BIJLAGE BIJ DE REGELING TOT WIJZIGING VAN DE AANWIJZINGSREGELING WILLEKEURIGE AFSCHRIJVING
EN INVESTERINGSAFTREK MILIEU-INVESTERINGEN 2009 (VASTSTELLING MILIEULIJST 2017)
Bijlage bij de artikelen 1a en 2
Paragraaf 1 Algemeen
-
1. Deze bijlage wordt aangehaald als: Milieulijst milieu-investeringsaftrek en willekeurige
afschrijving milieu-investeringen 2017.
-
2. De bepalingen onder 3 tot en met 6 zijn van toepassing op alle in paragraaf 2a en
2b genoemde bedrijfsmiddelen. Voor de bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift zijn in
paragraaf 2b aanvullende voorschriften opgenomen.
-
3. Investeringen in bedrijfsmiddelen waarvan de code begint met:
-
– F of G, behorende tot categorie I van de milieu-investeringsaftrek, komen voor 36%
van het investeringsbedrag in aanmerking voor een investeringsaftrek;
-
– A of D, behorende tot categorie II van de milieu-investeringsaftrek, komen voor 27%
van het investeringsbedrag in aanmerking voor investeringsaftrek;
-
– B of E, behorende tot categorie III van de milieu-investeringsaftrek, komen voor 13,5%
van het investeringsbedrag in aanmerking voor investeringsaftrek;
-
– A, B, C of F komen in aanmerking voor 75% willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
-
4. Investeringen in woonhuizen en woonschepen, met inbegrip van de gedeelten van andere
zaken die dienen voor bewoning, komen niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek
en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
-
5. Indien in deze bijlage bepaalde meetvoorschriften, testmethoden, verklaringen of certificaten
worden voorgeschreven, worden daarmee gelijkgesteld gelijkwaardige meetvoorschriften,
testmethoden of gelijkwaardige verklaringen of certificaten, die worden gebruikt om
bedrijfsmiddelen te toetsen of die zijn afgegeven met betrekking tot een bedrijfsmiddel.
-
6. Tot de in paragrafen 2a en 2b genoemde bedrijfsmiddelen worden tevens gerekend:
-
– voorzieningen, zoals leidingen, appendages en meet- en regelapparatuur, die technisch
noodzakelijk zijn voor en uitsluitend dienstbaar zijn aan deze bedrijfsmiddelen en
geen zelfstandige betekenis hebben;
-
– de certificaten en meetrapporten die in deze bijlage worden vereist.
-
7. Voor investeringen in bedrijfsmiddelen betreffende landbouwproductie, welke in paragraaf
2a zijn opgenomen onder ‘Voedselvoorziening en landbouwproductie’, en investeringen
betreffende visserij en aquacultuur geldt dat:
-
– investeringen in bedrijfsmiddelen die verband houden met de primaire landbouwproductie
op grond van artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van de Landbouw Groepsvrijstellingsverordening
in aanmerking komen voor ten hoogste € 500.000 aan steun per onderneming per investeringsproject;
-
– investeringen in bedrijfsmiddelen voor de visserij of aquacultuur op grond van artikel
2, eerste lid, van de Visserij Groepsvrijstellingsverordening in aanmerking komen
voor ten hoogste € 1.000.000 aan steun per onderneming per jaar;
-
– bij investeringen in bedrijfsmiddelen aan boord van visserijschepen artikel 25 en
38 van verordening (EU) nr. 508/2014 in aanmerking worden genomen;
-
– bij investeringen door startende aquacultuurexploitanten artikel 46 van verordening
(EU) nr. 508/2014 in aanmerking wordt genomen.
-
8. De bedrijfsmiddelen, genoemd in de codes F 3410 (Elektrische of hybride aangedreven
mobiele machine) en B 3411 (Mobiele machine met verminderde luchtzijdige emissie),
voldoen aan de in paragraaf 2a vermelde eisen omtrent de luchtzijdige emissies door
de verbrandingsmotor van het bedrijfsmiddel.
Met een EG-typegoedkeuringsverklaring en een verklaring van gelijkvormigheid wordt
het voldoen aan de in punt 8 van paragraaf 2a vermelde voorschriften omtrent de luchtzijdige
emissies door de verbrandingsmotor van het bedrijfsmiddel aangetoond. In de EG-typegoedkeuringsverklaring
worden de emissiewaarden van het bedrijfsmiddel aangetoond op basis van het Besluit
typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines. Met een
verklaring van gelijkvormigheid verklaart de leverancier of importeur dat het geleverde
bedrijfsmiddel overeenkomt met een gemeten exemplaar, waarvan met een EG-typegoedkeuringsverklaring
is aangetoond dat deze aan de gestelde emissie-eisen voldoet. Voor de technische beoordeling
van het bedrijfsmiddel kan de Minister van Infrastructuur en Milieu de EG-typegoedkeuringsverklaring
en de verklaring van gelijkvormigheid opvragen bij de onderneming die het bedrijfsmiddel
heeft gemeld voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
De verklaring van gelijkvormigheid wordt opgesteld door de leverancier of importeur
met gebruikmaking van een door de Minister van Infrastructuur en Milieu vastgesteld
model dat verkrijgbaar is bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Onder de grenswaarden van fase IV en V voor dieselmotoren worden de grenswaarden verstaan
genoemd in Verordening (EU) nr. 2016/1628 van het Europees Parlement en de Raad van
14 september 2016 inzake voorschriften met betrekking tot emissiegrenswaarden voor
verontreinigende gassen en deeltjes en typegoedkeuring voor in niet voor de weg bestemde
mobiele machines gemonteerde interne verbrandingsmotoren, tot wijziging van Verordeningen
(EU) nr. 1024/2012 en (EU) nr. 167/2013, en tot wijziging en intrekking van Richtlijn
97/68/EG (PbEU 2016, L 252).
Onder de grenswaarden van Tier 4 (final) voor dieselmotoren worden de grenswaarden
verstaan conform de US-EPA-emissienorm.
Voor fase IV voor dieselmotoren gelden de grenswaarden in onderstaande tabel:
Netto vermogen (P) in kW
|
Koolmonoxide (CO) in g/kWh
|
Koolwaterstof (HC) in g/kWh
|
Stikstofoxiden (NOx)
in g/kWh
|
Deeltjes (PM)
in g/kWh
|
130 ≤ P ≤ 560
|
3,5
|
0,19
|
0,4
|
0,025
|
56 ≤ P < 130
|
5,0
|
0,19
|
0,4
|
0,025
|
Voor fase V voor dieselmotoren gelden de grenswaarden in onderstaande tabel:
Netto vermogen (P) in kW
|
Koolmonoxide (CO) in g/kWh
|
Koolwaterstof (HC) in g/kWh
|
Stikstofoxiden (NOx)
in g/kWh
|
Deeltjes (PM)
in g/kWh
|
Deeltjes (PN) in 1/kWh
|
130 ≤ P ≤ 560
|
3,5
|
0,19
|
0,4
|
0,015
|
1 x 1012
|
56 ≤ P < 130
|
5,0
|
0,19
|
0,4
|
0,015
|
1 x 1012
|
19 ≤ P < 56
|
5,0
|
4,70 (voor de som van HC en NOx)*
|
0,015
|
1 x 1012
|
8 ≤ P < 19
|
6,6
|
7,50 (voor de som van HC en NOx)*
|
0,400
|
-
|
P < 8
|
8,0
|
7,50 (voor de som van HC en NOx)*
|
0,400**
|
-
|
* 1,10 g/kWh aan koolwaterstof (HC) en stikstofoxiden (NOx) voor aardgasmotoren
** 0,60 g/kWh aan deeltjes (PM) voor met de hand te starten en met lucht gekoelde
motoren met directe inspuiting
Voor Tier 4 (final) voor dieselmotoren gelden de grenswaarden in onderstaande tabel:
Netto vermogen (P) in kW
|
Koolmonoxide (CO)
in g/kWh
|
Som van koolwaterstof (CH) en stikstofoxiden (NOx)
in g/kWh
|
Deeltjes (PM)
in g/kWh
|
37 ≤ kW < 56
|
5,0
|
4,7
|
0,03
|
19 ≤ P < 37
|
5,5
|
4,7
|
0,03
|
8 ≤ P < 19
|
6,6
|
7,5
|
0,4
|
P < 8
|
8,0
|
7,5
|
0,4
|
-
9. Het geluidniveau van de mobiele machines, genoemd in code E 3412 (Milieuvriendelijke
mobiele machine), is gelijk aan of lager dan het geluidniveau zoals weergegeven in
de tabel onder 9. Indien voor een mobiele machine in de tabel geen geluidniveau is
opgenomen, wordt niet voldaan aan onderdeel a, punt 1, van code E 3412.
Met een EG-typegoedkeuringsverklaring en een verklaring van gelijkvormigheid wordt
aangetoond dat het geluidniveau gelijk is aan of lager is dan het geluidniveau zoals
weergegeven in de tabel onder 9. In de EG-typegoedkeuringsverklaring wordt het gewaarborgde
en gemeten geluidniveau aangegeven conform de Regeling geluidemissie buitenmaterieel.
Met een verklaring van gelijkvormigheid verklaart de leverancier of importeur dat
het geleverde bedrijfsmiddel overeenkomt met een gemeten exemplaar, waarvan met de
EG-typegoedkeuringsverklaring is aangetoond dat deze aan de gestelde emissie-eisen
voldoet. Voor de technische beoordeling van het bedrijfsmiddel kan de Minister van
Infrastructuur en Milieu de EG-typegoedkeuringsverklaring en de verklaring van gelijkvormigheid
opvragen bij de onderneming die het bedrijfsmiddel heeft gemeld voor milieu-investeringsaftrek
en willekeurige afschrijving milieu-investeringen. De verklaring van gelijkvormigheid
wordt opgesteld door de leverancier met gebruikmaking van een door de Minister van
Infrastructuur en Milieu vastgesteld model dat verkrijgbaar is bij de Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland.
Een geluidmeting geschiedt door een, door de Minister van Infrastructuur en Milieu
op grond van artikel 5 van de Regeling geluidemissie buitenmaterieel aangewezen, keuringsinstantie.
Bij een puinbreker geschiedt deze geluidmeting volgens de meetmethoden die zijn opgenomen
in de door de Minister van Infrastructuur en Milieu uitgegeven VAMIL-publicatiereeks
11 en 131. Het geluiddrukniveau als omschreven voor een landbouw- of bosbouwtrekker wordt gemeten
volgens Verordening (EU) nr. 167/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 5 februari
2013 inzake de goedkeuring van en het markttoezicht op landbouw- en bosbouwvoertuigen
(PbEU 2013, L 60).
In de onderstaande tabel staat L voor maaibreedte in centimeters (cm), P voor vermogen
in kilowatt (kW) en dB(A) voor decibel.
Mobiele machine
|
Geluidniveau in dB(A)
|
Gazonmaaier met L ≤ 120 cm
|
71+15logL
|
Gazonmaaier met L > 120 cm
|
71+15logL
|
Graafmachine met P ≤ 15 kW
|
82+9logP
|
Graafmachine met P > 15 kW
|
81+9logP
|
Houtversnipperaar met een invoerdiameter
> 50 mm en ≤ 200 mm
|
109
|
Houtversnipperaar met een invoerdiameter
> 200 mm
|
86+11logP
|
Huisvuil- of vuilniswagen
|
104
|
(Knik)dumper met P ≤ 55 kW
|
100
|
(Knik)dumper met P > 55 kW
|
80+11logP
|
Laadschop met P ≤ 66 kW
|
98
|
Laadschop met P > 66 kW
|
79+11logP
|
Mobiele kraan (onder andere telescoopkraan) met P ≤ 55 kW
|
99
|
Mobiele kraan (onder andere telescoopkraan) met P > 55 kW
|
77+11logP
|
Motorpomp met P ≤ 35 kW
|
81
|
Motorpomp met P > 35 kW
|
69+11logP
|
Puinbreker
|
84+11logP
|
Stroomaggregaat met P<2
|
90
|
Stroomaggregaat met 2 ≤ P ≤ 10 kW
|
91+logP
|
Stroomaggregaat met P > 10 kW
|
84+logP
|
Landbouw- of bosbouwtrekker
|
57+11logP*
|
Veeg(zuig)machine met P ≤ 10 kW
|
100
|
Veeg(zuig)machine met P > 10 kW
|
90+11logP
|
Verreiker of vorkheftruck met P ≤ 55 kW
|
98
|
Verreiker of vorkheftruck met P > 55kW
|
80+11logP
|
-
10. De bedrijfsmiddelen, genoemd onder de codes A 3222 (Automatisch smeersysteem) en E
3412 (Milieuvriendelijke mobiele machine), voldoen aan de in paragraaf 2a, bij het
betreffende bedrijfsmiddel, vermelde voorschriften voor het gebruik van water, bio-olie
of biovet in een hydraulisch systeem of een smeersysteem. Het voldoen aan de betreffende
voorschriften wordt aangetoond met een verklaring van de producent, waaruit blijkt
dat het hydraulische systeem of het smeersysteem van het betreffende bedrijfsmiddel
is voorzien van water, een bio-olie of een biovet dat eenvoudig biologisch afbreekbaar
en niet-toxisch is en waaruit tevens blijkt dat bij het gebruik van een dergelijke
olie, een dergelijk vet of water de garantiebepalingen voor het bedrijfsmiddel onverkort
van toepassing zijn.
Niet-toxische olie of niet-toxisch vet is eenvoudig biologisch afbreekbaar als daarvoor,
door een daartoe geaccrediteerde organisatie, een certificaat is afgegeven op basis
van het Europees Ecolabel, dan wel een Blauer Engel-certificaat, voor zover het hydrauliekolie,
smeerolie of smeervet voor land- en bosbouwmachines betreft. Indien het hydraulische
systeem of smeersysteem gevuld is met water en er kans op bevriezing bestaat, worden
aan het systeem slechts stoffen toegevoegd die nodig zijn om het vriespunt te verlagen.
Paragraaf 2a Bedrijfsmiddelen met middelvoorschrift
Thema-overstijgende milieu-innovatie
A 0001
Nieuwe milieuvriendelijke techniek
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 0100
Software voor duurzame productontwikkeling
-
a. bestemd voor: het, door een kmo, verduurzamen van producten op basis van ontwerpsoftware,
die ten minste vier van de volgende milieuparameters inzichtelijk maakt:
-
b. bestaande uit: ontwerpsoftware.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 6.500 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Met kmo wordt bedoeld een kleine of middelgrote onderneming.
Circulaire economie
Bio-based economy
F 1100
Productieapparatuur voor producten op basis van biomassa
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 1110
Productieapparatuur voor bioplastics of voor het maken van producten van bioplastics
-
a. bestemd voor: het uitsluitend produceren van plastics of plastic producten die gemaakt
zijn van biomassa door een onderneming die niet actief is in de productie van visserij-
of aquacultuurproducten zoals bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur die technisch noodzakelijk is
voor het produceren van (producten van) bioplastics.
Toelichting: Structuurverbetering van (producten van) bioplastics met natuurlijke
vezels valt ook onder bedrijfsmiddel F 1110.
Zie de bedrijfsmiddelen F 2430, F 2600, F 2610, F 2612 en F 2613 voor verwerking van
biomassa in de landbouw, visserij of aquacultuur.
F 1112
Vergistingsinstallatie met algen-, kroos- of wierenreactor
-
a. bestemd voor: het vergisten van organische reststromen, niet zijnde mest, door een
onderneming die niet actief is in de productie van visserij- of aquacultuurproducten
zoals bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage, waarbij:
-
– de dunne fractie van het digestaat als voeding dient voor de algen-, kroos- of wierenreactor,
-
– de geproduceerde algen, kroos of wieren worden ingezet als (groene grondstof voor)
veevoer, biobrandstof of voor hoogwaardigere toepassingen, en
-
– het restproduct al dan niet een energietoepassing krijgt,
-
b. bestaande uit: een vergister, een productiesysteem voor algen, kroos of wieren en
al dan niet de volgende onderdelen: voorbewerkingsapparatuur, een behandelingseenheid
voor recirculatie of hergebruik van de voedingsoplossing, een oogstsysteem, apparatuur
voor verwerking tot grondstof, een gasmotor, een generator en biogasopwerkingsapparatuur.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 2659 voor een mestvergistingsinstallatie met algen-,
kroos- of wierenreactor.
A 1113
Algen-, wieren- of kroossysteem voor afvalwaterverwerking
-
a. bestemd voor: het verwerken van afvalwater door biologische afbraak door algen, wieren
of kroos door een onderneming die niet actief is in de productie van visserij- of
aquacultuurproducten zoals bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage,
waarbij de algen, wieren of het eendenkroos geoogst worden,
-
b. bestaande uit: een vloeistofdicht bassin, een schoepenrad of pomp, een continu meetsysteem,
oogstapparatuur en al dan niet voorscheidingsapparatuur.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 2651 voor verwerking van dierlijke mest met een
algen-, wieren- of kroossysteem.
Preventie van water- en grondstoffengebruik
F 1200
Apparatuur met verminderd grondstoffenverbruik
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 1205
Water- en grondstoffenbesparende installatie (aanpassen bestaande situatie)
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 1210
Variabele verpakkingsmachine
-
a. bestemd voor: op basis van variërende hoogte, breedte en lengte verpakken van artikelen
in dozen waardoor per doos de hoeveelheid verpakkings- en vulmateriaal wordt beperkt,
-
b. bestaande uit: een 3D-meetsyteem, een snij- en vouwinrichting, een doosopzet- en vouwsysteem
en al dan niet de volgende onderdelen: een robot, een tapesysteem, een labelprinter
en een labelaanbrengsysteem.
F 1211
Herbruikbare vastzetters voor lading op rolcontainers
-
a. bestemd voor: het voor transport vastzetten van goederen op rolcontainers met een
herbruikbare vastzetter die vastgemonteerd is op de rolcontainer, ter vervanging van
het gebruik van plastic rekwikkelfolie,
-
b. bestaande uit: herbruikbare vastzetters voor lading.
Toelichting: Voor bedrijfsmiddelen geldt een minimum meldingsbedrag van € 2.500. Bij
bijvoorbeeld een prijs van € 25 per bedrijfsmiddel worden ten minste 100 bedrijfsmiddelen
tegelijk aangeschaft en gemeld.
A 1240
Waterbesparende installatie
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
A 1241
Ultrasoon reinigingssysteem
-
a. bestemd voor: het reinigen van grote onderdelen van petrochemische installaties op
basis van ultrasone activiteit in baden met een lengte van ten minste 5 meter, waarbij:
-
– VOS-vrije reinigingsvloeistof wordt toegepast,
-
– de reinigingsvloeistof wordt gereinigd en gecirculeerd, en
-
– de afgescheiden olie nuttig wordt toegepast,
-
b. bestaande uit: ultrasoonstaven, reinigingsbaden, een olie-afscheidingssysteem en al
dan niet een liftsysteem.
G 1245
Cascadesysteem voor water- en grondstoffenbesparing op een bedrijventerrein (aanpassen
bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het doorleveren van (warm) proceswater, al dan niet met daarin opgeloste
grondstoffen, waarbij één of meer ontvangende bedrijven proceswater benutten van één
of meer andere bedrijven en deze bedrijven samen minder water, grondstoffen of energie
innemen ten opzichte van de bestaande situatie,
-
b. bestaande uit: leidingwerk, buffer(s), pomp(en) en al dan niet apparatuur om het water
geschikt te maken voor benutting door het ontvangende bedrijf.
Toelichting: Zowel ontvangend als leverend bedrijf kunnen investeringen melden voor
zover van toepassing op de levering van water tussen de bedrijven. Kosten voor afvalwaterzuivering
komen uitsluitend in aanmerking indien deze aanvullend zijn op waterzuivering die
nodig was geweest voor het voldoen aan lozingsnormen.
A 1246
Milieuvriendelijke wasstraat voor textielreiniging
-
a. bestemd voor: het wassen van textiel met water en zeepoplossingen waarbij het watergebruik
ten hoogste 2 liter per kilogram wasgoed bedraagt,
-
b. bestaande uit: een milieuvriendelijke wasstraat.
D 1249
Regenwaterinstallatie
-
a. bestemd voor: het gebruik van regenwater voor spoelen, koelen of andere niet-drinkwaterdoeleinden
buiten de land- en tuinbouw, ter vermijding van het gebruik van drinkwater,
-
b. bestaande uit: een regenwateropslag en al dan niet de volgende onderdelen: een waterzuiveringsinstallatie
en een fotovoltaïsch systeem voor de energie die de regenwaterinstallatie verbruikt,
met uitzondering van de volgende onderdelen: dakgoten, regenpijpen, regenwaterafvoerpijpen
en eindapparatuur waarmee het regenwater wordt toegepast.
D 1270
Freesapparatuur voor kronen en bruggen
-
a. bestemd voor: het bij tandartspraktijken of orthodontisten op basis van driedimensionale
digitale ontwerpen frezen van tandtechnisch kroon- en brugwerk waardoor het gebruik
van gips wordt tegengegaan,
-
b. bestaande uit: een freessysteem en de bijbehorende software, met uitzondering van
scanapparatuur.
F 1280
Printersysteem voor uitwisbare toner
-
a. bestemd voor: het printen op papier met uitsluitend een uitwisbare toner en het wissen
van die toner waardoor het papier opnieuw voor het printen gebruikt wordt,
-
b. bestaande uit: een printerinstallatie voorzien van uitsluitend uitwisbare toner, een
tonerwisinstallatie en al dan niet een papierinzamel- en sorteerinstallatie.
A 1285
Verfemmer voor het verwarmen van alkydverf
-
a. bestemd voor: het verwarmen van alkydverf met een verfemmer voorzien van een oplaadbare
accu, waardoor een goede vloei van de verf wordt bewerkstelligd en verdunning van
de verf met oplosmiddelen overbodig is,
-
b. bestaande uit: een verfemmer met verwarmingselement en oplaadbare accu.
Toelichting: Voor bedrijfsmiddelen geldt een minimum meldingsbedrag van € 2.500. Bij
bijvoorbeeld een prijs van € 180 per verfemmer worden ten minste 14 verfemmers tegelijk
aangeschaft en gemeld.
E 1286
Verfmengmachine met retournering van pigmentspoeling
-
a. bestemd voor: het mengen van basisverf met kleurpasta’s bij verkooppunten, waarbij
tijdens de reiniging van het pigmentdoseersysteem geen kleurpasta verloren gaat maar
het residu terug wordt gevoerd naar het voorraadvat,
-
b. bestaande uit: verfmengmachine en een retoursysteem voor pigmentspoeling.
Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de
milieu-investeringsaftrek.
F 1290
Verwijderingsinstallatie voor zware metalen uit kunstmest
-
a. bestemd voor: het verwijderen van zware metalen uit kunstmest tijdens of na de productie,
zodat de geproduceerde kunstmest in totaal minder dan 0,1 milligram per kilogram aan
zware metalen bevat, wat wordt aangetoond door een meetrapport van een onafhankelijk
meetinstituut of laboratorium,
-
b. bestaande uit: een metaalverwijderingsinstallatie.
Substitutie van water en grondstoffen
A 1330
Waterhydraulisch systeem
-
a. bestemd voor: het overbrengen van kracht met een hydraulisch systeem, waarbij:
-
– water als hydrauliekvloeistof wordt toegepast, en
-
– aan het water uitsluitend vriespuntverlagende middelen zijn toegevoegd,
-
b. bestaande uit: een hydrauliekpomp, besturings- en regelkleppen, een waterhydraulische
hydromotor en een cilinder.
A 1345
Ontsmettingsinstallatie op basis van Electrolysed Chemical Oxidation
-
a. bestemd voor: het ter plaatse door elektrolyse bereiden van geoxideerd water voor
ontsmetten of reinigen, waarbij het reinigingsmiddel wordt bereid uit water, al dan
niet in combinatie met keukenzout, zonder dat daarbij chloorbleekloog wordt gevormd,
-
b. bestaande uit: een installatie voor het ter plaatse bereiden en toepassen van het
desinfectie- of reinigingsmiddel.
F 1350
Reinigingsinstallatie op basis van koolzuur- of ijskorrels
-
a. bestemd voor: het door het onder hoge druk opbrengen van koolzuur- of ijskorrels reinigen
van machineonderdelen, halffabricaten, producten of (gevel)oppervlakken, niet zijnde
scheepshuiden,
-
b. bestaande uit: een straalunit, straalnozzles, een (droog)ijsproductie-installatie
en al dan niet de volgende onderdelen: een afzuiginstallatie, een buffer en waterzuiveringsapparatuur
voor het ontstane afvalwater, met uitzondering van het transportsysteem.
F 1380
Textielverfmachine op basis van CO2
-
a. bestemd voor: het waterloos verven van textiel met superkritisch CO2, waarbij de gebruikte kleurstoffen gerecycled worden,
-
b. bestaande uit: een droogverfinstallatie en een doseringseenheid voor superkritisch
CO2.
Recycling van afval(water) en grondstoffen
A 1400
Apparatuur voor recycling van grondstoffen
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 1401
Near Infrared-afvalscheidingsinstallatie (NIR) voor het scheiden van zwarte afvalstoffen
-
a. bestemd voor: het scheiden van zwart afval door middel van detectie met nabij-infrarood
licht (near infrared), waarbij de teruggewonnen materialen worden gerecycled,
-
b. bestaande uit: een scanner, een detectiesysteem, een sorteersysteem en transportbanden
naar en onder de NIR-afvalscheidingsinstallatie.
F 1402
Afvalscheidingsinstallatie op basis van magnetische dichtheidsscheiding (MDS)
-
a. bestemd voor: het scheiden van afval door middel van magnetische dichtheidsscheiding,
waarbij:
-
– verschillende materialen zich door verschil in dichtheid op afzonderlijke hoogtes
in een magnetische vloeistof verzamelen waardoor deze van elkaar gescheiden kunnen
worden, en
-
– de teruggewonnen materialen worden gerecycled,
-
b. bestaande uit: een invoervoorziening, een MDS-systeem en een opvangvoorziening.
F 1403
Scheidingsinstallatie voor non ferro metalen en RVS op basis van inductie
-
a. bestemd voor: het scheiden van non ferro metalen en roestvast staal (RVS) door achtereenvolgens
detectie op basis van inductie, niet zijnde Eddy Current, en sortering, waarbij de
teruggewonnen metalen worden gerecycled,
-
b. bestaande uit: een scanner, een detectiesysteem, een sorteersysteem en transportbanden
naar en onder de inductiescheider, met uitzondering van Eddy Current-scheiders.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel A 1411 voor Eddy Current-scheiders die worden ingezet
voor de verwerking van AVI-slakken.
F 1404
Sorteerinstallatie met robots
-
a. bestemd voor: het sorteren van afval met robots, waarbij de teruggewonnen materialen
worden gerecycled,
-
b. bestaande uit: robots, met uitzondering van de volgende onderdelen: detectiesystemen
en transportbanden.
B 1405
Terugwinningsinstallatie voor grondstoffen uit afvalwater of waterzuiveringsslib (aanpassen
bestaande situatie)
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 1406
Terugwinningsinstallatie voor fosfaten of witte fosfor uit afval
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 1408
Afvalscheidingsinstallatie op basis van enzymen
-
a. bestemd voor: het door middel van enzymatische hydrolyse scheiden van huishoudelijk
restafval of vergelijkbaar afval van bedrijven in een organische- en anorganische
fractie, waarbij de organische (vloeibare) fractie kan dienen als grondstof voor duurzame
energieopwekking en uit de anorganische (vaste) fractie grondstoffen, zoals metalen
en plastics, kunnen worden teruggewonnen,
-
b. bestaande uit: een thermische reactor, een enzymreactor en een behandelingssysteem
voor de vloeibare fractie inclusief ontwateringsapparatuur, met uitzondering van voorzieningen
voor het opwekken van energie of het terugwinnen van grondstoffen uit de anorganische
fractie.
F 1409
Pyrolyse- of kraakinstallatie voor verwerking van afvalstoffen
-
a. bestemd voor: het pyrolyseren of katalytisch kraken van onderstaande afvalstromen,
waarbij wordt aangetoond dat de verwerking milieuvriendelijker is dan de gangbare
verwerking van de betreffende afvalstroom:
-
1. afvalstoffen die voor recycling geschikt zijn (die conform de minimumstandaard in
het Landelijk afvalbeheerplan (LAP), zoals bedoeld in artikel 10.3 van de Wet milieubeheer,
gerecycled moeten worden), waarbij alle vrijkomende reactieproducten worden toegepast
als (grondstof voor) nieuwe producten of materialen, of
-
2. afvalstoffen die niet voor recycling geschikt zijn (die conform de minimumstandaard
in het Landelijk afvalbeheerplan (LAP), zoals bedoeld in artikel 10.3 van de Wet milieubeheer,
niet gerecycled hoeven worden), waarbij vrijkomende reactieproducten worden toegepast
als grondstof voor nieuwe producten of materialen of als brandstof,
-
b. bestaande uit: een pyrolysereactor of kraker, een afgas- of rookgasreinigingssysteem
en al dan niet de volgende onderdelen: een vergasser, een naverbrander, een smeltinstallatie,
een toe- en afvoersysteem, een afvalvoorbewerkingsinstallatie en een CO2-afvanginstallatie, met uitzondering van voorzieningen voor het opwekken van energie.
Toelichting: Momenteel is het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 (LAP2) van kracht.
In 2017 wordt LAP2 vervangen door het Landelijk afvalbeheerplan 2017-2029 (LAP3).
A 1411
Opwerkingsinstallatie voor AVI-bodemas
-
a. bestemd voor: het opwerken van AVI-bodemas tot een bouwstof, niet zijnde een IBC-bouwstof
als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit, waarbij:
-
– ten hoogste 15% van de input van de opwerkingsinstallatie, gemeten als droge stof,
wordt gestort, en
-
– ten minste 75% van de non-ferro metalen uit de fractie groter dan 6 millimeter wordt
teruggewonnen,
-
b. bestaande uit: een opwerkingsinstallatie voor AVI-bodemas en een ferro- en non-ferro-verwijderingsinstallatie.
A 1420
Smeltinstallatie voor verwerking van gevaarlijke afvalstromen
-
a. bestemd voor: het verwerken van gevaarlijke afvalstromen bij een temperatuur van 1.300
tot 1.500°C, waardoor de minerale delen smelten tot een vloeibare slak en de organische
delen volledig vergassen tot synthesegas, en waarbij:
-
– de vrijkomende vaste, vloeibare of gasvormige reactieproducten worden toegepast als
grondstof of als alternatief voor fossiele brandstoffen, en
-
– het verwerkte afval op gewichtsbasis voor ten minste 50% uit gevaarlijk afval bestaat,
-
b. bestaande uit: een smeltinrichting, een afvalvoorbewerkingsinstallatie, een afgasreinigingsinstallatie
en al dan niet de volgende onderdelen: een waterzuiveringsinstallatie en een energieopwekkingsinstallatie,
met uitzondering van voorzieningen voor het opwekken van energie voor derden.
