Regeling van de Minister van Economische Zaken van 13 december 2016 nr. WJZ/16133629, houdende nadere regels in verband met elektromagnetische compatibiliteit van uitrusting (Regeling elektromagnetische compatibiliteit 2016)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op richtlijn nr. 2014/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit (herschikking) (PbEU 2014, L 96), artikel 10.1, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en de artikelen 1, onderdeel n, 13, 15, tweede lid, 16, vijfde lid, en 17 van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2016;

Besluit:

Artikel 1

De overeenkomsten bedoeld in artikel 1, onderdeel n, van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2016 zijn:

  • a. de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika (PbEG 1999, L 31);

  • b. de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en Canada (PbEG 1998, L 280);

  • c. de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling, certificaten en markeringen tussen de Europese Gemeenschap en Australië (PbEG 1998, L 229);

  • d. de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland (PbEG 1998, L 229);

  • e. de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling, tussen de Europese Gemeenschap en Japan (PbEG 2001, L 284);

  • f. de Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland (PbEG 2002, L 114).

Artikel 2

  • 1. Een marktdeelnemer deelt, op verzoek, aan het Agentschap Telecom de identiteit mee van:

    • a. elke marktdeelnemer die een apparaat aan hem heeft geleverd;

    • b. elke marktdeelnemer aan wie hij een apparaat heeft geleverd.

  • 2. De informatie, bedoeld in het eerste lid, moet gedurende tien jaar nadat het apparaat is geleverd, door de betreffende marktdeelnemer kunnen worden verstrekt.

Artikel 3

  • 1. Een aanvraag tot aanwijzing als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2016 wordt ingediend bij het Agentschap Telecom van het Ministerie van Economische Zaken.

  • 2. De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, bevat:

    • a. gegevens waaruit blijkt dat de instantie waarop de aanvraag betrekking heeft voldoet aan artikel 11, eerste lid, en artikel 12 van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2016;

    • b. de categorieën apparaten en de conformiteitsbeoordelingsprocedures dan wel de onderdelen daarvan, waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • c. de aspecten van de eisen, bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2016 waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 4

  • 1. Een aanvraag om een aanwijzing als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2016 wordt ingediend bij het Agentschap Telecom van het Ministerie van Economische Zaken.

  • 2. De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, bevat:

    • a. gegevens waaruit blijkt dat de instantie waarop de aanvraag betrekking heeft voldoet aan het bij of krachtens artikel 16 van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2016 bepaalde;

    • b. de categorieën apparaten waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 5

Indien de aanwijzing van een aangemelde instantie wordt beperkt, geschorst of ingetrokken of indien een aangemelde instantie haar activiteiten heeft gestaakt, draagt zij alle relevante dossiers ten aanzien van conformiteitsbeoordelingsactiviteiten in het kader van die aanwijzing over aan haar rechtsopvolger, of, indien niet aanwezig, aan de Minister van Economische Zaken.

Artikel 6

De Minister van Economische Zaken wijst slechts een instantie aan als een overeenstemmingsbeoordelingsorgaan als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2016 voor een in kolom 2 genoemd land indien voldaan is aan de bepalingen genoemd in kolom 4 van de overeenkomst genoemd in kolom 3.

1

2

3

4

Nr.

Land

Overeenkomst

Aanwijzingsprocedure

1

Australië

Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling, certificaten en markeringen tussen de Europese Gemeenschap en Australië (PbEG 1998, L 229)

Bijlage, onderdelen A en B, en sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit, afdelingen I en IV

2

Nieuw-Zeeland

Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland (PbEG 1998, L 229)

Bijlage onderdelen A en B, en sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit, afdelingen I en IV

3

Canada

Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en Canada (PbEG 1998, L 280)

Sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit (EMC), paragraaf 4.2, en bijvoegsel 1 van de sectorbijlage

4

Verenigde Staten

Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika (PbEG 1999, L 31)

Sectorbijlage betreffende elektromagnetische compatibiliteit (EMC), afdelingen I en VI

5

Japan

Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling, tussen de Europese Gemeenschap en Japan (PbEG 2001, L 284)

