Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 7 maart 2017, nr. IENM/BSK-2017/19694, houdende toekenning van de bevoegdheid genoemd in artikel 20, vierde lid, Wet personenvervoer 2000 aan gedeputeerde staten van de provincie Fryslân

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Handelende in overeenstemming met gedeputeerde staten van de provincie Fryslân;

Gelet op artikel 20, vierde lid, Wet personenvervoer 2000;

BESLUIT:

Artikel 1

Gedeputeerde staten van de provincie Fryslân zijn bevoegd tot het verlenen, wijzigen of intrekken van concessies voor regionaal openbaar vervoer per trein voor de volgende vervoersdiensten, die de daarbij aangegeven stations verbinden:

Vervoersdienst

Stations

Leeuwarden – Harlingen Haven

Leeuwarden, Deinum, Dronryp, Franeker, Harlingen, Harlingen Haven.

Leeuwarden – Stavoren

Leeuwarden, Mantgum, Sneek Noord, Sneek, IJlst, Workum, Hindeloopen, Koudum-Molkwerum, Stavoren.

Het deel van de vervoersdienst Leeuwarden – Groningen Europapark dat wordt verricht in de provincie Fryslân

Leeuwarden, Leeuwarden Camminghaburen, Hurdegaryp, Feanwâlden, De Westereen,

Buitenpost.

Artikel 2

Het Besluit tot aanwijzing vervoersdiensten waarvoor het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân bevoegd is tot het verlenen, wijzigen of intrekken van concessies voor regionaal openbaar vervoer per trein (Stcrt. 2005, 52), vervalt.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag, waarop dit bekend is gemaakt, een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van de Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, Postbus 20901, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. de naam en het adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt; en

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

TOELICHTING

Op grond van artikel 20, vierde lid, van de Wet personenvervoer 2000 is het mogelijk om gedeputeerde staten van de provincie Fryslân de bevoegdheid toe te kennen om concessies voor regionaal openbaar vervoer per trein te verlenen, te wijzigen of in te trekken.

Van deze mogelijkheid is voor het laatst gebruik gemaakt in 2005 (Besluit tot aanwijzing vervoersdiensten waarvoor het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân bevoegd is tot het verlenen, wijzigen of intrekken van concessies voor regionaal openbaar vervoer per trein (Stcr. 2005, 52)). Met het onderhavige besluit wordt het besluit uit 2005 geactualiseerd en in lijn gebracht met een vergelijkbaar bestluit gericht tot gedeputeerde staten van de provincie Groningen.

In vergelijking met het besluit uit 2005 is toegevoegd het deel van de vervoersdienst Leeuwarden – Groningen Europapark dat wordt verricht in de provincie Fryslân. Deze vervoersdienst was eerder ondergebracht in een apart besluit (Besluit tot aanwijzing vervoersdiensten waarvoor het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân en het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen bevoegd is tot het verlenen, wijzigen of intrekken van concessies voor regionaal openbaar vervoer per trein (Stcrt. 2005, 92)). Verder is de naam van deze vervoersdienst aangepast en zijn drie stationsnamen, die eerder in het Nederlands aangegeven waren, en inmiddels een stationsnaam hebben die overeenkomt met de officiële Friese plaatsnaam, in het Fries aangegeven. Er zijn geen nieuwe vervoersdiensten of stations toegevoegd.

De onderhavige toekenning van een bevoegdheid kan bij algemene maatregel van bestuur of ministerieel besluit. Voorwaarde voor toekenning bij ministerieel besluit is dat de toekenning van de bevoegdheid geschiedt in overeenstemming met gedeputeerde staten van de provincie Fryslân. Bij brief heeft de provincie Fryslân aangegeven in te stemmen met de toekenning van deze bevoegdheid.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

Naar boven