A 1440
Membraanbioreactor met benutting van het effluent
-
a. bestemd voor: het recyclen van spoel- of afvalwaterstromen na zuivering in een biologische
zuiveringsinstallatie onder gelijktijdige verwijdering van gezuiverd water via membraantechnologie,
waarbij het effluent of de stoffen daarin worden gerecycled of hoogwaardiger toegepast,
-
b. bestaande uit: een biologische waterzuiveringsinstallatie, een membraanfiltratie-eenheid
en al dan niet de volgende onderdelen: een recirculatieleiding en apparatuur voor
het afscheiden en opwerken van de terug te winnen stoffen uit het effluent, met uitzondering
van de volgende onderdelen: voorzuiveringstechnieken en voorzieningen voor het beschermen
van apparatuur tegen weersinvloeden.
B 1441
Membraanbioreactor
-
a. bestemd voor: het zuiveren of recyclen van spoel- of afvalwaterstromen in een biologische
zuiveringsinstallatie onder gelijktijdige verwijdering van gezuiverd water via membraantechnologie,
-
b. bestaande uit: een biologische waterzuiveringsinstallatie, een membraanfiltratie-eenheid
en al dan niet een recirculatieleiding, met uitzondering van de volgende onderdelen:
voorzuiveringstechnieken en voorzieningen voor het beschermen van apparatuur tegen
weersinvloeden.
F 1470
Recyclinginstallatie voor bitumineus afval
-
a. bestemd voor: het verwerken van bitumineus afval, waarbij zowel de inerte fractie
als de bitumen worden gerecycled of hoogwaardiger toegepast,
-
b. bestaande uit: voorscheidingsapparatuur, wasapparatuur, een shredder of maalmolen,
een drooginstallatie, een mengschroef of smelthomogenisator, een smeltzuiveringsinstallatie,
een extruder of agglomerator, transportbanden en een menginstallatie of een granulator.
Verwerking van afval(water)
B 1520
Plasma-omzetter voor gevaarlijke afvalstoffen
-
a. bestemd voor: het in een plasmaveld thermisch ontleden van gevaarlijke afvalstoffen,
waardoor de afvalstoffen uiteenvallen in hun elementaire componenten,
-
b. bestaande uit: een plasma-omzetter met voedingssysteem, een gasbehandelingssysteem
en al dan niet de volgende onderdelen: een afvoersysteem en een elektriciteitsopwekkingsinstallatie,
met uitzondering van apparatuur ter opwerking en aanwending van de ontstane componenten.
A 1525
Stofemissievrije denatureringsinstallatie voor asbesthoudend afval of asbesthoudende
grond
-
a. bestemd voor: het stofemissievrij denatureren van asbesthoudend afval of asbesthoudende
grond door de asbestresten bij een temperatuur van minder dan 250°C met behulp van
natronloog af te breken, waarbij de asbestvezels volledig worden vernietigd en de
silicaathoudende filterkoek wordt gebruikt als bouwstof of als toeslagstof in de bouw
en voldoet aan het Besluit Bodemkwaliteit,
-
b. bestaande uit: een stofemissievrije afvalverkleiningsinstallatie, een verwarmings-
en koelsysteem, een natronloogdoseerinstallatie, een filterinstallatie, een behandelingsinstallatie
voor filterkoek en al dan niet een scheidingsinstallatie,
A 1526
Thermische denatureringsinstallatie voor asbestcementproducten
-
a. bestemd voor: het thermisch denatureren van asbestcementproducten waarbij de asbestvezels
via verhitting volledig worden vernietigd en het daarbij gevormde eindproduct wordt
gebruikt als bouwstof of als toeslagstof in de bouw en voldoet aan het Besluit bodemkwaliteit,
-
b. bestaande uit: een tunneloven of een verrijdbare stolpoven, een brandersysteem, naverbranders
en al dan niet de volgende onderdelen: keramische filters, een onderdrukruimte voor
controle en reparatie van verpakkingen, een transportinstallatie en een breekinstallatie
voor nabehandeling van het product.
B 1540
Aërobe korrelslibreactor
-
a. bestemd voor: het aëroob zuiveren van afvalwater door bacteriën die in agglomeraten
groeien en stabiele granules vormen, waardoor de scheiding van gezuiverd water en
korrels in de reactor zelf plaatsvindt en geen separate nabezinking wordt toegepast,
en waarbij:
-
– de reactor een volume heeft van ten hoogste 1.000 kubieke meter en
-
– de installatie niet primair gericht is op de verwijdering van stikstofverbindingen,
-
b. bestaande uit: een waterzuiveringsinstallatie met aëroob korrelslib, inclusief de
benodigde instrumentatie en automatisering en al dan niet de volgende onderdelen:
water- en slibbuffers voorafgaand aan de installatie en apparatuur voor het winnen
van alginaten uit korrelslib, met uitzondering van de volgende onderdelen: voorzuiveringstechnieken
en voorzieningen voor het beschermen van apparatuur tegen weersinvloeden.
Toelichting: Zie F 1100 en F 1110 voor het produceren van grondstoffen of bioplastics
uit korrelslib.
B 1545
(Katalytische) oxidatiereactor voor waterreiniging
-
a. bestemd voor: het ter voorkoming van ontsmetting met heet water, chloor of chemicaliën
anders dan waterstofperoxide en ozon, al dan niet katalytisch oxideren met waterstofperoxide,
zuurstofradicalen, zuurstofionen, ozon of UV-bestraling van,
-
1. hormoonverstorende stoffen of antibiotica in afvalwater uit de medische sector, de
chemische sector of de geneesmiddelenindustrie, of
-
2. legionella in inpandige waterleidingen in gebouwen of in watersystemen op schepen,
-
b. bestaande uit: oxidatiereactor(en) met apparatuur voor het genereren van oxidatoren
en al dan niet de volgende onderdelen: doseer- of injectieapparatuur, een restozonvernietiger,
een recirculatietank, een recirculatiepomp, een biologisch actief koolfilter, een
omgekeerde osmose-installatie en een ionenwisselaar, en met uitzondering van voorzuiveringsapparatuur.
Inzameling van afval(water)
A 1615
Afzuiginstallatie voor keukenafval
-
a. bestemd voor: het afzuigen en gescheiden afvoeren en opslaan van keukenafval, waarbij:
-
– ten minste de organische fractie wordt gescheiden van het overige keukenafval, en
-
– de vrijkomende schadelijke gassen worden gezuiverd,
-
b. bestaande uit: een afzuiginstallatie, een voorziening voor zuivering van de afgezogen
lucht, een transportsysteem, gesloten tanks en al dan niet een real-time monitoringssysteem
voor de tanks.
B 1640
Havenontvangstinstallatie bij jachthavens
-
a. bestemd voor: het innemen van grijswater, bilgewater of zwartwater bij een jachthaven,
voor zover de installatie niet verplicht is volgens wetgeving:
-
1. in havens met meer dan 50 ligplaatsen, waarbij plastic gescheiden wordt ingezameld
en aantoonbaar nuttig wordt aangewend,
-
2. met een inzamelstation met ten minste één lekvrij en geurvrij aansluitpunt per 4 ligplaatsen
in een jachthaven, of
-
3. met ten minste één inzamelstation bij een jachthaven met niet meer dan 50 ligplaatsen
voor niet-open pleziervaartuigen,
-
b. bestaande uit: een inzamelstation, tanks, pompen, leidingen en al dan niet een olie/vetafscheider.
Ketenaanpak
B 1810
Tapijt(tegels) met ten minste 50% gerecycled materiaal
-
a. bestemd voor: het bedekken van vloeren met kamerbreed tapijt of tapijttegels, waarvan
ten minste 50% op gewichtsbasis bestaat uit gerecycled materiaal, wat wordt aangetoond
met een vermelding van het aandeel gerecycled content in een EPD (Environmental Product
Declaration) volgens ISO 14025 en EN 15804, gebaseerd op de Product Category Rules
voor Floor Covering,
-
b. bestaande uit: kamerbreed tapijt of tapijttegels, inclusief de kosten voor het leggen.
F 1815
Gecertificeerde plastics op basis van biomassa in (onderdelen van) een product
-
a. bestemd voor: het gebruik van gecertificeerde plastics op basis van biomassa in (onderdelen
van) een product, waarbij:
-
– het gebruikte plastic gecertificeerd is volgens een door de Green Deal Groencertificaten
erkend certificeringsschema voor biomassa,
-
– onder plastics op basis van biomassa worden verstaan thermoplasten, thermoharders
en elastomeren waarbij in geval van elastomeren geen sprake is van gangbare natuurrubbers
zoals latex, en
-
– in geval van plastics die een bewust tijdelijke functie hebben van enkele jaren in
bodem of water, dit plastics zijn die onder de toegepaste condities biodegradeerbaar
zijn en voldoen aan de eisen gesteld in EN 13432,
-
b. bestaande uit: (onderdelen van) een product van gecertificeerde plastics op basis
van biomassa conform de onder a. genoemde eisen.
Een investering in gecertificeerde plastics op basis van biomassa als onderdeel van
een duurzaam gebouw dat gemeld is onder één van de bedrijfsmiddelen D 6110 tot en
met E 6129 komt onder bedrijfsmiddel A 1815 niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek
en willekeurige afschrijving milieu-investeringen. Dit geldt niet voor gecertificeerde
plastics op basis van biomassa die worden toegepast in het interieur.
Toelichting: Indien sprake is van gecertificeerde plastics op basis van biomassa in
onderdelen van een product, kunnen enkel deze onderdelen gemeld worden onder bedrijfsmiddel
F 1815.
Meer over de Green Deal Groencertificaten en een lijst van erkende certificeringsschema’s
vindt u op http://greendeal-groencertificaten.nl.
Dit bedrijfsmiddel betreft producten met kunststoffen op basis van biomassa. Zie de
bedrijfsmiddelen F 1100 en F 1110 voor productieapparatuur.
Voedselvoorziening en landbouwproductie
Een producent van primaire landbouw-, visserij- of aquacultuurproducten komt alleen
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen in
aanmerking indien het een kmo is (zie punt 7 van paragraaf 1 van deze bijlage)
Kassen, stallen, landbouwwerktuigen, aquacultuur, visserij, verwerkingsapparatuur
B 2110
Kas voor milieuvriendelijke productie met Milieukeur
-
a. bestemd voor: het milieuvriendelijk produceren van gewassen of producten in een kas,
waarvan is vastgesteld dat de productie in de kas voldoet aan de eisen van Milieukeur
Plantaardige producten uit de bedekte teelt, wat blijkt uit een certificaat Milieukeur
dat binnen drie jaar na de aanmeldingsbevestiging is afgegeven door de daartoe bevoegde
instantie en waarbij de aanmeldingsbevestiging voor Milieukeur binnen drie maanden
na de meldingsdatum is afgegeven,
-
b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels), teelttechnische en klimaattechnische voorzieningen,
en met uitzondering van de volgende onderdelen: assimilatiebelichting, cyclische belichting,
bedrijfsruimte(n), scherminstallaties, voorzieningen voor het opslaan van CO2, warmte of elektriciteit of combinaties hiervan en voorzieningen voor het produceren
van CO2, warmte of elektriciteit of combinaties hiervan.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Informatie over Milieukeur Plantaardige producten is beschikbaar op de
website www.milieukeur.nl.
B 2111
Kas voor biologische teelt
-
a. bestemd voor: het bedrijfsmatig telen van gewassen in een kas volgens de voorschriften
van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007, wat blijkt uit een door Skal afgegeven certificaat
Biologische Productie Nederland,
-
b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels), teelttechnische of klimaattechnische voorzieningen,
en met uitzondering van de volgende onderdelen: assimilatiebelichting, cyclische belichting,
bedrijfsruimte(n), scherminstallaties, voorzieningen voor het opslaan van CO2, warmte of elektriciteit of combinaties hiervan en voorzieningen voor het produceren
van CO2, warmte of elektriciteit of combinaties hiervan.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Informatie over het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 is beschikbaar op
de website www.skal.nl.
F 2112
Groen Label Kas voor biologische teelt of milieuvriendelijke productie met Milieukeur
-
a. bestemd voor: het bedrijfsmatig telen van gewassen of producten in een kas waarvan
is vastgesteld dat deze voldoet aan de eisen bedoeld onder a. van bedrijfsmiddel A
2113 en het bedrijfsmatig telen van gewassen plaatsvindt volgens:
-
1. de voorschriften van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007, wat blijkt uit een door Skal
afgegeven certificaat Biologische Productie Nederland, of
-
2. volgens de eisen van Milieukeur Plantaardige producten uit de bedekte teelt, wat blijkt
uit een certificaat Milieukeur dat binnen drie jaar na de aanmeldingsbevestiging is
afgegeven door de daartoe bevoegde instantie en waarbij de aanmeldingsbevestiging
voor Milieukeur binnen drie maanden na de meldingsdatum is afgegeven,
-
b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels), teelttechnische of klimaattechnische voorzieningen,
en met uitzondering van de volgende onderdelen: assimilatiebelichting, cyclische belichting,
bedrijfsruimte(n), scherminstallaties, voorzieningen voor het opslaan van CO2, warmte of elektriciteit of combinaties hiervan en voorzieningen voor het produceren
van CO2, warmte of elektriciteit of combinaties hiervan.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Informatie over het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 is beschikbaar op
www.skal.nl. Informatie over de genoemde Milieukeur is beschikbaar op www.milieukeur.nl.
A 2113
Groen Label Kas
-
a. bestemd voor: het bedrijfsmatig telen van gewassen in een Groen Label Kas waarbij
wordt voldaan aan de volgende eisen:
-
– de kas voldoet aan de eisen van het Certificatieschema Groen Label Kas 12 (GLK12)
met een minimumniveau van 85 punten voor extensieve teelt en 115 punten voor intensieve
teelt, wat blijkt uit een voorlopig certificaat Groen Label Kas 12 (GLK12) dat voor
de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad van Accreditatie hiervoor geaccrediteerde
organisatie
-
– voor alle kassen die onder de criteria voor extensieve teelt worden gecertificeerd
bij definitieve oplevering wordt aangetoond dat het totale energiegebruik op basis
van ten minste één jaar teelt minder is geweest dan 25 kubieke meter aardgasequivalenten
per vierkante meter per jaar. De tuinder toont dit aan door na één jaar teelt het
werkelijke energiegebruik van het voorgaande jaar te laten controleren op basis van
facturen en meetgegevens en de gegevens in het energiecertificaat, en
-
– binnen drie jaar na afgifte van het voorlopig certificaat GLK12 wordt een definitief
certificaat GLK12 overgelegd, dan wel binnen vier jaar wordt een definitief certificaat
overgelegd volgens de op dat moment geldende maatlat Groen Label Kas en de bijbehorende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels) en teelttechnische en klimaattechnische
voorzieningen.
De gehele investering in de Groen Label Kas, inclusief kosten gemeld onder bedrijfsmiddel
F 2112 of F 2114, komt ten hoogste voor het volgende bedrag per vierkante meter gecertificeerd
teeltoppervlak in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving
milieu-investeringen met een maximum van € 4.000.000:
Gewasgroep
|
€/m2 intensieve teelt
|
€/m2 extensieve teelt
|
Groenten
|
110
|
120
|
Bloemen
|
170
|
145
|
Potplanten
|
190
|
160
|
Uitgangsmateriaal
|
230
|
160
|
Toelichting: Het Certificatieschema Groen Label Kas 12 (GLK12) is beschikbaar op de
website www.groenlabelkas.nl.
F 2114
Groen Label Kas met vis-, schaal- of schelpdierenkwekerij
-
a. bestemd voor: het gecombineerd bedrijfsmatig telen van gewassen en kweken van vis,
schaal- of schelpdieren, waarbij uitwisseling van water, warmte en CO2 plaatsvindt en waarvan is vastgesteld dat de kas voldoet aan de eisen bedoeld onder
a. van bedrijfsmiddel A 2113,
-
b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels), een vis-, schaal- of schelpdierenkwekerij,
teelttechnische en klimaattechnische voorzieningen, en met uitzondering van de volgende
onderdelen: assimilatiebelichting, cyclische belichting, bedrijfsruimte(n), scherminstallaties,
voorzieningen voor het opslaan van CO2, warmte of elektriciteit of combinaties hiervan en voorzieningen voor het produceren
van CO2, warmte of elektriciteit of combinaties hiervan.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 2400 voor een polycultuurkwekerij voor aquatische
producten.
F 2120
Afvoersysteem voor vocht uit de kas tijdens lichtscherming in de nanacht
-
a. bestemd voor: het afvoeren van vocht uit de kas tijdens de lichtscherming in de nanacht,
zodanig dat de lichtschermen ook in de nanacht geheel gesloten blijven en warmte in
de kas wordt opgeslagen,
-
b. bestaande uit: een systeem voor het afvoeren van vocht uit de kas in de nanacht en
al dan niet apparatuur voor het geschikt maken van teruggewonnen condenswater als
gietwater, met uitzondering van natte koeltorens.
Toelichting: Conform artikel 1.1 van het Activiteitenbesluit millieubeheer wordt onder
nanacht verstaan:
-
– in de periode van 1 november tot 1 april van 24.00 uur tot het tijdstip van zonsopgang,
en
-
– in de periode van 1 april tot 1 mei en van 1 september tot 1 november van 02.00 uur
tot het tijdstip van zonsopgang.
A 2130
Apparatuur voor het (micro)biologisch of mechanisch bestrijden van plagen of ziekten
in tuinbouwkassen
-
a. bestemd voor: het bestrijden van plagen of ziekten in tuinbouwkassen, door:
-
1. het inzetten van natuurlijke vijanden voor (micro)biologische bestrijding, of
-
2. het op mechanische wijze actief laten opvliegen en wegvangen van de plaag,
-
b. bestaande uit: apparatuur of voorzieningen die technisch noodzakelijk zijn voor de
(micro)biologische of mechanische bestrijding, met uitzondering van het trekkende
voertuig.
D 2131
Luisdicht insectengaas
-
a. bestemd voor: het vrij van luizen en andere insecten telen of opkweken van gewassen,
ter beperking van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen,
-
b. bestaande uit: luisdicht gaas en al dan niet de volgende onderdelen: ondersteuningsmateriaal
en een toegangssluis met dubbele deur.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel heeft ook betrekking op het aanbrengen van insectengaas
in bestaande (Groen Label) kassen. Gaas voor fruitvliegjes is over het algemeen niet
luisdicht. Zie bedrijfsmiddel B 2338 voor gaas voor fruitvliegjes.
B 2135
Installatie voor het verhogen van de plantweerbaarheid in de glastuinbouw
-
a. bestemd voor: het in een kas op biologische wijze verhogen van de weerbaarheid van
planten tegen ziekten, waarbij geen chemische stoffen of metalen worden toegepast
en waardoor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen wordt verminderd,
-
b. bestaande uit: een installatie voor het verhogen van de plantweerbaarheid, met uitzondering
van wateropslagvoorzieningen en watergiftesysteem.
F 2140
Ondergrondse waterberging voor de veehouderij, akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-,
vollegrond- of bedekte teelt
-
a. bestemd voor: het individueel of collectief opslaan van water in ondergrondse bodemlagen,
niet zijnde een warmte-koude opslag (WKO) of systeem voor geothermie, voor het gebruik
als beregenings- of gietwater in de veehouderij, akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-,
vollegrond- of bedekte teelt, waarbij door het bevoegd gezag schriftelijk toestemming
is verleend voor de ondergrondse wateropslag,
-
b. bestaande uit: ondergrondse wateropslagvoorziening, putten, pompen, al dan niet filtersystemen
voor het zuiveren van het te bergen water, en met uitzondering van voorzieningen voor
het opvangen van het regenwater en het geschikt maken van het teruggewonnen water.
Toelichting: Onder bedekte teelt wordt ook glastuinbouw verstaan.
F 2141
Waterberging onder de kas
-
a. bestemd voor: het onder een tuinbouwkas individueel of collectief opslaan van regenwater
of recirculatiewater in een afgesloten voorziening voor gebruik in de glastuinbouw,
-
b. bestaande uit: een wateropslagvoorziening onder de kas, pompen en al dan niet filtersystemen
voor het zuiveren van het te bergen water, met uitzondering van de volgende onderdelen:
voorzieningen voor het opvangen van het regen- of circulatiewater en voorzieningen
voor het voor gebruik geschikt maken van het teruggewonnen water.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 2142
Apparatuur voor het verminderen van de hoeveelheid opgepompt grondwater voor gebruik
als gietwater in de glastuinbouw (aanpassing bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het verminderen van de hoeveelheid opgepompt grondwater voor de productie
van gietwater voor gebruik in de glastuinbouw met ten minste 45% ten opzichte van
de bestaande situatie, waarbij:
-
– eventuele wijzigingen in de teeltcapaciteit en gewasbehoefte van de kas in de berekening
van de besparing worden meegenomen,
-
– de vermindering wordt gerealiseerd door het terugwinnen van water en grondstoffen
uit brijn of de vergroting van regenwatergebruik, waarbij de totale regenwateropslag
meer per hectare teeltoppervlak bedraagt dan wettelijk verplicht, en
-
– er geen brijn meer in de bodem wordt gebracht,
-
b. bestaande uit: apparatuur voor het terugwinnen van water en grondstoffen uit brijn
of een (uitbreiding van de) regenwateropslagvoorziening of al dan niet opslagvoorzieningen
ten behoeve van het hergebruik van (afval)water.
F 2145
Installatie voor het optimaliseren van de recirculatie van drain(age)water in de glastuinbouw
(aanpassing bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het aantoonbaar vaker recirculeren van drain(age)water binnen het teeltproces
ten opzichte van de bestaande situatie, door het verbeteren van de verwijdering van
ziektekiemen of zouten, waardoor de lozing van drain(age)water verminderd of vermeden
wordt,
-
b. bestaande uit: een installatie voor het doden van ziektekiemen of het verwijderen
van zouten en al dan niet meetapparatuur.
F 2146
Voorzieningen voor het verwijderen van meststoffen of gewasbeschermingsmiddelen in
te lozen drain(age)water uit de bedekte teelt
-
a. bestemd voor: het tegengaan van de lozing van meststoffen of gewasbeschermingsmiddelen
afkomstig uit de glastuinbouw, waarbij de toegepaste zuiveringsinstallatie of -methode
gewasbeschermingsmiddelen verwijdert met een rendement van ten minste 95%,
-
b. bestaande uit: waterzuiveringsapparatuur en al dan niet de volgende onderdelen: een
debietmeter, een voorziening voor de opslag van te lozen drain- of drainagewater,
een meetinstrument voor de meting van concentraties van nutriënten en aanpassingen
aan het leidingwerk, buffer- en pompvoorzieningen die nodig zijn voor behandeling
van het afvalwater in een collectieve zuiveringsinstallatie, en met uitzondering van
voorzieningen die zijn opgenomen in het drainwaterrecirculatiesysteem.
F 2147
Systeem voor gecontroleerde lozing voor de glastuinbouw
-
a. bestemd voor: het via buffering gedoseerd lozen van afvalwater op het riool door middel
van een telemetriesysteem, waarbij op afstand het moment van lozen kan worden bepaald
om overbelasting van de riolering te voorkomen, voor zover deze voorziening niet verplicht
gesteld is door het bevoegd gezag,
-
b. bestaande uit: een waterbuffer, leidingen, meetapparatuur (zoals niveaumeting en watermeters)
en een regeleenheid.
A 2190
Kasdekreinigings-, krijt- en coatingsysteem
-
a. bestemd voor: het met één systeem op hoge snelheid wassen, reinigen, krijten en coaten
van het kasdek, waarbij de kasdekreiniger is voorzien van een elektrische rij-aandrijving,
-
b. bestaande uit: een reinigingsframe, elektrische rij-aandrijving, een besturingskast,
een wasinstallatie, een krijt- en coatinginstallatie en een verplaatsingsplatform,
met uitzondering van rails.
Veehouderij
B 2200
Proefstal
-
a. bestemd voor: het houden van dieren in een proefstal met een stalsysteem waarvoor
een bijzondere emissiefactor is vastgesteld als bedoeld in artikel 3 van de Regeling
ammoniak en veehouderij, waarbij de opdracht tot meting van het in de proefstal toegepaste
stalsysteem is verstrekt vóór datum van melden en wordt uitgevoerd volgens het voorgeschreven
Protocol voor meting van ammoniakemissie uit huisvestingssystemen in de veehouderij
of een gelijkwaardige meetmethode,
-
b. bestaande uit: een proefstal.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Meer informatie over de proefstalregeling is beschikbaar op de website
www.rvo.nl (zie de webpagina voor de Regeling ammoniak en veehouderij).
A 2201
Stal voor biologische melk- of pluimveehouderij met vermindering van de ammoniakemissie
-
a. bestemd voor: het houden van melk- of pluimvee in een bedrijf dat dierlijke landbouwproducten
produceert volgens de voorschriften van het Besluit dierlijke producten, wat blijkt
uit een door Skal afgegeven certificaat Biologische Productie Nederland, en waarbij
in de gehele stal één of meer ammoniakemissiearme staltechnieken worden toegepast
als in een huisvestingssysteem,
-
1. dat is opgenomen in bijlage 1 bij de Regeling ammoniak en veehouderij en niet is aangemerkt
als een overig huisvestingssysteem, of
-
2. waarvoor een bijzondere emissiefactor is vastgesteld als bedoeld in artikel 3 van
de Regeling ammoniak en veehouderij,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen,
mestafvoer en -opslag en een hygiënesluis, met uitzondering van ruimten en onderdelen
bedoeld voor het personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten,
waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk
omsloten overdekte buitenruimte.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Informatie over het Besluit dierlijke producten is beschikbaar op de
website www.skal.nl.In bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij zijn geen huisvestingsystemen opgenomen
voor biologische varkens, waardoor een stal voor biologische varkens niet voldoet
aan de eisen gesteld in bedrijfsmiddel A 2201. Onder melkvee wordt verstaan al het
vee dat wordt gehouden voor de productie van melk.
Zie bedrijfsmiddel B 2200 voor een proefstal, bijvoorbeeld een biologische varkensstal
waarvoor een bijzondere emissiefactor is vastgesteld als bedoeld in artikel 3 van
de Regeling ammoniak en veehouderij.
A 2205
Omgekeerde osmose-installatie voor het verwerken van spuiwater van een biologische
luchtwasser
-
a. bestemd voor: het verminderen van het waterverbruik van biologische luchtwassers met
ten minste 60%, door met omgekeerde osmose het spuiwater te zuiveren, waarna het gezuiverde
spuiwater opnieuw wordt gebruikt in de biologische luchtwasser en het resterende concentraat
nuttig wordt toegepast,
-
b. bestaande uit: een omgekeerde osmose-eenheid en al dan niet de volgende onderdelen:
een opslagvoorziening voor het concentraat, een opslagvoorziening voor het te recirculeren
waswater en voorzieningen om het behandelde spuiwater geschikt te maken voor hergebruik,
met uitzondering van een luchtwasser.
B 2209
Systeem voor mixen van drijfmest met luchtbellen (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het mixen van drijfmest door middel van luchtbellen in een drijfmestkelder
of mestsilo van een bestaande rundveestal, varkensstal of ander landbouwbedrijf zonder
stal(ontwerp)certificaat MDV 11, waardoor de vorming van ammoniak, methaan en waterstofsulfide
in de drijfmestkelder of mestsilo aanzienlijk gereduceerd wordt,
-
b. bestaande uit: een compressor, een besturingseenheid, een regelklep, luchtslangen
en pvc-uitlaten, met uitzondering van mestkelders en mestsilo's.
A 2210
Duurzame melkveestal
-
a. bestemd voor: het houden van melkrundvee in een stal die voldoet aan de eisen van
de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 8, onderdeel MDV 11 – melkveestallen,
wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 11 dat voor de meldingsdatum is afgegeven
door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij
binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt
overgelegd, dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens
de op dat moment geldende Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur en de bijbehorende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen
en een mestafvoer en -opslag, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een
binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte.
De investering in een duurzame melkveestal komt ten hoogste voor € 5.000 per gecertificeerde
dierplaats in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving
milieu-investeringen met een maximum van € 4.000.000.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij is beschikbaar op
de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn tevens de geldende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende
besluiten te vinden.
De investeringen in jongveeruimten kunnen worden gebruikt ter onderbouwing van het
maximum bedrag tot een maximum van eenzelfde aantal jongveeplaatsen als het aantal
melkveeplaatsen waarvoor is gecertificeerd.
A 2211
Duurzame vleeskalver- of vleesveestal
-
a. bestemd voor: het houden van vleeskalveren of vleesvee in een stal die voldoet aan
de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 8, onderdeel MDV 11 –
vleeskalverstallen of vleesveestallen, wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat
MDV 11 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie
hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het
stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt overgelegd dan wel binnen drie jaar
een stalcertificaat wordt overgelegd volgens de op dat moment geldende Maatlat Duurzame
Veehouderij en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen,
mestafvoer en -opslag en een hygiënesluis, met uitzondering van ruimten en onderdelen
bedoeld voor het personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten,
waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk
omsloten overdekte buitenruimte.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij is beschikbaar op
de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn tevens de geldende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende
besluiten te vinden.
F 2212
Duurzame melkveestal met weidegang
-
a. bestemd voor: het houden van melkrundvee in een stal die voldoet aan de eisen van
de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 8, onderdeel MDV 11 – melkveestallen
met weidegang, wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 11 met weidegang dat
voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor
geaccrediteerde organisatie, en waarbij de stal binnen twee jaar na afgifte van het
stalontwerpcertificaat in gebruik is genomen en er binnen drie jaar na afgifte van
het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat met weidegang wordt overgelegd, dan
wel binnen vier jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens de op dat moment
geldende Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur en de bijbehorende criteria,
beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten, en waarbij er op bedrijfsniveau
aantoonbaar sprake is van weidegang van het melkrundvee,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen
en een mestafvoer en -opslag, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een
binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte.
De investering in een duurzame melkveestal met weidegang komt voor ten hoogste € 5.000
per gecertificeerde dierplaats in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige
afschrijving milieu-investeringen met een maximum van € 4.000.000.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij is beschikbaar op
de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn tevens de geldende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende
besluiten te vinden.
De investeringen in jongveeruimten kunnen worden gebruikt ter onderbouwing van het
maximum bedrag tot een maximum van eenzelfde aantal jongveeplaatsen als het aantal
melkveeplaatsen waarvoor is gecertificeerd.
B 2214
Systeem voor monitoring van diergezondheid
-
a. bestemd voor: het per koe automatisch meten en monitoren van ten minste de volgende
gezondheidsparameters door individuele meting in de melk en analyse van de (herkauw)activiteit
van de koe, op basis waarvan de optimale antibiotica- of hormoongift per koe bepaald
wordt en waardoor het gebruik van antibiotica of hormonen op het bedrijf gereduceerd
wordt:
-
– uiergezondheid,
-
– vruchtbaarheid,
-
– voedingsbalans, en
-
– energiebalans,
-
b. bestaande uit: een melkmonsterstation, een meetsysteem voor de koe-activiteit en een
analyse-eenheid, met uitzondering van de kosten voor het managementsysteem.
A 2215
Systeem voor monitoring van diergezondheid uitsluitend via de melk
-
a. bestemd voor: het op een melkveebedrijf per koe automatisch meten en monitoren van
ten minste de volgende gezondheidsparameters in de melk op basis waarvan de optimale
antibiotica- en hormoongift per koe bepaald wordt en waardoor het gebruik van antibiotica
en hormonen op het bedrijf gereduceerd wordt:
-
– uiergezondheid,
-
– vruchtbaarheid,
-
– voedingsbalans, en
-
– energiebalans,
-
b. bestaande uit: een melkmonsterstation en een analyse-eenheid, met uitzondering van
de kosten voor het managementsysteem.
A 2216
UV-behandelingsinstallatie voor rauwe (biest)melk
-
a. bestemd voor: het met UV-licht bestrijden van bacteriën in rauwe (biest-)melk zodat
deze melk een veilige voeding wordt voor kalveren van een melkveehouder, waarbij de
vitale voedingsstoffen in de melk worden behouden,
-
b. bestaande uit: een module met UV-lampen, een reinigingsautomaat, een besturingsautomaat
en een melkvat.
A 2218
Automatisch ruwvoermengsysteem voor herkauwers
B 2219
Permanente afdekinstallatie voor kuilvoerplaatsen
-
a. bestemd voor: het afdekken van kuilvoer met een mechanisch op- en afrolbaar permanent
dekkleed voorzien van kanalen die met water gevuld worden om het kuilvoer aan te drukken,
-
b. bestaande uit: een dekkleed met waterslurven en een afdekmachine.
A 2220
Duurzame varkensstal
-
a. bestemd voor: het houden van varkens in een stal die voldoet aan de eisen van de Maatlat
Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 8, onderdeel MDV 11 – varkensstallen, wat blijkt
uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 11 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door
een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij
binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt
overgelegd, dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens
de op dat moment geldende Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur en de bijbehorende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen
en een mestafvoer en -opslag, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een
binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte.
De investering in een duurzame varkensstal komt ten hoogste voor het volgende bedrag
per gecertificeerde dierplaats in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige
afschrijving milieu-investeringen met een maximum van € 4.000.000:
Vleesvarkens
|
€ 400 per dierplaats
|
Gespeende biggen
|
€ 225 per dierplaats
|
Guste en dragende zeugen
|
€ 1.400 per dierplaats
|
Kraamzeugen
|
€ 3.500 per dierplaats
|
Dekberen
|
€ 3.400 per dierplaats
|
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur is
beschikbaar op de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn tevens de geldende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende
besluiten te vinden.
A 2230
Duurzame pluimveestal
-
a. bestemd voor: het houden van pluimvee, niet zijnde eenden of kalkoenen, in een stal
die voldoet aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 8, onderdeel
MDV 11 – pluimveestallen, wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 11 dat voor
de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde
organisatie, en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat
een stalcertificaat wordt overgelegd, dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat
wordt overgelegd volgens de op dat moment geldende Maatlat Duurzame Veehouderij en
Aquacultuur en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen
en een mestafvoer en -opslag, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een
binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte.
De investering in een duurzame pluimveestal komt ten hoogste voor het volgende bedrag
per gecertificeerde dierplaats in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige
afschrijving milieu-investeringen met een maximum van € 4.000.000:
Opfok legouderdieren en leghennen
|
|
0-3 punten behaald op maatregel 1 van dierenwelzijnmaatlat:
|
€ 18,50 per dierplaats
|
4-7 punten behaald op maatregel 1 van dierenwelzijnmaatlat:
|
€ 19,50 per dierplaats
|
8-11 punten behaald op maatregel 1 van dierenwelzijnmaatlat:
|
€ 20,50 per dierplaats
|
12 punten behaald op maatregel 1 van dierenwelzijnmaatlat:
|
€ 21,50 per dierplaats
|
Productie legouderdieren en leghennen
|
|
0-3 punten behaald op maatregel 1 van dierenwelzijnmaatlat:
|
€ 23,50 per dierplaats
|
4-7 punten behaald op maatregel 1 van dierenwelzijnmaatlat:
|
€ 24,50 per dierplaats
|
8-9 punten behaald op maatregel 1 van dierenwelzijnmaatlat:
|
€ 25,50 per dierplaats
|
10 punten behaald op maatregel 1 van dierenwelzijnmaatlat:
|
€ 26,50 per dierplaats
|
Opfok vleeskuikenouderdieren
|
|
0-1 punten behaald op maatregel 1 van dierenwelzijnmaatlat:
|
€ 29,00 per dierplaats
|
2-3 punten behaald op maatregel 1 van dierenwelzijnmaatlat:
|
€ 30,50 per dierplaats
|
4 punten behaald op maatregel 1 van dierenwelzijnmaatlat:
|
€ 32,00 per dierplaats
|
Productie vleeskuikenouderdieren
|
|
0-1 punten behaald op maatregel 1 van dierenwelzijnmaatlat:
|
€ 54,00 per dierplaats
|
2-3 punten behaald op maatregel 1 van dierenwelzijnmaatlat:
|
€ 56,00 per dierplaats
|
4 punten behaald op maatregel 1 van dierenwelzijnmaatlat:
|
€ 58,00 per dierplaats
|
Vleeskuikens
|
|
0-3 punten behaald op maatregel 1 van dierenwelzijnmaatlat:
|
€ 14,50 per dierplaats
|
4-6 punten behaald op maatregel 1 van dierenwelzijnmaatlat:
|
€ 15,50 per dierplaats
|
7-8 punten behaald op maatregel 1 van dierenwelzijnmaatlat:
|
€ 16,50 per dierplaats
|
9 punten behaald op maatregel 1 van dierenwelzijnmaatlat:
|
€ 17,50 per dierplaats.
|
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur is
beschikbaar op de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn tevens de geldende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende
besluiten te vinden.
G 2235
Stofemissiereducerende technieken voor pluimveestallen
-
a. bestemd voor: het verminderen van de emissie van stof van een pluimveestal zonder
stal(ontwerp)certificaat MDV 5, 6, 7, 8, 9, 10 of 11, door toepassing van één of meer
technieken die zijn vermeld in de op grond van artikel 66, aanhef en onderdeel c,
van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 gepubliceerde lijst van emissiefactoren
fijn stof voor veehouderij, voor zover deze voorziening niet wettelijk verplicht is,
-
b. bestaande uit: stofemissiereducerende technieken.
Toelichting: De lijst van emissiefactoren staat in de publicatie 'emissiefactoren
fijn stof voor veehouderij'. Deze publicatie is te vinden op www.rijksoverheid.nl of via internet met zoekterm 'emissiefactoren fijn stof'.
A 2290
Duurzame konijnen-, eenden- of kalkoenenstal
-
a. bestemd voor: het houden van konijnen, eenden of kalkoenen in een stal die voldoet
aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 8, onderdeel MDV 11
– konijnenstallen of pluimveestallen, onderdeel eenden- of kalkoenenstal, wat blijkt
uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 11 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door
een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij
binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt
overgelegd dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens de
op dat moment geldende Maatlat Duurzame Veehouderij en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen
en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen,
mestafvoer en -opslag en een hygiënesluis, met uitzondering van ruimten en onderdelen
bedoeld voor het personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten,
waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk
omsloten overdekte buitenruimte.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij is beschikbaar op
de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn tevens de geldende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende
besluiten te vinden.
A 2291
Duurzame melkgeitenstal
-
a. bestemd voor: het houden van melkgeiten in een stal die voldoet aan de eisen van de
Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 8, onderdeel MDV 11 – melkgeitenstallen,
wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 11 dat voor de meldingsdatum is afgegeven
door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij
binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt
overgelegd, dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens
de op dat moment geldende Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur en de bijbehorende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen,
mestafvoer en -opslag en een hygiënesluis, met uitzondering van ruimten en onderdelen
bedoeld voor het personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten,
waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk
omsloten overdekte buitenruimte.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur is
beschikbaar op de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn tevens de geldende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende
besluiten te vinden.
B 2299
Ondergrondse kadaverkoeling met natuurlijk koudemiddel
Landbouwapparatuur
A 2310
Teeltsysteem voor vollegrondgewassen in de open lucht
-
a. bestemd voor: het in de open lucht in teeltgoten telen van gewassen:
-
– die normaliter in de volle grond geteeld worden,
-
– waarbij nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen niet uitspoelen naar het grond- en
oppervlaktewater, en
-
– waarbij het drainwater wordt opgevangen en hergebruikt,
-
b. bestaande uit: een teeltsysteem en een water- en mestgiftsysteem, met uitzondering
van een regen- of drainwateropvang en een waterrecirculatiesysteem.
Toelichting: Onder bedrijfsmiddel A 2310 komen alleen teeltsystemen in de open lucht
in aanmerking. Teeltsystemen onder glas komen niet in aanmerking.
B 2311
Productieapparatuur voor zilte teelt
-
a. bestemd voor: het telen van zilte gewassen zonder dat gebruik gemaakt wordt van bestrijdingsmiddelen
en andere chemische toevoegingen, en waarbij de zilte teelt is toegestaan volgens
de op de meldingsdatum geldende milieuvergunning of omgevingsvergunning voor een activiteit
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur die technisch noodzakelijk is
voor de teelt van zilte gewassen.
B 2315
Teeltsysteem voor bladgewassen op water
-
a. bestemd voor: het telen van bladgewassen, niet zijnde witlof, in een teeltsysteem
waarbij:
-
– de gewassen op water worden geteeld,
-
– voor de teelt uitsluitend gebruik wordt gemaakt van zonlicht of LED-verlichting,
-
– geen (pot)grond wordt gebruikt, en
-
– het gebruikte water wordt gerecirculeerd,
-
b. bestaande uit: een teeltsysteem met bijbehorende teelttechnische voorzieningen, met
uitzondering van de volgende onderdelen: LED-verlichting, waterrecirculatiesysteem,
klimaattechnische voorzieningen, kas en gebouwen.
A 2316
Milieuvriendelijke productie van gewassen of producten in een gebouw volgens Milieukeur
-
a. bestemd voor: het milieuvriendelijk produceren van gewassen of producten in een gebouw
niet zijnde een kas, waarvan is vastgesteld dat de productie voldoet aan de eisen
van Milieukeur Plantaardige producten uit de bedekte teelt, wat blijkt uit een certificaat
Milieukeur dat binnen drie jaar na de aanmeldingsbevestiging is afgegeven door de
daartoe bevoegde instantie en waarbij de aanmeldingsbevestiging voor Milieukeur binnen
drie maanden na de meldingsdatum is afgegeven,
-
b. bestaande uit: teelttechnische en klimaattechnische voorzieningen, met uitzondering
van de volgende onderdelen: het gebouw, assimilatiebelichting, cyclische belichting,
voorzieningen voor het opslaan of produceren van CO2, elektriciteit of warmte, kosten voor grond en kosten voor sloop.
Toelichting: Informatie over Milieukeur Plantaardige producten is beschikbaar op de
website www.milieukeur.nl.
F 2319
Kweeksysteem van insecten
-
a. bestemd voor: het kweken van insecten ter vervanging van eiwitten voor humane voeding,
ter vervanging van eiwitten voor diervoer of voor toepassing in farmaceutica, waarbij
de kweek van de insecten en het voedsel voor de insecten, dat niet bestaat uit (bestanddelen
van) vis, wettelijk zijn toegestaan,
-
b. bestaande uit: een kweeksysteem van insecten, met uitzondering van gebouwen.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Bij dit bedrijfsmiddel gelden twee belangrijke eisen. De kweek van de
insectensoort moet wettelijk zijn toegestaan. Daarnaast moet het voedsel waarop de
insecten worden gekweekt ook wettelijk zijn toegestaan. Kweek van insecten op voedsel
dat (deels) bestaat uit vis komt niet in aanmerking vanwege het niet-duurzame karakter
van dit voedsel.
Dit bedrijfsmiddel kan bijvoorbeeld een kwekerij van insecten voor humane voedingsproducten,
diervoer of farmaceutica betreffen. Onder het kweken van insecten wordt ook de opfok
van insecten verstaan. Zowel 'breeding' als 'rearing' van insecten komt in aanmerking.
Zie bedrijfsmiddel F 2613 voor apparatuur voor de verwerking van insecten tot producten.
D 2320
GPS-nauwkeurig systeem voor lokale meting van klimaatgegevens
-
a. bestemd voor: het doen van lokale plantenziektenkundig relevante waarnemingen van
klimatologische aard op een land- of tuinbouwbedrijf,
-
b. bestaande uit: een GPS-nauwkeurig meetsysteem, temperatuursensoren en al dan niet
de volgende onderdelen: lichtsensoren, een elektronische verwerkings- en registratie-installatie,
een sturingsinstallatie en plantsensoren.
A 2321
Spuitmachine voor plaatsspecifiek toedienen van gewasbeschermings- of loofdodingsmiddelen
met doponafhankelijke aansturing
-
a. bestemd voor: het zodanig toedienen van gewasbeschermings- of loofdodingsmiddelen
aan landbouwgewassen dat rekening wordt gehouden met de plaatselijke omstandigheden
door meting van de in het gewas aanwezige onkruiddruk of ziektedruk, waarbij:
-
– de verkregen gegevens via elektronische koppeling in een GPS/GIS-systeem worden vastgelegd,
-
– vervolgens op basis van de vastgelegde gegevens (taakkaarten) de optimale hoeveelheid
door een regeleenheid wordt bepaald,
-
– de spuitinstallatie door een regeleenheid op basis van taakkaarten per dop onafhankelijk
het middel aan het gewas toedient,
-
b. bestaande uit: een spuitmachine, een GPS/GIS-systeem, een regeleenheid voor optimale
dosering, een autopilot systeem, een automatisch sectie-afsluitingssysteem met GPS/GIS-koppeling,
een aanpassings- of stuursysteem voor de spuitinstallatie en al dan niet de volgende
onderdelen: meetapparatuur met GPS/GIS-koppeling, een ISObus 11783-systeem, een plantherkenningssysteem
en onkruidsensoren.
B 2322
Apparatuur voor plaatsspecifiek verzorgen van landbouwgewassen
-
a. bestemd voor: het zodanig toedienen van meststoffen dat rekening wordt gehouden met
de plaatselijke omstandigheden door meting van de in de grond aanwezige voorraad meststoffen,
waarbij:
-
– de verkregen gegevens via elektronische koppeling in een GPS/GIS-systeem met een afwijking
van ten hoogste 10 centimeter worden vastgelegd,
-
– vervolgens op basis van de vastgelegde gegevens (taakkaarten) de optimale hoeveelheid
door een regeleenheid wordt bepaald,
-
– in geval van een mestinjectie-machine of zodenbemester door een regeleenheid op basis
van taakkaarten per sectie of per dop onafhankelijk het middel of de mest aan het
gewas wordt toegediend,
-
– in geval van vaste mest- of organische stofstrooiers door een regeleenheid op basis
van taakkaarten gebaseerd op bodemscans of grondmonsters plaatsspecifiek meer of minder
mest wordt toegediend aan het gewas,
-
b. bestaande uit: bemestingsapparatuur, meetapparatuur met GPS/GIS-koppeling, een GPS/GIS-systeem,
een regeleenheid voor optimale dosering, een autopilot systeem en al dan niet de volgende
onderdelen: sensoren, een plantherkenningssysteem, een ISObus 11783-systeem, een automatisch
sectieafsluitingssysteem met GPS/GIS-koppeling, een sneltester voor stikstof en een
NIR-sensor in de mesttank, en met uitzondering van granulaatstrooiers, kunstmeststrooiers
en overige bemestingseenheden op zaai-, poot- en plantmachines.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel A 2321 voor plaatsspecifieke spuitmachines met doponafhankelijke
aansturing.
D 2323
Monitoringssysteem voor plantactiviteit
-
a. bestemd voor: het systematisch waarnemen van plantactiviteit bij een land- of tuinbouwbedrijf,
waarop direct gestuurd wordt door de procescomputer bij het toedienen van water, meststoffen
of gewasbeschermingsmiddelen,
-
b. bestaande uit: een plantactiviteitssensor, een elektronisch verwerkings- en registratiesysteem
en al dan niet de volgende onderdelen: plantsensoren, een infraroodcamera voor meting
van de gewastemperatuur en een fotosynthesemeter, met uitzondering van de volgende
onderdelen: procescomputer en apparatuur voor het toedienen van water, meststoffen
of gewasbeschermingsmiddelen.
B 2324
Plaatsspecifieke spuitmachine voor de vollegrondteelt
-
a. bestemd voor: het, ter voorkoming van ziekten in teelten in de volle grond, plaatsspecifiek
bestrijden en voorkomen van onkruidgroei of het plaatsspecifiek toedienen van gewasbeschermingsmiddel
aan de plant, waarbij sensoren detecteren waar de plant of het onkruid staat, waarop
de spuitdoppen worden aangestuurd en waardoor alleen middel wordt toegediend waar
het onkruid of de plant staat,
-
b. bestaande uit: een spuitmachine, sensoren, spuitdoppen, een computer, een regeleenheid
en een sensorbesturing van de spuitboom.
Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de
milieu-investeringsaftrek.
B 2326
Sensor voor het meten van biomassa van landbouwgewassen
-
a. bestemd voor: het meten van de grootte van landbouwgewassen op basis van gewasreflectie
met een (nabij-)infrarood sensor op basis waarvan de hoeveelheid toe te dienen meststoffen,
gewasbeschermingsmiddelen of loofdodingsmiddelen direct wordt bepaald en toegediend
met een regeleenheid,
-
b. bestaande uit: een gewassensor, een montageset, een bedieningspaneel, een regeleenheid,
softwaremodules, aansluitkabels, een GPS/GIS-systeem en al dan niet een sneltester
voor stikstof, met uitzondering van apparatuur voor het toedienen van meststoffen,
gewasbeschermingsmiddelen of loofdodingsmiddelen.
B 2330
Boomgaardspuitmachine
-
a. bestemd voor: het in horizontale richting bespuiten van boomgaarden met een spuitmachine
die het gewasbeschermingsmiddel in de vorm van grote druppels het gewas inblaast,
waarbij een toegepast GPS/GIS-systeem een afwijking van ten hoogste 10 centimeter
heeft, en die,
-
1. door middel van een laserscanner nauwkeurig de spuitplek bepaalt, of
-
2. ten minste 95% driftreductie realiseert,
-
b. bestaande uit: een spuitmachine en al dan niet de volgende onderdelen: een GPS/GIS-systeem,
sensoren en een laserscanner.
A 2336
UV-gewasbeschermingsinstallatie
-
a. bestemd voor: het doden van plantpathogenen in grasvelden of land- en tuinbouwgewassen
door behandeling met UV-licht, ter beperking van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen,
-
b. bestaande uit: een zelfrijdende, hangende of getrokken gewasbeschermingsinstallatie,
UV-lampen, voeding en meet- en regelapparatuur, met uitzondering van het trekkend
voertuig of de rail.
E 2337
Spuitmachine met driftbeperkend systeem voor de akkerbouw
-
a. bestemd voor: het zodanig toedienen van gewasbeschermings- of loofdodingsmiddelen
aan landbouwgewassen met een systeem dat de drift van de toegediende middelen aantoonbaar
met ten minste 95% reduceert ten opzichte van een spuitmachine zonder driftbeperkende
voorzieningen,
-
b. bestaande uit: een spuitmachine met een driftbeperkend systeem.
B 2338
Voorziening of apparatuur voor het verminderen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
in de fruitteelt of glastuinbouw (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het verminderen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen ten opzichte
van de bestaande situatie door een voorziening of apparatuur, niet zijnde apparatuur
waarmee het gewasbeschermingsmiddel wordt toegediend, waarbij aangetoond wordt dat
de betreffende voorziening of apparatuur het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
daadwerkelijk vermindert,
-
b. bestaande uit: een voorziening of apparatuur voor het verminderen van het gebruik
van gewasbeschermingsmiddelen.
Toelichting: Zie de bedrijfsmiddelen D 2131 en B 2330 voor luisdicht insectengaas
en boomgaardspuitmachines.
E 2339
Hagelnetten voor de fruitteelt
-
a. bestemd voor: het verminderen van het gebruik en de verspreiding van chemische middelen
in de fruitteelt en het voorkomen van hagelschade aan fruit door toepassing van hagelnetten,
-
b. bestaande uit: hagelnetten en een ondersteuningsconstructie voor de hagelnetten.
Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de
milieu-investeringsaftrek.
F 2340
Omgekeerde of peilgestuurde drainage
-
a. bestemd voor: het via drainage reguleren van het grondwaterpeil van één of meerdere
landbouwpercelen, waarbij er sprake is van omgekeerde drainage of het drainagesysteem
is aangesloten op een verzamelput met verstelbare overstort of een sloot met een regelbare
stuw, waardoor verdroging, te natte landbouwgrond en afspoeling van meststoffen wordt
voorkomen,
-
b. bestaande uit: een drainagesysteem onder het perceel, een verzameldrain, een verzamelput
met verstelbare overstort of een regelbare stuw en al dan niet een meetsysteem voor
het meten van het grondwaterpeil.
A 2341
Voorzieningen ter voorkoming van verontreinigingen door erfafspoeling bij een veehouderij
-
a. bestemd voor: het tegengaan van verontreinigingen door erfafspoelwater bij een veehouderij
door ten minste één van de volgende maatregelen:
-
1. een opvangput zonder overstort voor perssappen bij kuilvoerplaatsen waarbij geen ongezuiverde
lozing op het oppervlaktewater plaatsvindt,
-
2. een overkapping van een voeropslag of een vaste mestopslag,
-
3. compartimentering van het erf, waardoor een volledige scheiding tussen afvalwater
en schoon hemelwater wordt bereikt,
-
4. een voorziening voor gescheiden wateropvang (schoon hemelwater en afvalwater), of
-
5. een veegmachine met opvangbak en een veegbreedte van ten minste 120 centimeter, voor
het bezemschoon maken van het erf,
-
b. bestaande uit: een opvangput of een overkapping voor een voeropslag of vaste mestopslag
of (her)inrichting van het erf of een veegmachine met opvangbak, met uitzondering
van vloeren van mest- en voederopslagen en vervanging van erfverharding.
F 2345
Biologische waterzuiveringsinstallatie voor verontreinigd afvalwater uit de veehouderij,
akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-, vollegronds- of bedekte teelt
-
a. bestemd voor: het tegengaan van de emissie van verontreinigingen via lozingen naar
de omgeving door het biologisch zuiveren van dit afvalwater, waarbij de toegepaste
zuiveringsinstallatie gewasbeschermingsmiddelen verwijdert met een rendement van ten
minste 95%,
-
b. bestaande uit: een opvangvoorziening, een biologische waterzuiveringsinstallatie (al
dan niet in combinatie met een waterbufferende teeltvloer in geval van buitenteelt),
een buffervat en al dan niet een helofytenfilter.
Toelichting: Onder bedekte teelt wordt ook glastuinbouw verstaan.
F 2346
Voorziening ter voorkoming van emissies uit de veehouderij, akkerbouw, bloembollen-,
boom-, fruit-, vollegronds- of bedekte teelt naar het oppervlaktewater
Toelichting: Onder bedekte teelt wordt ook glastuinbouw verstaan.
B 2347
Kuubkisten voor bloembollen die geen vocht en chemische middelen opnemen
-
a. bestemd voor: het bewaren van bloembollen bij de opslag, het transport of het ontsmetten
van de bloembollen, waarbij gebruik wordt gemaakt van kuubkisten vervaardigt van materialen
die aantoonbaar geen vocht opnemen, wat direct een besparing aan chemische middelen
oplevert,
-
b. bestaande uit: kuubkisten voor bloembollen gemaakt van materiaal dat geen vocht opneemt.
Toelichting: Voor bedrijfsmiddelen geldt een minimum meldingsbedrag van € 2.500. Bij
bijvoorbeeld een prijs van € 350 per kuubkist worden ten minste 8 kuubkisten tegelijk
aangeschaft en gemeld.
A 2349
Spuitmachine met restvloeistofreductie in de akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-
of vollegrondsteelt
-
a. bestemd voor: het voorkomen van het ontstaan van restvloeistof in de spuittank bij
het toedienen van gewasbeschermingsmiddelen of vloeibare meststoffen aan gewassen
in de akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit- of vollegrondsteelt, door een systeem
waarbij de gewasbeschermingsmiddelen op het laatste moment voor het spuiten op het
gewas in de spuitleiding vermengd worden,
-
b. bestaande uit: een spuitmachine met een selectieve doseringseenheid.
A 2350
Mechanische onkruidbestrijdingsmachine met GPS/GIS-systeem
-
a. bestemd voor: het mechanisch bestrijden van onkruid tussen de rijen van het gewas
met behulp van een GPS/GIS-systeem met een afwijking van ten hoogste 10 centimeter,
-
b. bestaande uit: een mechanische onkruidbestrijdingmachine, GPS/GIS-systeem en al dan
niet de volgende onderdelen: onkruidsensoren, een plantherkenningssysteem, een autopilotsysteem
en een klaverdoorzaaimodule.
A 2351
Intrarijwieder
-
a. bestemd voor: het mechanisch of pneumatisch bestrijden van onkruid zowel tussen als
in de rijen van het gewas,
-
b. bestaande uit: een intrarijwieder met een mechanisch of pneumatisch onkruidbestrijdingssysteem
en al dan niet de volgende onderdelen: onkruidsensoren en een plantherkenningssysteem.
B 2352
Mechanische onkruidknipper
-
a. bestemd voor: het doorsnijden van de dikkere stengels van onkruid met een machine
voorzien van kam- en kniptechniek, waarbij het geteelde gewas niet wordt beschadigd
en de onkruiddruk in akkerbouwgewassen of grasland wordt verminderd,
-
b. bestaande uit: een mechanische onkruidknipper met een vingerbalk, messen en een bezem.
A 2353
Precisie zaaimachine voor sojateelt
-
a. bestemd voor: het zaaien van sojazaden met een precisie zaaimachine zodat er een optimale
verdeling van de zaden per vierkante meter plaatsvindt en waarbij het GPS/GIS-systeem
een afwijking heeft van ten hoogste 10 centimeter,
-
b. bestaande uit: een precisie zaaimachine, een GPS/ GIS-systeem en een bedieningsterminal.
B 2354
Machine voor het oogsten van sojabonen
E 2359
Potafdekinstallatie
-
a. bestemd voor: het in de boom-, vaste planten- of sierteelt tegengaan van de groei
van onkruid in de potten, door het machinaal strooien van een afdeklaag bestaande
uit los organisch materiaal op de bovenzijde van het substraat,
-
b. bestaande uit: een elevator, een doseersysteem, transportbanden en een trilsysteem.
A 2360
Doseereenheid voor vloeibare meststoffen met GPS-gestuurde afschakeling per rij
-
a. bestemd voor: het gelijktijdig met het zaaien, poten, planten, frezen, schoffelen
of aanaarden per rij gedoseerd toedienen van vloeibare kunstmest of de vloeibare fractie
die rest na de verwerking van dierlijke meststoffen, in de grond vlakbij het zaad,
de knol of het plantje, waarbij er plaatsspecifiek meer of minder mest wordt gegeven
met behulp van een GPS/GIS-systeem met een afwijking van ten hoogste 10 centimeter,
-
b. bestaande uit: een geheel van een tank voor vloeibare meststoffen, een regeleenheid
om vloeistof te sturen en doseren, een schoonwatertank, een verdeelset, doseerslangen,
een aangepaste injectiekouter of -tand, een GPS/GIS-systeem, GPS/GIS-gestuurde afsluitkleppen,
opbouw op een plant-, poot- of zaaimachine en een slangenpompset of een membraan-,
een centrifugaal- of een tandwielpomp, en met uitzondering van de volgende onderdelen:
de plant-, poot- of zaaimachine, granulaatstrooiers, sleepslangdoseersystemen, sleepslang-
en zodenbemesters.
D 2361
Fertigatiesysteem
-
a. bestemd voor: het gereguleerd doseren van water en meststoffen, al dan niet in combinatie
met gewasbeschermingsmiddelen, aan gewassen in de vollegrondteelt, niet zijnde glastuinbouw,
ter voorkoming van uitspoeling,
-
b. bestaande uit: vochtmeetapparatuur, een regeleenheid, een waterafgiftesysteem en al
dan niet de volgende onderdelen: een lichtmeter en apparatuur voor het bepalen van
het mineralengehalte.
Aquacultuur
F 2400
Polycultuurkwekerij voor aquatische producten
-
a. bestemd voor: het kweken van twee of meer aquatische productgroepen (planten, vissen,
weekdieren, schaaldieren, schelpdieren, insecten, ringwormen en overige lagere diersoorten)
waarbij:
-
– ten minste één van de gekweekte productgroepen als voedsel dient voor een andere productgroep,
-
– dierlijke producten worden verkregen van gekweekte ouderdieren,
-
– er geen sprake is van kweken in open water,
-
– het effluent ten minste even schoon is als het ingenomen water,
-
– de kwaliteit van het effluent real-time wordt gemonitord, en
-
– het verstrekte voer (deels) gekweekt wordt of bestaat uit al dan niet bewerkte afvalstromen,
-
b. bestaande uit: een kweeksysteem, een real-time monitoringsysteem voor waterkwaliteit,
en al dan niet de volgende onderdelen: waterzuiveringsapparatuur en een voerkweeksysteem,
met uitzondering van ruimten en onderdelen bedoeld voor het personeel.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 2114 voor een Groen Label Kas met vis-, schaal-
of schelpdierenkwekerij.
F 2410
Duurzame viskwekerij
-
a. bestemd voor: het kweken van vis in een viskwekerij, die voldoet aan de Maatlat Duurzame
Veehouderij en Aquacultuur 8, onderdeel MDA 8 – viskwekerijen, wat blijkt uit een
(ontwerp)certificaat MDA 8 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de
Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij binnen twee
jaar na afgifte van het voorlopige certificaat een definitief certificaat wordt overgelegd,
dan wel binnen drie jaar een definitief certificaat wordt overgelegd volgens de op
dat moment geldende Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur en de bijbehorende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een viskwekerij en met uitzondering van ruimten en onderdelen bedoeld
voor het personeel.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur is
beschikbaar op de website www.maatlatduurzameaquacultuur.nl. Op deze website zijn tevens de geldende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende
besluiten te vinden.