Sectorbijlage betreffende elektrisch materiaal, deel b, afdeling IV

6

Zwitserland

Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland (PbEG 2002, L 114)

Bijlage 1, hoofdstuk 9 afdelingen I en IV, en bijlage 2, onderdelen A en B

Artikel 7

  • 1. De Minister van Economische Zaken kan maatregelen nemen om de ingebruikneming of het gebruik van uitrusting die voldoet aan de beschermingseisen, bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2016 te beperken:

    • a. om een bestaand of te verwachten probleem in verband met elektromagnetische compatibiliteit op een bepaalde locatie te verhelpen, of

    • b. om openbare elektronische communicatienetwerken of radioapparaten om veiligheidsredenen te beschermen indien die worden gebruikt voor veiligheidsdoeleinden in duidelijk gedefinieerde spectrumsituaties.

  • 2. Degenen tot wie de maatregelen als bedoeld in het eerste lid zich richten, volgen deze maatregelen op.

Artikel 8

De volgende regelingen worden ingetrokken:

  • a. de Regeling elektromagnetische compatibiliteit 2007;

  • b. de Uitvoeringsregeling randapparatuur;

  • c. de Regeling handelsreclame.

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet van 3 februari 2016 tot wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de implementatie van richtlijn 2014/30/EU en richtlijn 2014/53/EU in werking treedt.

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling elektromagnetische compatibiliteit 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 13 december 2016

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Inleiding

De onderhavige regeling vervangt de Regeling elektromagnetische compatibiliteit 2007 en strekt ter implementatie van richtlijn nr. 2014/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit (herschikking) (PbEU 2014, L 96) (hierna: EMC-richtlijn). Deze richtlijn vervangt Richtlijn 2004/108/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit en tot intrekking van Richtlijn 89/336/EEG die was geïmplementeerd in de Telecommunicatiewet (hierna: Tw) en in het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2007. De EMC-richtlijn is naast deze regeling geïmplementeerd in de Wet van 3 februari 2016 tot wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de implementatie van richtlijn 2014/30/EU en richtlijn 2014/53/EU (Staatsblad 2016, 58) en het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2016.

In het kader van de implementatie van de EMC-richtlijn wordt de Regeling elektromagnetische compatibiliteit 2007 (hierna: oude regeling), vervangen door de onderhavige regeling: de Regeling elektromagnetische compatibiliteit 2016 (hierna: regeling).

2. Hoofdlijnen van de regeling

De Tw en het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2016 voorzien grotendeels in de implementatie van de in de EMC- richtlijn opgenomen verplichtingen voor marktdeelnemers, waaronder de informatieverplichtingen en traceerbaarheidseisen, regels over criteria en procedures voor de selectie van conformiteitsbeoordelingsinstanties en conformiteitsbeoordelingsprocedures, relevante toezichtsbevoegdheden en aanpassing van relevante definities en terminologie. In deze regeling worden enkele van deze verplichtingen, procedures en bevoegdheden nader ingevuld. De inhoud van deze regeling komt grotendeels overeen met die van de oude regeling. De bepalingen inzake de aanmelding van instanties in het kader van conformiteitsbeoordeling zijn gestroomlijnd met de EMC-richtlijn. Ten opzichte van de oude regeling is een nieuw element in deze regeling een informatieverplichting in het kader van de traceerbaarheid van marktdeelnemers.

3. Tracering van marktdeelnemers

Met ingang van deze regeling moeten fabrikanten, gemachtigden, importeurs, en distributeurs op verzoek aan het Agentschap Telecom meedelen welke andere marktdeelnemers aan hen apparaten hebben geleverd en aan welke marktdeelnemers zij zelf apparaten hebben geleverd. Deze informatie moet gedurende tien jaar nadat het apparaat is geleverd, door de betreffende marktdeelnemer kunnen worden verstrekt. Deze verplichting is opgenomen in artikel 2 en implementeert artikel 12 van de EMC-richtlijn. Het stelt het Agentschap Telecom in staat sneller op te kunnen treden bij vermoedens dat marktdeelnemers niet voldoen aan de wettelijke bepalingen voor apparaten en draagt daarmee bij aan effectiever toezicht.

4. Overdracht van dossiers bij wijzigingen in aanmeldingen van aangemelde instanties

In deze regeling is ter implementatie van artikel 30, tweede lid, van de EMC-richtlijn een bepaling opgenomen die ertoe strekt dat indien de aanwijzing van een aangemelde instantie wordt beperkt, geschorst of ingetrokken of deze haar activiteiten heeft gestaakt, alle relevante dossiers ten aanzien van conformiteitsbeoordelingsactiviteiten in het kader van die aanwijzing moeten worden overgedragen aan de rechtsopvolger van de betrokken instantie of, indien die er niet is, aan de Minister (artikel 5). Deze bepaling is nieuw ten opzichte van de oude regeling en moet de continuïteit in het systeem van conformiteitsbeoordeling beter waarborgen. Hiermee is de rechtszekerheid voor marktdeelnemers gediend, gegeven een hoog niveau van mogelijke mededinging tussen aangemelde instanties.

5. Regeldruk

De voorzienbare gevolgen van de maatregelen in deze regeling voor de regeldruk zijn inbesloten in de algemene gevolgen van de implementatie van de EMC- richtlijn zoals opgenomen in de memorie van toelichting bij de wetswijziging. Omwille van duidelijkheid worden de specifieke gevolgen van deze regeling voor zover onderscheidbaar hier samengevat.

De gevolgen van de regeling betreffen gevolgen in de vorm van administratieve lasten voor het Agentschap Telecom als aanwijzende instantie, de aangemelde instanties en bedrijven. Deze zijn verwaarloosbaar. Er zijn geen effecten voor wat betreft inhoudelijke nalevingskosten en toezichtlasten. Voor de burger zijn er geen regeldrukeffecten. Er is geen ruimte voor nationale keuzes die de regeldruk significant beïnvloeden.

De verplichting voor marktdeelnemers om op verzoek aan de markttoezichtautoriteiten de identiteit mee te delen van elke marktdeelnemer die apparaten die aan hen heeft geleverd en aan wie zij apparaten hebben geleverd, en deze informatie te bewaren gedurende tien jaar nadat de apparaten aan hen zijn geleverd en gedurende tien jaar nadat zij de apparaten hebben geleverd, geeft geen significante administratieve lasten. Het codificeert, met name in het geval van importeurs en distributeurs, wat op basis van de bestaande wetgeving voor bedrijven de normale praktijk zou moeten zijn.

Naar verwachting heeft deze regeling positieve gevolgen voor de marktverhoudingen tussen de bedrijven in de sector. Effectiever toezicht wordt mogelijk gemaakt en als gevolg daarvan zullen de desbetreffende verplichtingen beter worden nageleefd.

6. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Er is afgeweken van het systeem van vaste verandermomenten omdat met deze regeling bindende Europese regelgeving wordt geïmplementeerd.

II. ARTIKELEN

Artikelen 1, 6, 7

Deze artikelen zijn zonder inhoudelijke wijziging overgenomen uit de Regeling elektromagnetische compatibiliteit 2007; enkel zijn de verwijzingen in deze artikelen geactualiseerd.

Artikel 2

Dit artikel strekt ter implementatie van artikel 12 van de EMC-richtlijn, zie paragraaf 3 van het algemeen deel van de toelichting.

Artikelen 3 en 4

Deze artikelen bevatten bepalingen over de wijze waarop de aanvraag tot aanwijzing als bedoeld in artikel 10 van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2016 (artikel 3) respectievelijk een aanvraag tot aanwijzing als bedoeld in artikel 15 van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2016 (artikel 4) worden ingediend. De inhoud van deze artikelen is grotendeels overgenomen uit de Regeling elektromagnetische compatibiliteit 2007. Enkele verwijzingen zijn bijgewerkt.

Artikel 5

Dit artikel strekt ter implementatie van artikel 30, tweede lid, van de EMC- richtlijn, zie paragraaf 4 van het algemeen deel van de toelichting.

Artikel 8

Op basis van dit artikel worden de Regeling elektromagnetische compatibiliteit 2007, de Uitvoeringsregeling randapparatuur en de Regeling handelsreclame ingetrokken omdat deze regelingen overbodig zijn geworden.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven