Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Infrastructuur en Milieu | Staatscourant 2017, 17520 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Infrastructuur en Milieu | Staatscourant 2017, 17520 | Besluiten van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;
Gelet op Verordening (EU) nr. 2016/1185 van de Commissie van 20 juli 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 wat betreft de actualisering en voltooiing van de gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures (SERA deel C) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 730/2006 (PbEU 2016, L 196), artikel 1.5 van de Wet luchtvaart en de artikelen 8, tweede lid, 16, tweede lid, 23, eerste lid, en 24 van het Besluit luchtverkeer 2014;
BESLUIT:
De Regeling boorduitrusting wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3b wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid vervalt onder vernummering van het tweede en derde lid tot het eerste en tweede lid.
2. De aanhef van het eerste lid (nieuw) komt te luiden:
1. Onverminderd deel 14 van de bijlage bij verordening (EU) nr. 923/2012, zijn op de radiotelefonische berichtenwisseling tussen de Nederlandse luchtverkeersdiensten en burgerluchtvaartuigen bovendien van toepassing:.
3. In het tweede lid (nieuw) wordt ‘Onverminderd het tweede lid,’ vervangen door: Onverminderd het eerste lid,.
B
Artikel 8 komt te luiden:
In afwijking van deel 13 van de bijlage bij verordening (EU) nr. 923/2012 geldt de verplichting tot het inschakelen van de SSR-transponder gedurende de gehele vlucht, indien het luchtvaartuig is voorzien van een bruikbare SSR-transponder, ongeacht of het luchtvaartuig zich binnen luchtruim bevindt waar de SSR-transponder is voorgeschreven, niet voor gezagvoerders van militaire straalvliegtuigen behorende tot de Nederlandse krijgsmacht, mits:
1°. de vlucht wordt uitgevoerd in de gebieden, genoemd in artikel 2, vierde lid, onderdelen d, e en o tot en met y, van de Regeling beperking of verbod uitoefening burgerluchtverkeer in bepaalde gebieden 2017;
2°. deze gezagvoerders, na daartoe opdracht te hebben gekregen van de luchtverkeers- of gevechtsleiding voorafgaand aan de uitvoering van vluchten in de onder 1° bedoelde gebieden, de SSR-transponder in mode 3/A in werking hebben gesteld.
Artikel 1 van de Regeling luchtverkeersdienstverlening wordt als volgt gewijzigd:
1. De begripsomschrijving van Transponder Free Zone (TFZ) komt te luiden: luchtruimdeel van vastgestelde afmetingen waarin het meenemen van een werkende SSR-transponder niet verplicht is gesteld;.
2. De begripsomschrijving van Transponder Mandatory Zone (TMZ) komt te luiden: luchtruimdeel van vastgestelde afmetingen als bedoeld in artikel 2, punt 136 van verordening (EU) nr. 923/2012;.
Artikel 3.1, eerste lid, onderdeel e, van de Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid komt te luiden:
e. paragrafen SERA.2005, SERA.3135, SERA.3205, SERA.3210, SERA.3215, SERA.3220, SERA.3230, SERA.3301, SERA.3401, SERA.4005, SERA.4010, SERA.4015, SERA.4020, SERA.5005, onderdelen a tot en met d, f, h en i, SERA.5015, SERA.5020, SERA.5025, onderdelen b en c, SERA.6001, SERA.8020, SERA.8025, SERA.8030, SERA.8035, SERA.11001, onderdelen a en b, SERA.13001 en de punten 2 tot en met 6 van Aanhangsel 2 bij de bijlage bij verordening (EU) nr. 923/2012.
Artikel 4 van de Regeling vliegplannen wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Artikel 4. Plaats en moment van indienen van het vliegplan.
2. In het derde lid vervalt de eerste volzin.
3. Het vierde lid vervalt onder vernummering van het vijfde lid tot het vierde lid.
4. In het vierde lid (nieuw) vervalt: en het derde.
1. De artikelen I, II en III van deze regeling treden in werking met ingang van 12 oktober 2017.
2. Artikel IV van deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 18 augustus 2016.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma
Met de onderhavige regeling wordt uitvoering gegeven aan Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2016/1185 van de Commissie van 20 juli 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 wat betreft de actualisering en voltooiing van de gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures (SERA deel C) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 730/2006 (PbEU 2016, L 196) (hierna: SERA C). SERA C is het sluitstuk van het gemeenschappelijke pakket van luchtverkeersregels, de uniforme toepassing van luchtruimclassificatie en het gemeenschappelijke pakket van operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures binnen de Europese Unie. De eerste twee fasen van het regelgevingsproces – de delen A en B – omvatten de omzetting van de bepalingen uit bijlage 2 bij het op 7 december 1944 te Chicago gesloten Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart1 (hierna: Verdrag van Chicago) en de relevante bepalingen uit bijlage 11 bij het Verdrag van Chicago in de Verordening (EU) nr. 923/20122. Deze verordening wordt over het algemeen aangeduid als de verordening inzake de ‘Standardized European Rules of the Air’, kortweg SERA. Met SERA C zijn relevante bepalingen uit bijlage 10 bij het Verdrag van Chicago en de relevante procedures voor luchtverkeersleidingsdiensten uit PANS-ATM document nr. 4444, voor zover deze samenhangen met luchtverkeersregels, omgezet in SERA. Verder zijn de bestaande bepalingen in SERA, waar nodig, geactualiseerd en verhelderd.
De aan SERA toegevoegde bepalingen uit SERA C betreffen in hoofdzaak het gebruik van het airborne collision avoidance system (ACAS), de bediening van de secondary surveillance radar (SSR) transponder en procedures voor mondelinge communicatie. Met de wijzigingsbepalingen uit SERA C zijn onder meer modelluchtvaartuigen en speelgoedluchtvaartuigen buiten het toepassingsgebied van SERA geplaatst en is het toepassingsgebied van SERA vergroot met exploitanten van luchtvaartterreinen, dan wel luchthavens.
SERA C betreft dus een geüniformeerde omzetting van relevante standaarden en aanbevelingen bij het Verdrag van Chicago en operationele bepalingen uit de relevante documenten bij het Verdrag van Chicago. Een deel van deze bepalingen was reeds opgenomen in de nationale regelgeving via een dynamische verwijzing in de Regeling luchtverkeersdienstverlening en de Regeling boorduitrusting. De omzetting van deze bepalingen naar SERA heeft dus vrijwel geen impact op de werkwijzen van de betrokkenen.
Door de rechtstreekse werking van de Europese verordeningen vergt de implementatie van SERA C nauwelijks aanpassing van nationale regelgeving. De minimale materiële gevolgen voor de nationale regelgeving komen in het artikelsgewijze deel van de toelichting aan de orde. Hier wordt nader ingegaan op het laten vervallen van dubbele bepalingen in de Regeling boorduitrusting en de Regeling vliegplannen, de aanpassing van de Regeling luchtverkeersdienstverlening in verband met de Transponder Free Zones (TFZ’s) en de aanpassing van de strafbepalingen in de Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om enkele dubbele strafbepalingen te laten vervallen.
Er is afgeweken van de vaste verandermomenten omdat hier sprake is van Europese implementatie.
SERA C is op 21 juli 2016 gepubliceerd in het Europese Publicatieblad en is 20 dagen na publicatie, dus per 10 augustus 2016, in werking getreden. De voornaamste wijzigingsbepalingen in SERA C zijn per 18 augustus 2016 van toepassing geworden3. Enkel artikel IV van de onderhavige regeling bevat implementatie van een dergelijke bepaling uit SERA C. Gezien de korte implementatieperiode is deze aanpassing in de nationale regelgeving niet tijdig gerealiseerd en is er sprake van een inwerkingtredingsbepaling met terugwerkende kracht. Aangezien er louter sprake is van het laten vervallen van een nationale norm die nu in SERA is geregeld, heeft deze inwerkingtreding met terugwerkende kracht materieel geen gevolgen.
De voornaamste toegevoegde bepalingen aan SERA zijn per 12 oktober 2017 van toepassing4. De aan die bepalingen gerelateerde artikelen I, II en III bevatten wijzigingen in de Regeling boorduitrusting, de Regeling luchtverkeersdienstverlening en de Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid, en treden derhalve per 12 oktober 2017 in werking.