F 2411
Duurzame pootviskwekerij
-
a. bestemd voor: het opkweken van pootvis in een viskwekerij, waarbij:
-
– de pootvis verkregen wordt van gekweekte ouderdieren,
-
– er geen sprake is van opkweken in open water,
-
– het effluent ten minste even schoon is als het ingenomen water,
-
– de kwaliteit van het effluent real-time wordt gemonitord, en
-
– het verstrekte voer (deels) gekweekt wordt of bestaat uit al dan niet bewerkte afvalstromen,
-
b. bestaande uit: een pootviskwekerij, een real-time monitoringssyteem voor het effluent,
waterzuiveringsapparatuur, al dan niet een voerkweeksysteem en met uitzondering van
ruimten en onderdelen bedoeld voor het personeel.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 2420
Schaal- en schelpdierbroedinstallatie
-
a. bestemd voor: het broeden en opkweken van schaal- en schelpdieren uit ouderdieren,
waarbij:
-
– er geen sprake is van broeden en opkweken in open water,
-
– het effluent ten minste even schoon is als het ingenomen water,
-
– de kwaliteit van het effluent real-time wordt gemonitord, en
-
– het verstrekte voer (deels) gekweekt wordt of bestaat uit al dan niet bewerkte afvalstromen,
-
b. bestaande uit: een broedinstallatie, een kweeksysteem, een real-time monitoringssyteem
voor het effluent, al dan niet de volgende onderdelen: waterzuiveringsapparatuur en
een voerkweeksysteem en met uitzondering van ruimten en onderdelen bedoeld voor het
personeel.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 2421
Schaal- of schelpdierkwekerij
-
a. bestemd voor: het kweken van schelp- of schaaldieren, waarbij:
-
– de juveniele schelp- of schaaldieren worden verkregen van gekweekte ouderdieren,
-
– er geen sprake is van broeden en opkweken in open water,
-
– het effluent ten minste even schoon is als het ingenomen water,
-
– de kwaliteit van het effluent real-time wordt gemonitord, en
-
– het verstrekte voer (deels) gekweekt wordt of bestaat uit al dan niet bewerkte afvalstromen,
-
b. bestaande uit: een kweeksysteem, een real-time monitoringssyteem voor het effluent,
al dan niet de volgende onderdelen: waterzuiveringsapparatuur en een voerkweeksysteem
en met uitzondering van ruimten en onderdelen bedoeld voor het personeel.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 2430
Productiesysteem voor algen, kroos of (zee)wieren
-
a. bestemd voor: het produceren van algen, kroos of (zee)wieren, waarbij de geproduceerde
algen, kroos of (zee)wieren worden ingezet als grondstof voor het kweken van vis,
schaal- of schelpdieren of het produceren van hoogwaardige grondstoffen voor onder
meer bestrijdingsmiddelen, voedingsmiddelen, cosmetica of farmaceutica, en waarbij
het restproduct al dan niet een energietoepassing krijgt,
-
b. bestaande uit: een productiesysteem en al dan niet de volgende onderdelen: een behandelingseenheid
voor recirculatie of hergebruik van de voedingsoplossing, een oogstsysteem en apparatuur
voor verwerking tot grondstof.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Visserij
F 2510
Akoestische afschrikkingsapparatuur aan visnetten
-
a. bestemd voor: het ter vermijding van bijvangst verdrijven van walvisachtigen door
aan visnetten bevestigde apparatuur die ultrasoon geluid produceert met een variabele
pulssnelheid, voor zover die visnetten niet genoemd zijn in bijlage I van Verordening
(EG) nr. 812/2004 van de Raad van 26 april 2004 tot vaststelling van maatregelen betreffende
de bijvangsten van walvisachtigen bij de visserij en tot wijziging van Verordening
(EG) nr. 88/98 (PbEU 2004, L150/13),
-
b. bestaande uit: akoestische afschrikkingsapparatuur.
F 2511
Boomkor-vervangende visinstallatie op een bestaand visserijschip
-
a. bestemd voor: het verminderen van bijvangst en schade aan de bodem door het volledig
vervangen van boomkorvistuig en -installaties door een alternatieve visinstallatie
op een bestaand visserijschip, waarbij uit de op de meldingsdatum geldende vismachtiging
die de Minister van Economische Zaken voor het schip heeft afgegeven, blijkt dat niet
meer met boomkor wordt gevist,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van de) visinstallatie en het verwijderen van de boomkorinstallatie,
met uitzondering van pulskorvisinstallaties en hydrorig-vleugelinstallaties.
Toelichting: Voor pulskorvisinstallaties en hydrorig-vleugelinstallaties zie de bedrijfsmiddelen
221222 en 340000 van de energie-investeringsaftrek.
F 2515
Overlevingsbak of -bun met verbeterde terugvoer voor bijvangst in de visserij
-
a. bestemd voor: het ter verhoging van de overlevingskans van bijvangst in de visserij,
opvangen en automatisch sorteren van de bijvangst in een overlevingsbak of -bun met
een terugvoermogelijkheid voor onbedoelde vangsten die wettelijk teruggezet moeten
of mogen worden door een diep in het water stekende buis, en waarbij:
-
– de dode bijvangst op het schip wordt opgeslagen,
-
– de werking van het systeem is aangetoond door een relevante en erkende onderzoeksorganisatie,
en
-
– de overlevingsbak of -bun niet wettelijk verplicht is,
-
b. bestaande uit: een opvangbak of -bun met sorteervoorziening, een terugvoersysteem
en al dan niet een opslagtank voor dode bijvangst.
A 2520
Roestvast stalen dipkoeltank voor schaaldieren op een visserijschip
-
a. bestemd voor: het aan boord van een visserijschip conserveren van schaaldieren door
een vast opgesteld, luchtdicht afsluitbaar roestvast stalen vat, waarin SC-20 als
conserveringsmiddel wordt gebruikt, ter vervanging van dipkoeling met natriumbisulfiet
of een derivaat daarvan,
-
b. bestaande uit: luchtdicht afsluitbaar roestvast stalen vat.
F 2590
Balenpers voor plastic afval op zeeschepen
-
a. bestemd voor: het minimaliseren van plastic afvalopslag op zeegaande (visserij)schepen
varend onder Nederlandse vlag, met een vast aan boord opgestelde balenpers, waarbij
het plastic afval ter verwerking afgegeven wordt aan een havenontvangstinstallatie,
-
b. bestaande uit: een balenpers en al dan niet geïntegreerde zonnecellen voor de energievoorziening.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel is onderdeel van de Green Deal ‘Visserij voor een
Schone Zee’ en de Green Deal ‘Scheepsafvalketen’.
Verwerkingsapparatuur voor agrarische producten
F 2600
Apparatuur voor lokale verwerking van landbouwgewassen (voorwaartse integratie)
-
a. bestemd voor: het op of in de nabijheid van het land waar de landbouwgewassen voor
het proces zijn geteeld, uitvoeren van processtappen in de verwerking van het gewas
waarvan het gangbaar is dat die processtappen centraal en fabrieksmatig plaatsvinden
met als doel kringlopen te verkleinen en daarmee nutriënten op het land te houden
en afval bij de fabriek te vermijden,
-
b. bestaande uit: verwerkingsapparatuur en -voorzieningen voor lokale verwerking, en
met uitzondering van de volgende onderdelen: apparatuur en voorzieningen voor het
transporteren, sorteren, verpakken, schoonmaken en opslaan van primaire landbouwproducten,
gebouwen en mobiele machines.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel betreft bijvoorbeeld kleinschalige en lokale fermentatie-apparatuur,
als het gangbaar is om dat fabrieksmatig en centraal te doen.
F 2610
Apparatuur voor het vervaardigen van vleesvervangers
-
a. bestemd voor: het vervaardigen van vleesvervangers op basis van plantaardige grondstoffen
of (grondstoffen uit) schimmels,
-
b. bestaande uit: productieapparatuur voor vleesvervangers.
F 2612
Verwerkingsapparatuur voor diervriendelijke verwerking van gekweekte vis
-
a. bestemd voor: het verdoven, slachten en verwerken van gekweekte vis, waarbij:
-
– de verwerking plaatsvindt binnen 25 kilometer van de kwekerij,
-
– het bedrijf waar de vis wordt bedwelmd en gedood, apparatuur heeft die de vis binnen
één seconde bedwelmt en vervolgens doodt zonder dat de vis bijkomt, en
-
– op de transportwagen voor aan- en afvoer van levende vis, apparatuur aanwezig is die
tijdens transport het zuurstofniveau meet en aanpast waardoor het zuurstofgehalte
ten hoogste 110% bedraagt en meetapparatuur voor de waterkwaliteit aanwezig is die
ten minste de watertemperatuur meet en de mogelijkheid biedt dit tijdens transport
automatisch bij te sturen,
-
b. bestaande uit: verdovings- en slachtapparatuur, verwerkingsapparatuur en -voorzieningen
en meetapparatuur en voorzieningen ter beheersing van de waterkwaliteit tijdens transport,
met uitzondering van de volgende onderdelen: apparatuur en voorzieningen voor het
sorteren, verpakken en opslaan van vis, schaal-of schelpdieren, gebouwen en mobiele
machines.
Toelichting: Bovengenoemde eisen voor transport, verdoving en doding zijn gebaseerd
op het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 8, onder punten
1a, 3, 4 en 5. Het certificatieschema is beschikbaar op de website www.maatlatduurzameaquacultuur.nl. Op deze website zijn tevens de geldende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende
besluiten te vinden.
F 2613
Verwerkingsapparatuur van insecten
-
a. bestemd voor: het verwerken van insecten tot een product dat wettelijk is toegestaan,
-
b. bestaande uit: verwerkings- of voorbewerkingsapparatuur van insecten, met uitzondering
van gebouwen.
Toelichting: Verwerkingsapparatuur van insecten kan betrekking hebben op het scheiden
van insecten in verschillende fracties, zoals vetten en eiwitten. Ook apparatuur voor
het verwerken van insecten tot voer- of voedingsproducten kan in aanmerking komen.
Zie bedrijfsmiddel F 2319 voor kweeksystemen van insecten.
B 2615
Volautomatische optische sorteerinstallatie voor aardappelen of uien
-
a. bestemd voor: het met een camerasysteem automatisch sorteren van aardappelen of uien
zodat er qua vorm, maat en kwaliteit, uniforme partijen worden verkregen waardoor
uitval nagenoeg voorkomen wordt, en waarbij:
-
1. sortering van aardappelen op ten minste diameter, vierkantsmaat, knolvorm, beschadigingen,
groeiafwijkingen en ziekten plaatsvindt, of
-
2. sortering van uien op ten minste gewicht, diameter, kleur, externe en interne kwaliteit
plaatsvindt,
-
b. bestaande uit:
-
1. met betrekking tot onderdeel a, punt 1: in-, door- en uitvoerbanden, een verenkelings-
en rotatiesysteem met trillende axiaalrollen, een kleuren- en infraroodcamera, een
LED-belichtingssysteem, een besturingscomputer met classificatie- en sorteersoftware
en een persluchtsysteem waarmee aardappelen bij de juiste sorteeruitgang worden geblazen
en sorteeruitgangen, of
-
2. met betrekking tot onderdeel a, punt 2: in-, door- en uitvoerbanden of rollensets,
een verenkelaar, een cupsorteerder met alle controle-units met NIR-technologie, cameraboxen
en lasers, een weegunit, persluchtvoorzieningen, kistenvullers en een volautomatische
wasstation voor het reinigen van de machine.
F 2620
Hoge druk pasteurisatie-installatie voor conservering van verse levensmiddelen
-
a. bestemd voor: het onder een druk van 400 tot 600 MPa pasteuriseren van verse levensmiddelen
waardoor de houdbaarheid verlengd wordt en waarbij de verse levensmiddelen niet worden
verhit,
-
b. bestaande uit: een hogedrukvat, een juk, een systeem om het vat op druk te brengen,
een systeem voor het laden en lossen en een regeleenheid.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Deze conserveringstechniek wordt ook High Pressure Processing (HPP) genoemd.
Installaties die levensmiddelen pasteuriseren door middel van verhitting, voldoen
niet aan de eisen gesteld in bedrijfsmiddel F 2620.
A 2621
Heetwaterinstallatie voor fruitbehandeling
-
a. bestemd voor: het uitsluitend met water bestrijden van vruchtrot bij hardfruit, zonder
gebruik te maken van chemische toevoegingen, door het fruit voor bewaring in aanraking
te brengen met heet water met een temperatuur van ten minste 40°C,
-
b. bestaande uit: een watertank, een verwarmingselement en regelapparatuur.
A 2630
Apparatuur voor het actief verpakken van groenten of fruit
-
a. bestemd voor: het verpakken van groenten of fruit, waarbij per productsoort de gasbarrière-eigenschappen
van de gebruikte plastic folie real time tijdens het verpakken kan worden ingesteld
door gaatjes in de folie te schieten met een laser, waarbij het aantal en de grootte
van de gaatjes wordt bepaald na meting van de actuele respiratie van het te verpakken
product,
-
b. bestaande uit: een laserperforatiesysteem en een respiratiemeter, met uitzondering
van de overige onderdelen van de verpakkingslijn.
F 2650
Terugwinningsinstallatie voor fosfaat of stikstof uit dierlijke mest
-
a. bestemd voor het behandelen van dierlijke mest, waarbij de fosfaat- of stikstofstroom
uit de mest wordt gescheiden en nuttig wordt toegepast door een installatie die is
toegestaan door het bevoegd gezag en die:
-
1. het stikstofhoudend concentraat verwerkt tot een vloeibare stikstofmeststof met een
gehalte aan stikstof van meer dan 15%, of
-
2. het fosfaathoudend concentraat behandeld door:
-
– pyrolyse,
-
– toepassing van ongebluste kalk, of
-
– het doen neerslaan van struvietkristallen, en waarbij een bij punt 1 of punt 2 ontstane
waterige fractie hergebruikt wordt of loosbaar op het oppervlakte water of riool is,
-
b. bestaande uit: een terugwinningsinstallatie, met uitzondering van de volgende onderdelen:
mestvergistingsinstallatie, hygiëniseerinstallatie, droogband, validatie-installatie,
composteerinstallatie, verbrandingsinstallatie en gebouwen.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
A 2651
Algen-, wieren- of kroossysteem voor mestverwerking
-
a. bestemd voor: het verwerken van dierlijke mest door biologische afbraak door algen,
wieren of eendenkroos, waarbij de algen, wieren of het kroos geoogst worden,
-
b. bestaande uit: een vloeistofdicht bassin, een schoepenrad of pomp, een continu meetsysteem,
oogstapparatuur en al dan niet voorscheidingsapparatuur.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 2659
Mestvergistingsinstallatie met algen-, kroos- of wierenreactor
-
a. bestemd voor: het vergisten van dierlijke mest, waarbij:
-
– de dunne fractie van het digestaat als voeding dient voor de algen-, kroos- of wierenreactor,
-
– de geproduceerde algen, kroos of wieren worden ingezet als (groene grondstof voor)
veevoer, biobrandstof of voor hoogwaardigere toepassingen, en
-
– het restproduct al dan niet een energietoepassing krijgt,
-
b. bestaande uit: een mestvergister, een productiesysteem voor algen, kroos of wieren
en al dan niet de volgende onderdelen: voorbewerkingsapparatuur, een mestraffinagesysteem,
een behandelingseenheid voor recirculatie of hergebruik van de voedingsoplossing,
een oogstsysteem, apparatuur voor verwerking tot grondstof, een gasmotor, een generator
en biogasopwerkingsapparatuur.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
A 2690
Ozonoxidatie-installatie voor ontsmetting van (opslag)ruimten, lucht of producten
in de land- en tuinbouw
-
a. bestemd voor: het desinfecteren van lucht, een gesloten (opslag)ruimte of een product
door oxidatie met ozon, waardoor het gebruik van chemicaliën aantoonbaar wordt verminderd
of vermeden,
-
b. bestaande uit: een oxidatie-installatie, een ozongenerator en al dan niet de volgende
onderdelen: doseer- of injectieapparatuur, een restozonabsorber of -vernietiger, een
besturingssysteem en meet- en regelapparatuur.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel B 1545 voor een oxidatiereactor voor waterreiniging
of legionellabestrijding.
Mobiliteit
Stille, schone en zuinige transportmiddelen, mobiele werktuigen, distributie van alternatieve
brandstoffen, transportpreventie
Wegvervoer
F 3108
Elektrische bus
-
a. bestemd voor: het vervoeren van personen met een bus, die:
-
– behoort tot de Europese voertuigcategorie M2 of M3, en
-
– voor de aandrijving voorzien is van een elektromotor, waarbij de voor de aandrijving
benodigde energie wordt geleverd door één of meer lithiumhoudende accu’s en daarnaast
remenergie wordt gebruikt voor de aandrijving,
-
b. bestaande uit: een bus en al dan niet de volgende onderdelen: een vast aan het voertuig
verbonden zonnepaneel en een oplaadstation.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 200.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 3109
Waterstofpersonenauto
-
a. bestemd voor: het vervoer van personen over de openbare weg of op bedrijfsterreinen
met een gekentekende auto met als hoofdmotor voor de aandrijving een brandstofcel
met waterstof als brandstof en die een CO2-uitstoot heeft van 0 gram per kilometer,
-
b. bestaande uit: een brandstofcelaangedreven personenauto.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 50.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Op www.rvo.nl/miavamil onder ‘Positieve lijsten’ staat een lijst met merken en typen waarvan RVO is gebleken
dat deze voldoen aan de onder a. gestelde eisen voor dit bedrijfsmiddel.
G 3110
Elektrisch aangedreven voertuig
-
a. bestemd voor: uitsluitend elektrisch vervoer over de openbare weg of op bedrijfsterreinen
in de open lucht met een voertuig, dat is voorzien van een lithiumhoudende accu voor
de opslag van energie voor de aandrijving, niet zijnde een fiets, bromfiets, snorfiets,
quad, gehandicaptenvoertuig, brandstofcelaangedreven voertuig, bestelauto, vrachtwagen,
bus, tram, metro, vorkheftruck of andere niet voor transport over de openbare weg
bestemde mobiele machines, en voldoet aan de eis:
-
1. voor een voertuig met kenteken een CO2-uitstoot van 0 gram per kilometer, of
-
2. voor een voertuig zonder kenteken een actieradius van ten minste 50 kilometer op een
volle accu,
-
b. bestaande uit: een uitsluitend elektrisch aangedreven voertuig en al dan niet de volgende
onderdelen: een vast aan het voertuig verbonden zonnepaneel en een oplaadstation.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 50.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel D 3111 voor plugin-hybride personenauto's met een
CO2-uitstoot van meer dan 0 en ten hoogste 30 gram per kilometer. Zie de bedrijfsmiddelen
F 3109 en F 3116 voor waterstofpersonenauto's en elektrisch aangedreven vrachtwagens.
Zie bedrijfsmiddel F 3720 voor oplaadpalen voor eigen gebruik.
Op www.rvo.nl/miavamil onder ‘Positieve lijsten’ staat een lijst met merken en typen waarvan RVO is gebleken
dat deze voldoen aan de onder a. gestelde eisen voor dit bedrijfsmiddel.
D 3111
Plugin-hybride personenauto zonder compressieontsteking (> 0 – 30 gram CO2 per kilometer)
-
a. bestemd voor: het vervoer van personen over de openbare weg of op bedrijfsterreinen
in de open lucht met een gekentekende personenauto, die is voorzien van een elektrische
aandrijving, een verbrandingsmotor zonder compressieontsteking en een lithiumhoudende
accu voor de opslag van energie voor de aandrijving, niet zijnde een dieselauto, en
die een CO2-uitstoot heeft van meer dan 0 en ten hoogste 30 gram CO2 per kilometer,
-
b. bestaande uit: een personenauto en al dan niet een oplaadstation.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 35.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Dieselauto's voldoen niet aan de omschrijving van bedrijfsmiddel D 3111.
Zie de bedrijfsmiddelen F 3109 en G 3110 voor auto's waarvan de CO2-uitstoot 0 gram per kilometer is.
Op www.rvo.nl/miavamil onder ‘Positieve lijsten’ staat een lijst met merken en typen waarvan RVO is gebleken
dat deze voldoen aan de onder a. gestelde eisen voor dit bedrijfsmiddel.
E 3113
Aardgasvoertuig voor zakelijk vervoer
-
a. bestemd voor: het vervoer van goederen of personen over de openbare weg met een voertuig
met een aardgasmotor als hoofdmotor, waarvoor in het kentekenregister de vermelding
van de Europese voertuigcategorie N1 (bestelauto) dan wel de vermelding ‘taxi’ is
opgenomen, en waarbij onder aardgas ook wordt verstaan: biogas dat tot aardgaskwaliteit
of beter is opgewerkt,
-
b. bestaande uit: een door een aardgasmotor aangedreven voertuig.
Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de
milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Personenauto's met een aardgasmotor voldoen niet aan de omschrijving
van bedrijfsmiddel E 3113. Zie bedrijfsmiddel A 3117 voor een bakwagenchassis of trekker
op aardgas. Zie bedrijfsmiddel G 3740 voor aardgasaflever- of aardgasvulpunten voor
eigen gebruik.
Op www.rvo.nl/miavamil onder ‘Positieve lijsten’ staat een lijst met merken en typen waarvan RVO is gebleken
dat deze voldoen aan de onder a. gestelde eisen voor dit bedrijfsmiddel.
F 3114
Elektrische bestelauto
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 75.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 3115
Waterstofbus
-
a. bestemd voor: het vervoer van personen over de openbare weg of op bedrijfsterreinen
met een bus, die:
-
– behoort tot de Europese voertuigcategorie M2 of M3, en
-
– door het tanken van waterstof van energie wordt voorzien, waarbij de voor de aandrijving
benodigde waterstof uitsluitend wordt verbruikt door een brandstofcel en daarnaast
remenergie wordt gebruikt voor de aandrijving,
-
b. bestaande uit: een bus.
F 3116
Uitsluitend elektrisch aangedreven bakwagenchassis of trekker
-
a. bestemd voor: het vervoer van goederen over de openbare weg of op bedrijfsterreinen
met een bakwagenchassis of een trekker, die:
-
– behoort tot de Europese voertuigcategorie N2 of N3,
-
– voor de aandrijving voorzien is van uitsluitend een brandstofcel of één of meer lithiumhoudende
accu's, en
-
– een CO2-uitstoot heeft van 0 gram per kilometer,
-
b. bestaande uit: een bakwagenchassis of trekker.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel B 3191 voor voertuigen met een duurzame transportkoeling.
D 3117
Aardgas-bakwagenchassis of -trekker
-
a. bestemd voor: het vervoer van goederen over de openbare weg of op bedrijfsterreinen
met een bakwagenchassis of een trekker, die:
-
– behoort tot de Europese voertuigcategorie N2 of N3, en
-
– aangedreven wordt door een aardgasmotor (LNG of CNG), waarbij onder aardgas ook wordt
verstaan: biogas dat tot aardgaskwaliteit of beter is opgewerkt,
-
b. bestaande uit: een bakwagenchassis of trekker.
Toelichting: Zie de bedrijfsmiddelen E 3170 en B 3191 voor aardgasvrachtauto's met
een QuietTRUCK-certificaat en voertuigen met een duurzame transportkoeling.
B 3118
Elektrisch aangedreven brom- of snorfiets met lithiumhoudende accu
-
a. bestemd voor: het vervoer over de openbare weg of op bedrijfsterreinen in de open
lucht met een brom- of snorfiets, voorzien van een elektromotor als hoofdmotor, waarbij
de elektrische energie, waarmee de elektromotor wordt aangedreven, wordt opgeslagen
in één of meer lithiumhoudende accu’s,
-
b. bestaande uit: een elektrisch aangedreven bromfiets of snorfiets met één of meer lithiumhoudende
accu’s en al dan niet een oplaadstation.
Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek
en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 3119
Fiets met overkapping en trapondersteuning
-
a. bestemd voor: het vervoer van personen of goederen over de openbare weg of op bedrijfsterreinen
in de open lucht met een fiets,
-
– die is voorzien van elektrische trapondersteuning,
-
– die is voorzien van een carrosserie of overkapping van niet-flexibel materiaal, die
ten minste de berijder overdekt, en
-
– waarbij de elektrische energie is opgeslagen in één of meer lithiumhoudende accu's,
-
b. bestaande uit: fiets met overkapping en trapondersteuning, één of meer lithiumhoudende
accu's en al dan niet de volgende onderdelen: een oplaadstation en een vast aan het
voertuig verbonden zonnepaneel.
A 3120
Lithiumhoudende accu voor elektrische vervoersmiddelen of mobiele werktuigen
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 30.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 3125
Verwarmd ruitensproeiervloeistofsysteem voor een vrachtwagen
-
a. bestemd voor: het ontdooien of reinigen van de voorruit van een vrachtwagen met water
van ten minste 50 °C dat op de voorruit verneveld wordt,
-
b. bestaande uit: een verwarmingssysteem en een vernevelingssysteem.
Toelichting: Voor bedrijfsmiddelen geldt een minimum meldingsbedrag van € 2.500. Bij
bijvoorbeeld een prijs van € 500 per verwarmd ruitensproeiervloeistofsysteem worden
ten minste 5 verwarmde ruitensproeiervloeistofsystemen tegelijk aangeschaft en gemeld.
B 3139
Composiet tankcontainer
-
a. bestemd voor: het ter vervoer opslaan van vloeistoffen, niet zijnde gewasbeschermingsmiddelen,
met een glasvezel composiet tankcontainer welke ten minste 30% lichter is dan een
stalen container van dezelfde grootte,
-
b. bestaande uit: een composiet tankcontainer, met uitzondering van het onderstel en
voorzieningen voor het laden, lossen of toepassen van de vloeistoffen.
E 3170
Bakwagenchassis of trekker met gereduceerd aandrijfgeluid (Quiet Truck)
-
a. bestemd voor: het vervoer van goederen over de openbare weg of op bedrijfsterreinen
met een bakwagenchassis of een trekker, die niet is voorzien van een aardgasmotor
of elektromotor, en die behoort tot de Europese voertuigcategorie N2 of N3,
-
– met een aandrijfgeluid van ten hoogste 71 dB(A), en
-
– waarvoor een QuietTRUCK-certificaat van Piek-Keur is afgegeven,
-
b. bestaande uit: een bakwagenchassis of trekker.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 22.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Met bovengenoemde geluidseis komt niet iedere Quiet Truck in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek. Het advies is om voorafgaand aan de melding te controleren
of het aandrijfgeluid voldoende laag is.
Zie de bedrijfsmiddelen F 3116 en D 3117 voor bakwagenchassis en trekkers met een
elektro- of aardgasmotor.
A 3185
Deluge-sprinklersysteem voor losplaatsen van LPG-tankwagens bij tankstations
-
a. bestemd voor: het bestrijden van beginnende branden en het voorkomen van explosies
bij het lossen van LPG-tankwagens bij een tankstation door vroegtijdig en automatisch
blussen van de brand en koelen van de tankwagen, voor zover het sprinklersysteem niet
wettelijk verplicht is,
-
b. bestaande uit: een sprinklernetwerk, een delugeklep, een waterreservoir en een branddetectiesysteem
dat de delugeklep bedient.
F 3190
CO2- of N2-vulstation voor transportkoeling
-
a. bestemd voor: het afleveren van vloeibare CO2 of stikstof als koelmiddel van cryogene koelinstallaties van eigen vrachtwagens of
vaartuigen voor transport van goederen, ter beperking van luchtzijdige emissies en
geluidhinder,
-
b. bestaande uit: een afleverkast of -zuil, een pomp, een bufferopslag en een card reader.
Toelichting: Installaties voor het vullen van stationaire installaties met CO2 of stikstof voldoen niet aan de omschrijving van bedrijfsmiddel F 3190.
A 3191
Voertuig met halogeenvrije transportkoeling
-
a. bestemd voor: het gekoeld vervoeren van goederen over de openbare weg of op bedrijfsterreinen
met een aanhanger, bakwagenopbouw, bestelauto of oplegger, waarvoor geldt dat:
-
– het gesloten koelsysteem uitsluitend werkt op basis van een halogeenvrij koudemiddel,
-
– de koelinstallatie niet wordt aangedreven door een uitsluitend daarvoor bestemde dieselmotor,
en
-
– de energie benodigd voor de koelinstallatie wordt opgeslagen in lithiumhoudende accu's,
-
b. bestaande uit: een gekoelde aanhanger, bakwagenopbouw, bestelauto of oplegger.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 16.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Zie de bedrijfsmiddelen F 3116, D 3117 en E 3170 voor een bakwagenchassis
of een trekker.
F 3192
Transportcontainer met niet-cryogene CO2-koelinstallatie
-
a. bestemd voor: het gekoeld vervoeren van goederen in een (zee)container over water
of de openbare weg, waarvoor geldt dat het koelsysteem:
-
– gesloten is,
-
– uitsluitend werkt op basis van R744 (CO2) als koudemiddel, en
-
– wordt aangedreven door een elektromotor,
-
b. bestaande uit: een gekoelde transportcontainer en al dan niet ombouwkosten van een
gekoelde transportcontainer op basis van halogeenhoudende koudemiddelen naar een transportcontainer
met een koelinstallatie zoals hierboven omschreven.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 20.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
A 3193
Piek-voertuig met een hermetisch gesloten koelsysteem
-
a. bestemd voor: het gekoeld vervoeren van goederen in een aanhanger, bakwagenopbouw,
bestelauto of oplegger, waarvan het volledige laadvolume wordt gekoeld met een gesloten
koelsysteem dat werkt met een koudemiddel met een GWP (Global Warming Potential) van
ten hoogste 2.500, en waarbij:
-
– het koelsysteem hermetisch gesloten en gelabeled is conform de Verordening (EU) Nr.
517/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende gefluoreerde
broeikasgassen,
-
– de koelinstallatie niet wordt aangedreven door een uitsluitend daarvoor bestemde dieselmotor,
en
-
– de aanhanger, bakwagen of oplegger voldoet aan de eisen van Piek, wat wordt aangetoond
met een Piekcertificaat afgegeven door Stichting Piek-keur (het verminderen van piekniveaus
tijdens het laden en lossen in de bebouwde omgeving door een aanhanger, bakwagen,
bestelwagen of oplegger, waarbij het geluidsdrukniveau LpA
(7,5m) van de opbouw inclusief koelinstallatie ten hoogste 60 dB(A) bedraagt, gemeten volgens
de ‘Meetmethode voor piekgeluiden bij laden en lossen’),
-
b. bestaande uit: een gekoelde aanhanger, bakwagenopbouw, bestelauto of oplegger.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 16.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Zie de bedrijfsmiddelen F 3116, F 3117 en E 3170 voor een bakwagenchassis
of een trekker.
Installaties voor vervoermiddelen en werktuigen
A 3220
Standtijdverlengingssysteem voor olie
-
a. bestemd voor: het zuiveren van hydraulische-, smeer- of systeemolie in een oliereinigingseenheid,
die gekoppeld is aan het systeem waarin de olie wordt gebruikt en waarbij de olie
vervolgens wordt hergebruikt in datzelfde systeem,
-
b. bestaande uit: een oliereinigingseenheid, een recirculatieleiding en al dan niet de
volgende onderdelen: een buffervat en een koeleenheid.
A 3222
Automatisch smeersysteem
-
a. bestemd voor: het automatisch smeren van transportmiddelen en (mobiele) werktuigen,
waarmee wordt gewerkt boven een niet-vloeistofdichte ondergrond, met smeerolie of
smeervet dat biologisch afbreekbaar en niet-toxisch is, waarbij voor bio-olie of -vet
voor land- en bosbouwmachines naast Europees Ecolabel volgens Besluit 2011/381/EU
van de Commissie van 24 juni 2011 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning
van de EU-milieukeur aan smeermiddelen (PbEU 2011, L169) ook een Blauer Engel-certificaat
volgens RAL-UZ 178 voldoet,
-
b. bestaande uit: een pomp met vet- of oliereservoir, een elektronische regeleenheid
en een doseereenheid.
Toelichting: Voor informatie over bio-olie en biovet zie onder punt 10 van paragraaf
1 van deze bijlage. Meer informatie over bio-olie en biovet is beschikbaar op de website
www.biosmeermiddelen.nl.
B 3240
Waterzuiveringsinstallatie voor vaartuigen
-
a. bestemd voor: het zuiveren en al dan niet hergebruiken van aan boord van een vaartuig
ontstaan afvalwater van huishoudelijke aard of hiermee vergelijkbaar, door een vast
opgestelde niet-chemische of biologische afvalwaterzuiveringsinstallatie, voor zover
dit niet wettelijk verplicht is,
-
b. bestaande uit: een waterzuiveringsinstallatie, een opslagtank en al dan niet een hergebruiksysteem.
D 3260
Gesloten roetfilter voor een koelmotor of een werktuig (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het verwijderen van roetdeeltjes uit de uitlaatgassen van een bestaande
koelmotor voor gekoeld wegtransport, vast opgestelde dieselmotor of mobiel werktuig
voor grondverzet, landbouw of wegenbouw, door deze te voorzien van een roetfilter:
-
– met een verwijderingsrendement van ten minste 90%,
-
– dat voldoet aan de eisen van TRGS 554 of dat staat op de roetfilterlijst van VERT
(Verminderung der Emissionen von Real-Dieselmotoren im Tunnelbau) of BAFU (Bundesambt
für Umwelt) of op de typegoedkeuringslijst van de RDW (de Dienst Wegverkeer),
-
– waarvoor geen verplichting geldt volgens of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet,
en
-
– waarbij het filter niet is voorzien van een bypass-voorziening voor als het filter
vol is,
-
b. bestaande uit: een gesloten roetfilter.
Toelichting: De roetfilterlijsten van VERT en BAFU zijn te vinden op www.vert-certification.eu en www.bafu.admin.ch. Alleen de aanpassing van een reeds in gebruik genomen, niet nieuw(e), werktuig of
koelmotor komt in aanmerking.
A 3280
Hittewerende coating van transporttank voor brandbaar gas
-
a. bestemd voor: het verminderen van de kans op het bezwijken van de tankwand van een
transporttank voor brandbaar gas op een schip, een treinwagon, een tankcontainer of
een tankwagen, niet zijnde een LPG-tankwagen, door warmtestraling bij brand door de
wand van de transporttank van een hittewerende coating te voorzien,
-
b. bestaande uit: een hittewerende coating.
Scheepvaart
F 3300
Golfvoorspeller
-
a. bestemd voor: het langer en vaker kunnen doorwerken op een vaartuig dat onder Nederlandse
vlag vaart, door gebruik te maken van, op basis van radaranalyse, enkele minuten vooruit
voorspelde individuele golven,
-
b. bestaande uit: hardware en software die nodig is om met golfvoorspeller te kunnen
werken.
B 3320
Duurzame aandrijving voor een vaartuig
-
a. bestemd voor: de voortstuwing van een vaartuig, niet zijnde een vissersschip, dat
vaart op binnenwateren of het Nederlandse deel van de Noordzee, voor het verrichten
van werkzaamheden, het bestrijden van calamiteiten of voor het vervoer van personen
of goederen, met een installatie waarin uitsluitend één of meer van de volgende motoren
of systemen worden toegepast:
-
1. een dual fuel motor: een motor die werkt op basis van een mengsel van diesel en aardgas
als brandstof, waarbij geldt dat onder aardgas ook wordt verstaan: biogas dat tot
aardgaskwaliteit of beter is opgewerkt, en waarbij de methaanslip van een toegepaste
gasmotor ten hoogste 4,0 gram per kilowattuur bedraagt aangetoond door een relevant
meetrapport opgesteld door een erkend en onafhankelijk meetinstituut, en
-
2. een motor die voldoet aan de eisen van CCR fase 2 en voorzien is van een nageschakeld
systeem voor deeltjesverwijdering (gecertificeerd roetfilter) als bedoeld in bedrijfsmiddel
A 3361 en een NOx-reductiesysteem als bedoeld in bedrijfsmiddel F 3360,
-
3. een motor die voldoet aan Euro VI, waarbij de emissiegrenswaarde waaraan wordt voldaan
is opgenomen in Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad
van 18 juni 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen en motoren met
betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI) en de toegang tot reparatie-
en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 en richtlijn
2007/46/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 80/1269/EEG, 2005/55/EG en 2005/78/EG
(PbEU 2009, 188),
-
4. een hybride systeem voor voorstuwing en de overige vermogensbehoefte, waarbij één
of meer verbrandingsmotoren en één of meer elektromotoren samen worden ingezet en
de verbrandingsmotoren ten minste voldoen aan de eisen bedoeld onder a. van bedrijfsmiddel
F 3321 of voldoen aan de eisen hierboven gesteld onder 1, 2, of 3, of
-
5. een hybride systeem voor voorstuwing en de overige vermogensbehoefte, waarbij één
of meer verbrandingsmotoren en; één of meer elektromotoren samen worden ingezet, met
uitzondering van de verbrandingsmotoren als die voldoen aan fase III-B of hoger volgens
Richtlijn nr. 2004/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie
van 21 april 2004 tot wijziging van Richtlijn 97/68/EG betreffende de onderlinge aanpassing
van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende
gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet
voor de weg bestemde mobiele machines (PbEU 2004, L 225),
-
b. bestaande uit: één of meer motoren en al dan niet de volgende onderdelen: nageschakelde
technieken of een hybride aandrijving.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 1.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 3321 voor brandstofcelsystemen, hybride- of gasmotoren
voor een vaartuig.
Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat.
Zie www.greenaward.org voor de vereisten.
F 3321
Zeer duurzame motor voor een vaartuig
-
a. bestemd voor: de energievoorziening of voortstuwing van een vaartuig, niet zijnde
een visserijschip, door een hoofdmotor die bestaat uit:
-
1. een aardgasmotor,
-
2. een brandstofcelsysteem, of
-
3. een combinatie van 1 of 2, waarbij geldt dat onder aardgas ook wordt verstaan: biogas
dat tot aardgaskwaliteit of beter is opgewerkt, en waarbij de methaanslip van een
toegepaste gasmotor ten hoogste 4,0 gram per kilowattuur bedraagt, wat wordt aangetoond
door een relevant meetrapport opgesteld door een erkend en onafhankelijk meetinstituut,
-
b. bestaande uit al dan niet de volgende onderdelen: een in het vaartuig ingebouwde aardgasmotor,
een gastank, een brandstofcel en een oplaadstation.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel A 3120 voor lithiumhoudende accu's voor een vaartuig.
Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat.
Zie www.greenaward.org voor de vereisten.
A 3325
Automatisch smeerolie-deelverversingseenheid voor een scheepsmotor
-
a. bestemd voor: het automatisch op basis van het zwavelgehalte in de brandstof en de
specifieke samenstelling van de smeerolie, uitvoeren van smeerolie-deelverversingen
in een scheepsmotor op een schip dat onder Nederlandse vlag vaart,
-
b. bestaande uit: een smeerolie-deelverversingseenheid.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 25.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
B 3330
Duurzame romp van een binnenvaartschip
-
a. bestemd voor: het vervoer van goederen of personen over binnenwateren of voor het
bestrijden van calamiteiten op binnenwateren, met een schip waarvan de romp voldoet
aan onderstaande criteria, waarbij de eigenaar van het schip met meetrapporten of
certificaten aantoont dat aan de vereiste specificaties wordt voldaan. De romp van
het schip:
-
– bestaat uit bestaat uit kunststof of is voorzien van een milieuvriendelijke antifouling
als bedoeld in bedrijfsmiddel F 3332,
-
– als het schip is voorzien van ankers en kluizen, zijn deze zodanig geplaatst, dat
schade bij een aanvaring wordt voorkomen,
-
– heeft een beschermingssysteem tegen corrosie dat geen offeranodes bevat, zoals opgedrukte
stroom, als een beschermingssysteem tegen corrosie wordt gebruikt, en
-
– indien een buikdenning wordt toegepast: een kunststof of stalen buikdenning heeft,
-
b. bestaande uit: een romp van een binnenvaartschip en al dan niet de volgende onderdelen:
een beschermingssysteem tegen corrosie en een buikdenning.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 500.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 3332
Antifoulingsysteem voor scheepshuiden
-
a. bestemd voor: het beschermen van de scheepshuid tegen corrosie en aangroei door een
verfsysteem, dat biocidevrij, kopervrij, teervrij en niet zelfslijpend is, en waarbij
het aangebrachte systeem gegarandeerd gedurende ten minste 7 jaar niet hoeft te worden
vervangen,
-
b. bestaande uit: een coating van de scheepshuid.
Toelichting: Op www.rvo.nl/miavamil onder ‘Positieve lijsten’ staat een lijst met merken en typen waarvan RVO is gebleken
dat deze voldoen aan de onder a. gestelde eisen voor dit bedrijfsmiddel.
F 3360
NOx-reductiesysteem voor een schip
Toelichting: Met het VERS-protocol wordt bedoeld het 'Measurement protocol for the
demonstration of the emission performance of In land Waterway Vessels equipped with
retrofit SCT and DPF systems' van 5 mei 2010.
Dieselmotoren op een binnenvaartschip die onder F 3360 in aanmerking kunnen komen
zijn voortstuwingsmotoren, boegschroeven, aggregaten en (beladings)pompen. Roetfilters
kunnen geplaatst worden in combinatie met SCR-katalysatoren (retrofitinstallaties)
zoals genoemd in bedrijfsmiddel F 3360.
Roetfilters voor een binnenvaartschip kunnen worden gemeld onder bedrijfsmiddel A
3361.
Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat.
Zie www.greenaward.org voor de vereisten.
A 3361
Gesloten roetfilter voor een binnenvaartschip
-
a. bestemd voor: het verwijderen van roetdeeltjes, al dan niet in combinatie met andere
schadelijke luchtverontreinigingen, uit de rookgassen van binnenvaartschepen, met
een gesloten roetfilter dat voldoet aan de eisen van TRGS 554 of dat staat op de roetfilterlijst
van VERT (Verminderung der Emissionen von Real-Dieselmotoren im Tunnelbau) of BAFU
(Bundesambt für Umwelt), en dat voorzien is van een:
-
1. actief regeneratiesysteem, of
-
2. passief regeneratiesysteem in combinatie met een SCR-katalysator,
-
b. bestaande uit: een gesloten roetfilter en een actief regeneratiesysteem of een passief
regeneratiesysteem met een SCR-katalysator.
Toelichting: Roetfilters kunnen geplaatst worden in combinatie met SCR-katalysatoren
(retrofitinstallaties) zoals genoemd in bedrijfsmiddel F 3360. De roetfilterlijsten
van VERT en BAFU zijn te vinden op www.vert-certification.eu en www.bafu.admin.ch.
Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat.
Zie www.greenaward.org voor de vereisten.
F 3365
Ontgassingsinstallatie voor transportcontainers
-
a. bestemd voor: het ontgassen van transportcontainers door afzuiging van lucht gevolgd
door behandeling van de afgezogen lucht, ter voorkoming van emissie van ontsmettingsgassen
of andere luchtverontreinigende stoffen naar de buitenlucht,
-
b. bestaande uit: een afzuiginstallatie, een filterinstallatie en al dan niet gasnabehandelingsapparatuur,
met uitzondering van gasdetectieapparatuur.
F 3366
Ontgassingsinstallatie voor scheepstanks
-
a. bestemd voor: het ontgassen van scheepstanks die gebruikt zijn voor het vervoer van
vluchtige koolwaterstoffen of brandstoffen, waarbij de afgevangen gassen worden gereinigd
en de afgescheiden koolwaterstoffen nuttig worden toegepast of worden vernietigd,
-
b. bestaande uit: een ontgassingsinstallatie en een luchtreinigingsinstallatie.
Toelichting: Onder dit bedrijfsmiddel valt ook een ontgassingsinstallatie aan boord
van een schip of op een ponton.
G 3390
Walstroomaansluiting aan boord van een schip
-
a. bestemd voor: het gebruik maken van aangeboden walstroom aan boord van een schip,
niet zijnde een pleziervaartuig, dat is voorzien van een eigen aandrijving en bestemd
is voor het vervoer van personen of goederen,
-
b. bestaande uit: aansluitpunt(en), aanpassing van het elektrische systeem aan boord
en een verlengkabel om een verbinding tussen het schip en de walstroomkast te kunnen
maken, met uitzondering van eventuele zonnepanelen.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 7.500 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek. Deze aftopping geldt niet voor walstroomaansluitingen
aan boord van zeegaande schepen.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat.
Zie www.greenaward.org voor de vereisten.
Mobiele werktuigen
F 3410
Elektrische of hybride aangedreven mobiele machine
-
a. bestemd voor: het verrichten van werkzaamheden op land in de open lucht, niet zijnde
het vervoer van personen of goederen over de openbare weg, met een gemotoriseerd voertuig
die af-fabriek is voorzien van een vaste bestuurders(zit)plaats en die voor de aandrijving
is voorzien van een elektromotor, al dan niet in combinatie met een verbrandingsmotor,
waarbij:
-
– indien voor de opslag van energie elektrische accu's worden toegepast, dit lithiumhoudende
accu's zijn, en
-
– indien een dieselmotor aanwezig is, de emissies de grenswaarden van fase IV, dan wel
bij vermogens tot 56 kilowatt US-EPA-emissienorm Tier 4 final niet overschrijden zoals
opgenomen onder punt 8 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: een mobiele machine en al dan niet de volgende onderdelen: gereedschappen
die aan de machine worden gemonteerd en technisch noodzakelijk zijn om met de mobiele
machine te kunnen werken, een oplaadstation en een lithiumhoudende (wissel)accu.
Toelichting: Een mobiele machine met een vaste bestuurders(zit)plaats is bijvoorbeeld
een dozer, graafmachine, hoogwerker, laadschop, landbouwmachine, landbouw- of bosbouwtrekker
of vorkheftruck. Ook aandrijving met een brandstofcel kan onder bedrijfsmiddel F 3410
in aanmerking komen voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Op www.rvo.nl/miavamil onder ‘Positieve lijsten’ staat een lijst met merken en typen waarvan RVO is gebleken
dat deze voldoen aan de onder a. gestelde eisen voor dit bedrijfsmiddel.
B 3411
Mobiele machine met verminderde luchtzijdige emissie
-
a. bestemd voor: het verrichten van werkzaamheden op land in de open lucht, niet zijnde
het vervoer van personen of goederen over de openbare weg, met een voertuig die af-fabriek
is voorzien vaneen vaste bestuurders(zit)plaats of een niet vast opgestelde houtversnipperaar,
puinbreker of pomp, die voldoet aan de eisen bedoeld onder punt 1 of 2 onder a. van
bedrijfsmiddel E 3412 en daarnaast voor de aandrijving is voorzien van:
-
1. een dieselmotor, waarbij de emissies de grenswaarden van fase V niet overschrijden
zoals opgenomen onder punt 8 van paragraaf 1 van deze bijlage, of
-
2. een aardgas- of dual fuelmotor, waarbij onder aardgas ook wordt verstaan: biogas dat
tot aardgaskwaliteit (groen gas) of beter is opgewerkt, en waarbij de methaanslip
van een toegepaste motor ten hoogste 4,0 gram per kilowattuur bedraagt, wat wordt
aangetoond door een relevant meetrapport, dat is opgesteld door een erkend en onafhankelijk
meetinstituut,
-
b. bestaande uit: een mobiele machine en al dan niet gereedschappen die aan de machine
worden gemonteerd en technisch noodzakelijk zijn om met de mobiele machine te kunnen
werken.
Toelichting: Een mobiele machine met een vaste bestuurders(zit)plaats is bijvoorbeeld
een dozer, dumper, graafmachine, hoogwerker, laadschop, landbouwmachine, landbouw-
of bosbouwtrekker, of vorkheftruck.
Met een EG-typegoedkeuringsverklaring voor fase IV wordt niet aangetoond dat wordt
voldaan aan de emissiegrenswaarden van fase V.
Op www.rvo.nl/miavamil onder ‘Positieve lijsten’ staat een lijst met merken en typen waarvan RVO is gebleken
dat deze voldoen aan de onder a. gestelde eisen voor dit bedrijfsmiddel.
E 3412
Milieuvriendelijke mobiele machine
-
a. bestemd voor: het verrichten van werkzaamheden op land in de open lucht, niet zijnde
het vervoer van personen of goederen over de openbare weg, met een voertuig die af-fabriek
is voorzien vaneen vaste bestuurders(zit)plaats of een niet vast opgestelde houtversnipperaar,
puinbreker of pomp, die voldoet aan ten minste één van de volgende eisen:
-
1. het geluidniveau van de door een verbrandingsmotor aangedreven mobiele machine is
gelijk aan of lager dan het geluidniveau zoals opgenomen onder punt 9 van paragraaf
1 van deze bijlage, of
-
2. het hydraulisch systeem van het werktuig af-fabriek gevuld is met bio-olie, waarbij
voor bio-olie voor land- en bosbouwmachines naast Europees Ecolabel volgens Besluit
2011/381/EU van de Commissie van 24 juni 2011 tot vaststelling van de milieucriteria
voor de toekenning van de EU-milieukeur aan smeermiddelen (PbEU 2011, L169), ook een
Blauer Engel-certificaat volgens RAL-UZ 178 voldoet, en waarbij het hydraulisch systeem
bestemd is voor aandrijving van de machine indien de machine een getrokken mobiele
machine is,
-
b. bestaande uit: een mobiele machine en al dan niet gereedschappen die aan de machine
worden gemonteerd en technisch noodzakelijk zijn om met de mobiele machine te kunnen
werken.
Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de
milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Voor informatie over bio-olie en biovet zie onder punt 10 van paragraaf
1 van deze bijlage en de website www.biosmeermiddelen.nl.
Een mobiele machine is bijvoorbeeld een dozer, dumper, graafmachine, hoogwerker, laadschop,
landbouwmachine, landbouw- of bosbouwtrekker, kraan of vorkheftruck.
Indien in de tabel onder punt 9 van paragraaf 1 van deze bijlage geen geluidseis is
opgenomen, kan niet aan de eis bedoeld onder a, punt 1 van dit bedrijfsmiddel worden
voldaan.
Op www.rvo.nl/miavamil onder ‘Positieve lijsten’ staat een lijst met merken en typen waarvan RVO is gebleken
dat deze voldoen aan de onder a. gestelde eisen voor dit bedrijfsmiddel.
B 3460
Stofarme veeg(zuig)machine
-
a. bestemd voor: het verrichten van reinigingswerkzaamheden in de openbare ruimte of
bedrijfsterreinen door een zelfrijdende veeg(zuig)machine, die is voorzien van een
vuilcontainer van ten minste 2.000 liter en een ontstoffingsinstallatie waardoor de
uitgeblazen lucht van fijnstof wordt ontdaan waardoor de continue stofemissie niet
meer bedraagt dan 5 milligram per nominaal kubieke meter gemeten conform UNI EN 13284-1
en het verwijderingsrendement ten minste 90% voor PM2,5 en ten minste 97% voor PM10 bedraagt gemeten conform US-EPA Testmethode 201A,
-
b. bestaande uit: een veeg(zuig)machine en al dan niet een oplaadstation.
C 3465
Vacuümtruck met dampverwerkingssysteem
-
a. bestemd voor: het met een vacuümtruck opzuigen en vervoeren van brandstoffen uit de
gevarenklasse ADR-3, waarbij de afgezogen dampen nuttig worden toegepast of vernietigd,
-
b. bestaande uit: een vacuümtruck met een op de truck gemonteerd dampverwerkings- of
toepassingssysteem.
Toelichting: ADR staat voor Accord Européen relatif au Transport International des
Marchandises Dangereuses par Route.
B 3470
Geluidarme hei- of trilapparatuur
-
a. bestemd voor: geluidarm heien of trillen van funderingspalen of damwandplanken waarbij
de geluidsemissie, gemeten conform EN 16228-1: 2014, voldoet aan de volgende norm
in dB(A):
-
1. 100 + 11 log(E) voor hamerende heiapparatuur, waarbij E staat voor de impactenergie
in kilojoule, of
-
2. 115 voor tril- of statische hei-apparatuur,
-
b. bestaande uit: hei- of trilapparatuur, met uitzondering van hydrauliekaggregaat.
Spoorvervoer
F 3510
Locomotief met elektrische aandrijving
-
a. bestemd voor: het bedrijfsmatig vervoeren van goederen met een locomotief, die is
voorzien van een elektromotor als hoofdmotor, die in staat is alleen op het lithiumhoudende
batterijpakket te rijden, en die al dan niet is voorzien van een ingebouwd elektronisch
systeem voor rijden op beveiligde baanvakken,
-
b. bestaande uit: een locomotief.
Distributie van alternatieve brandstoffen
F 3710
Waterstofafleverstation
-
a. bestemd voor: het afleveren van waterstof als motorbrandstof voor eigen voertuigen,
waarbij de waterstof in gasvorm of vloeibare vorm wordt geleverd aan het afleverstation
en het afleverstation is opgesteld op het eigen bedrijfsterrein,
-
b. bestaande uit: een afleverpunt en al dan niet de volgende onderdelen: compressoren,
een bufferopslag en een lokale waterstofzuiveringseenheid.
F 3720
Oplaadpunt voor elektrische voer- of vaartuigen
-
a. bestemd voor: het elektrisch laden van accu’s van eigen voer- of vaartuigen, die zijn
voorzien van een geheel of gedeeltelijke elektrische hoofdaandrijving, waarbij het
oplaadpunt is opgesteld op het eigen bedrijfsterrein,
-
b. bestaande uit: een oplaadsysteem en al dan niet de volgende onderdelen: een ontlaadsysteem,
een meet- en regelsysteem, een lockerkast met een stroomafnamepunt per locker en een
stekkerherkenningssysteem, en met uitzondering van zonnepanelen.
Toelichting: Onder voertuig wordt hier ook verstaan fiets of bromfiets.
B 3730
Afleverstation voor hoge blend biobrandstof
-
a. bestemd voor: het afleveren van hoge blend biobrandstof als motorbrandstof voor eigen
voertuigen, waarbij:
-
– uitsluitend één of meer van de volgende brandstoffen wordt afgeleverd: B30, B100,
E85, E95, biomethanol, PPO of brandstof die ten minste 30% aan HVO bevat, en
-
– het afleverstation is opgesteld op het eigen bedrijfsterrein,
-
b. bestaande uit: een afleverzuil en een bufferopslag voor biobrandstof.
G 3740
Aardgasvulpunt
-
a. bestemd voor: het afleveren van aardgas als motorbrandstof voor eigen voer- of vaartuigen
door een installatie die, voor zover van toepassing, voldoet aan de eisen gesteld
in de PGS 25: 2009, de PGS 33-1: 2013 of de PGS 33-2 en waarbij:
-
– het aardgasvulpunt is opgesteld op het eigen bedrijfsterrein, en
-
– onder aardgas ook wordt verstaan: CNG, LNG en biogas dat tot aardgaskwaliteit of beter
is opgewerkt,
-
b. bestaande uit: een aardgasvulpunt.
Toelichting: PGS staat voor Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen. Informatie over PGS
is beschikbaar op de website www.publicatiereeksgevaarlijkestoffen.nl.
Klimaat en lucht
CO2-uitstoot, overige broeikasgassen, zure depositie, fijnstof, smog, vluchtige organische
stoffen (VOS), overige luchtverontreiniging, geur
CO2-uitstoot
F 4110
Kleinschalige stoomreformer voor waterstofproductie
-
a. bestemd voor: de lokale productie van industrieel waterstof of waterstof voor vervoerstoepassingen,
waarbij:
-
1. de waterstof gemaakt wordt uit biogas of biobrandstof, of
-
2. de vrijkomende CO2 nuttig wordt toegepast of wordt opgeslagen,
-
b. bestaande uit: een reformer-reactor en een waterstofzuiveringseenheid.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 500.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 4115
Lithiumhoudende accu voor stroomvoorziening van gereedschap
-
a. bestemd voor: het met een lithiumhoudende accu voorzien in de stroomvoorziening van
professioneel gereedschap voor de bouw- en sloopsector,
-
b. bestaande uit: een lithiumhoudende accu en al dan niet een (snel)laadsysteem.
Toelichting: Voor bedrijfsmiddelen geldt een minimum meldingsbedrag van € 2.500. Bij
bijvoorbeeld een prijs van € 250 per accu worden ten minste 10 accu's tegelijk aangeschaft
en gemeld.
F 4120
Oxyfuel-verbrandingsinstallatie
-
a. bestemd voor: het verbranden van brandstoffen met zuivere zuurstof, met uitzondering
van toepassingen in de be- en verwerking van metalen, metaalverbindingen en glas,
-
b. bestaande uit: (aanpassingen aan) een verbrandingsinstallatie en al dan niet een gasscheidingsinstallatie
voor het maken van zuivere zuurstof.
D 4121
Luchtemissiebeperkende voorziening voor een bestaande stookinstallatie
-
a. bestemd voor: het verminderen van luchtzijdige emissies van een bestaande stookinstallatie,
waarbij voldaan wordt aan de volgende eisen:
-
– de stookinstallatie bevindt zich binnen de Nederlandse Exclusieve Economische Zone
of maakt deel uit van een inrichting waar CO2 afkomstig van een andere inrichting wordt ingezet voor bemesting van gewassen om
het gebruik van brandstof te verminderen,
-
– de stookinstallatie heeft een thermisch vermogen kleiner dan 50 megawatt,
-
– onder stookinstallatie wordt niet verstaan een ketel met een nominaal vermogen kleiner
dan 1 megawatt,
-
– de stookinstallatie is vóór 1 april 2010 in gebruik genomen, en
-
– de emissie van NOx, SO2, totaal stof en CxHy in de afgassen voldoet aan de emissiegrenswaarden gesteld in paragraaf 3.2.1 van
het Activiteitenbesluit milieubeheer, gemeten volgens een meetmethode die voldoet
aan de eisen van de Activiteitenregeling milieubeheer,
-
b. bestaande uit: een emissiebeperkende techniek en al dan niet aanpassing van een bestaande
stookinstallatie.
Toelichting: Informatie over het Activiteitenbesluit milieubeheer is te vinden op
www.infomil.nl.
Onder het thermisch vermogen wordt het ingangsvermogen van de installatie verstaan.
Een emissiemeting volgens de Activiteitenregeling milieubeheer wordt uitgevoerd door
een bedrijf dat hiertoe geaccrediteerd (metingen conform EU normen) of gecertificeerd
is (metingen conform Scope 6 van de SCIOS).
Vanaf 1 januari 2017 moeten bestaande middelgrote stookinstallaties (minder dan 50
megawatt) aan nieuwe emissie-eisen op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer
voldoen. De eisen gelden dan niet alleen voor nieuwe stookinstallaties, maar voor
alle verwarmingsketels, stoomketels, diesel- en gasmotoren en gasturbines. Deze stookinstallaties
komen niet in aanmerking voor bovengenoemde code. Voor installaties in de offshore
of bij tuinders die extern CO2 betrekken, geldt een overgangstermijn tot 1 januari 2019. Deze laatste categorie
komt wel in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving
milieu-investeringen.
A 4140
Bioreactor met verminderde slibretentie voor stikstofverwijdering (aanpassen bestaande
situatie)
-
a. bestemd voor: het verminderen van de emissie van CO2 van een bestaande waterzuiveringsinstallatie door het vervangen van een conventionele
nitrificatie-/denitrificatie-installatie door een bioreactor voor verwijdering van
stikstof waarin nitrificatie en denitrificatie plaatsvindt zonder nitraatvorming,
-
b. bestaande uit: een bioreactor, een (lamellen)afscheider, een chemicaliëndosering,
een compressor, een beluchtingsinstallatie, een menger, een koolstofbrondosering en
al dan niet een warmtewisselaar, met uitzondering van de volgende onderdelen: voorzuiveringstechnieken
en voorzieningen voor het beschermen van apparatuur tegen weersinvloeden.
Overige broeikasgassen
F 4210
SF6-vrij hoog- of middenspanningsschakelsysteem (vervanging)
-
a. bestemd voor: het doorschakelen van hoog- en middenspanning in een transformatorstation,
waarbij bestaande SF6-bevattende schakelsystemen worden vervangen door gevacumeerde of gekoelde schakelsystemen
die geen SF6 bevatten,
-
b. bestaande uit: een vacuüm last- of vermogensschakelaar of een gekoelde last- of vermogensschakelaar.
B 4211
Transformator met plantaardige olie
-
a. bestemd voor: het omzetten van hoogspanning naar laagspanning door een transformator
die is geïsoleerd met uitsluitend plantaardige olie,
-
b. bestaande uit: een transformator.
D 4215
Halogeenvrij koudemiddel in een bestaande koelinstallatie of warmtepomp (aanpassen
bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het koelen met een bestaande, mobiele of stationaire koelinstallatie
of het verwarmen met een bestaande warmtepomp, waarbij het bestaande milieu-onvriendelijke
koudemiddel wordt vervangen door een halogeenvrij koudemiddel, en waarbij:
-
– het koelvermogen van de bestaande koelinstallatie of het thermisch vermogen van de
bestaande warmtepomp ten minste 10 kilowatt bedraagt,
-
– het elektriciteitsverbruik van de koelinstallatie of de warmtepomp niet toeneemt,
en
-
– met een afleverbewijs, -certificaat of -bon wordt aangetoond dat het oude milieuonvriendelijke
koudemiddel is afgeleverd bij de leverancier of een daarvoor bevoegd afnamepunt,
-
b. bestaande uit: een halogeenvrij koudemiddel en al dan niet aanpassing van de bestaande
koelinstallatie of warmtepomp die technisch noodzakelijk is voor het vervangen van
het koudemiddel.
De eventuele aanpassing van de bestaande koelinstallatie of warmtepomp komt voor ten
hoogste € 200 per kilowatt koelvermogen van de bestaande koelinstallatie of thermisch
vermogen van de warmtepomp in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.
F 4220
Koolwaterstofemissiereducerende techniek (ten minste 75% vermindering)
-
a. bestemd voor: het verminderen van de emissie van koolwaterstoffen uit de rookgassen
van stationaire gas- of dieselmotoren, waarbij de koolwaterstofemissie met ten minste
75% wordt gereduceerd, en waarbij de emissie van koolwaterstoffen ten hoogste 1.200
milligram per normaal kubieke meter bij 3% O2 bedraagt,
-
b. bestaande uit: koolwaterstofemissiereducerende apparatuur of aanpassing van een bestaande
motor en al dan niet een roetfilter.
A 4221
Koolwaterstofemissiereducerende techniek (ten minste 50% vermindering)
-
a. bestemd voor: het verminderen van de emissie van koolwaterstoffen uit de rookgassen
van stationaire gas- of dieselmotoren, waarbij de koolwaterstofemissie met ten minste
50% wordt gereduceerd, en waarbij de emissie van koolwaterstoffen ten hoogste 1.200
milligram per normaal kubieke meter bij 3% O2 bedraagt,
-
b. bestaande uit: koolwaterstofemissiereducerende apparatuur of aanpassing van een bestaande
motor en al dan niet een roetfilter.
F 4230
Gesloten plasmareinigingssysteem op basis van fluorgas (vervanging)
-
a. bestemd voor: het reinigen van proceskamers in de elektronica-industrie, zoals gebruikt
bij het produceren van halfgeleiders of zonnecellen, met fluorgas (F2) in een gesloten systeem ter vervanging van een bestaand reinigingsproces op basis
van NF3, SF6, C2F6 of een ander fluoridehoudend gas,
-
b. bestaande uit: een gesloten plasmareinigingssysteem met een fluorgasgenerator.
Zure depositie
A 4300
Emissiearme houtgestookte ketel of kachel
-
a. bestemd voor: het verwarmen van:
-
1. water met een houtgestookte ketel met een vermogen van minder dan 1 megawatt, waarbij
de emissie van onderscheidenlijk NOx en stof ten hoogste gelijk is aan de volgende emissiegrenswaarden bij 6% O2 aangetoond door emissiemetingen conform het Activiteitenbesluit milieubeheer:
-
– 230 milligram NOx per normaal kubieke meter, en
-
– 30 milligram stof per normaal kubieke meter, of
-
2. ruimtes met een houtpellet gestookte kachel met een vermogen tot 50 kilowatt, waarbij
de emissie van stof ten hoogste 30 milligram per normaal kubieke meter bij 13% O2 bedraagt, aangetoond met een Ecodesign meetrapport,
-
b. bestaande uit: een houtgestookte ketel of een houtpellet gestookte kachel, al dan
niet de volgende onderdelen: een automatisch brandstofinvoersysteem en een geïntegreerde
of nageschakelde luchtemissiebeperkende techniek, en met uitzondering van het waterzijdige
deel van de ketel.
Toelichting: Een emissiemeting conform het Activiteitenbesluit milieubeheer wordt
uitgevoerd door een bedrijf dat hiertoe geaccrediteerd (metingen conform EU normen
NEN-EN 14792 voor NOx, NEN-EN 13284-1 voor stof en NEN-EN 14789 voor O2) of gecertificeerd (metingen conform Scope 6 van de SCIOS) is.
B 4310
Verwarmingsketel met geïntegreerde low-NOx-brander < 30 milligram per normaal kubieke meter
-
a. bestemd voor: het verwarmen van water met een ketel met een geïntegreerde brander,
waarbij de rookgassen niet meer dan 30 milligram NOx per normaal kubieke meter bij 3% O2 bevatten, aangetoond door emissiemetingen conform het Activiteitenbesluit milieubeheer,
waarbij geen correctie van de meetwaarden voor de meetonzekerheid wordt toegepast,
-
b. bestaande uit: een ketel met een geïntegreerde brander.
Toelichting: Een emissiemeting conform het Activiteitenbesluit milieubeheer wordt
uitgevoerd door een bedrijf dat hiertoe geaccrediteerd (metingen conform EU normen
NEN-EN 14792 voor NOx, NEN-EN 13284-1 voor stof en NEN-EN 14789 voor O2) of gecertificeerd (metingen conform Scope 6 van de SCIOS) is.
Op www.rvo.nl/miavamil onder ‘Positieve lijsten’ staat een lijst met merken en typen waarvan RVO is gebleken
dat deze voldoen aan de onder a. gestelde eisen voor dit bedrijfsmiddel.
B 4311
Verwarmingsketel met low-NOx-voorzetbrander < 40 milligram per normaal kubieke meter
-
a. bestemd voor: het verwarmen van water of het produceren van lagedrukstoom met een
druk van ten hoogste 5 bar en een temperatuur van hoogste 110 °C, met een combinatie
van een ketel en een voorzetbrander, waarbij de rookgassen niet meer dan 40 milligram
NOx per normaal kubieke meter bij 3% O2 bevatten aangetoond door emissiemetingen conform het Activiteitenbesluit milieubeheer,
waarbij geen correctie van de meetwaarden voor de meetonzekerheid wordt toegepast,
-
b. bestaande uit: een voorzetbrander en een ketel.
Toelichting: Een emissiemeting conform het Activiteitenbesluit milieubeheer wordt
uitgevoerd door een bedrijf dat hiertoe geaccrediteerd (metingen conform EU normen
NEN-EN 14792 voor NOx, NEN-EN 13284-1 voor stof en NEN-EN 14789 voor O2) of gecertificeerd (metingen conform Scope 6 van de SCIOS) is.
B 4312
Verwarmingsketel met low-NOx-brander voor stoom of thermische olie < 60 milligram per normaal kubieke meter
-
a. bestemd voor: het produceren van hogedrukstoom met een druk van ten minste 5 bar of
het verwarmen van thermische olie met een combinatie van een ketel en een brander,
waarbij de rookgassen niet meer dan 60 milligram NOx per normaal kubieke meter bij 3% O2 bevatten aangetoond door emissiemetingen conform het Activiteitenbesluit milieubeheer,
waarbij geen correctie van de meetwaarden voor de meetonzekerheid wordt toegepast,
-
b. bestaande uit: een brander en een ketel.
Toelichting: Een emissiemeting conform het Activiteitenbesluit milieubeheer wordt
uitgevoerd door een bedrijf dat hiertoe geaccrediteerd (metingen conform EU normen
NEN-EN 14792 voor NOx, NEN-EN 13284-1 voor stof en NEN-EN 14789 voor O2) of gecertificeerd (metingen conform Scope 6 van de SCIOS) is.
A 4315
Selectieve katalytische reductie-installatie (SCR)
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 3360 voor een SCR-installatie op een schip.
Een emissiemeting conform de Activiteitenregeling milieubeheer wordt uitgevoerd door
een bedrijf dat hiertoe geaccrediteerd (metingen conform EU normen NEN-EN 14792 voor
NOx, NEN-EN 13284-1 voor stof en NEN-EN 14789 voor O2) of gecertificeerd (metingen conform Scope 6 van de SCIOS) is.
A 4316
Selectieve non-katalytische reductie-installatie (SNCR)
-
a. bestemd voor: het omzetten van NOx in afgassen van installaties met injectie van ureum of ammoniak door een reductie-installatie
met een NOx-verwijderingsrendement van ten minste 85%, waardoor de NOx-emissie minder dan 50 milligram per normaal kubieke meter bij 3% O2 bedraagt, gemeten volgens de Activiteitenregeling milieubeheer waarvoor geen verplichting
is voorgeschreven door het bevoegd gezag of het Activiteitenbesluit milieubeheer,
-
b. bestaande uit: een ammoniak- of ureuminjectiesysteem.
Toelichting: Een emissiemeting conform het Activiteitenbesluit milieubeheer wordt
uitgevoerd door een bedrijf dat hiertoe geaccrediteerd (metingen conform EU normen
NEN-EN 14792 voor NOx, NEN-EN 13284-1 voor stof en NEN-EN 14789 voor O2) of gecertificeerd (metingen conform Scope 6 van de SCIOS) is.
F 4320
Gaswasser voor een aluminiumsmelterij
-
a. bestemd voor: het ontzwavelen van afgassen van een aluminiumsmelterij door het oplossen
van de verontreinigende stoffen in een vloeistof,
-
b. bestaande uit: een gaswasser.
F 4325
Biologische ontzwavelingsinstallatie
-
a. bestemd voor: het reinigen van met zwavel verontreinigde gassen door een biologische
ontzwavelingsinstallatie met een zwavelverwijderingsrendement van ten minste 95%,
waarbij elementair zwavel of zwavelverbindingen worden afgescheiden en nuttig worden
toegepast,
-
b. bestaande uit: een ontzwavelingsinstallatie en al dan niet een wasvloeistofbehandelingssysteem,
met uitzondering van apparatuur voor de productie of nuttige toepassing van zwavel
of zwavelverbindingen.
Fijnstof
F 4410
Apparatuur voor procesgeïntegreerde vermindering van stofontwikkeling (aanpassen bestaande
situatie)
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
B 4416
Platenkoeler, -droger of -warmtewisselaar voor indirect halogeenvrij koelen, drogen
of verwarmen in de kunstmest- en voedingsmiddelenindustrie
-
a. bestemd voor: het indirect koelen, drogen of verwarmen van vrijstromende vaste stoffen
in de kunstmest- en voedingsmiddelenindustrie, waardoor het ontstaan van stof, al
dan niet in combinatie met andere gasvormige verontreinigingen, wordt voorkomen of
geminimaliseerd, en waarbij het energiegebruik niet groter is dan bij toepassing van
een directe koel-, droog- of verwarmingstechniek en in geval van koeling uitsluitend
halogeenvrije koelmiddelen worden gebruikt,
-
b. bestaande uit: een platenkoeler, -droger of -warmtewisselaar.
Toelichting: Bij een indirect systeem komen het medium en het te koelen, te drogen
of te verwarmen product niet met elkaar in contact. Het indirect koelen, drogen of
verwarmen van vloeistoffen komt niet in aanmerking.
B 4417
Rookcondensator voor voedselbewerking
-
a. bestemd voor: het bewerken of garen van voedingswaren met rookcondensaat, waarbij
het rookcondensaat verneveld wordt in de rookkamer,
-
b. bestaande uit: een rookcondensator.
F 4420
Apparatuur voor vermindering van stofemissie tijdens niet-reguliere bedrijfsvoering
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
F 4421
Snuffelpalen voor stofdetectie en -registratie
-
a. bestemd voor: het continu optisch online detecteren, registreren en terugrekenen van
stofemissies tot bedrijfsemissies rondom op- en overslagen met een verwachte emissie
van fijnstof van ten minste 25 ton per jaar, om de stofemissie te beheren en te minimaliseren,
-
b. bestaande uit: stofdetectieapparatuur op basis van een optische techniek en registratieapparatuur.
D 4422
Gesloten beladingssysteem
-
a. bestemd voor: het met een sluitkegel, een opblaasbare band of een stofrok verminderen
van stofemissies bij het laden of lossen van vrachtwagens of schepen, waarbij de verbinding
op onderdruk wordt gehouden en de uittredende lucht wordt gefilterd,
-
b. bestaande uit: een beladingsbalg met een sluitkegel, een opblaasbare band of een stofrok,
een filteraansluiting of een geïntegreerd stoffilter en al dan niet een ventilator.
A 4480
Ioniserende ontstoffingsinstallatie
-
a. bestemd voor: het met ionisatie verwijderen van stofdeeltjes uit een industriële afgas-
of luchtstroom, niet afkomstig van een gebouw waarin landbouw gerelateerde activiteiten
plaatsvinden, al dan niet in combinatie met verwijdering van andere milieuschadelijke
of hinderlijke componenten, waarbij:
-
– de restemissie die geforceerd naar de buitenlucht wordt geblazen ten hoogste 4 milligram
stof per normaal kubieke meter bedraagt, en
-
– aangetoond wordt dat scheidingsrendementen worden behaald van ten minste 99% voor
PM10 en ten minste 80% voor PM2,5,
-
b. bestaande uit: een ioniserende stofafscheider met collectoren, een reinigingssysteem
en al dan niet de volgende onderdelen: een systeem voor het terugvoeren van de grondstof,
een nageschakeld filter voor verwijdering van andere milieuschadelijke of hinderlijke
componenten en een geïntegreerde warmtewisselaar.
D 4485
Filtrerende stofafscheider voorafgegaan door puntgerichte afzuiging
-
a. bestemd voor: het verwijderen van stofdeeltjes uit een afgas of luchtstroom, waarbij:
-
– de lucht puntgericht al dan niet vanuit een afgesloten ruimte wordt afgezogen en van
stof wordt ontdaan met een vast opgestelde stofafscheider voorzien van een poreus
medium, waardoor de lucht die naar buiten wordt geblazen ten hoogste 1 milligram stof
per normaal kubieke meter bevat en deze restemissie niet verplicht is volgens de Arbeidsomstandighedenwet,
-
– de gefilterde lucht niet wordt gerecirculeerd,
-
– de luchtstroom niet afkomstig is van een verbrandingsmotor of stookinstallatie noch
uit een crematorium, een stal of ander gebouw van een onderneming die actief is productie
van primaire landbouwproducten zoals bedoeld onder punt 7 van paragraaf 1 van deze
bijlage, en
-
– de aanschaf van de ontstoffingsinstallatie ten minste € 10.000 bedraagt,
-
b. bestaande uit: een filtrerende stofafscheider, een ventilator en al dan niet apparatuur
benodigd om de condities van de te reinigen gassen aan te passen voor stofafscheiding
op basis van filtratie.
Toelichting: Arbo-verplichtingen zoals genoemd in dit bedrijfsmiddel kunnen bijvoorbeeld
gelden als gefilterde lucht gedeeltelijk of geheel wordt gerecirculeerd in de bedrijfsruimte
waar personeel werkt.
D 4487
Meertrapsontstoffingsinstallatie voor sinterfabriek
-
a. bestemd voor: het verwijderen van stofdeeltjes en schadelijke gassen uit de afgassen
van een sinterfabriek, waarbij gebruik wordt gemaakt van ten minste twee afzonderlijke
scheidingssystemen, waaronder een filtrerende afscheider, waardoor de stofemissie
naar de buitenlucht ten hoogste 5 milligram stof per normaal kubieke meter bedraagt,
-
b. bestaande uit: een meertrapsontstoffingsinstallatie en al dan niet de volgende onderdelen:
een doseerinstallatie, een reactor en een wastoren.
Vluchtige organische stoffen (VOS)
F 4520
Dubbele mechanische asafdichting of hermetisch gesloten magnetische koppeling
-
a. bestemd voor: het verminderen of voorkomen van lek- en verdampingsverliezen van vluchtige
organische stoffen of andere milieuschadelijk gassen langs roterende assen van machines,
door:
-
1. een dubbele mechanische afdichting die voldoet aan ISO 21049:2004, categorie 3, arrangement
3, of
-
2. een hermetisch gesloten magnetische koppeling, en waarvoor geen verplichting is voorgeschreven
door het bevoegd gezag of het Activiteitenbesluit milieubeheer,
-
b. bestaande uit: een dubbele mechanische asafdichting of magnetische koppeling.
D 4531
Reinigings- of ontvettingsinstallatie op basis van CO2
-
a. bestemd voor: het ontvetten en reinigen van metalen (half-)producten met superkritisch
CO2,
-
b. bestaande uit: een ontvettings- en reinigingsinstallatie.
A 4550
Druktorens voor waterloze offset
-
a. bestemd voor: het bedrukken van materiaal zoals papier, karton, textiel of kunststof
door een offsetdrukmachine die waterloze inkten verbruikt,
-
b. bestaande uit: druktorens en al dan niet een droogeenheid en een terugdraaivoorziening
ter voorkoming van uitval.
A 4551
Drukvormwasinstallatie voor zeefdrukvormen
-
a. bestemd voor: het in twee opeenvolgende processtappen verwijderen van inkt en het
strippen van zeefdruksjablonen in een gesloten systeem zonder gebruik te maken van
vluchtige organische reinigingsmiddelen,
-
b. bestaande uit: een inktverwijderingseenheid, een stripeenheid en een rondpompsysteem,
met uitzondering van apparatuur voor het reinigen van persrollen.
F 4570
Textielreinigingssysteem met CO2
-
a. bestemd voor: het reinigen van textiel met CO2,
-
b. bestaande uit: een reinigingsinstallatie, een toevoereenheid, een mengsysteem, een
pomp en een opslagsysteem voor CO2.
G 4571
Natreinigingssysteem
-
a. bestemd voor: het reinigen van bovenkleding door een nat proces op basis van water
in plaats van perchloorethyleen, waarbij de gereinigde bovenkleding wordt gedroogd
met een droogsysteem op basis van een warmtepomp, een elektrische droger of gasgestookte
droger,
-
b. bestaande uit: een reinigingsmachine, een droogsysteem en al dan niet een vormdroger.
E 4572
Gesloten textielreinigingsmachine met halogeenvrije oplosmiddelen
-
a. bestemd voor: het reinigen van niet-natwasbaar textiel in een gesloten textielreinigingsmachine
ter vervanging van een bestaande PER-reinigingsmachine,
-
– die in één cyclus textiel reinigt en droogt,
-
– die reinigt met niet-toxische, halogeenvrije oplosmiddelen van klasse A III met een
vlampunt hoger dan 55°C, en die lichter zijn dan water,
-
– die voorzien is van een droogsysteem op basis van een warmtepomp, een elektrische
droger of een gasgestookte droger,
-
– waarin het oplosmiddel wordt teruggewonnen in een emissievrij destillatiesysteem,
en
-
– waarbij de bestaande PER-reinigingsmachine wordt verwijderd,
-
b. bestaande uit: een computergestuurde textielreinigingsmachine, een droogsysteem, elektronische
droogcontrole, een waterafscheider, een overvulbeveiliging van het destillatie- en
residuvat, een emissievrij vul- en uitruimsysteem en al dan niet een koelcompressor.
D 4580
Thermische oxidator voor afgassen
-
a. bestemd voor: het thermisch oxideren van afgassen of vluchtige organische stoffen,
waarbij:
-
– de NOx-emissie tijdens autotherme verbranding niet meer bedraagt dan 10 milligram per nominaal
kubieke meter (bij 11% O2),
-
– het netto energiegebruik niet meer bedraagt dan 75 kilojoule per nominaal kubieke
meter afgas, en
-
– in geval van een regeneratieve thermische oxidatie de piekemissie, die kan optreden
bij het omschakelen van de keramische bedden of ander warmte bufferend medium, tot
een minimum wordt beperkt door toepassing van een systeem met ten minste drie verbrandingskamers,
-
b. bestaande uit: een thermische oxidator.
B 4581
Biologisch luchtfilter voor vluchtige organische stoffen
-
a. bestemd voor: de microbiologische afbraak van vluchtige organische stoffen uit afgassen,
-
b. bestaande uit: een bak of vat met biomassa, een ventilator en al dan niet de volgende
onderdelen: een filterbevochtigingsinstallatie, een afgasbevochtigingsinstallatie,
een demister en een afgassenkoelinstallatie.
F 4582
Gas- en dampadsorber met reactivering
-
a. bestemd voor: het verwijderen van vluchtige organische stoffen, geurstoffen, dampen
of zware metalen uit afgassen door adsorptie, waarbij:
-
– het adsorptiemiddel na gebruik op locatie wordt gereactiveerd waarna het middel opnieuw
voor adsorptie wordt ingezet,
-
– de geadsorbeerde vluchtige organische stoffen terug gewonnen of vernietigd worden,
en
-
– de geadsorbeerde zware metalen terug gewonnen worden,
-
b. bestaande uit: een adsorber en een reactiveringsapparatuur.
F 4583
Vlamloze thermische oxidator voor afgassen met energieterugwinning
-
a. bestemd voor: het thermisch oxideren van verbrandingsgassen, rookgassen, stortgassen
of vluchtige organische stoffen (VOS) met behulp een reactor voorzien van een warmtebufferend
medium waarbij:
-
– de NOx-emissie ten hoogste 5 milligram per nominaal kubieke meter bij 11% O2 bedraagt, en
-
– sprake is van netto energiewinst,
-
b. bestaande uit: een vlamloze thermische oxidator en al dan niet de volgende onderdelen:
een compressor en een warmtewisselaar, met uitzondering van turbine en generator.
Overige luchtverontreiniging
F 4600
Apparatuur voor reductie van styreenemissie (aanpassen bestaande situatie)
Zie paragraaf 2b voor de omschrijving van dit bedrijfsmiddel met doelvoorschrift en
de voorwaarden voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
A 4680
Koude oxidatie-installatie voor luchtreiniging
-
a. bestemd voor: het (al dan niet katalytisch) niet-thermisch oxideren van geurstoffen,
VOS of pathogenen in naar buiten te blazen luchtstromen in de industrie of horeca
door koud plasma of ionisatie, waarbij de verontreinigingen worden omgezet in onschadelijke
stoffen of uiteenvallen in hun elementaire componenten,
-
b. bestaande uit: een reactorkamer met plasmaplaten (plasmaomzetter) of ionisator (op
basis van hoogspanning) en al dan niet de volgende onderdelen: een katalysator, een
voorfilterinstallatie voor het koude oxidatieproces en een nageschakelde restradicalenabsorber
of -vernietiger.
A 4682
Apparatuur voor het verwijderen van zwavelhoudende geuremissies
-
a. bestemd voor: het in een gesloten systeem in een kalkhoudende waterige oplossing condenseren
van zwavelhoudende dampen en de daarmee samenhangende geurstoffen afkomstig van een
industrieel proces, waarbij de geurstoffen worden gebonden en geuremissie naar buiten
wordt voorkomen,
-
b. bestaande uit: apparatuur die aantoonbaar noodzakelijk is om de geurstoffen te verwijderen
en al dan niet een waterbehandelingssysteem.
E 4685
Biologische afgaswasser
-
a. bestemd voor: het verwijderen van gasvormige verontreinigingen uit afgassen, niet
afkomstig uit afval- of slibverbrandingsinstallaties of stallen, door een biologische
gaswasinstallatie, waarbij er geen sprake is van het opwaarderen van gas, zoals biogas
of stortgas, tot een hoogwaardiger brandstof,
-
b. bestaande uit: biomassa, een tank en al dan niet de volgende onderdelen; een ventilator,
een druppelvanger, een chemicaliëndoseerinstallatie en een wasvloeistofbehandelingssysteem.
Toelichting: Bedrijfsmiddel E 4685 enkel bestemd voor de behandeling van afgassen
en niet voor de productie van gassen.
Onder opwaarderen tot een brandstof wordt verstaan zowel het verhogen van de energie-inhoud
als het reinigen van de (af)gassen.
Ruimtegebruik
Ecologische systemen, biodiversiteit, oppervlaktewater, grondwater, bodem, gevaarlijke
stoffen, externe veiligheid
Ecosystemen en biodiversiteit
F 5100
Biodiversiteitversterkende apparatuur of werken in het landelijk gebied
-
a. bestemd voor: het, in het landelijke gebied, door apparatuur, landschapselementen,
bouwkundige of civieltechnische werken versterken van gebiedseigen biodiversiteitsfactoren,
al dan niet in combinatie met waterretentie, en al dan niet voorzien van natuurlijke
speelelementen en begroeiing voor kinderen om buitenspelen te stimuleren, waarbij:
-
– het toegepaste hout voldoet aan de eisen bedoeld onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel
A 6310,
-
– het bepalen van de gebiedseigen biodiversiteitsfactoren is gebaseerd op een ecologisch
rapport door een relevante onderzoeks- of adviesorganisatie, en
-
– schade door eigen activiteiten wordt verminderd of voorkomen,
-
b. bestaande uit: apparatuur, landschapselementen, bouwkundige of civieltechnische werken
die technisch noodzakelijk zijn voor versterking van de gebiedseigen biodiversiteit
en al dan niet natuurlijke speelelementen, met uitzondering van geprefabriceerde speelelementen
en andere in de Milieulijst genoemde bedrijfsmiddelen.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 1.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Landschapselementen kunnen bijvoorbeeld veedrinkpoelen, houtwallen, hagen
en bomen zijn, die als element homogeen in het gebiedseigen landschap opgenomen zijn.
Informatie over gebiedseigen elementen is onder andere beschikbaar op de websites
www.spade.nl, www.landschapsbeheer.nl en www.nederlandscultuurlandschap.nl.
Voor landschapsinrichting kan ook gebruik gemaakt worden van de maatlat BREEAM-NL
Gebied (www.breeam.nl/gebied/breeam_gebied).
Investeringen in het kader van de Green Deal ‘Levende Duurzame Buitenruimtes’ kunnen
op grond van dit bedrijfsmiddel gemeld worden.
F 5120
Visgeleidingssysteem
F 5121
Autonome verzamelinstallatie voor plastic afval op het water
-
a. bestemd voor: het, mede ter vermindering van de schade door de eigen bedrijfsactiviteiten,
op binnenwateren of het Nederlands Continentaal Plat (NCP) verzamelen en al dan niet
verwerken van in het water aanwezige plastic afval met een autonoom functionerende
installatie, waarbij het verzamelde plastic afval nuttig wordt toegepast,
-
b. bestaande uit: een verzamelinstallatie en al dan niet een geïntegreerde verwerkingsinstallatie.
Toelichting: Dit is een onderdeel van het Kunststof Ketenakkoord.
F 5125
Onderwatergeluidsschadebeperkende apparatuur
-
a. bestemd voor: het in real-time voorkomen van gedragsverstoring of gehoorschade bij
zeezoogdieren door het monitoren van de aanwezigheid van zeezoogdieren, het meten
van door de mens veroorzaakt onderwatergeluid en het op basis hiervan nemen van geluidbeperkende
maatregelen,
-
b. bestaande uit: een onderwatergeluidmonitoringssysteem, een zeezoogdiermonitoringssysteem
en geluidbeperkende voorzieningen.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel is onderdeel van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie.
F 5129
Verjagingsapparatuur voor vogels of vleermuizen
Oppervlaktewater
A 5210
Windgekoelde condensor
-
a. bestemd voor: het condenseren van koudemiddel in een koelinstallatie door buitenlucht
zonder gebruik te maken van ventilatoren of spuiwater, ter voorkoming van geluidhinder
en waterverbruik,
-
b. bestaande uit: een windgekoelde condensor.
A 5250
Onkruidbestrijdingsapparatuur voor (half-)verhardingen of spoorbanen
-
a. bestemd voor: het machinaal bestrijden van onkruid op (half-)verhardingen of spoorbanen
met:
-
b. bestaande uit: een onkruidbestrijdingsmachine, met uitzondering van onkruidbranders.
Bodem en grondwater
F 5320
Grondwatersaneringssysteem met nuttig gebruik van saneringswater
-
a. bestemd voor: het saneren van verontreinigd grondwater in de zin van de Wet bodembescherming,
waarbij het grondwater wordt gezuiverd en nuttig gebruikt wordt:
-
1. voor een andere toepassing in de ondergrond,
-
2. als proceswater, of
-
3. als oppervlaktewater, waarbij aantoonbaar sprake is van het verbeteren van het waterkwantiteitsbeheer
of de natuurkwaliteit,
-
b. bestaande uit: onttrekkings- en infiltratiefilters, leidingwerk, een pomp, een zuiveringswerk
voor het grondwater en al dan niet de volgende onderdelen: een warmtewisselaar en
een elektronische monitorings- en regeleenheid, met uitzondering van investeringen
in gangbare pump-and-treat-techniek.
Toelichting: Voorbeelden van nuttige toepassingen in de ondergrond zijn het tegengaan
van verdroging (natuurbeheer of -herstel) of van grondwateroverlast door het stopzetten
van industriële bronnen of elke andere combinatie van meerdere gebruiksfuncties waarvan
het verbeteren van de grondwaterkwaliteit er één is.
B 5321
Grondwaterbeheerssysteem met nuttig gebruik van saneringswater
-
a. bestemd voor: het aantoonbaar geohydrologisch beheersen van de vlek van verontreinigd
grondwater, in de zin van de Wet bodembescherming, waarbij het verontreinigd grondwater
nuttig wordt gebruikt voor een andere toepassing in de ondergrond,
-
b. bestaande uit: onttrekkings- en infiltratiefilters, leidingwerk, een pomp en al dan
niet de volgende onderdelen: een warmtewisselaar en een elektronische monitorings-
en regeleenheid, met uitzondering van investeringen in gangbare pump-and-treat-techniek.
Toelichting: Een voorbeeld van nuttig gebruik van verontreinigd grondwater is het
gebruik in een WKO.
A 5331
Apparatuur voor bodem- of grondwatersanering voor een ernstige verontreiniging op
een niet-spoedlocatie
-
a. bestemd voor: het saneren van bodem- of grondwaterverontreiniging op een locatie,
die niet is aangemerkt als spoedlocatie en waarbij,
-
– er sprake is van ernstige verontreiniging,
-
– de verontreiniging is veroorzaakt vóór 1987, en
-
– blijkt dat aan bovengestelde eisen wordt voldaan uit een beschikking van het bevoegd
gezag of uit een rapportage opgesteld door een daartoe erkende instelling op basis
van het Besluit bodemkwaliteit,
-
b. bestaande uit: apparatuur die technisch noodzakelijk is voor het saneren van bodem-
of waterverontreiniging en al dan niet een monitorings- en regeleenheid.
F 5345
Apparatuur voor het karakteriseren en monitoren van verontreinigde locaties
-
a. bestemd voor: het bemonsteren en analyseren van grondwaterkwaliteit of -kwantiteit
met niet-conventionele bemonsterings- en analyseapparatuur ten behoeve van gebiedsgericht
grondwaterbeheer in de zin van de Wet bodembescherming,
-
b. bestaande uit: monstername- en meetapparatuur.
Toelichting: Voorbeelden van parameters, die gemeten kunnen worden, zijn bodemgesteldheid,
verontreinigingsvracht en -flux met bijvoorbeeld 'passive samplers' of bacterie-aanwezigheid.
Ook het visueel maken van deze data komt in aanmerking onder dit bedrijfsmiddel. Een
ander voorbeeld van een niet-conventionele techniek is het online en continu meten
van de pH. De conventionele manier van het meten van de zuurgraad is door een eenmalige
meting in een peilbuis.
Gebiedsgericht grondwaterbeheer staat in paragraaf 3b, artikel 55, lid c tot en met
i van de Wet bodembescherming beschreven.
Gevaarlijke stoffen
A 5405
Apparatuur voor lokale productie van gevaarlijke stoffen (aanpassing bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het verminderen van het risico op ongevallen in Nederland bij transport
of opslag van gevaarlijke stoffen, door het op eigen locatie gaan produceren van gevaarlijke
stoffen, waarbij:
-
– in de bestaande situatie de gevaarlijke stof over een afstand van meer dan 10 kilometer
wordt getransporteerd over weg of spoor,
-
– dit transport volledig wordt beëindigd,
-
– de gevaarlijke stof als grondstof dient voor één of meer kernprocessen,
-
– niet meer wordt geproduceerd dan voor het kernproces noodzakelijk is, en
-
– de gevaarlijke stof opgenomen is bijlage 1, deel 1 en 2 van de richtlijn 2012/18/EU
betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke
stoffen zijn betrokken, waarnaar verwezen wordt vanuit het Besluit Risico’s Zware
Ongevallen (BRZO) en waarbij de hoeveelheid van de gevaarlijke stof op eigen locatie
de drempelwaarde genoemd in kolom 2 van deel 1 of 2 overschrijdt,
-
b. bestaande uit: lokale productie-installatie van gevaarlijke stoffen en al dan niet:
transportleidingen naar het kernproces of kernprocessen tot ten hoogste 10 kilometer.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 10.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
A 5406
Apparatuur voor continue productie van gevaarlijke stoffen (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het verminderen van het risico op ongevallen in Nederland bij grootschalige
opslag van gevaarlijke stoffen door het continu in plaats van batchgewijs produceren
van die gevaarlijke stoffen, waarbij:
-
– het volume van de opslag met ten minste 80% wordt gereduceerd,
-
– de gevaarlijke stof als grondstof dient voor één of meer kernprocessen, en
-
– de gevaarlijke stof opgenomen is bijlage 1, deel 1 en 2 van de richtlijn 2012/18/EU
betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke
stoffen zijn betrokken, waarnaar verwezen wordt vanuit het Besluit Risico’s Zware
Ongevallen (BRZO) en waarbij de hoeveelheid van de gevaarlijke stof op eigen locatie
de drempelwaarde genoemd in kolom 2 van deel 1 of 2 overschrijdt,
-
b. bestaande uit: apparatuur voor continue productie van gevaarlijke stoffen en al dan
niet transportleidingen naar het kernproces tot maximaal 10 kilometer.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 10.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 5410
Gasdetectieapparatuur bij grote opslagen van toxische gassen
-
a. bestemd voor: het met ten minste twee sensoren vroegtijdig detecteren van lekken bij
opslagen van toxische gassen, zoals ammoniak of chloor, groter dan 5 normaal kubieke
meter, met activering van een systeem dat het ontsnappen van de gassen tegengaat of
met automatische doormelding naar een alarmcentrale, voor zover dit niet wettelijk
verplicht is,
-
b. bestaande uit: early warning gasdetectieapparatuur en al dan niet de volgende onderdelen:
apparatuur voor doormelding naar een alarmcentrale en een noodopslagtank die geen
deel uitmaakt van de normale bedrijfsvoering.
F 5411
Branddetectiesysteem in chemicaliënopslagen tot 10 ton
-
a. bestemd voor: het vroegtijdig detecteren van brand in chemicaliënopslagruimten met
een opslagcapaciteit van minder dan 10 ton, met activering van een blussysteem of
met automatische doormelding naar een alarmcentrale, voor zover het systeem niet wettelijk
verplicht is of vanuit een brandconcept noodzakelijk is,
-
b. bestaande uit: detectieapparatuur en al dan niet de volgende onderdelen: een automatisch
brandblussysteem en apparatuur voor doormelding naar een alarmcentrale.
Toelichting: Branddetectiesystemen bij vuurwerkopslagen komen niet in aanmerking voor
milieu-investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving milieu-investeringen. Vuurwerkopslagen
worden niet aangemerkt als chemicaliënopslagen.
F 5412
Lichtschuimblusinstallatie voor chemicaliënopslagen
-
a. bestemd voor: het bij brand vol schuimen van de opslagruimte bij installaties waarbij
op grond van PGS 15:2005 voldoen aan beschermingsniveau 1 niet verplicht is,
-
b. bestaande uit: lichtschuimgeneratoren.
Toelichting: PGS staat voor Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen. Informatie over PGS
is beschikbaar op de website www.publicatiereeksgevaarlijkestoffen.nl.
A 5415
Laad- en losapparatuur voor modaliteitsverschuiving vervoer gevaarlijke stoffen
-
a. bestemd voor: het verminderen van het risico van een zwaar ongeval door het omschakelen
van bestaand transport van gevaarlijke stoffen over weg of spoor naar transport per
binnenvaartschip,
-
b. bestaande uit: laad- en losvoorzieningen en al dan niet kadefaciliteiten die technisch
noodzakelijk zijn om vervoer via een binnenvaartschip mogelijk te maken.
A 5416
Tweede omhulling voor een proces- of verladingsinstallatie
-
a. bestemd voor: het voorkomen van het in de buitenlucht komen van incidentele emissies
van toxische gassen uit een chemische procesinstallatie of een verladingsinstallatie,
voor zover de tweede omhulling niet wettelijk verplicht is. De uitsluitend daartoe
bestemde constructie is in overeenstemming met de eisen betreffende arbeidsveiligheid,
externe veiligheid en rampenbestrijding, wat blijkt uit een verklaring opgesteld door
een onafhankelijke deskundige dan wel het bevoegde gezag,
-
b. bestaande uit: een constructie die als een tweede omhulling de proces- of verladingsinstallatie
omsluit zodanig dat er geen toxisch gas naar buiten kan treden, met uitzondering van
de gasopvang- en neutralisatie-installatie.
Bebouwde omgeving
DuBo, gebouwen, bedrijfsterreinen, bouwmaterialen, installaties, civiele voorzieningen
DuBo
D 6110
Duurzaam nieuw utiliteitsgebouw volgens de Regeling groenprojecten
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van utiliteitsfuncties, niet zijnde een industriefunctie,
met een nieuw gebouw, waarbij voor het betreffende gebouw een groenverklaring is verstrekt
op grond van de Regeling groenprojecten 2016 of haar opvolger,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw, met uitzondering van de volgende onderdelen:
interieur, inrichting (waaronder magazijnstellingen), aankoop van grond en aankoop
en sloop van een bestaand gebouw.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 10.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen D 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
D 6111
Duurzame renovatie bestaand utiliteitsgebouw volgens de Regeling groenprojecten
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van utiliteitsfuncties, niet zijnde een industriefunctie,
met een gerenoveerd gebouw, waarbij voor het betreffende gebouw een groenverklaring
is verstrekt op grond van de Regeling groenprojecten 2016 of haar opvolger,
-
b. bestaande uit: de voor renovatie technisch noodzakelijke apparatuur, bouwkundige werken
en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan de eisen voor het verkrijgen van
een groenverklaring, met uitzondering van de volgende onderdelen: interieur, inrichting
(waaronder magazijnstellingen), aankoop van grond en aankoop en sloop van een bestaand
gebouw.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 10.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen D 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
E 6112
Duurzaam nieuw utiliteitsgebouw met industriefunctie volgens de Regeling groenprojecten
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van utiliteitsfuncties met een nieuw gebouw met
een industriefunctie, waarbij voor het betreffende gebouw een groenverklaring is verstrekt
op grond van de Regeling groenprojecten 2016 of haar opvolger,
-
b. bestaande uit: een utiliteitsgebouw, met uitzondering van de volgende onderdelen:
interieur, inrichting (waaronder magazijnstellingen), aankoop van grond en aankoop
en sloop van een bestaand gebouw.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 10.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen D 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
Toelichting: Gebouwen met een lichte industriefunctie krijgen geen groenverklaring
conform de Regeling groenprojecten 2016.
E 6113
Duurzame renovatie bestaand utiliteitsgebouw met industriefunctie volgens de Regeling
groenprojecten
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van utiliteitsfuncties met een gerenoveerd gebouw
met een industriefunctie, waarbij voor het betreffende gebouw een groenverklaring
is verstrekt op grond van de Regeling groenprojecten 2016 of haar opvolger,
-
b. bestaande uit: de voor renovatie technisch noodzakelijke apparatuur, bouwkundige werken
en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan de eisen voor het verkrijgen van
een groenverklaring, met uitzondering van de volgende onderdelen: interieur, inrichting
(waaronder magazijnstellingen), aankoop van grond en aankoop en sloop van een bestaand
gebouw.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 10.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen D 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
Toelichting: Gebouwen met een lichte industriefunctie krijgen geen groenverklaring
conform de Regeling groenprojecten 2016.
D 6115
Zeer duurzaam gerenoveerd of verdergaand zeer duurzaam nieuw gebouw volgens BREEAM-NL
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie),
11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw,
niet zijnde een stal of een kas, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende
eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet
aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,
-
2. voor het gemelde gebouw wordt een milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd,
-
3. van renovatie van een bestaand gebouw is slechts sprake indien de fundering en bouwconstructie
conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven, en
-
4.
-
a. voor het gerenoveerde gebouw(deel) wordt het niveau ‘Excellent’ (4 sterren) op het
aspect ‘Asset’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL-In-Use)
van de Dutch Green Building Council behaald, waarbij voor de volgende categorieën
ten minste de genoemde scores worden behaald: 60% op ‘Energie’, 45% op ‘Landgebruik
en Ecologie’ en 45% op ‘Materialen’, wat blijkt uit een uiterlijk binnen drie maanden
na meldingsdatum afgegeven BREEAM-NL-in-Use assessmentrapport, welke is goedgekeurd
door een Assessor, en uit een binnen één jaar na meldingsdatum afgegeven Breeam In-Use
certificaat, of
-
b. voor het nieuwe of grootschalig gerenoveerd gebouw wordt het niveau ‘Outstanding’
(5 sterren) van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL Nieuwbouw en
Grootschalige Renovatie) van de Dutch Green Building Council behaald, waarbij voor
de volgende categorieën ten minste de genoemde score wordt behaald: 60% op ‘Energie’,
45% op ‘Landgebruik en Ecologie’ en 45% op ‘Materialen’, wat blijkt uit een uiterlijk
binnen drie maanden (voor Bespoke trajecten binnen negen maanden) na meldingsdatum
afgegeven BREEAM-NL assessmentrapport, welke is goedgekeurd door een Assessor, en
uit een binnen drie jaar na afgifte van het assessmentrapport afgegeven oplevercertificaat
dan wel een binnen vier jaar na afgifte van het assessmentrapport afgegeven oplevercertificaat
volgens de op dat moment geldende maatlat van BREEAM-NL Nieuwbouw en Grootschalige
Renovatie,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen, met uitzondering van de volgende onderdelen: interieur, inrichting (waaronder
magazijnstellingen), aankoop van grond en aankoop en sloop van een bestaand gebouw.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen D 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
Toelichting: Informatie over BREEAM-NL is beschikbaar op de website www.BREEAM.nl. Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar op de website
www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is beschikbaar op de website www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
E 6116
Duurzaam gerenoveerd of zeer duurzaam nieuw gebouw volgens BREEAM-NL
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie),
11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw,
niet zijnde een stal of een kas, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende
eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet
aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,
-
2. voor het gemelde gebouw wordt een milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd,
-
3. van renovatie van een bestaand gebouw is slechts sprake indien de fundering en bouwconstructie
conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven, en
-
4.
-
a. voor het gerenoveerde gebouw(deel) wordt het niveau ‘Very Good’ (3 sterren) op het
aspect ‘Asset’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL-In-Use,)
van de Dutch Green Building Council behaald, waarbij voor de volgende categorieën
ten minste de genoemde scores worden behaald: 60% op ‘Energie’, 45% op ‘Landgebruik
en Ecologie’ en 45% op ‘Materialen’, wat blijkt uit een uiterlijk binnen drie maanden
na meldingsdatum afgegeven BREEAM-NL-in-Use assessementrapport, welke is goedgekeurd
door een Assessor, en uit een binnen één jaar na meldingsdatum afgegeven Breeam In-Use
certificaat, of
-
b. voor het nieuwe of grootschalig gerenoveerd gebouw wordt het niveau ‘Excellent’ (4
sterren) van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL Nieuwbouw en Grootschalige
Renovatie) van de Dutch Green Building Council behaald, waarbij voor de volgende categorieën
ten minste de genoemde score wordt behaald: 60% op ‘Energie’, 45% op ‘Landgebruik
en Ecologie’ en 45% op ‘Materialen’, wat blijkt uit een uiterlijk binnen drie maanden
(voor Bespoke trajecten binnen negen maanden) na meldingsdatum afgegeven BREEAM-NL
assessmentrapport, welke is goedgekeurd door een Assessor, en uit een binnen drie
jaar na afgifte van het assessmentrapport afgegeven oplevercertificaat dan wel een
binnen vier jaar na afgifte van het assessmentrapport afgegeven oplevercertificaat
volgens de op dat moment geldende maatlat van BREEAM-NL Nieuwbouw en Grootschalige
Renovatie,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen, met uitzondering van de volgende onderdelen: interieur, inrichting (waaronder
magazijnstellingen), aankoop van grond en aankoop en sloop van een bestaand gebouw.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen D 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
Toelichting: Informatie over BREEAM-NL is beschikbaar op de website www.BREEAM.nl. Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar op de website
www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is beschikbaar op de website www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
D 6120
Zeer duurzaam gerenoveerd of verdergaand zeer duurzaam nieuw gebouw volgens GPR Gebouw
4.3
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie),
11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw,
niet zijnde een stal, een kas of een datacenter, waarvan is vastgesteld dat het voldoet
aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet
aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,
-
2. voor het gemelde gebouw wordt een milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd,
-
3. van renovatie van een bestaand gebouw is slechts sprake indien de fundering en bouwconstructie
conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven,
-
4.
-
a. het gerenoveerde gebouw(deel) voldoet aan de eisen van de maatlat van GPR Gebouw 4.3
met een score van ten minste 7,5 voor de thema’s Energie, Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit
en Toekomstwaarde, of
-
b. het nieuwe gebouw (niet zijnde gebouwdeel) voldoet aan de eisen van de maatlat van
GPR Gebouw 4.3 met een score van ten minste 8,5 voor de thema’s Energie, Milieu, Gezondheid,
Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde, en
-
5. het voldoen aan de eisen onder 4 blijkt uit een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum
afgegeven rapportage van de GPR Gebouw berekening, welke is geaccordeerd door een
GPR Gebouw Expert en gevalideerd door een onafhankelijke GPR Gebouw Assessor volgens
de Procedure Kwaliteitsborging GPR Gebouw berekening (versie maart 2015), en waarbij
na de oplevering van het gebouw, binnen drie jaar na afgifte van voornoemde rapportage
een opleverrapportage overgelegd wordt die geaccordeerd is door een GPR Gebouw Expert
en gevalideerd door een onafhankelijke GPR Gebouw Assessor volgens de Procedure Kwaliteitsborging
GPR Gebouw berekening (versie maart 2015), dan wel binnen vier jaar volgens de op
dat moment geldende maatlat van GPR Gebouw,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen, met uitzondering van de volgende onderdelen: interieur, inrichting (waaronder
magazijnstellingen), aankoop van grond en aankoop en sloop van een bestaand gebouw.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen D 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
Toelichting: Informatie over GPR Gebouw 4.3 is beschikbaar op de website www.gprgebouw.nl. Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar op de website
www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is beschikbaar op de website www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
E 6121
Duurzaam gerenoveerd of zeer duurzaam nieuw gebouw volgens GPR Gebouw 4.3
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie),
11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw,
niet zijnde een stal, een kas of een datacenter, waarvan is vastgesteld dat het voldoet
aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet
aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,
-
2. voor het gemelde gebouw wordt een milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd,
-
3. van renovatie van een bestaand gebouw is slechts sprake indien de fundering en bouwconstructie
conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven,
-
4.
-
a. het gerenoveerde gebouw(deel) voldoet aan de eisen van de maatlat van GPR Gebouw 4.3
met een score van ten minste 7,0 voor de thema’s Energie, Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit
en Toekomstwaarde, of
-
b. het nieuwe gebouw (niet zijnde gebouwdeel) voldoet aan de eisen van de maatlat van
GPR Gebouw 4.3 met een score van ten minste 8,0 voor de thema’s Energie, Milieu, Gezondheid,
Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde, en
-
5. het voldoen aan de eisen onder 4 blijkt uit een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum
afgegeven rapportage van de GPR Gebouw berekening, welke is geaccordeerd door een
GPR Gebouw Expert en gevalideerd door een onafhankelijke GPR Gebouw Assessor volgens
de Procedure Kwaliteitsborging GPR Gebouw berekening (versie maart 2015), en waarbij
na de oplevering van het gebouw, binnen drie jaar na afgifte van voornoemde rapportage
een opleverrapportage overgelegd wordt die geaccordeerd is door een GPR Gebouw Expert
en gevalideerd door een onafhankelijke GPR Gebouw Assessor volgens de Procedure Kwaliteitsborging
GPR Gebouw berekening (versie maart 2015), dan wel binnen vier jaar volgens de op
dat moment geldende maatlat van GPR Gebouw,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen, met uitzondering van de volgende onderdelen: interieur, inrichting (waaronder
magazijnstellingen), aankoop van grond en aankoop en sloop van een bestaand gebouw.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen D 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
Toelichting: Informatie over GPR Gebouw 4.3 is beschikbaar op de website www.gprgebouw.nl. Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar op de website
www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is beschikbaar op de website www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
D 6125
Zeer duurzaam gerenoveerd of nieuw gebouw volgens LEED BD+C
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie),
11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw,
niet zijnde een stal of een kas, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende
eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet
aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,
-
2. voor het gemelde gebouw wordt een milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd,
-
3. van renovatie van een bestaand gebouw is slechts sprake indien de fundering en bouwconstructie
conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven,
-
4. voor het gebouw(deel) wordt het niveau ‘Platinum’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten
(LEED BD+C, versie 4) van de U.S. Green Building Council behaald, hetgeen blijkt uit
een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum, door een LEED Accredited Professional,
opgesteld statusrapport waaruit blijkt dat in het ontwerp de volgende creditscores
zijn opgenomen: SS credit 1 (SA) en 2 (SD-PoRH) samen ten minste 2 punten, EA credit
2 (OEP) ten minste 10 punten, MR credit 2 (BPDO-EPD) tot en met 4 (PBT.SR-M) samen
ten minste 4 punten, en
-
5. waarbij binnen drie jaar na afgifte van het statusrapport een oplevercertificaat wordt
overgelegd op het niveau ‘Platinum’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten
(LEED) van de U.S. Green Building Council,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen, met uitzondering van de volgende onderdelen: interieur, inrichting (waaronder
magazijnstellingen), aankoop van grond en aankoop en sloop van een bestaand gebouw.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen D 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
Toelichting: Informatie over LEED is beschikbaar op de website www.usgbc.org en www.bouwcertificering.org. Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar op de website
www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is beschikbaar op de website www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
E 6126
Duurzaam gerenoveerd of nieuw gebouw volgens LEED BD+C
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie),
11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw,
niet zijnde een stal of een kas, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende
eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet
aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,
-
2. voor het gemelde gebouw wordt een milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd,
-
3. van renovatie van een bestaand gebouw is slechts sprake indien de fundering en bouwconstructie
conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven,
-
4. voor het gebouw(deel) wordt het niveau ‘Gold’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten
(LEED BD+C, versie 4) van de U.S. Green Building Council behaald, hetgeen blijkt uit
een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum, door een LEED Accredited Professional,
opgesteld statusrapport waaruit blijkt dat in het ontwerp de volgende creditscores
zijn opgenomen: SS credit 1 (SA) maximale score, EA credit 2 (OEP) ten minste 7 punten,
MR credit 2 (BPDO-EPD) tot en met 4 (PBT.SR-M) samen ten minste 3 punten, en
-
5. waarbij binnen drie jaar na afgifte van het statusrapport een oplevercertificaat wordt
overgelegd op het niveau ‘Gold’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (LEED)
van de U.S. Green Building Council,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen, met uitzondering van de volgende onderdelen: interieur, inrichting (waaronder
magazijnstellingen), aankoop van grond en aankoop en sloop van een bestaand gebouw.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen D 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
Toelichting: Informatie over LEED is beschikbaar op de website www.usgbc.org en www.bouwcertificering.org. Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar op de website
www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is beschikbaar op de website www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
E 6129
Gerenoveerd of nieuw gebouw met Slimbouwen Keurmerk
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie),
11 (overige gebruiksfunctie) of 12 (bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw,
niet zijnde een stal, een kas of een datacenter, waarvan is vastgesteld dat het voldoet
aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet
aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,
-
2. voor het gemelde gebouw wordt een milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd,
-
3. van renovatie van een bestaand gebouw is slechts sprake indien de fundering en bouwconstructie
conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven,
-
4. uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum is een Slimconcept Keurmerk voor het
betreffende gebouw afgegeven door de expertcommissie aangesteld door de stichting
Slimbouwen, en
-
5. waarbij binnen drie jaar na afgifte van het Slimconcept Keurmerk een Slimproject Keurmerk
wordt overgelegd welke is afgegeven door de expertcommissie aangesteld door de stichting
Slimbouwen,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen, met uitzondering van de volgende onderdelen: interieur, inrichting (waaronder
magazijnstellingen), aankoop van grond en aankoop en sloop van een bestaand gebouw.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 5.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen D 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
Toelichting: Informatie over Slimbouwen is beschikbaar op de website www.slimbouwen.nl. Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar op de website
www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is beschikbaar op de website www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
Materiaalgebruik
A 6310
Duurzaam hout in (onderdelen van) een werk of product
-
a. bestemd voor: het gebruik van duurzaam hout in (onderdelen van) een werk of product,
niet zijnde kisten voor agrarische producten en pallets, waarbij het gebruikte hout:
-
1. gecertificeerd is door middel van een certificatiesysteem dat door het Timber Procurement
Assessment Committee is goedgekeurd en waarvoor de betrokken fabrikant, aannemer en
opdrachtnemer in het bezit is van een ‘Chain of Custody’-certificaat van een certificatiesysteem
dat door het Timber Procurement Assessment Committee is goedgekeurd, en het hout volgens
dit ‘Chain of Custody’ certificaat levert of verwerkt, of
-
2. niet-geïmpregneerd sloophout is waarvan bekend is van welke bron deze afkomstig is
en waarbij dit geverifieerd kan worden met onder andere afvoerbonnen,
-
b. bestaande uit: (onderdelen van) een werk of product van duurzaam hout conform de onder
a. genoemde eisen.
Een investering in duurzaam hout als onderdeel van een duurzaam gebouw dat gemeld
is onder één van de bedrijfsmiddelen D 6110 tot en met E 6129 komt onder bedrijfsmiddel
A 6310 niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving
milieu-investeringen. Dit geldt niet voor het duurzame hout dat wordt toegepast in
het interieur.
Toelichting: Onder bedrijfsmiddel A 6310 komen de kosten voor de aanschaf en de directe
verwerking van het duurzame hout in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige
afschrijving milieu-investeringen.
Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar op de website www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is beschikbaar op de website www.keurhout.nl. Onder sloophout van gecontroleerde bron wordt verstaan: sloophout waarvan bekend
is van welke bron deze afkomstig is en waarbij dit geverifieerd kan worden met bijvoorbeeld
afvoerbonnen.
C 6311
Duurzaam beton(product) met ten minste 30% gerecycled content
-
a. bestemd voor: het gebruik van duurzaam beton in (onderdelen van) een werk of prefab
bouwproduct, waarbij:
-
– ten minste 30% van de grove fractie (op volumebasis) van het beton is vervangen door
betongranulaat, thermisch gereinigd grind of gereinigd ballastgrind,
-
– de milieuprestaties van het beton met gerecycled content ten minste gelijk zijn aan
die van beton van dezelfde kwaliteit zonder gerecycled content, en
-
– wordt aangetoond dat aan bovenstaande eisen wordt voldaan met een certificaat op basis
van het certificeringsprogramma 'Duurzaam beton' van de Concrete Sustainability Council
(CSC),
-
b. bestaande uit: beton, inclusief de kosten voor aanlevering en in het werk brengen,
of een betonnen prefab bouwproduct.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 50 per kubieke meter beton in aanmerking
voor willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Een investering in beton(producten) met gerecycled content als onderdeel van een duurzaam
gebouw dat gemeld is onder één van de bedrijfsmiddelen D 6110 tot en met E 6129 komt
onder bedrijfsmiddel C 6311 niet in aanmerking voor willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Het certificeringsprogramma 'Duurzaam beton' van CSC gaat naar verwachting
in de loop van 2017 in. In 2017 is het daarom toegestaan om op andere wijze aan te
tonen dat aan de vereisten van bedrijfsmiddel C 6311 wordt voldaan.
A 6312
Duurzame eenlaags bitumen dakbedekking
-
a. bestemd voor: het bedekken van platte of licht hellende daken met een beloopbare eenlaags
bitumen dakbedekking, die:
-
– een duurzaam alternatief vormt voor de gebruikelijke tweelaags daksystemen bestaande
uit een onder- en bovenlaag,
-
– mechanisch wordt bevestigd, niet geballast is en waarbij uitsluitend de overlappen
worden gelast met warme lucht zonder gebruik te maken van branders,
-
– geen zand, grind of leislag bevat, en
-
– door de producent aan het einde van de levensduur gegarandeerd wordt ingenomen en
door de producent volledig wordt gerecycled tot herbruikbare grondstoffen voor nieuwe
dakbedekking, wat blijkt uit de garantievoorwaarden van de dakbedekking,
-
b. bestaande uit: een eenlaags bitumen dakbedekking en de bijkomende kosten voor het
aanbrengen van de dakbedekking.
Een investering in duurzame eenlaags bitumen dakbedekking als onderdeel van een duurzaam
gebouw dat gemeld is onder één van de bedrijfsmiddelen D 6110 tot en met E 6129 komt
onder bedrijfsmiddel A 6312 niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige
afschrijving milieu-investeringen.
F 6320
Natuurvriendelijke voorzieningen in de bebouwde omgeving
-
a. bestemd voor: het, in de bebouwde omgeving, door apparatuur, landschapselementen,
bouwkundige of civiel-technische werken versterken van gebiedseigen biodiversiteitsfactoren,
al dan niet in combinatie met het verminderen van stedelijke warmte-eiland effecten,
en al dan niet voorzien van natuurlijke speelelementen, een natuurzwemvijver en begroeiing
voor kinderen om buitenspelen te stimuleren, waarbij:
-
– het toegepaste hout voldoet aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel
A 6310,
-
– het bepalen van de gebiedseigen biodiversiteitsfactoren gebaseerd is op een ecologisch
rapport door een relevante onderzoeks- of adviesorganisatie, en
-
– schade door eigen activiteiten wordt verminderd of voorkomen,
-
b. bestaande uit: apparatuur, landschapselementen, bouwkundige of civieltechnische werken
die technisch noodzakelijk zijn voor versterking van de gebiedseigen biodiversiteit
en al dan niet de volgende onderdelen: natuurlijke speelelementen en een natuurzwemvijver,
met uitzondering van de volgende onderdelen: geprefabriceerde speelelementen, investeringen
in woningen en andere in de Milieulijst genoemde bedrijfsmiddelen.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 1.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Voor maatregelen in de bebouwde omgeving kan men gebruik maken van de
informatie van de vogelbescherming (www.vogelbescherming.nl/vogels_beschermen/stad_en_dorp/stadsvogels) en van het biodiversiteitsportaal (www.biodiversiteit.nl).
Installaties en civiele voorzieningen
F 6405
Draaibare multifunctionele oppervlaktebedekking
-
a. bestemd voor: multifunctionele voorzieningen door middel van volautomatische draaibare
kokers, waarbij voor ten minste twee zijden van driekantige kokers en ten minste drie
zijden van vierkantige kokers geldt dat de gekozen voorzieningen luchtzuivering, waterberging,
energieopwekking, productie van groene grondstoffen, vermindering van het warmte-eiland
effect of vergelijkbaar milieuvoordeel betreffen,
-
b. bestaande uit: (vol)automatische draaibare kokers met bovengenoemde voorzieningen,
een bevestigingsframe en al dan niet de volgende onderdelen: bodem- of gevelbevestiging
en constructieve aanpassingen ten behoeve van plaatsing, met uitzondering van kosten
voor energieopwekking.
F 6420
Vegetatiedak
-
a. bestemd voor: het afdekken en isoleren van een dakconstructie van een bedrijfsgebouw
door een pakket van waterbufferende lagen met vegetatie ter voorkoming van overlast
of overbelasting van het riool door regenwater, ter zuivering van de buitenlucht of
ter bevordering van broed- en foerageergelegenheid voor dieren,
-
b. bestaande uit: een waterkerende folie, een teeltlaag en al dan niet de volgende onderdelen:
een drainagelaag, een kunstmatige bevloeiing en verankering, constructieve aanpassingen
bij bestaande daken en nestelvoorzieningen.
Toelichting: Investeringen in het kader van de Green Deal ‘Groene Daken’ kunnen mogelijk
gemeld worden voor dit bedrijfsmiddel.
F 6421
Gevelbegroeiingssysteem
-
a. bestemd voor: het bedekken van de verticale buitenzijden van een bedrijfsgebouw door
een vegetatielaag voor verkoeling en zuivering van de buitenlucht of ter bevordering
van broed- en foerageermogelijkheden van dieren,
-
b. bestaande uit: een frame met substraat en al dan niet de volgende onderdelen: een
gevelbeschermende laag, constructieve aanpassingen bij bestaande muren, irrigatieleidingwerk
en nestelvoorzieningen.
Toelichting: Investeringen in het kader van de Green Deal ‘Groene Daken’ kunnen mogelijk
gemeld worden voor dit bedrijfsmiddel.
G 6422
Muurbegroeiingssysteem
-
a. bestemd voor: het beperken van geluidsoverlast en het bevorderen van broed-, schuil-
of foerageermogelijkheden voor dieren door middel van een muurbegroeiingsysteem met
dubbelzijdige begroeiing, waarbij het metalen frame zodanig beschermd is dat er geen
stoffen uitlogen naar de bodem,
-
b. bestaande uit: een metalen frame met beschermende laag, substraat, dubbelzijdige begroeiing
en al dan niet de volgende onderdelen: irrigatieleidingwerk en nestelvoorzieningen.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 150 per vierkante meter in aanmerking voor
milieu-investeringsaftrek.
G 6440
Infiltratiesysteem
-
a. bestemd voor:
-
1. het bufferen en infiltreren van regenwater in geperforeerde containers, waarbij het
regenwater na verblijf in deze containers infiltreert in de bodem,
-
2. het transporteren van regenwater naar een infiltratiesysteem of infiltreren van regenwater
met geperforeerde leidingen, of
-
3. het bufferen en infiltreren van regenwater in een wadi,
-
b. bestaande uit:
-
1. met betrekking tot onderdeel a, punt 1, een geperforeerde container en al dan niet
de volgende onderdelen: geotextiel en verplaatsbaar sportveld,
-
2. met betrekking tot onderdeel a, punt 2, geperforeerde leidingen en al dan niet geotextiel,
-
3. met betrekking tot onderdeel a, punt 3, een wadi.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel kan worden toegepast in combinatie met een verplaatsbaar
sportveld.
F 6441
Voorziening voor het bufferen en vertraagd afvoeren van regenwater
-
a. bestemd voor: het tijdens hevige regenval opvangen en bufferen van regenwater afkomstig
van bedrijfsterreinen en bedrijfsgebouwen in de gebouwde omgeving, niet zijnde kassen,
waarbij ten minste 50 liter regenwater per vierkante meter opvangoppervlak kan worden
gebufferd en vertraagd wordt afgevoerd met een afvoersnelheid van ten hoogste 0,36
liter per uur per vierkante meter opvangoppervlak,
-
b. bestaande uit: een wateropslagvoorziening en al dan niet de volgende onderdelen: een
verzwaarde dakconstructie en geotextiel.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel G 6440 voor bufferen en infiltreren en bedrijfsmiddel
D 1249 voor het benutten van regenwater.
