Regeling van de Minister van Economische Zaken van 17 maart 2017, nr. WJZ/16117668, houdende wijziging van de Regeling houdende bepalingen inzake uitvoering volumecorrectie nettarieven energie-intensieve industrie

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op 29, elfde lid, van de Elektriciteitswet 1998;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2, tweede lid, van de Regeling houdende bepalingen inzake uitvoering volumecorrectie nettarieven energie-intensieve industrie komt te luiden:

  • 2. Bij een verzoek als bedoeld in het eerste lid en, in de daarop volgende jaren voor 1 september,

    • a. verstrekt de verzoeker aan de netbeheerder de gegevens omtrent de door deze afnemer verbruikte elektriciteit in de periode van een jaar, bedoeld in artikel 29, tiende lid, van de Elektriciteitswet 1998, en een assurancerapport van een accountant dat betrekking heeft op deze gegevens, of

    • b. draagt de verzoeker er zorg voor dat een erkend meetbedrijf de gegevens omtrent de door deze afnemer verbruikte elektriciteit in de periode van een jaar, bedoeld in artikel 29, tiende lid, van de Elektriciteitswet 1998, aan de netbeheerder verstrekt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 17 maart 2017

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

In artikel 29 van de Elektriciteitswet 1998 is de volumecorrectie-regeling voor de energie-intensieve industrie opgenomen. Dit artikel is nader uitgewerkt in de Regeling houdende bepalingen inzake uitvoering volumecorrectie nettarieven energie-intensieve industrie (hierna: de Regeling). Op grond van artikel 29, negende lid, van de Elektriciteitswet 1998 kunnen op verzoek van een afnemer gegevens over eigen productie van elektriciteit uit restproducten betrokken worden bij de bepaling van de hoogte van de volumecorrectie. Ter controle is vereist dat een aangeslotene daarvoor een assurancerapport laat opstellen door een accountant. In veel gevallen is een accountantsverklaring echter niet nodig en kan een meetbedrijf dezelfde gegevens aanleveren bij een netbeheerder. Deze optie zal in veel gevallen wenselijker zijn voor een afnemer, omdat de kosten van een accountant voor deze verklaring hoger zijn dan gedacht ten tijde van het opstellen van de Wet volumecorrectie nettarieven energie-intensieve industrie en omdat het aanvragen en verkrijgen van een assurancerapport veel tijd kost. Bovendien kan een (energie-intensief) bedrijf op grond van de Meetcode elektriciteit reeds gebruik maken van een erkende meetverantwoordelijke. Met de onderhavige wijziging van artikel 2, tweede lid, van de Regeling wordt deze mogelijkheid expliciet vastgelegd.

De inhoud van de wijziging is ontleend aan het ontwerp voor een ministeriële regeling die uitvoering gaf aan het wetsvoorstel voor een Elektriciteits- en gaswet en het ontwerpbesluit Elektriciteit en gas (Kamerstukken II 2014/15, 34 199, nrs. 1-3 en Kamerstukken I 2015/16, 34 199, C). Die ministeriële regeling is niet in werking getreden omdat het genoemde wetsvoorstel door de Eerste Kamer is verworpen. In de Regeling zijn ten opzichte van dat ontwerp uitsluitend wijzigingen aangebracht voor zover dat nodig is om aansluiting op de Elektriciteitswet 1998 te borgen.

2. Bedrijfseffecten

2.1. Regeldrukeffecten

De wijziging heeft regeldrukeffecten.

Thans moeten afnemers gegevens over eigen productie van elektriciteit uit restproducten laten controleren met een assurancerapport door een accountant. Door de wijziging is dat niet langer nodig en kan een (energie-intensief) bedrijf op grond van de Meetcode elektriciteit gebruik maken van een erkende meetverantwoordelijke voor de controle van deze data. Uit contact met ondernemingen die een beroep doen op de volumecorrectie en daarbij gegevens over de productie van elektriciteit uit restproducten aan de netbeheerder verstrekken, blijkt dat het jaarlijks ongeveer 40 uur kost om de interne rapportage te voltooien en het assurancerapport aan te vragen. De kosten voor een assurancerapport bedragen enkele duizenden euro’s.

Slechts een beperkt aantal bedrijven verstrekt gegevens aan de netbeheerder over de productie van elektriciteit uit restproducten bij het verzoek om toepassing van de volumecorrectie. In 2015 betrof dit vier ondernemingen. Voor elk van deze bedrijven zou aanlevering van de gegevens via een meetbedrijf een jaarlijkse lastenverlaging betekenen van ca. 6.900 euro. Hierbij is uitgegaan van een tijdsbesteding van 40 uur tegen een uurtarief van 60 euro en 4.500 euro aan accountantskosten.

2.2. Markteffecten

Ecorys en Van Zutphen Economisch Advies hebben de markteffecten van het (in onderdeel 1 van deze toelichting genoemde) ontwerp voor een ministeriële regeling die uitvoering gaf aan het wetsvoorstel voor een Elektriciteits- en gaswet en het ontwerpbesluit Elektriciteit en gas in kaart gebracht; die ontwerp-regeling had geen noemenswaardige markteffecten. Daarom mag worden verwacht dat de wijziging van de onderhavige Regeling eveneens geen noemenswaardige markteffecten heeft.

3. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

Het in onderdeel 1 van deze toelichting genoemde ontwerp voor een ministeriële regeling die uitvoering gaf aan het wetsvoorstel voor een Elektriciteits- en gaswet en het ontwerpbesluit Elektriciteit en gas is op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid getoetst door de Autoriteit Consument en Markt (ACM). ACM had geen opmerkingen bij het voorgestelde artikel over de volumecorrectie. ACM heeft geen nieuwe toets uitgevoerd op de onderhavige wijziging van de Regeling die – wat betreft de volumecorrectie- inhoudelijk overeenkomt met de door ACM getoetste (hiervoor genoemde) ontwerp-regeling.

4. Inwerkingtreding

De onderhavige wijziging van de Regeling treedt in werking op 1 april 2017.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven