld vragen of zij uw naam
en adres niet in uw aangifte zetten.
4. U mag aangifte doen
Iedereen mag bij de politie aangifte doen van een strafbaar feit. Ook minderjarigen.
U kunt op verschillende manieren aangifte doen. Bijvoorbeeld via internet of telefoon.
Voordat u aangifte doet, krijgt u informatie over wat er gebeurt tijdens uw aangifte
en daarna.
5. U mag zich laten bijstaan
U mag zich altijd laten bijstaan door een advocaat, bijvoorbeeld tijdens de aangifte
of strafzitting.
In een aantal gevallen is een advocaat gratis.
Wilt u zich laten bijstaan door iemand anders, bijvoorbeeld een vriend, familielid
of een medewerker van Slachtofferhulp Nederland?
Dan kunt u dit vragen aan de politie of de officier van justitie. Als dit niet mag,
dan leggen zij u uit waarom niet.
6. U kunt vragen om een tolk als u de Nederlandse taal niet goed begrijpt
Begrijpt u de Nederlandse taal niet goed?
Vraag de politie of de officier van justitie dan om een tolk. Regelen zij een tolk
voor u, bijvoorbeeld bij de aangifte of het verhoor? Dan is dit gratis. Wilt u een
schriftelijke vertaling krijgen van de documenten die gaan over uw aangifte of de
strafzaak? Stuurt u dan een brief naar de officier van justitie of de rechter. Slachtofferhulp
Nederland of een advocaat kan u hierbij helpen.
7. U kunt een vergoeding vragen voor uw schade
Heeft u schade door het strafbare feit en is er een verdachte? Vaak kunt u dan vragen
om een schadevergoeding van de dader. De officier van justitie of de rechter besluit
dan of de dader de schade moet vergoeden. In sommige gevallen kan het Schadefonds
Geweldsmisdrijven een tegemoetkoming geven voor uw schade.
Een advocaat of Slachtofferhulp Nederland kan u hierbij helpen.
8. U mag vragen om contact met de verdachte of dader
Slachtofferhulp Nederland kan u doorverwijzen naar organisaties, die helpen om in
contact te komen met een verdachte of dader. Zij vragen de verdachte of dader dan
of hij ook contact met u wil. Als dat zo is, dan kunt u contact hebben.
9. U heeft recht op een goede behandeling
De organisaties waarmee u contact heeft over uw zaak moeten u goed behandelen. En
zij moeten rekening houden met wat belangrijk voor u is. Vindt u dat u niet goed wordt
behandeld? Dan kunt u een klacht indienen bij de organisatie die u niet goed behandelt.
10. U mag klagen wanneer het Openbaar Ministerie besluit dat er geen strafzaak komt
Besluit de officier van justitie dat er geen strafzaak komt tegen de verdachte? En
bent u het hier niet mee eens? Dan kunt u een klacht sturen naar het gerechtshof.
Het gerechtshof besluit dan of er toch een strafzaak tegen de verdachte moet komen.
Een advocaat of Slachtofferhulp Nederland kan u hierbij helpen.
11. U mag vragen om stukken van het dossier van de strafzaak te zien
Dat kunt u aan de officier van justitie of rechter vragen. U kunt de officier van
justitie ook vragen om documenten toe te voegen aan het dossier van uw zaak. Een advocaat
of Slachtofferhulp Nederland kan u hierbij helpen.
12. U kunt een vergoeding krijgen als u moet getuigen
Bent u getuige in een strafzaak? En heeft u hierdoor kosten, bijvoorbeeld reiskosten
of kosten omdat u niet kunt werken? Dan kunt u deze kosten terugvragen van de overheid.
Slachtofferhulp Nederland kan u hierbij helpen.
13. U mag spreken in de rechtszaal
Bent u slachtoffer van een ernstig strafbaar feit of nabestaande van het slachtoffer?
En komt er een strafzitting? Dan mag u in de rechtszaal spreken over wat u wilt, bijvoorbeeld
over de straf die u vindt dat de verdachte moet krijgen of over de gevolgen van het
strafbare feit voor u.
Soms kunt u ook voor de zitting een gesprek met de officier van justitie krijgen.
Een advocaat of Slachtofferhulp Nederland kan u helpen om dit voor te bereiden.
14. U heeft recht op informatie over verlof, vrijlating of ontsnapping van de verdachte
of dader
Als u dat wilt, houdt de officier van justitie of de rechter u op de hoogte over verlof,
vrijlating of eventuele ontsnapping van de verdachte of de dader.
Wat zijn uw rechten als u slachtoffer bent van een strafbaar feit?
Toelichting
In deze toelichting vindt u meer informatie over uw rechten.
U leest ook welke stappen u kan ondernemen en welke organisatie u hierbij kan helpen.
Heeft u vragen over uw rechten? Neemt u dan contact op met Slachtofferhulp Nederland.
Het telefoonnummer is 0900 - 01 01.
1. U heeft recht op informatie
U heeft recht op informatie over uw rechten, maar ook over het doen van aangifte en
wat er daarna met uw zaak gebeurt.
Wilt u informatie krijgen over uw aangifte, het onderzoek of de eventuele strafzaak?
Dan moeten de politie en de officier van justitie dit voor u regelen. U kunt later
beslissen dat u toch geen informatie wilt. Of wilde u eerst geen informatie, maar
nu wel? Vertel dit dan aan de politie of de officier van justitie.
Wie informeert u?
Eerst informeert de politie u over haar onderzoek. Is er een verdachte opgepakt? Dan
informeert het Openbaar Ministerie u over de eventuele strafzaak. Zij vertelt u wat
er gaat gebeuren en wat uw rechten zijn.
U mag aan de politie of het Openbaar Ministerie ook informatie vragen over uw zaak.
Kijk op www.politie.nl of www.om.nlvoor meer informatie.
U kunt ook altijd informatie over uw aangifte, het onderzoek en de eventuele strafzaak
vragen bij het Slachtofferloket.
Op www.slachtofferloket.nl leest u hoe u contact opneemt met het Slachtofferloket.
Welke informatie krijgt u?
-
• De politie laat u weten wat zij doet, als u aangifte heeft gedaan. Gaat de politie
uw aangifte niet onderzoeken? Of stopt de politie haar onderzoek, zonder dat er een
verdachte is gevonden?
Dan moet de politie u laten weten waarom zij dit doet. Bent u het daarmee niet eens?
Dan kunt u een brief sturen naar de officier van justitie. Slachtofferhulp Nederland
kan u hierbij helpen.
U kunt hen bellen op 0900 - 01 01.
-
• De politie of de officier van justitie laat het u weten als in uw zaak een verdachte
wordt gevonden.
-
• Zit er een verdachte vast? Dan laat de officier van justitie u weten wanneer hij verlof
heeft, wordt vrijgelaten of is ontsnapt.
-
• Beslist de officier van justitie dat er geen strafzaak komt? Dan laat zij u weten
waarom niet. Bent u het hier niet mee eens? Dan kunt u een klacht indienen bij het
Gerechtshof. Een advocaat kan u hierbij helpen.
-
• Als de officier van justitie beslist dat er een strafzaak komt, stuurt zij de strafzaak
naar de rechter. U krijgt dan de volgende informatie:
-
• Waarvoor de verdachte vervolgd wordt.
-
• Waar en wanneer de strafzaak is.
-
• Welke straf de rechter de verdachte geeft.
-
• Of de verdachte of het Openbaar Ministerie in hoger beroep
-
• gaat of niet.
-
• Of u schadevergoeding krijgt. En of de overheid u alvast een deel van dit bedrag betaalt.
-
• Zit de dader in de gevangenis? Dan krijgt u informatie als hij
-
• verlof heeft, wordt vrijgelaten of is ontsnapt.
Als uw contactgegevens veranderen
De politie en het Openbaar Ministerie hebben uw contactgegevens nodig om u te kunnen
informeren. Gaat u verhuizen of heeft u een nieuw telefoonnummer of mailadres? Geef
dit dan door aan de politie, het Openbaar Ministerie of aan het slachtofferloket.
Informatie over in beslag genomen spullen
Zijn uw spullen in beslag genomen als bewijsmateriaal voor de strafzaak? Dan heeft
u het recht om te weten waar uw spullen zijn, of u ze terugkrijgt en wanneer. Slachtofferhulp
Nederland kan u helpen bij het terugvragen van uw spullen. U kunt meer informatie
vinden over beslag van voorwerpen op de website van het Openbaar Ministerie: https://www.om.nl/onderwerpen/beslag/
2. U heeft recht op hulp
U kunt als slachtoffer gratis hulp, advies en informatie krijgen van de organisaties
die hieronder staan. Ook als u geen aangifte doet. Kijk voor een overzicht van organisaties
die u kunnen helpen op www.slachtofferwijzer.nl
.
Huisarts
Bent u ziek, gewond of ervaart u psychische klachten? Neemt u dan contact op met uw
huisarts.
Slachtofferhulp Nederland
Slachtofferhulp Nederland helpt slachtoffers en nabestaanden van een strafbaar feit,
verkeersongeluk of ramp. Ook helpt ze getuigen en andere personen die betrokken zijn.
De hulp is gratis. Een medewerker van Slachtofferhulp Nederland kan u op de volgende
manieren helpen:
Heeft u andere hulp nodig? Bijvoorbeeld van een huisarts, maatschappelijk werker,
jurist of andere hulpverlener?
Dan verwijst Slachterhulp Nederland u door. Wilt u contact opnemen met Slachtofferhulp
Nederland? Zij zijn bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 09.00-17.00 uur. Telefoonnummer:
0900 0101
Website: www.slachtofferhulp.nl
Centrum Seksueel Geweld
Bent u slachtoffer van een aanranding of verkrachting? Dan kunt u hulp krijgen van
het Centrum Seksueel Geweld. Zij zijn dag én nacht bereikbaar.
