Wet van 3 februari 2016 tot wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de implementatie van richtlijn 2014/30/EU en richtlijn 2014/53/EU

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Telecommunicatiewet te wijzigen in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2014/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit (herschikking) (PbEU L 96/79) en richtlijn nr. 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur en tot intrekking van Richtlijn 1999/5/EG (PbEU L 153/62);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Telecommunicatiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel hh komt te luiden:

hh. Apparaten:

elektrische en elektronische apparaten, niet zijnde radioapparaten.

2. Onderdeel jj vervalt.

3. Onderdeel kk komt te luiden:

kk. Radioapparaten:

elektrisch of elektronisch product dat:

  • a) doelbewust radiogolven uitzendt of ontvangt ten behoeve van radiocommunicatie of radiodeterminatie, of

  • b) dat moet worden aangevuld met een accessoire om doelbewust radiogolven te kunnen uitzenden en ontvangen ten behoeve van radiocommunicatie of radiodeterminatie.

3a. In onderdeel ccc wordt «apparaten» vervangen door: apparaten of radioapparaten.

4. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel kkk door een puntkomma, worden onderdelen ingevoegd, luidende:

lll. radiogolven:

elektromagnetische golven met frequenties van lager dan 3000 GHz, die zich in de ruimte voortplanten zonder kunstmatige geleider;

mmm. radiocommunicatie:

communicatie door middel van radiogolven;

nnn. radiodeterminatie:

het vaststellen van de positie, snelheid of andere kenmerken van een object of het verkrijgen van informatie over deze parameters door middel van de voortplantingseigenschappen van radiogolven;

ooo. fabrikant:

natuurlijke persoon of rechtspersoon die apparaten of radioapparaten vervaardigt of laat ontwerpen of vervaardigen, en deze apparaten of radioapparaten onder zijn naam of handelsmerk verhandelt;

ppp. gemachtigde:

in de Europese Unie gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon die schriftelijk door de fabrikant is gemachtigd om namens hem specifieke taken te vervullen;

qqq. importeur:

in de Europese Unie gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon die apparaten of radioapparaten uit een derde land in de Europese Unie in de handel brengt;

rrr. distributeur:

natuurlijke persoon of rechtspersoon in de toeleveringsketen, niet zijnde de fabrikant of de importeur, die apparaten of radioapparaten op de markt aanbiedt;

sss. marktdeelnemer:

de fabrikant, de gemachtigde, de importeur of de distributeur;

ttt. In de handel brengen:

het voor het eerst in de Europese Unie op de markt aanbieden van apparaten of radioapparaten;

uuu. op de markt aanbieden:

het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van apparaten of radioapparaten met het oog op distributie, consumptie of gebruik op de markt van de Europese Unie;

vvv. ingebruikneming:

het eerste gebruik van uitrusting of een radioapparaat in de Europese Unie door de eindgebruiker ervan;

www. terugroepen:

maatregel waarmee wordt beoogd apparaten of radioapparaten te doen terugkeren die al aan de eindgebruiker ter beschikking waren gesteld;

xxx. uit de handel nemen:

maatregel waarmee wordt beoogd te voorkomen dat apparaten of radioapparaten die zich in de toeleveringsketen bevinden, op de markt worden aangeboden;

B

De titel van hoofdstuk 10 komt te luiden: Hoofdstuk 10 Uitrusting en radioapparaten.

C

De artikelen 10. 6 tot en met 10.11 worden vernummerd tot 10.12 tot en met 10.17.

D

Paragraaf 10.1. komt te luiden:

§ 10.1. Europese bepalingen voor uitrusting en radioapparaten

Artikel 10.1
  • 1. Het is verboden uitrusting en radioapparaten die niet voldoen aan de krachtens artikel 10.9, onderdeel a, b, c, e, h en i gestelde voorschriften, in de handel te brengen, op de markt aan te bieden of in gebruik te nemen.

  • 2. Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 10.3 tot en met 10.6.

  • 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over uitzonderingen op de in het eerste en tweede lid bedoelde verboden.

  • 4. Bij ministeriele regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de verplichtingen voor marktdeelnemers, bedoeld in de artikelen 10.3 tot en met 10.7.

Artikel 10.2
  • 1. De bevoegde nationale autoriteit in de artikelen 7, achtste en negende lid, 8, tweede lid, onder b en c, 9, zesde en achtste lid, 10, vierde en vijfde lid van richtlijn nr. 2014/30/EU en de artikelen 10, elfde lid en twaalfde lid, 11, tweede lid, onder b en c, 12, zevende en negende lid, 13 vierde en vijfde lid van richtlijn nr. 2014/53/EU is Onze Minister.

  • 2. De in de artikelen 7, zesde, zevende en negende lid, 9, derde, vierde en achtste lid, 10, tweede lid, 15, tweede lid, van richtlijn nr. 2014/30/EU en de artikelen 10, zevende, achtste en twaalfde lid, 12, derde, vierde en negende lid, 13, tweede lid, 18, tweede lid, 21, derde lid, van richtlijn 2014/53/EU voorgeschreven taal is Nederlands of Engels.

Artikel 10.3

Fabrikanten voldoen aan de artikelen 7 en 14 van richtlijn nr. 2014/30/EU en aan de artikelen 10, 17 en 21, eerste, tweede en derde lid, van richtlijn nr. 2014/53/EU, met dien verstande dat:

  • a. een EU-conformiteitsverklaring voor apparaten voldoet aan artikel 15 van richtlijn nr. 2014/30/EU;

  • b. een EU-conformiteitsverklaring voor radioapparaten voldoet aan artikel 18 van richtlijn nr. 2014/53/EU.

Artikel 10.4
  • 1. Een fabrikant kan schriftelijk een gemachtigde aanwijzen. De aanwijzing omvat niet de verplichtingen op grond van artikel 7, eerste lid, van richtlijn nr. 2014/30/EU en artikel 10, eerste lid, van richtlijn nr. 2014/53/EU alsmede niet de in artikel 7, tweede lid, van richtlijn nr. 2014/30/EU en de in artikel 10, derde lid, van richtlijn nr. 2014/53/EU bepaalde verplichting om technische documentatie op te stellen.

  • 2. Een gemachtigde als bedoeld in het eerste lid, voert de taken uit die opgenomen zijn in de aanwijzing. De aanwijzing omvat tenminste de volgende taken:

    • a) het ter beschikking van Onze Minister houden van de EU-conformiteitsverklaring en de technische documentatie gedurende tien jaar nadat het apparaat of het radioapparaat in de handel is gebracht;

    • b) het op verzoek van Onze Minister verstrekken van alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van de apparaten of radioapparaten aan te tonen;

    • c) het op verzoek van Onze Minister verlenen van medewerking aan eventueel genomen maatregelen ter uitschakeling van de risico's van apparaten of radioapparaten waarvoor hij als gemachtigde is aangewezen.

Artikel 10.5

Importeurs voldoen aan artikel 9 van richtlijn nr. 2014/30/EU en aan artikel 12 van richtlijn nr. 2014/53/EU.

Artikel 10.6

Distributeurs voldoen aan artikel 10 van richtlijn nr. 2014/30/EU en aan artikel 13 van richtlijn nr. 2014/53/EU.

Artikel 10.7

Een importeur of distributeur wordt als fabrikant in de zin van richtlijn nr. 2014/30/EU of richtlijn 2014/53/EU beschouwd wanneer hij een apparaat of een radioapparaat onder zijn eigen naam of handelsmerk in de handel brengt of een reeds in de handel gebrachte apparaat of radioapparaat zodanig wijzigt dat de conformiteit met de desbetreffende richtlijnen in het gedrang kan komen.

Artikel 10.8
  • 1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over speciale maatregelen betreffende de ingebruikneming of het gebruik van uitrusting of radioapparaten die voldoen aan de bij of krachtens dit hoofdstuk gestelde voorschriften. Deze regels betreffen:

    • a. maatregelen om een bestaand of te verwachten probleem in verband met de eisen waar uitrusting of radioapparaten aan moeten voldoen op een bepaalde locatie te verhelpen;

    • b. maatregelen die om veiligheidsredenen genomen worden om openbare elektronische communicatienetwerken of radioapparaten te beschermen, indien deze worden gebruikt voor veiligheidsdoeleinden in duidelijk gedefinieerde spectrumsituaties.

  • 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de middelen die Onze Minister kan gebruiken om het in de handel brengen of op de markt aanbieden van apparaten of radioapparaten of categorieën van apparaten of radioapparaten te beëindigen of te beperken apparaten of radioapparaten te laten terugroepen, of apparaten of radioapparaten uit de handel te laten nemen indien de vrees is gewettigd dat de betrokken apparaten of radioapparaten een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van personen of voor de bescherming van algemene belangen of dat door de betrokken apparaten of radioapparaten ontoelaatbare belemmeringen worden veroorzaakt in het etherverkeer of in andere apparaten of radioapparaten.

Artikel 10.9

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen ter implementatie van conformiteitsrichtlijnen en bijlage II van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte regels worden gesteld, inzake:

  • a. eisen waar uitrusting of radioapparaten en het gebruik ervan aan moeten voldoen;

  • b. de conformiteitsbeoordeling van apparaten of radioapparaten;

  • c. het aanbrengen van markeringen;

  • d. de aanwijzing, accreditatie en bevoegdheden van instanties die betrokken kunnen worden bij de conformiteitsbeoordeling, alsmede de intrekking van de aanwijzing;

  • e. informatieverplichtingen met betrekking tot uitrusting of radioapparaten;

  • f. de aansluiting van uitrusting of radioapparaten op openbare elektronische communicatienetwerken, alsmede het afsluiten of buiten gebruikstellen van die uitrusting of radioapparaten;

  • g. de door een aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk te verstrekken informatie over de technische specificaties van netwerkaansluitpunten,

  • h. de door een fabrikant van radioapparaten te verstrekken informatie over de conformiteit van voorgenomen combinaties van radioapparaten en software met eisen waar de radioapparaten aan moeten voldoen;

  • i. het registreren van radioapparaten.

Artikel 10.10

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels gesteld worden ter uitvoering van tussen de Europese Unie en derde landen gesloten overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning van conformiteitsbeoordelingen van apparaten of radioapparaten, ondermeer over de aanwijzing van instanties die betrokken kunnen worden bij de conformiteitsbeoordeling, alsmede de intrekking van de aanwijzing.

Artikel 10.11
  • 1. Bij ministeriële regeling worden ter uitvoering van een bindend besluit van de Raad van de Europese Unie, van het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of van de Europese Commissie regels gesteld ter zake van apparaten of radioapparaten bestemd voor de ontvangst en weergave van televisieprogramma’s als bedoeld in artikel 1.1 van de Mediawet 2008, en van apparaten of radioapparaten bestemd voor het ontsleutelen van versleutelde digitale televisiesignalen.

  • 2. Het is verboden apparaten of radioapparaten als bedoeld in het eerste lid te verkopen, te verhuren of anderszins ter beschikking te stellen indien niet wordt voldaan aan de krachtens het eerste lid gestelde regels.

E

Artikel 10.12 (nieuw) komt te luiden:

Artikel 10.12

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld inzake het maken van reclame voor uitrusting of radioapparaten waarvan het in de handel brengen of het op de markt aanbieden op grond van artikel 10.1 of artikel 10.11 is verboden.

F

Artikel 10.13 (nieuw) komt te luiden:

Artikel 10.13

  • 1. Indien uitrusting of radioapparaten een ontoelaatbare storing of belemmering veroorzaken in uitrusting of radioapparaten die voldoen aan de krachtens artikel 10.9, onderdeel a, b, c, e, h en i gestelde voorschriften, kan de houder van de storing veroorzakende uitrusting of radioapparaat worden verplicht een door Onze Minister gegeven aanwijzing op te volgen.

  • 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld inzake de behandeling van klachten over elektromagnetische storingen, ondervonden van het gebruik van uitrusting of radioapparaten, of over belemmeringen, welke bij het gebruik van apparaten of radioapparaten worden ondervonden.

G

Artikel 10.14 (nieuw) komt te luiden:

Artikel 10.14

Voor de toepassing van de artikelen 10.15 tot en met 10.17 worden met radioapparaten gelijk gesteld:

  • a. elke samenvoeging van onderdelen geschikt om een radioapparaat dan wel een ingevolge het bepaalde onder b daarmee gelijkgesteld apparaat te vormen;

  • b. de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te omschrijven elektrische of elektronische apparaten die geschikt zijn om door gebruik tezamen met een radioapparaat een radioapparaat te vormen met andere technische eigenschappen.

H

In de artikelen 10.15 (nieuw) en 10.17 (nieuw) wordt «radiozendapparaat» telkens vervangen door: radioapparaat.

I

In de artikelen 10.15 (nieuw) en 10.16 (nieuw) wordt «radiozendapparaten» telkens vervangen door: radioapparaten.

J

In artikel 10.16 (nieuw) wordt «artikel 10.9» vervangen door: artikel 10.15.

K

In artikel 15.1, eerste lid, onder g, wordt «uitrusting» vervangen door: uitrusting of radioapparaten.

L

Artikel 15.2, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Onze Minister is bevoegd tot:

    • a. oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van de verplichtingen, gesteld bij of krachtens de in artikel 15.1, eerste lid, bedoelde bepalingen;

    • b. oplegging van een onderzoek van radioapparaten waarvoor de technische documentatie als bedoeld in artikel 21 van richtlijn nr. 2014/53/EU niet overeenkomt met de in dat artikel genoemde eisen. Dit onderzoek wordt uitgevoerd op kosten van de fabrikant of de importeur, op een door Onze Minister voorgeschreven wijze en binnen de door Onze Minister bepaalde termijn.

M

In artikel 15.17 wordt «artikel 10.3 onderdeel a, b, c en e» vervangen door: artikel 10.9, onderdeel a, b, c, e, h en i.

N

Na artikel 20.4a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 20.4b

  • 1. Uitrusting die voldoet aan de bij of krachtens deze wet vastgestelde regels die van kracht waren op 19 april 2016, mag in afwijking van artikel 10.1, op de markt worden aangeboden en in gebruik worden genomen indien die uitrusting vóór 20 april 2016 in de handel is gebracht.

  • 2. Radioapparaten, die voldoen aan de bij of krachtens deze wet vastgestelde regels met betrekking tot de essentiële eisen waaraan de radioapparaten moeten voldoen die van kracht waren op 12 juni 2016, mogen in afwijking van artikel 10.1 op de markt worden aangeboden en in gebruik worden genomen indien die radioapparaten vóór 13 juni 2017 in de handel zijn gebracht.

ARTIKEL II

Artikel 1 van de Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 1° wordt «de Telecommunicatiewet, de artikelen 3.13, eerste lid, 3.22, 10.1, 10.5, tweede lid, 10.9, eerste lid, 10.11, eerste lid, 11a.1, vijfde en zesde lid, en 18.9» vervangen door: de Telecommunicatiewet, de artikelen 3.13, eerste lid, 3.22, 10.1, 10.11, tweede lid, 10.15, eerste lid, 10.17, eerste lid, 11a.1, vijfde en zesde lid, en 18.9.

2. In onderdeel 2° wordt «de Telecommunicatiewet, de artikelen 3.20, eerste tot en met derde lid, 10.2, 10.10, eerste lid, laatste volzin, 13.1, 13.2, 13.2a, 13.2b, 13.4, eerste lid, 13.5 en 13.8» vervangen door: de Telecommunicatiewet, de artikelen 3.20, eerste tot en met derde lid, 10.8, 10.16, eerste lid, laatste volzin, 13.1, 13.2, 13.2a, 13.2b, 13.4, eerste lid, 13.5 en 13.8;

3. In onderdeel 4° wordt «de Telecommunicatiewet, de artikelen 3.9, 5.4, eerste en tweede lid, 5.6, tweede en derde lid, 7.7, derde en vierde lid, 10.6, 10.7, 13.4, tweede, derde en vierde lid, 18.2, voor zover het bevoegdheden betreft van Onze Minister van Economische Zaken, 18.7, 18.12, voor zover het bevoegdheden betreft van Onze Minister van Economische Zaken, en 18.17, eerste en derde lid» vervangen door: de Telecommunicatiewet, de artikelen 3.9, 5.4, eerste en tweede lid, 5.6, tweede en derde lid, 7.7, derde en vierde lid, 10.12, 10.13, 13.4, tweede, derde en vierde lid, 18.2, voor zover het bevoegdheden betreft van Onze Minister van Economische Zaken, 18.7, 18.12, voor zover het bevoegdheden betreft van Onze Minister van Economische Zaken, en 18.17, eerste en derde lid.

ARTIKEL III

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 3 februari 2016

Willem-Alexander

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Uitgegeven de zestiende februari 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 260

Naar boven