Een transponeringstabel is aan het einde van de toelichting opgenomen.
SERA C en de onderhavige regeling brengen geen nieuwe administratieve lasten en uitvoeringskosten met zich mee.
Het toezicht op naleving van SERA C en de gewijzigde regelingen is belegd bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT). De ILT is gevraagd om op het eerste voorstel van SERA C (Notice of Proposed Amendment, hierna: NPA) een Handhaafbaarheid, Uitvoerbaarheid en Fraudebestendigheid-toets (HUF-toets) uit te voeren. De ILT heeft geconcludeerd dat het voorstel in de NPA uitvoerbaar en handhaafbaar is. De begrippen en teksten zijn duidelijk en in lijn met de bestaande regelgeving. Er is geen extra inzet voorzien waardoor uitbreiding van de capaciteit van de ILT derhalve voor het voorstel in de NPA niet nodig zou zijn.
De uiteindelijke verordening SERA C wijkt niet op wezenlijke onderdelen af van de NPA. Derhalve is een nieuwe HUF-toets en uitbreiding van de capaciteit van de ILT niet noodzakelijk.
Er is geen internetconsultatie uitgevoerd voor deze regeling, omdat hier sprake is van een situatie waarin consultatie niet in betekenende mate kan leiden tot aanpassing van het concept. Met de onderhavige regeling wordt uitvoering gegeven aan een Europese verordening.
De Regeling boorduitrusting bevat enkele bepalingen die de bediening van de SSR-transponder regelen. Deze bepalingen zijn nu opgenomen in deel 13 van de bijlage bij SERA en komen in artikel 8 van de Regeling boorduitrusting te vervallen.
Het nieuwe SERA.13001 (in deel 13 van de bijlage bij SERA C) bevat de eis, dat een luchtvaartuig, dat uitgerust is met een bruikbare SSR transponder, de SSR-transponder gedurende de gehele vlucht dient te gebruiken. In de Regeling luchtverkeersdienstverlening zijn er delen van het luchtruim aangewezen als Transponder Mandatory Zones (TMZ’s). Uitgezonderd van de TMZ’s zijn de TFZ’s. Deze in Bijlage 4 bij de Regeling luchtverkeersdienstverlening omschreven TFZ’s, zijn gebieden in de TMZ’s waar zweefvliegactiviteiten worden gefaciliteerd. Binnen de TFZ’s is het gebruik van de SSR-transponder niet verplicht gesteld. Dit is enerzijds ingevoerd om de zweefvliegers niet financieel te belasten met de nalevingskosten van de TMZ’s. Anderzijds speelden veiligheidsoverwegingen een rol. De transpondersignalen van de zweefvliegers die aan een lier opstijgen leiden tot onnodige waarschuwingen van het ACAS bij luchtverkeer in het aangrenzend deel van het luchtruim. Hierdoor is het wenselijk dat dan de transponder uitgeschakeld is. De definities van TMZ en TFZ waarin enkel werd gesproken over het gebruik van de SSR-transponder kwamen niet overeen met de bepalingen in SERA.13001. In SERA.13001 is voorzien in de enige uitzondering op de verplichting voor een luchtvaartuig, dat uitgerust is met een bruikbare SSR transponder, de SSR-transponder gedurende de gehele vlucht te gebruiken. In SERA.13001, onderdeel c, is bepaald dat, behalve voor vluchten in het luchtruim waarin het gebruik van een transponder verplicht is gesteld door de bevoegde autoriteiten, luchtvaartuigen zonder voldoende elektrisch vermogen zijn vrijgesteld van de eis om de transponder tijdens de volledige vlucht te gebruiken. In de regeling is de begripsbepaling van TMZ in overeenstemming gebracht met de begripsbepaling van TMZ in SERA en is in de TFZ enkel het meenemen van een werkende SSR-transponder niet verplicht gesteld. Wanneer er wel een werkende SSR-transponder aan boord van een luchtvaartuig in de TFZ aanwezig is, dient deze gebruikt te worden tijdens de volledige vlucht, behoudens de uitzondering in SERA.13001, onderdeel c. Met deze aanpassing verandert er feitelijk niets aan de verplichtingen in de TMZ’s en TFZ’s en blijven deze dus ongewijzigd gehandhaafd.
Bij de implementatie van SERA zijn de strafbepalingen die in het tot dan toe geldende Luchtverkeersreglement waren opgenomen mutatis mutandis in de nationale regelgeving overgenomen. Daartoe is een deel van de luchtverkeersregels in het Besluit luchtverkeer 2014 strafbaar gesteld. Op basis van artikel 1.5 van de Wet luchtvaart heeft de minister de bevoegdheid om bij ministeriële regeling regels te stellen ter uitvoering van hetgeen bij of krachtens de basisverordening5 is bepaald. Bepalingen die inhoudelijk in SERA zijn geregeld en nationaal strafrechtelijk gehandhaafd worden, zijn opgenomen in artikel 3.1 van de Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid. De strafbaarstellingen van de bepalingen in SERA die met de wijzigingsbepalingen in SERA C zijn gewijzigd behoeven geen aanpassing. De nieuwe onderdelen die aan SERA worden toegevoegd in deel 11 (Wederrechtelijke daden, noodsituaties en onderscheppingen), deel 12 (bediening van de SSR-transponder) en deel 13 (Procedures voor mondelinge communicatie) van de bijlage bij SERA, betreffen vooral operationele en zorgvuldigheidseisen die voor een groot deel afkomstig zijn uit diverse operationele handboeken van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie. Door de aard en context van overtreding van deze normen ligt het in de rede dat enkel bestuursrechtelijke handhaving door de ILT wordt toegepast. Enkel de bepaling waarin het gebruik van een SSR-transponder verplicht wordt gesteld, is rechtstreeks in de Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid strafbaar gesteld.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om enkele dubbele strafbepalingen te laten vervallen en een omissie ten aanzien van de strafbaarstelling van voorschriften over het gebruik van ballonnen te herstellen.
In de Regeling vliegplannen zijn onder meer enkele bepalingen opgenomen over de wijze waarop vliegplannen worden ingediend. Artikel 4, derde lid, betreft de eis om een vliegplan ten minste zestig minuten voor aanvang van de vlucht in te dienen. Deze eis is nu in SERA C geregeld en vervalt dus in de nationale regeling. Dit geldt tevens voor de eis om een vliegplan, dat ingediend wordt tijdens de vlucht, tijdig in te dienen en ten minste tien minuten voor het tijdstip waarop wordt verwacht dat het luchtvaartuig de grens van het betrokken luchtverkeersleidingsgebied zal passeren.
Verordening (EU) nr. 2016/1185 van de Commissie van 20 juli 2016 tot wijziging van Uitvoeringsverordening 923/2012 wat betreft de actualisering en voltooiing van de gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures (SERA deel C) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 730/2006 (PbEU 2016, L 196) |
|
Artikel 1 Eerste lid – wijziging artikel 1 – Onderwerp en toepassingsgebied |
Artikel 5.5 van de Wet luchtvaart, artikel 4 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling modelvliegen |
Tweede lid – wijziging artikel 2 – Definities |
Artikel 1 van het Besluit luchtverkeer 2014 |
Derde lid – wijziging artikel 4 – Vrijstelling voor bijzondere activiteiten |
Artikel 3 van het Besluit luchtverkeer 2014 |
Vierde lid – aanpassing bijlagen |
Behoeft naar zijn aard geen omzetting |
Artikel 2 – intrekking verordening (EC) Nr. 730/2006 |
Behoeft naar zijn aard geen omzetting |
Artikel 3 – inwerkingtreding |
Behoeft naar zijn aard geen omzetting |
BIJLAGE LUCHTVERKEERSREGELS |
|
Deel 2 Toepasselijkheid en naleving |
|
Punt 1 – wijziging SERA.2001 – Toepasselijkheid |
Behoeft naar zijn aard geen omzetting |
Deel 3 – Algemene regels en het vermijden van botsingen |
|
Punt 2 – wijziging SERA.3215(a) – Lichten |
Behoeft naar zijn aard geen omzetting |
Deel 4 – Vliegplannen |
|
Punt 3 – wijziging SERA.4001 – Indiening van een vliegplan |
Artikel 16 van het Besluit luchtverkeer 2014, de Regeling vliegplannen en artikel IV van deze regeling |
Deel 5 – Zichtweersomstandigheden, zichtvliegvoorschriften, speciale zicht- en instrumentvliegvoorschriften |
|
Punt 4 – wijziging SERA.5001 – VMC Minima inzake zicht en afstand tot de wolken |
Artikel 3 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Vrijstellingsregeling Besluit luchtverkeer 2014 |
Punt 5 |
|
a. wijziging SERA.5005(c) – VFR-night |
Artikel 18 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Vrijstellingsregeling Besluit luchtverkeer 2014 |
b. wijziging SERA.5005(d) – Verbod VFR FL 195 en snelheid |
Behoeft naar zijn aard geen omzetting |
Punt 6 – wijziging SERA.5010 – Bijzondere VFR in plaatselijke luchtverkeersgebieden |
Behoeft naar zijn aard geen omzetting |
Punt 7 – wijziging SERA.5015(c) – Instrumentvliegvoorschriften (IFR) Regels die van toepassing zijn op alle IFR-vluchten |
Behoeft naar zijn aard geen omzetting |
Deel 6 – Luchtruimclassificatie |
|
Punt 8 – wijziging SERA.6001 – Luchtruimclassificatie |
Artikel 5, tweede lid, van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling luchtverkeersdienstverlening |
Deel 7 – Luchtverkeersdiensten |
|
Punt 9 – invoeging SERA.7002 – Informatie als luchtverkeersdiensten op basis van surveillance worden verleend |
Artikel 6 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling luchtverkeersdienstverlening |
Deel 8 – Luchtverkeersleidingsdiensten |
|
Punt 10 – invoeging SERA.8012 – De toepassing van separatie wegens zorgturbulentie |
Artikel 6 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling luchtverkeersdienstverlening |
Punt 11 |
|
a. wijziging SERA.8015(a) – Doel van de luchtverkeersleidingsklaringen |
Artikel 6 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling luchtverkeersdienstverlening |
b. wijziging SERA.8015(d) – Inhoud van de luchtverkeersleidingsklaringen |
Artikel 6 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling luchtverkeersdienstverlening |
c. invoeging van SERA.8015 e bis), e ter) en e quater) – Operationele bepalingen en voorwaardelijke klaringen |
Artikel 6 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling luchtverkeersdienstverlening |
Punt 12 – wijziging SERA.8020(a) – Naleving van het vliegplan |
Artikel 16 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling vliegplannen |
Punt 13 – wijziging SERA.8020(b) – Onopzettelijke wijzigingen |
Artikel 16 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling vliegplannen |
Punt 14 – wijziging SERA.8025 – Positierapporten |
Artikel 21 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling positiemeldingen tijdens gecontroleerde IFR-vluchten |
Punt 15 – wijziging SERA.8035 – Communicatie |
Artikel 22 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling storing radioverbinding tijdens een gecontroleerde vlucht |
Deel 9 – Vluchtinformatiedienst |
|
Punt 16 – wijziging SERA.9010 – ATIS |
Artikel 6 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling luchtverkeersdienstverlening |
Deel 10 – Alarmeringsdienst |
|
Punt 17 – wijziging SERA.10001 – Toepassing |
Artikel 6 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
Deel 11 – Wederrechtelijke daden, noodsituaties en onderschepping |
|
Punt 18 – wijziging SERA.11001 – Wederrechtelijke daden en wijziging SERA.11005 – Dienstverlening aan luchtvaartuigen in noodgevallen |
Artikel III van deze regeling |
Punt 19 – wijziging SERA.11010 – Afgedwaalde of niet-geïdentificeerde luchtvaartuigen |
Behoeft naar zijn aard geen omzetting |
Punt 20 – invoeging SERA.11012 – Minimum brandstof en brandstofnood Invoeging SERA.11013 – Afgenomen prestaties van het luchtvaartuig |
Behoeft naar zijn aard geen omzetting |
Punt 21 – invoeging SERA.11014 – ACAS resolution advisory |
Artikel 23 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
Punt 22 – wijziging SERA.11015(e) – Onderschepping |
Artikel 25 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling onderschepping luchtvaartuigen |
Deel 12 – Meteorologische diensten |
|
Punt 23 – wijziging SERA.12005 – Speciale waarneming vanuit luchtvaartuigen |
Behoeft naar zijn aard geen omzetting |
Punt 24 – wijziging SERA.12020 – Uitwisseling van vluchtrapporten |
Behoeft naar zijn aard geen omzetting |
Punt 25 – invoeging Deel 13: SSR Transponder |
|
SERA.13001 – Bediening van een SSR-transponder |
Artikel 23 en artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014, de Regeling boorduitrusting, de Regeling luchtverkeersdienstverlening en artikel II en artikel III van deze regeling |