Website: www.centrumseksueelgeweld.nl
Veilig Thuis
Veilig Thuis helpt iedereen die te maken heeft met huiselijk geweld of kindermishandeling.
Een medewerker van Veilig Thuis luistert naar u, beantwoordt uw vragen en kijkt samen
met u welke professionele hulp u nodig heeft. Wilt u contact opnemen met Veilig Thuis?
Telefoonnummer: 0800 2000
Website: www.vooreenveiligthuis.nl
3. U kunt bescherming krijgen
Bent u bang voor uw veiligheid? Bijvoorbeeld dat u nog een keer slachtoffer wordt?
Praat hier dan over met de politie en de officier van justitie. Samen bekijken we
wat we kunnen doen om u te beschermen en ook wat u zelf kunt doen. Hieronder staan
een paar voorbeelden.
Bij de politie
U kunt de politie vragen of u aangifte mag doen zonder dat uw adres in de aangifte
staat. U kunt dan kiezen voor een ander adres in de aangifte, bijvoorbeeld van uw
advocaat. Dit noemen wij een domicilieadres. Let wel op dat de politie en het Openbaar
Ministerie post naar dit adres zullen sturen, en dus niet naar uw eigen adres.
Ook kunt u de politie vragen of u aangifte mag doen zonder dat uw naam in de aangifte
staat. In bijzondere gevallen schrijft de politie dan een nummer op in plaats van
uw naam. Als anderen iets over uw aangifte of het onderzoek willen lezen, krijgen
ze alleen het nummer te zien. Uw gegevens komen dan ook niet in het strafdossier.
Bij de officier van justitie
Wil de rechter-commissaris u horen als getuige? Dan kunt u aan de officier van justitie
vragen of u dit anoniem mag doen.
Kent de verdachte u of heeft hij uw gegevens? Wilt u niet dat hij contact met u opneemt?
Of dat hij bij u in de buurt komt? Dan kunt u de officier van justitie vragen of hij
dit wil verbieden.
Krijgt u al bescherming door een contact-, locatie- of benaderverbod? Wilt u dit ook
in een ander EU land? Dan kan de officier van justitie dit voor u vragen aan het andere
EU land. Het andere EU land kan naar eigen recht de bescherming overnemen.
Bij de rechtbank
In de rechtbank kunt u ook beschermd worden. U kunt de officier van justitie vragen
om de rechter te verzoeken de behandeling in de rechtbank niet in het openbaar te
houden. Dit betekent dat er geen publiek bij de behandeling van uw zaak aanwezig mag
zijn.
U kunt de officier van justitie ook vragen of u in de rechtszaal op
een speciale plek voor slachtoffers mag zitten. Of dat u in een aparte kamer mag wachten
totdat de zitting begint.
4. U mag aangifte doen
Iedereen mag bij de politie aangifte doen van een strafbaar feit. De politie is verplicht
uw aangifte op te nemen. Doet een kind dat 12 jaar of jonger is aangifte? Dan neemt
de politie altijd contact op met de ouders. Soms kan een kind zelf geen aangifte doen
en doen zijn ouders dat.
Hoe doet u aangifte?
U kunt op verschillende manieren aangifte doen:
-
• Via internet: op www.politie.nl
.
-
• Telefonisch, via 0900 8844.
-
• Op een politiebureau. U kunt zelf kiezen naar welk politiebureau u gaat. U kunt hiervoor
telefonisch een afspraak maken via 0900 - 8844. U hoeft dan niet te wachten.
-
• Er zijn soms nog andere mogelijkheden, bijvoorbeeld bij u thuis. Welke manier het
beste bij u past, hangt ook af van wat er is gebeurd. De politie helpt u bij het maken
van een keuze.
Meer informatie over aangifte doen leest u op www.politie.nl
.
Een kopie van uw aangifte
U krijgt van de politie een kopie van uw aangifte of een bevestiging van uw aangifte.
U kunt deze bevestiging krijgen in het Nederlands, Engels, Duits of Frans. Wilt u
de bevestiging in een andere taal? Vraagt u dan om een tolk.
De politie bewaart uw aangifte
Soms komt er geen onderzoek. En soms stopt de politie het onderzoek zonder dat een
verdachte is gepakt. De politie bewaart dan uw aangifte. Ook als de politie geen verdachte
kan vinden, heeft het zin om aangifte te doen. Dan weet de politie waar welke misdrijven
plaatsvinden. Dan kan de politie daarop inspelen. Daarnaast kan het doen van aangifte
nodig zijn voor uw verzekering. Een aangifte kan ook helpen bij een aanvraag bij het
Schadefonds Geweldsmisdrijven.
Slachtoffer in het buitenland
-
• Bent u slachtoffer van een strafbaar feit in een land dat lid is van de Europese Unie?
Dan kunt u in dat land aangifte doen. Lukt dit niet, bijvoorbeeld omdat u onderweg
naar huis bent? Of gaat het om een ernstig strafbaar feit? Dan mag u ook in Nederland
aangifte doen of in een ander land dat lid is van de Europese Unie.
-
• Bent u in Nederland slachtoffer geworden van een strafbaar feit? Dan mag u in Nederland
aangifte doen. Woont u niet in Nederland? Soms regelt de politie dat u het verhoor
doet via de telefoon of een videogesprek. Vanuit het buitenland kunt u de politie
in Nederland bereiken op 0031-343 57 8844.
5. U mag zich laten bijstaan
Door een advocaat
U mag zich altijd laten bijstaan door een advocaat. Bijvoorbeeld tijdens de aangifte
of strafzitting. Bent u het slachtoffer van een gewelds- of een zedenmisdrijf, bijvoorbeeld
een verkrachting of aanranding? Of bent u nabestaande van een slachtoffer? Dan heeft
u onder omstandigheden recht op een gratis advocaat. De politie en officier van justitie
mogen bijstand door een advocaat nooit weigeren. Ook niet bij het verhoor. U kunt
een advocaat kiezen van de lijst van slachtofferadvocaten op de website van de Raad
voor Rechtsbijstand: http://www.rechtsbijstand.nl/over-mediation-en-rechtsbijstand/ vind-een-mediator-of-advocaat/advocaat.
Door Slachtofferhulp Nederland of iemand anders
U mag ook iemand anders kiezen die u bijstaat. Bijvoorbeeld een medewerker van Slachtofferhulp
Nederland of een vriend of familie. De politie, de officier van justitie of de rechter
kunnen bepalen dat deze persoon u niet mag bijstaan. Zij moet hier een goede reden
voor hebben, bijvoorbeeld als dit beter is voor het onderzoek.
6. U kunt vragen om een tolk als u de Nederlandse taal niet goed begrijpt
Begrijpt u de Nederlandse taal niet goed? Vraag de politie of de officier van justitie
dan om een tolk. Regelen zij een tolk voor u, bijvoorbeeld bij de aangifte of het
verhoor? Dan is dit gratis.
Wilt u een schriftelijke vertaling krijgen van de documenten die gaan over uw aangifte,
het onderzoek of de strafzaak? Stuurt u dan een brief naar de officier van justitie
of de rechter. Slachtofferhulp Nederland kan u hierbij helpen.
7. U kunt een vergoeding vragen voor uw schade
Heeft u schade door het strafbare feit? Heeft u bijvoorbeeld schade aan uw spullen,
of bent u gewond? Of heeft u psychische schade omdat u erg geschrokken bent of bang?
Vertel dit dan aan de politie bij de aangifte. Vaak kunt u verzoeken om een schadevergoeding
van de dader.
Hoe werkt dat?
Van het Openbaar Ministerie krijgt u een formulier. Hierop vult u in welke schade
u precies heeft en welk bedrag u wilt krijgen. Slachtofferhulp Nederland of een advocaat
kan u helpen bij het invullen van dit formulier. Tijdens de strafzaak moet de officier
van justitie of de rechter rekening houden met uw schade. En de officier van justitie
kan eisen dat de dader u het bedrag van de schade betaalt of een deel van dit bedrag.
Als de dader u moet betalen voor uw schade
Beslist de officier van justitie of de rechter dat de dader u een bedrag moet betalen?
Dan vraagt het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) dit bedrag voor u aan de dader
terug.
Heeft u acht maanden na de beslissing van de officier van justitie of de rechter nog
niet het hele bedrag gekregen? Dan kan het CJIB u alvast dit bedrag betalen. Zij betaalt
u niet meer dan € 5.000,–.
Bent u slachtoffer van een gewelds- of zedenmisdrijf? Dan krijgt u van CJIB wél het
hele bedrag van uw schade.
Wilt u contact opnemen met het Slachtoffer Informatiepunt Schadevergoedingsmaatregelen?
Telefoonnummer: (0900) 753 753 7
Schadefonds Geweldsmisdrijven
In sommige gevallen kan het Schadefonds Geweldsmisdrijven een tegemoetkoming geven
voor uw schade. Slachtofferhulp Nederland kan u helpen met het invullen van het aanvraagformulier.
Wilt u contact opnemen met Schadefonds Geweldsmisdrijven? Telefoonnummer: 070 4142000
Website: www.schadefonds.nl
8. U mag vragen om contact met de verdachte of dader
Sommige slachtoffers willen graag een gesprek met de verdachte of de dader. Of hem
een brief sturen. Als u dit wilt, kunt u contact opnemen met Slachtofferhulp Nederland
op 0900-0101. Zij kennen de organisaties die daarbij kunnen helpen. De verdachte of
dader krijgt dan de vraag of hij ook contact wil. Wil hij dit niet? Dan kunt u geen
contact hebben.
Wanneer kunt u contact hebben?
U kunt altijd vragen om contact met de verdachte of de dader. Dus tijdens de strafzaak
of erna.
Wilt u meer informatie?
9. U heeft recht op een goede behandeling
De organisaties waarmee u contact heeft over uw zaak moeten u goed behandelen. En
zij moeten rekening houden met wat belangrijk is voor u. Vindt u dat u niet goed wordt
behandeld? Dan kunt u een klacht indienen bij de organisatie die u niet goed behandelt.
Op de websites van de verschillende organisaties kunt u meer informatie vinden over
hoe u dit kunt doen.
10. U mag klagen wanneer het Openbaar Ministerie besluit dat er geen strafzaak komt
Beslist de officier van justitie dat er geen strafzaak komt? En bent u het daar niet
mee eens? Stuurt u dan een brief naar het gerechtshof. Een advocaat of Slachtofferhulp
Nederland kan u hierbij helpen.
Het gerechtshof besluit dan of er toch een strafzaak tegen de verdachte moet komen.
11. U mag vragen om stukken van het dossier van de strafzaak te zien
-
• Soms mag u stukken van het dossier zien die voor u van belang zijn. U mag ook vragen
om een kopie van de stukken. U kunt dit vragen aan de officier van justitie, die moet
hiervoor toestemming verlenen. Een advocaat of Slachtofferhulp Nederland kan u hierbij
helpen.
-
• Wilt u stukken toevoegen aan dit dossier? Dan kunt u dit vragen aan de officier van
justitie, die moet hiervoor toestemming verlenen. Een advocaat of Slachtofferhulp
Nederland kan u hierbij helpen.
12. U kunt een vergoeding krijgen als u moet getuigen
Bent u getuige in een strafzaak? En heeft u hierdoor kosten, bijvoorbeeld reiskosten
of kosten omdat u niet kunt werken? Dan kunt u deze kosten terugvragen aan de overheid.
Op de dagvaarding of oproeping vindt u daarover meer informatie. Slachtofferhulp Nederland
kan u hierbij helpen.
13. U mag spreken in de rechtszaal
Bent u slachtoffer van een ernstig strafbaar feit of nabestaande van een slachtoffer?
En komt er een strafzitting? Dan mag u in de rechtszaal spreken over wat u wilt, bijvoorbeeld
over de gevolgen van het strafbare feit voor u of over de straf die u vindt dat de
verdachte moet krijgen. Een advocaat of Slachtofferhulp Nederland kan u hierbij helpen.
Soms mag ook iemand anders namens u spreken in de rechtszaal. Bijvoorbeeld als u zelf
niet durft te spreken. Vraag een advocaat of Slachtofferhulp Nederland om u te helpen
met toestemming hiervoor te vragen.
Schrijft u liever een brief?
U mag ook een brief schrijven waarin bijvoorbeeld staat welke gevolgen het strafbaar
feit voor u heeft of welke straf u vindt dat de verdachte moet krijgen. Een advocaat
of Slachtofferhulp Nederland kan u hierbij helpen. Uw brief komt in het dossier van
de strafzaak. Zo kunnen de rechter, de officier van justitie en de verdachte de brief
lezen.
Een gesprek met de officier van justitie
Soms kunt u in een persoonlijk gesprek met de officier van justitie (ook) uw verhaal
vertellen. Dit gesprek is vóór de zitting. De officier van justitie vertelt u wat
er tijdens de zitting gaat gebeuren. En u kunt hem vragen stellen. Een advocaat of
Slachtofferhulp Nederland kan u helpen om dit voor te bereiden.
14. U heeft recht op informatie over verlof, vrijlating of ontsnapping van de verdachte
of dader
Is er een verdachte of dader en zit hij in de gevangenis? Dan kunt u informatie krijgen
in de volgende situaties. De officier van justitie of de rechter zorgt ervoor dat
u bericht wordt wanneer:
-
• De verdachte of dader verlof heeft
-
• De verdachte of dader wordt vrijgelaten.
-
• De verdachte of dader is ontsnapt.
Wordt de verdachte of dader vrijgelaten of ontsnapt hij? En krijgt u daarom bescherming?
Dan krijgt u ook informatie over hoe u wordt beschermd.
Deze verklaring van rechten is een uitgave van het ministerie van Veiligheid en Justitie
Postbus 20301 | 2500 EH Den Haag
Februari 2017 | 100838
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling houdt verband met de implementatie van de richtlijn 2012/29/EU van het
Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen
voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare
feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ. Artikel 4 van deze richtlijn
verplicht lidstaten ertoe ervoor te zorgen dat aan het slachtoffer zonder onnodige
vertraging vanaf zijn eerste contact met een bevoegde autoriteit bepaalde informatie
wordt verstrekt, teneinde hem in staat te stellen toegang te hebben tot de in de richtlijn
opgenomen rechten. De onderwerpen waarop deze informatie betrekking heeft, worden
opgesomd in het eerste lid van artikel 4 van de richtlijn.
De genoemde bepaling van de richtlijn is geïmplementeerd in het Wetboek van Strafvordering
(hierna: de wet), door het invoegen van een nieuw artikel 51ab. De informatie moet
in Nederland onverwijld worden verstrekt door de ambtenaar van politie, de officier
van justitie of een andere opsporingsambtenaar bij het eerste contact van het slachtoffer
met een van hen. In de meeste gevallen zal het eerste contact plaatshebben met de
politie, die dan de informatie moet aanbieden. Ook is het mogelijk dat het eerste
contact plaats heeft met de officier van justitie, bijvoorbeeld als het slachtoffer
schriftelijk melding maakt of aangifte doet van een strafbaar feit waarvan hij nadeel
ondervindt.
In het Besluit slachtoffers van strafbare feiten van P.M. (Stb. 2016, 310, hierna: het besluit) is beschreven over welke onderwerpen het slachtoffer bij zijn
eerste contact moet worden geïnformeerd. Tevens is bepaald dat de omvang en gedetailleerdheid
van de informatie die wordt verstrekt kan verschillen, afhankelijk van de specifieke
behoeften en persoonlijke omstandigheden van het slachtoffer en van de aard van het
strafbare feit. Daarnaast kan de opsporingsambtenaar op een later moment meer gedetailleerde
informatie verstrekken, afhankelijk van de behoeften van het slachtoffer en het belang
van dergelijke informatie in iedere fase van het strafproces.
In het Besluit is tevens bepaald dat passende maatregelen worden getroffen om het
slachtoffer bij zijn contacten met autoriteiten in het kader van het strafproces zo
nodig te helpen begrijpen en zelf als slachtoffer te worden begrepen. Dit betreft
een uitwerking van artikel 3, eerste lid, van de richtlijn, dat ziet op het recht
van het slachtoffer om te begrijpen welke rechten hij heeft en zelf begrepen te worden.
Indien het slachtoffer de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheerst wordt de informatie
op zijn verzoek verstrekt in een taal die hij begrijpt of wordt hem de nodige taalkundige
bijstand geboden.
Tevens is in artikel 8 bepaald dat bij ministeriële regeling nadere voorschriften
worden gegeven betreffende de inhoud en de wijze van verstrekking van de in het besluit
genoemde informatie, de omvang en gedetailleerdheid daarvan en de maatregelen die
getroffen kunnen worden inzake het begrijpen en begrepen worden en vertolking of vertaling.
Deze regeling stelt die nadere voorschriften. Het gaat hier om instructienormen voor
de politie, het Openbaar Ministerie of een andere overheidsorganisatie die opsporing
van strafbare feiten tot taak heeft.
Net als de hiervoor genoemde wettelijke bepaling en het Besluit is deze regeling van
toepassing op het strafproces. Voor een toelichting op de reikwijdte van dit begrip
verwijs ik naar van de memorie van toelichting op de implementatiewet.
Artikelsgewijs
Artikel 2
Artikel 2, eerste lid
De politie, de officier van justitie of een andere opsporingsambtenaar informeren
een slachtoffer over zijn rechten. Dit doen zij door bij het eerste contact dat een
slachtoffer met één van beiden heeft, een verklaring van rechten te verstrekken. In
deze verklaring van rechten wordt het slachtoffer op hoofdlijnen geïnformeerd over
de belangrijkste rechten die hij gedurende het strafproces en de fase van de tenuitvoerlegging
heeft. Ook wordt in de verklaring van rechten een korte toelichting gegeven op die
rechten. De verklaring van rechten maakt als bijlage onderdeel uit van deze regeling.
Uit artikel 51ab van de wet volgt reeds dat de verklaring van rechten onverwijld moet
worden verstrekt bij het eerste contact tussen een slachtoffer en de ambtenaar van
politie, de officier van justitie of een andere opsporingsambtenaar. Wat onder ‘onverwijld’
en het ‘eerste contact’ moet worden verstaan, is op hoofdlijnen in het Besluit uitgewerkt.
Met behulp van de informatie kan het slachtoffer zijn rechten uitoefenen en een beroep
doen op voorzieningen, dus het is van belang dat het slachtoffer zo snel mogelijk
kennis kan nemen van deze informatie. Het informeren van het slachtoffer mag dan ook
niet onnodig worden uitgesteld en moet zo spoedig mogelijk geschieden. Verder is in
het Besluit toegelicht dat het eerste contact van het slachtoffer met een bevoegde
autoriteit meestal plaatsheeft met de politie. Dit kan ook een baliemedewerker op
het politiebureau zijn of een medewerker van het regionaal servicecentrum. Maar ook
is mogelijk dat het eerste contact plaatsvindt met een medewerker van een bijzondere
opsporingsdienst of van de Koninklijke Marechaussee of met de officier van justitie.
De verschillende modaliteiten van het eerste contact van een slachtoffer met een bevoegde
autoriteit worden hieronder nader toegelicht.
