Besluit tot aanwijzing vervoersdiensten voor concessieverlening personenvervoer
per trein, provincie Fryslân
Besluit tot aanwijzing vervoersdiensten waarvoor het College van Gedeputeerde
Staten van de provincie Fryslân bevoegd is tot het verlenen, wijzigen
of intrekken van concessies voor regionaal openbaar vervoer per trein
9 maart 2005
Nr. HDJZ/S&W/2005-650
Hoofddirectie Juridische Zaken
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
In overeenstemming met het College van Gedeputeerde Staten van de provincie
Fryslân;
Gelet op artikel 20, derde lid, van de Wet personenvervoer 2000;
Besluit:
Artikel 1
Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân is
bevoegd is tot het verlenen, wijzigen of intrekken van concessies voor regionaal
openbaar vervoer per trein voor de volgende vervoersdiensten, die de daarbij
aangegeven stations verbinden:
Vervoersdienst: | Stations: |
|---|
Leeuwarden – Harlingen Haven | Leeuwarden, Deinum, Dronrijp, Franeker, Harlingen, Harlingen Haven. |
Leeuwarden – Stavoren | Leeuwarden, Mantgum, Sneek Noord, Sneek, IJlst, Workum, Hindeloopen, Koudum-Molkwerum,
Stavoren. |
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,K.M.H. Peijs.
Bezwaar
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen
zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift worden
ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Verkeer
en Waterstaat, ter attentie van de Hoofddirectie Juridische Zaken, Postbus
20906, 2500 EX te Den Haag.
Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende
te bevatten:
a. naam en adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit
waartegen het bezwaarschrift zich richt;
d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan
verenigen.
Toelichting
Artikel 20, derde lid, van de Wet personenvervoer 2000 bepaalt dat decentrale
overheden het bevoegde gezag kunnen zijn ten aanzien van concessies voor regionaal
openbaar vervoer per trein, voor de bij algemene maatregel van bestuur dan
wel in overeenstemming met het betrokken bestuur aangewezen vervoersdiensten.
Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân is voor
de vervoerdiensten Leeuwarden-Harlingen en Leeuwarden Stavoren al sinds juni
1999 het bevoegd gezag.
In het onderhavige besluit worden de vervoersdiensten aangewezen die de
daarbij aangegeven stations verbinden, waarvoor het College van Gedeputeerde
Staten van de provincie Fryslân het concessieverlenende bestuursorgaan
is. Hiermee wordt bewerkstelligd dat het College van Gedeputeerde Staten van
de provincie Fryslân het bevoegde bestuursorgaan blijft.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K.M.H. Peijs.