SERA.13005 – SSR-transponder Mode A codeselectie |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.13010 – Uit drukhoogte afgeleide informatie |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.13015 – SSR-transponder Mode S vliegtuig identificatie setting |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.13020 -Storing SSR-transponder in gevallen waarin verplicht een werkende transponder aan boord moet zijn |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
Invoeging Deel 14: Procedures voor mondelinge communicatie |
|
SERA.14001 – Algemeen |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.14005 – Categorieën van berichten |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.14010 – Vluchtveiligheidsberichten |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.14015 – Taal die moet gevoerd worden in lucht-grond communicatie |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014, de Regeling boorduitrusting en artikel I van deze regeling |
SERA.14020 – Het spellen van woorden in radiotelefonie |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.14025 – Beginselen voor de identificatie van andere ATS-routes dan de standaard-vertrek- en aankomstroutes |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.14026 – Significante punten |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.14030 – Gebruik van aanduidingen voor standaard-instrument-vertrek- en aankomstroutes |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.14035 – Uitzending van getallen in radiotelefonie |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.14040 – Uitspraak van getallen |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.14045 – Uitzendtechniek |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.14050 – Radiotelefonieroepnamen van luchtvaartuigen |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.14055 – Radiotelefonieprocedures |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.14060 – Overdracht van VHF-communicatie |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.14065 – Radiotelefonieprocedures voor het veranderen van kanaal in mondelinge lucht-grondcommunicatie |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.14070 – Testprocedures |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.14075 – Uitwisseling van communicatie |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.14080 – Communicatiewacht / Diensturen |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.14085 – Gebruik van blinde uitzending |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.14087 – Gebruik van relay communicatietechniek |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.14090 – Specifieke communicatieprocedures |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
SERA.14095 – Procedures voor radiotelefonieverbindingen voor nood- en urgentieberichten |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
Punt 26 – Wijziging Aanhangsel 1 – Signalen |
|
a. Wijziging punt 1.1.2 – Algemeen |
Artikel 24 van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling boorduitrusting |
b. Wijziging punt 3.2.4.1 – Gesloten banen of taxibanen |
Behoeft naar zijn aard geen omzetting |
c. Vervanging illustraties 4.2.1.1, 4.2.1.2 en 4.2.1.3 |
Behoeft naar zijn aard geen omzetting |
Punt 27 – Wijziging Aanhangsel 2 – Onbemande vrije ballonnen |
Behoeft naar zijn aard geen omzetting |
Punt 28 – Wijziging Aanhangsel 4 – Luchtruimklassen voor luchtverkeersdiensten Punt 29 – Wijziging Aanhangsel 5 – Meldingsinstructies |
Artikel 5, tweede lid, van het Besluit luchtverkeer 2014 en de Regeling luchtverkeersdienstverlening Behoeft naar zijn aard geen omzetting |
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma
Het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Trb. 1973, 109).
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 van de Commissie van 26 september 2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures en tot wijziging van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 en verordeningen (EG) nr. 1265/2007, (EG) 1794/2006, (EG) nr. 730/2006, (EG) nr. 1033/2006 en (EU) nr. 255/2010 (PbEU 2012, L 281).
De inwerkingtreding van SERA C en de data met ingang van wanneer de bepalingen in SERA C van toepassing zijn, zijn geregeld in artikel 3 van SERA C.
Verordening (EG) Nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (PbEU L 79).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2017-17520.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.