Het eerste contact van een slachtoffer met een bevoegde autoriteit vindt veelal plaats
bij de afhandeling van een melding of aangifte als eerste stap in het onderzoek. In
de praktijk zal de autoriteit waarmee het slachtoffer het eerste contact heeft vaak
de politie zijn, zoals hierboven werd uiteengezet. Indien een slachtoffer melding
of aangifte komt doen op het politiebureau wordt hem de verklaring van rechten verstrekt
voorafgaand aan het opnemen van een verklaring of een aangifte. In geval van internetaangifte
wordt dezelfde verklaring van rechten op digitale wijze verstrekt.
De politie komt echter ook op andere manieren in aanraking met slachtoffers. Onmiddellijke
verstrekking van de verklaring van rechten is in deze situaties niet altijd mogelijk
en/of passend. Hieronder wordt toegelicht op welke wijze en op welk moment de politie
de verklaring in dergelijke situaties dient te verstrekken.
Op het moment dat de politie op locatie, bijvoorbeeld naar aanleiding van een melding,
een incident afhandelt, of aangifte opneemt wordt in beginsel een verkorte versie
van de verklaring van rechten verstrekt.
De verklaring wordt verstrekt aan personen die op dat moment door de politie als slachtoffer
worden aangemerkt. In de verkorte versie van de verklaring zijn de rechten van het
slachtoffer opgenomen die het meest relevant zijn op het moment van een melding of
aangifte. Tevens is een verwijzing naar een website opgenomen waar het slachtoffer
de gehele verklaring van rechten kan raadplegen.
Indien een slachtoffer telefonisch aangifte doet van een strafbaar feit, wordt hij
vooraf mondeling geïnformeerd over de rechten die in dat stadium het meest relevant
zijn, waaronder de rechten van een slachtoffer bij het doen van aangifte. Tevens wordt
hij verwezen naar de website waar de integrale verklaring van rechten te vinden is.
Als een aangifte telefonisch of op locatie is opgenomen en een kopie van aangifte
per e-mail of post naar het slachtoffer wordt verstuurd, wordt de verklaring van rechten
meegezonden.
Hoewel een melding van een slachtoffer bij de meldkamer formeel gezien het eerste
contact van een slachtoffer met de politie betreft, is het in dergelijke situaties
vaak niet passend om het slachtoffer te informeren over de verklaring van rechten.
Zo is het niet wenselijk een slachtoffer te informeren over zijn rechten op het moment
van een 112-melding vanwege een acute noodsituatie of in de hectiek van een heterdaadsituatie.
Gedacht kan worden aan een slachtoffer dat de politie belt voor hulp op het moment
dat er in zijn woning wordt ingebroken. Uiteraard heeft het bieden van bescherming
aan het slachtoffer en het opsporen van een verdachte op dat moment prioriteit. De
verklaring van rechten wordt in dergelijke gevallen verstrekt voorafgaand aan het
moment dat een slachtoffer aangifte doet. Daarnaast zijn er situaties denkbaar waarin
niet op voorhand duidelijk is of sprake is van een strafbaar feit en wie slachtoffer
zijn. In deze gevallen dient het aan de professionele inschatting van de opsporingsambtenaar
te worden overgelaten op welk moment en op welke wijze de verklaring van rechten wordt
verstrekt.
Indien een slachtoffer zich in een latere fase van het strafproces meldt bij de politie
of indien hij op een later moment bekend wordt bij de autoriteiten, wordt de verklaring
op dat moment verstrekt.
In geval van ambtshalve vervolging verstrekt ook de officier van justitie de verklaring
van rechten aan het slachtoffer bij diens eerste contact met het slachtoffer.
Als eenmaal de verklaring van rechten aan een slachtoffer is verstrekt en dit slachtoffer
blijkt in de loop van het strafrechtelijk onderzoek (ook) verdachte te zijn, dan is
het niet erg dat de verklaring van rechten is verstrekt. Wanneer er bij de politie
of de officier van justitie twijfel is over de vraag of een persoon als slachtoffer
of verdachte moet worden aangemerkt, dan verdient het aanbeveling de verklaring van
rechten in dat geval te verstrekken zodat wordt voldaan aan de norm die de EU-richtlijn
stelt.
Het model van de verklaring van rechten is door mij vastgesteld en als bijlage bij
deze regeling opgenomen. Wanneer deze verklaring in de toekomst zou moeten worden
aangepast, kan worden volstaan met het wijzigen van deze bijlage en het opnieuw vaststellen
van de regeling. Zo kan eenvoudig en snel worden ingesprongen op nieuwe ontwikkelingen
in wetgeving of praktijk.
Artikel 2, tweede lid
De verklaring van rechten wordt kosteloos verstrekt omdat het niet van de draagkracht
van het slachtoffer mag afhangen of hij voldoende wordt geïnformeerd over zijn rechten.
Artikel 2, derde lid
De verklaring van rechten wordt in beginsel schriftelijk verstrekt. Hieronder is ook
elektronisch verstrekking, bijvoorbeeld per e-mail, via een website of als onderdeel
van de internetaangifte, begrepen.
Artikel 2, vierde lid
Zoals in de toelichting op artikel 2, eerste lid, reeds is aangegeven, zijn situaties
denkbaar waarin schriftelijke verstrekking van de verklaring van rechten niet mogelijk
is. Daarbij kan worden gedacht aan een afhandeling van een melding of opname van aangifte
op locatie, een telefonische melding of aangifte, of een melding bij de meldkamer.
In deze gevallen wordt een slachtoffer op een andere wijze geïnformeerd over zijn
rechten, bijvoorbeeld door het verstrekken van een verkorte versie van de verklaring
van rechten, door een mondelinge toelichting op de belangrijkste rechten uit de verklaring
of door verstrekking van de verklaring op een later moment. In de toelichting op het
eerste lid van artikel 2 is nader uitgewerkt op welke wijze slachtoffers geïnformeerd
moeten worden in verschillende situaties.
Artikel 2, vijfde lid
In de meeste gevallen zijn wettelijk vertegenwoordigers van minderjarige slachtoffers
betrokken bij de afhandeling van een strafbaar feit door de politie. Vaak doen zij
aangifte namens het minderjarige slachtoffer.
Indien een slachtoffer jonger is dan twaalf jaar wordt de verklaring van rechten in
beginsel verstrekt aan de wettelijke vertegenwoordigers van het slachtoffer. In bepaalde
gevallen is het echter niet wenselijk om de wettelijke vertegenwoordigers te informeren,
bijvoorbeeld als dat de minderjarige ervan zou weerhouden om aangifte te doen. Of
in de situatie dat een wettelijk vertegenwoordiger niet in staat is om de belangen
van het minderjarige slachtoffer te behartigen, bijvoorbeeld als een wettelijk vertegenwoordiger
tevens verdachte is in de desbetreffende zaak. De politie zal hier maatwerk toepassen
en kijken naar de omstandigheden van de zaak. Indien de politie besluit de wettelijke
vertegenwoordigers niet te informeren, raadt de politie het slachtoffer aan om contact
te zoeken met iemand die hij of zij vertrouwt.
Aan minderjarige slachtoffers van twaalf jaar of ouder wordt de verklaring van rechten
wel direct verstrekt. De politie en het Openbaar Ministerie kunnen besluiten om ook
de wettelijke vertegenwoordigers te informeren, als de ernst van het feit of andere
omstandigheden hiertoe aanleiding geven.
Artikel 3
Artikel 3, eerste lid
Zoals de EU-richtlijn vereist, is de verklaring van rechten in eenvoudige en toegankelijke
bewoordingen opgesteld.
Dit betekent dat de verklaring van rechten is opgesteld in eenvoudig Nederlands en
voldoet aan taalniveau B1. Dit is een taalniveau dat voor bijna iedereen te begrijpen
is. Bij elke toekomstige aanpassing van de verklaring van rechten moet worden getoetst
of deze nog steeds voldoet aan het taalniveau B1.
Artikel 3, tweede lid
Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan de in de richtlijn neergelegde verplichting
om de informatie te verstrekken op een manier die voor het slachtoffer begrijpelijk
is en om het slachtoffer indien nodig te helpen om de informatie te begrijpen en om
zelf ook begrepen te worden. Dit betekent dat rekening wordt gehouden met de kennis
die het slachtoffer heeft van de taal waarin de informatie wordt verstrekt, met zijn
leeftijd, ontwikkelingsniveau, intellectuele en emotionele vermogen, geletterdheid
en met een eventuele geestelijke of lichamelijke handicap. Een voorbeeld van een specifieke
omstandigheid kan zijn dat een slachtoffer slechtziend of blind is, waardoor een andere
wijze van verstrekking van de verklaring van rechten op zijn plaats is. In dit geval
wordt de verklaring van rechten mondeling toegelicht. Ook wordt de verklaring van
rechten met een voorleesfunctie op een website gepubliceerd.
Wanneer een verklaring van rechten aan een minderjarig slachtoffer wordt verstrekt
moet degene die de verklaring verstrekt goed rekening houden met het vermogen van
het slachtoffer om de verklaring te begrijpen en om zijn eigen mening te vormen. Als
dat nodig is, moet de ambtenaar in kwestie het slachtoffer helpen om de inhoud en
strekking van die verklaring te begrijpen.
Van het slachtoffer wordt verwacht dat hij, indien hij daartoe in staat is, zelf het
initiatief neemt om aan te geven dat hij de verklaring van rechten niet begrijpt.
Dit kan het slachtoffer op elk moment in het strafproces en de fase van de tenuitvoerlegging
doen.
Artikel 3, derde lid
In veel gevallen zal het volstaan om de verklaring van rechten aan een slachtoffer
te verstrekken in de Nederlandse, Engelse, Franse of Duitse taal.
In uitzonderlijke gevallen kan maatwerk worden verleend wanneer het slachtoffer bij
het eerste contact te kennen geeft deze vier talen niet te beheersen, door bijvoorbeeld
een familielid van het slachtoffer of een tolk in te schakelen voor een mondelinge
vertaling van de verklaring van rechten.