F 6442
Voorziening voor gecontroleerde regenwateropslag op platte daken
-
a. bestemd voor: het afdekken en isoleren van horizontale dakconstructies van gebouwen
met een absorberende mat voorzien van overstortvoorziening, ter verlenging van de
levensduur van de dakbedekking en ter vermindering van wateroverlast of overbelasting
van het riool door regenval,
-
b. bestaande uit: waterabsorberende dakmaterialen, een sensorgecontroleerde afsluitklep
en al dan niet de volgende onderdelen: een overstortvoorziening, een retourpomp en
een zonnecollector in de waterlaag.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 6441 voor voorzieningen voor het bufferen en vertraagd
afvoeren van regenwater.
F 6443
Waterdoorlatend straatwerk met drainvoegen
-
a. bestemd voor: het bufferen en infiltreren van regenwater door het aanbrengen van waterdoorlatend
straatwerk, waarbij tussen de stenen naaldvilt is aangebracht en, bij slecht doorlatende
ondergrond, verborgen kolken het waterniveau in de bufferende fundering regelen zodat
maximale infiltratie plaatsvindt,
-
b. bestaande uit: straatwerk, een waterbufferende onderlaag, stroken van naaldvilt en
al dan niet verborgen kolken.
F 6446
Decentrale sanitatie-installatie
-
a. bestemd voor: het zuiveren van afvalwaterstromen van huishoudelijke aard of hiermee
vergelijkbaar, waarbij:
-
1. scheiding van afvalwaterstromen aan de bron plaatsvindt en na bewerking of zuivering
van het afvalwater grondstoffen en schoon water worden teruggewonnen die vervolgens
worden gerecycled of anderszins nuttig toegepast, of
-
2. geneesmiddelresten, hormoonverstorende stoffen of multiresistente bacteriën in het
afvalwater onschadelijk worden gemaakt,
-
b. bestaande uit: een vermaler, een vergister, een membraaninstallatie, een oxidatiereactor,
een actief kool filter en al dan niet een afvalcompressor.
A 6448
Douchesysteem met waterrecycling
-
a. bestemd voor: een door KIWA gecertificeerd douchesysteem, waarbij het gebruikte water
tijdens het douchen wordt gefilterd en hergebruikt waardoor het waterverbruik ten
hoogste 1,5 liter per minuut bedraagt,
-
b. bestaande uit: een douche, een microfilter, een UV-filter, een waterreservoir en (eventueel)
wanden van antibacterieel sanitair acryl.
Paragraaf 2b Bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift
Voor een bedrijfsmiddel met doelvoorschrift geldt:
-
1. Een investering in een bedrijfsmiddel met doelvoorschrift komt in aanmerking voor
milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen indien
de investering voldoet aan de voorschriften uit artikel 36 of artikel 47 van de Algemene
Groepsvrijstellingsverordening.
-
2. Een investering in een bedrijfsmiddel met doelvoorschrift die landbouw, bosbouw, energie,
visserij of aquacultuur betreft komt niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek
en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
-
3. Een investering in een bedrijfsmiddel met doelvoorschrift welke primair gericht is
op energiebesparing, duurzame energie of andere energievoorzieningen of energietoepassingen
komt niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving
milieu-investeringen.
-
4. Brandstof en mest worden niet beschouwd als grondstof.
-
5. Het niveau van milieubescherming van bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift is het hoogst
mogelijke, dat in een gemiddeld en financieel gezond bedrijf van de betreffende branche
met succes wordt bereikt, en ligt ten minste hoger dan voorgeschreven door het bevoegd
gezag of verplicht is gesteld op grond van de Nederlandse wet- en regelgeving.
-
6. Een investering die naar aard, gebruik en toepassing overeenkomt met een in paragraaf
2a omschreven bedrijfsmiddel met middelvoorschrift wordt niet gemeld als een bedrijfsmiddel
met doelvoorschrift.
-
7. De steun die middels de milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen
voor een investering in een bedrijfsmiddel met doelvoorschrift kan worden verkregen
bedraagt ten hoogste 30% van de in aanmerking komende kosten.
A 0001
Nieuwe milieuvriendelijke techniek
-
a. bestemd voor: het toepassen van een milieuvriendelijke techniek, waarbij:
-
– het gaat om een voor Nederland nieuw werkingsprincipe,
-
– de belastingplichtige aantoont dat deze specifieke techniek voor het eerst in Nederland
wordt toegepast (bijvoorbeeld door contractuele vastlegging of een verklaring van
de leverancier), en
-
– wordt voldaan aan de vereisten genoemd onder paragraaf 2b van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: apparatuur die technisch noodzakelijk is voor het behalen van de milieuvoordelen.
Toelichting: Elektrisch aangedreven of hybride auto’s komen niet in aanmerking onder
bedrijfsmiddel A 0001. Zie de bedrijfsmiddelen G 3110 en D 3111 voor deze auto's.
Zonnepanelen komen evenmin in aanmerking onder bedrijfsmiddel A 0001.
F 1100
Productieapparatuur voor producten op basis van biomassa
-
a. bestemd voor: de verwerking van biomassa tot een product, waarbij:
-
– het product geen voedingsmiddel of energiedrager zoals brandstof, warmte of elektriciteit,
is,
-
– de biomassa geen mest is,
-
– wordt voldaan aan de vereisten genoemd onder paragraaf 2b van deze bijlage,
-
– het restproduct al dan niet een energie- of voedingsmiddeltoepassing krijgt, en
-
1. het product niet gangbaar is, of
-
2. het product wel gangbaar is maar de gebruikte biomassa niet gangbaar is als grondstof
voor het product,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur voor het verwerken van biomassa
tot een product en voorbewerkingsapparatuur.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel betreft bijvoorbeeld raffinage van biomassastromen
(zoals gras), biochemie of toepassing van natuurlijke vezels, mits het geen gangbare
toepassing is.
Zie de bedrijfsmiddelen F 2430, F 2600, F 2610, F 2612 en F 2613 voor verwerking van
biomassa in de landbouw, visserij of aquacultuur.
F 1200
Apparatuur met verminderd grondstoffenverbruik
-
a. bestemd voor: het verminderen van het verbruik van grondstoffen door efficiënter grondstoffengebruik
of kringloopsluiting, waarbij:
-
– de vermindering niet wordt gerealiseerd door recycling,
-
– het geen vermindering van waterverbruik betreft, en
-
– wordt voldaan aan de vereisten genoemd onder paragraaf 2b van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: apparatuur die technisch noodzakelijk is voor het verminderen van het
verbruik van grondstoffen, met uitzondering van apparatuur ter vermindering van waterverbruik.
Toelichting: Voorbeelden van apparatuur voor vermindering van het verbruik van grondstoffen
zijn microreactoren, spinning disc-reactoren, installaties waardoor grondstoffen langer
meegaan en installaties voor hergebruik van onderdelen of producten.
Zie de bedrijfsmiddelen F 1205 en A 1240 voor investeringen in water- en grondstoffenbesparende
en waterbesparende installaties. Zie bedrijfsmiddel A 1400 en verder voor investeringen
in recycling van grondstoffen en water.
F 1205
Water- en grondstoffenbesparende installatie (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het verminderen van de inname van water en het verbruik van andere grondstoffen
door aanpassing of vervanging van een bestaand proces, waarbij:
-
– de waterinname vermindert met ten minste 25 liter per jaar per geïnvesteerde euro,
-
– de inkoop van ten minste één van de grondstoffen vermindert met ten minste 80% op
gewichtsbasis ten opzichte van de hoeveelheid die zich in de bestaande situatie in
de betreffende waterstroom bevond,
-
– de grondstofbesparing niet wordt gerealiseerd middels vervanging door een andere grondstof,
-
– de besparing wordt gerealiseerd ten opzichte van de bestaande situatie, en
-
– wordt voldaan aan de vereisten genoemd onder paragraaf 2b van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die technisch noodzakelijk is om de water-
en grondstoffenbesparing te realiseren, met uitzondering van investeringen in uitbreiding
van de productiecapaciteit.
A 1240
Waterbesparende installatie
-
a. bestemd voor: het verminderen van de inname van water voor gebruik als koel-, spoel-
of proceswater, waarbij wordt voldaan aan de vereisten genoemd onder paragraaf 2b
van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: apparatuur die technisch noodzakelijk is om de waterbesparing te bereiken.
A 1400
Apparatuur voor recycling van grondstoffen
-
a. bestemd voor: het terugbrengen van afval tot een grondstof, waarbij:
-
– in geval van de verwerking van gemengde stromen de bewerking niet leidt tot te storten
stromen,
-
– het geen vermindering van water- of energiegebruik betreft, en
-
– wordt voldaan aan de vereisten genoemd onder paragraaf 2b van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: apparatuur die technisch noodzakelijk is voor het terugwinnen van de
oorspronkelijke grondstof(fen), met uitzondering van de volgende onderdelen: apparatuur
ter vermindering van water- of energiegebruik en apparatuur ter aanwending van de
teruggewonnen grondstof(fen).
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel betreft bijvoorbeeld recyclinginstallaties voor kunststoffen,
bouwstoffen en dergelijke, scheidingsinstallaties (zoals optische of elektrostatische
scheiders, zifters en destillatiesystemen), wasinstallaties, accucelproductie-eenheden,
recyclinginstallaties voor lithiumhoudende accu's of verwerkingsinstallaties voor
kunstgras.
Zie de bedrijfsmiddelen F 1205 en A 1240 voor investeringen in water- en grondstoffenbesparende
en waterbesparende installaties. Zie bedrijfsmiddel F 1200 en verder voor investeringen
in preventie van gebruik van grondstoffen en water.
B 1405
Terugwinningsinstallatie voor grondstoffen uit afvalwater of waterzuiveringsslib (aanpassen
bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het ten opzichte van de bestaande situatie terugwinnen van één of meer
stoffen uit afvalwater of waterzuiveringsslib, zoals gedefinieerd in het Landelijk
afvalbeheerplan (LAP), zoals bedoeld in artikel 10.3 van de Wet milieubeheer, waarbij:
-
– het terugwinrendement ten minste 25% (op gewichtsbasis) per stof bedraagt,
-
– de teruggewonnen stof(fen) worden gerecycled,
-
– het terugwinrendement wordt berekend ten opzichte van de bestaande situatie, en
-
– wordt voldaan aan de vereisten genoemd onder paragraaf 2b van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die technisch noodzakelijk is voor het
afscheiden en opwerken van de terug te winnen stoffen uit de afvalwaterstroom of het
waterzuiveringsslib, met uitzondering van investeringen in uitbreiding van de productiecapaciteit.
Toelichting: Momenteel is het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 (LAP2) van kracht.
In 2017 wordt LAP2 vervangen door het Landelijk afvalbeheerplan 2017-2029 (LAP3).
F 1406
Terugwinningsinstallatie voor fosfaten of witte fosfor uit afval
-
a. bestemd voor: het terug- of herwinnen van fosfaten of witte fosfor, al dan niet in
combinatie met andere mineralen, uit afvalstromen, waarbij wordt voldaan aan de vereisten
genoemd onder paragraaf 2b van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: apparatuur voor het terugwinnen van fosfaat of witte fosfor en al dan
niet andere mineralen, met uitzondering van investeringen in apparatuur voor het opwerken
en toepassen van teruggewonnen (herwonnen) fosfaat, witte fosfor of andere mineralen.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel betreft bijvoorbeeld de terugwinning van fosfaat of
witte fosfor (P4) uit afvalwater, urine, afvalwaterslib en assen van afvalwaterslibverbranding afkomstig
van communale of industriële biologische waterzuiveringsinstallaties.
F 4410
Apparatuur voor procesgeïntegreerde vermindering van stofontwikkeling (aanpassen bestaande
situatie)
-
a. bestemd voor: het met ten minste 80% verminderen van het ontstaan van stof, al dan
niet in combinatie met het verwijderen van andere milieuschadelijke componenten, door
aanpassing of vervanging van een productieproces in de industrie, waarbij:
-
– sprake is van de aanpak van de stofbron(nen), waarbij het ontstaan van vaste deeltjes
in de lucht wordt voorkomen,
-
– de reststofemissie naar de buitenlucht ten hoogste 5 milligram stof per normaal kubieke
meter bedraagt,
-
– de vermindering van stofemissie niet wordt gerealiseerd door het isoleren, afzuigen
of afvangen van reeds gevormd stof,
-
– de vermindering van de stofontwikkeling gerealiseerd wordt ten opzichte van de bestaande
situatie, en
-
– wordt voldaan aan de vereisten genoemd onder paragraaf 2b van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die technisch noodzakelijk is om het ontstaan
van stof te beperken of te voorkomen, met uitzondering van de volgende onderdelen:
end-of-pipe-technieken en investeringen in uitbreiding van de productiecapaciteit.
F 4420
Apparatuur voor vermindering van stofemissie tijdens niet-reguliere bedrijfsvoering
-
a. bestemd voor: het afscheiden van stof uit afgas of luchtstroom tijdens niet-reguliere
bedrijfsvoering door een vast opgestelde ontstoffingsinstallatie, waarbij de stofemissie
naar de buitenlucht ten hoogste 20 milligram stof per normaal kubieke meter bevat
en wordt voldaan aan de vereisten genoemd onder paragraaf 2b van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die technisch noodzakelijk is om de emissie
van stof te verminderen tijdens niet-reguliere bedrijfsvoering.
Toelichting: Met niet-reguliere bedrijfsvoering wordt bedoeld: storingen, onderhoud
aan de (reinigings-)technieken en opstarten en stoppen van installaties of processen.
Bedrijfsmiddelen die de stofemissie tijdens niet-reguliere bedrijfsvoering kunnen
beperken zijn bijvoorbeeld twee parallel geschakelde stoffilters waarbij in geval
van uitval van één van de twee filters toch sprake is van ontstoffing.
F 4600
Apparatuur voor reductie van styreenemissie (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het verminderen van de styreenemissie van een industrieel productieproces
met ten minste 80% door aanpassing of vervanging van het productieproces, waarbij:
-
– de styreenemissie met meer dan 1.000 kilogram per jaar wordt verminderd,
-
– de styreenemissie wordt voorkomen of afgevangen en teruggewonnen,
-
– de vermindering van de styreenemissie gerealiseerd wordt ten opzichte van de bestaande
situatie, en
-
– wordt voldaan aan de vereisten genoemd onder paragraaf 2b van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die technisch noodzakelijk is om de emissie
van styreen te verminderen, met uitzondering van adsorptietechnieken met actief kool.
Toelichting: Reductie van styreenemissie kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door
het voorkomen van de verdamping van styreen in een gesloten systeem, harsen waarin
styreen deels is vervangen of voorzien zijn van additieven die verdamping van styreen
beperken, alternatieve spuittechnieken en regeneratieve adsorptietechnieken.
TOELICHTING
1. Algemeen
1.1 Inleiding
Deze regeling strekt tot wijziging van de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving
en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 (Aanwijzingsregeling) en ter vervanging
van de bijlage behorende bij de Aanwijzingsregeling (Milieulijst). In de Milieulijst
zijn ter uitvoering van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) categorieën bedrijfsmiddelen
aangewezen die in aanmerking komen voor willekeurige afschrijving (Vamil) als bedoeld
in artikel 3.31 van de Wet IB 2001 en voor milieu-investeringsaftrek (MIA) als bedoeld
in artikel 3.42a van de Wet IB 2001.
Met de instrumenten MIA en Vamil worden investeringen in bedrijfsmiddelen, die in
het belang zijn van de bescherming van het Nederlandse milieu, fiscaal gestimuleerd.
Het gaat hierbij om niet-gangbare bedrijfsmiddelen, waarvan de marktintroductie door
die instrumenten ondersteund wordt.
Jaarlijks vindt er een aanpassing van de Milieulijst plaats, met als reden dat voor
bepaalde bedrijfsmiddelen verdere stimulering van de marktintroductie niet meer noodzakelijk
wordt geacht, dat de formulering van bepaalde bedrijfsmiddelen wordt aangescherpt
of versoepeld of dat er nieuwe, innovatieve bedrijfsmiddelen op de Milieulijst worden
opgenomen. In de volgende paragrafen wordt hier nader op ingegaan.
De toekenning van MIA en Vamil moet voldoen aan Europeesrechtelijke staatssteunregels
die zijn neergelegd in de Algemene Groepsvrijstellingsverordening2, de Landbouw Groepsvrijstellingsverordening3 of de Visserij Groepsvrijstellingsverordening4. Op grond van deze staatssteunregels kan in sommige gevallen geen MIA en Vamil worden
toegekend. Voorheen waren deze gevallen (afwijkingsgronden) opgenomen in de Aanwijzingsregeling,
de Milieulijst of het aanmeldformulier. In verband met de jaarlijkse aanpassing van
de Milieulijst wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om, omwille van de kenbaarheid
en eenduidigheid, alle afwijkingsgronden op te nemen in de Aanwijzingsregeling (artikel
I, onderdeel B). Tevens wordt van de gelegenheid gebruikgemaakt om de beperking ingevolge
artikel 3 van de Aanwijzingsregeling duidelijker te formuleren (artikel I, onderdeel
C).
Het budget voor Vamil bedraagt € 40 miljoen voor 2017; het voor MIA beschikbare budget
voor 2017 bedraagt € 97 miljoen. Per melding dient de investering ten minste € 2500
te bedragen om in aanmerking te komen voor Vamil of MIA.5
1.2 Europeesrechtelijke aspecten
Het voordeel dat op basis van MIA en Vamil door de ondernemer kan worden verkregen,
is in veel gevallen aan te merken als staatssteun in de zin van artikel 107 van het
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Bij de aanpassing van
de Aanwijzingsregeling per 1 januari 2016 zijn de Aanwijzingsregeling en Milieulijst
vastgesteld in overeenstemming met de Algemene Groepsvrijstellingsverordening, de
Landbouw Groepsvrijstellingsverordening en de Visserij Groepsvrijstellingsverordening,
waardoor de steun geoorloofde staatssteun betreft. Voor een uiteenzetting van welke
steuncategorieën uit de genoemde groepsvrijstellingen er bij het verlenen van Vamil
of MIA gebruik wordt gemaakt, wordt verwezen naar de toelichting6 bij de vorige wijziging van de Aanwijzingsregeling en de op grond van de eerdergenoemde
vrijstellingsverordeningen gedane kennisgevingen aan de Europese Commissie7.
1.3 Administratieve lasten en nalevingskosten
De administratieve lasten en de inhoudelijke nalevingskosten die samenhangen met de
toepassing van de instrumenten MIA en Vamil vloeien niet voort uit de Aanwijzingsregeling,
maar uit de Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving 2001 en de Meldingsregeling
milieu-investeringsaftrek 2001. De wijziging van de Aanwijzingsregeling heeft dan
ook geen gevolgen voor de administratieve lasten of nalevingskosten.
1.4 Notificatie
In deze regeling is sprake van technische specificaties die vergezeld gaan van fiscale
maatregelen die van invloed zijn op het gebruik van producten doordat zij naleving
van technische specificaties aanmoedigen. De Aanwijzingsregeling valt dan ook onder
de omschrijving van artikel 1, eerste lid, onderdeel f, tweede alinea, punt iii, van
Richtlijn 2015/1535/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015
betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en
regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015,
L 241). Om te voldoen aan artikel 5, eerste lid, van de genoemde richtlijn, is de
ontwerpregeling op 2 december 2016 (notificatienummer 2016-0632-NL) gemeld aan de
Europese Commissie. Uit artikel 7, vierde lid, van de genoemde richtlijn vloeit voort
dat deze regeling na notificatie zonder uitstel in werking kan treden.
1.5 Inwerkingtreding
Bij het bepalen van het tijdstip van inwerkingtreding van 1 januari 2017 is aangesloten
bij het systeem van de fiscale wetgeving waarbij in beginsel wordt uitgegaan van kalenderjaren.
Er wordt afgeweken van de minimuminvoeringstermijn omdat de doelgroepen gebaat zijn
bij een spoedige inwerkingtreding. Het systeem van de vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijnen
staat deze uitzondering toe.8
2 Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
Vanaf 2017 wordt omwille van de overzichtelijkheid in de Milieulijst een onderscheid
gemaakt tussen een bedrijfsmiddel met doelvoorschrift, voorheen generiek bedrijfsmiddel
genoemd, en een bedrijfsmiddel met middelvoorschrift. Om deze reden wordt in artikel
1 van de Aanwijzingsregeling de term ‘generiek bedrijfsmiddel’ vervangen.
Artikel I, onderdeel B
Aan artikel 2a van de Aanwijzingsregeling worden twee afwijkingsgronden toegevoegd,
die net als de bestaande afwijkingsgronden betrekking hebben op staatssteun. De eerste
toevoeging was voorheen opgenomen in de Milieulijst, maar wordt omwille van de kenbaarheid
opgenomen in artikel 2a, onderdeel d, van de Aanwijzingsregeling. Om in aanmerking
te komen voor MIA of Vamil moet de belastingplichtige ondernemer die actief is in
de productie van primaire landbouwproducten, visserijproducten of aquacultuurproducten
een kleine of middelgrote onderneming zijn. Wanneer hier sprake van is, is gedefinieerd
in artikel 1 van de Landbouw Groepsvrijstellingsverordening en de Visserij Groepsvrijstellingsverordening.
Dit voorschrift was voorheen opgenomen in de Milieulijst, maar is omwille van de kenbaarheid
verplaatst naar artikel 2a van de Aanwijzingsregeling.
De tweede toevoeging in artikel 2a al opgenomen in het aanmeldformulier voor MIA en
Vamil, maar wordt omwille van de kenbaarheid opgenomen in artikel 2a, onderdeel e,
van de Aanwijzingsregeling. Belastingplichtige ondernemers die actief zijn in de productie
van visserijproducten of aquacultuurproducten kunnen alleen voor MIA en Vamil in aanmerking
komen indien het bedrijfsmiddel waarin zij investeren past onder de voorschriften
(waaronder artikel 4, tweede lid) van de Visserij Groepsvrijstellingsverordening.
Indien blijkt dat de betreffende onderneming niet aan de voorschriften van het gemeenschappelijk
visserijbeleid voldoet, vloeit uit de algemene belastingsystematiek voort dat MIA
en Vamil niet worden toegekend.
Artikel I, onderdeel C
In de praktijk blijkt onvoldoende duidelijk te zijn dat het maximum aan in aanmerking
komende investeringen per jaar, per belastingplichtige en per bedrijfsmiddel geldt.
Met de wijziging van artikel 3 van de Aanwijzingsregeling wordt expliciet geformuleerd
dat investeringen op grond van de Aanwijzingsregeling alleen in aanmerking komen voor
MIA en Vamil indien zij per belastingplichtige per jaar het bedrag van € 25 miljoen
niet te boven gaan. Tevens wordt in artikel 3 van de Aanwijzingsregeling expliciet
opgenomen dat per bedrijfsmiddel voor niet meer dan € 25 miljoen in aanmerking komt
voor MIA en Vamil.
Artikel II
Zie hiervoor het algemeen deel van de toelichting onder paragraaf 1.5.
3. Toelichting op de Milieulijst
3.1. Milieulijst 2017
De Milieulijst 2017 bevat de bedrijfsmiddelen die in 2017 voor MIA of Vamil in aanmerking
komen. De Milieulijst 2017 is ingedeeld in milieuthema’s. Het eerste cijfer van de
code waaronder een bedrijfsmiddel op de lijst is vermeld, verwijst naar het betreffende
milieuthema:
Ten opzichte van 2016 zijn de volgende nieuwe bedrijfsmiddelen in de Milieulijst 2017
opgenomen:
Nummer Milieulijst 2017
|
Bedrijfsmiddel
|
A 1241
|
Ultrasoon reinigingssysteem
|
A 1285
|
Verfemmer voor het verwarmen van alkydverf
|
E 1286
|
Verfmengmachine met retournering van pigmentspoeling
|
F 1401
|
Near Infrared-afvalscheidingsinstallatie (NIR) voor het scheiden van zwarte afvalstoffen
|
F 1402
|
Afvalscheidingsinstallatie op basis van magnetische dichtheidsscheiding (MDS)
|
F 1403
|
Scheidingsinstallatie voor non ferro metalen en RVS op basis van inductie
|
F 1404
|
Sorteerinstallatie met robots
|
F 1815
|
Gecertificeerde plastics op basis van biomassa in (onderdelen van) een product
|
B 2214
|
Systeem voor monitoring van diergezondheid
|
B 2338
|
Voorziening of apparatuur voor het verminderen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
in de fruitteelt of glastuinbouw (aanpassen bestaande situatie)
|
B 2347
|
Kuubkisten voor bloembollen die geen vocht en chemische middelen opnemen
|
A 2353
|
Precisie zaaimachine voor sojateelt
|
B 2354
|
Machine voor het oogsten van sojabonen
|
F 3108
|
Elektrische bus
|
F 3114
|
Elektrische bestelauto
|
F 3125
|
Verwarmd ruitensproeiervloeistofsysteem voor een vrachtwagen
|
F 3192
|
Transportcontainer met niet-cryogene CO2-koelinstallatie
|
A 3193
|
Piek-voertuig met een hermetisch gesloten koelsysteem
|
F 3300
|
Golfvoorspeller
|
F 3332
|
Antifoulingsysteem voor scheepshuiden
|
B 3730
|
Afleverstation voor hoge blend biobrandstof
|
A 5405
|
Apparatuur voor lokale productie van gevaarlijke stoffen (aanpassing bestaande situatie)
|
A 5406
|
Apparatuur voor continue productie van gevaarlijke stoffen (aanpassen bestaande situatie)
|
C 6311
|
Duurzaam beton(product) met ten minste 30% gerecycled content
|
A 6312
|
Duurzame eenlaags bitumen dakbedekking
|
F 6443
|
Waterdoorlatend straatwerk met drainvoegen
|
A 6448
|
Douchesysteem met waterrecycling
|
3.2 Bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift
De meeste bedrijfsmiddelen op de Milieulijst 2017 zijn specifiek omschreven: het middel
waarmee een bepaald milieudoel moet worden behaald wordt daarmee aangewezen (middelvoorschrift).
Deze bedrijfsmiddelen staan in paragraaf 2a van de Milieulijst. De Milieulijst 2017
bevat ook bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift, waarbij alleen een bepaalde milieuprestatie
wordt geëist. Het bedrijfsleven wordt zo geprikkeld om zelf met innovatieve oplossingen
te komen. De mogelijkheden van deze omschrijvingen zijn veelomvattend. De bedrijfsmiddelen
met doelvoorschrift9 zijn opgesomd in paragraaf 2b van de Milieulijst 2017.
Investeringen die landbouw betreffen komen in 2017 niet in aanmerking voor MIA en
Vamil onder een bedrijfsmiddel met doelvoorschrift, omdat in voorgaande jaren is gebleken
dat er slechts beperkt meldingen worden gedaan voor bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift
die de landbouw betreffen. De gemelde investeringen in de landbouw betreffen veelal
waterbesparende apparatuur waarvoor in het hoofdstuk ‘Voedselvoorziening en duurzame
landbouw’ bedrijfsmiddelen met middelvoorschrift zijn opgenomen.
In de loop van de jaren zijn de milieulijsten steeds meer bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift
gaan bevatten. Voorheen stonden de omschrijvingen van bedrijfsmiddelen met middel-
en doelvoorschrift door elkaar op de Milieulijst. Die indeling sloot niet meer goed
aan bij de ambitie om de omschrijvingen op de Milieulijst herkenbaar en transparant
te houden. De Milieulijst 2017 kent daarom een nieuwe indeling met een scheiding tussen
de bedrijfsmiddelen met middelvoorschrift en bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift.
Een investering met doelvoorschrift moet gericht zijn op milieubescherming in Nederland.
Onder milieubescherming wordt verstaan: elke maatregel die is gericht op preventie
of herstel van aantastingen van de natuurlijke omgeving of de natuurlijke hulpbronnen
door de eigen activiteiten van een begunstigde, op beperking van het risico op dergelijke
aantastingen, dan wel op aanmoediging van een rationeler gebruik van die hulpbronnen,
daaronder begrepen energiebesparende maatregelen en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen
(artikel 2, honderdeneerste lid, van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening).
De in aanmerking komende kosten zijn de bijkomende investeringskosten die nodig zijn
om verder te gaan dan de toepasselijke EU-normen of om, bij het ontbreken van EU-normen,
het niveau van milieubescherming te verhogen.
Deze kosten worden als volgt vastgesteld:
-
a) wanneer de kosten voor de milieu-investering binnen de totale investeringskosten als
een afzonderlijke investering kunnen worden vastgesteld, vormen deze specifiek op
milieubescherming betrekking hebbende kosten de in aanmerking komende kosten;
-
b) in alle overige gevallen worden de kosten van investeringen in milieubescherming vastgesteld
ten opzichte van een vergelijkbare, minder milieuvriendelijke investering die zonder
de steun op geloofwaardige wijze zou zijn verricht. Het verschil tussen de kosten
van beide investeringen levert de met milieubescherming verband houdende kosten op
en geldt als de in aanmerking komende kosten.
De kosten die niet rechtstreeks verband houden met het behalen van een hoger niveau
van milieubescherming, komen niet in aanmerking (artikel 36, vijfde lid, van de Algemene
Groepsvrijstellingsverordening).
In geval van recycling of hergebruik van door andere ondernemingen geproduceerd afval
geldt een andere omschrijving van de in aanmerking komende kosten: de in aanmerking
komende kosten zijn de bijkomende investeringskosten die nodig zijn voor het uitvoeren
van een investering die tot betere of efficiëntere recycling- of hergebruiksactiviteiten
leidt, vergeleken met een conventioneel proces van hergebruik en recycling met dezelfde
capaciteit die zonder de steun zou zijn gebouwd (artikel 47, zevende lid, van de Algemene
Groepsvrijstellingsverordening).
Tevens geldt voor alle bedrijfsmiddelen met doelvoorschrift het beginsel ‘de vervuiler
betaalt’: het beginsel dat de kosten van het bestrijden van de vervuiling moeten worden
gedragen door de vervuiler die de vervuiling heeft veroorzaakt (artikel 2, honderdentweeëntwintigste
lid, van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening).
3.3 Circulaire economie
Hoofdstuk 1 op de Milieulijst heet vanaf 1 januari 2017 ‘Circulaire Economie’ in plaats
van ‘Grondstoffen en afval’. Dit om het groeiende belang van dit veelomvattende thema
te benadrukken.
In september 2016 is het Rijksbrede programma Circulaire Economie ‘Nederland circulair
in 2050’10 verschenen. Dit programma bouwt voort op het programma Van Afval Naar Grondstof (VANG)11 en de Visie Biomassa 203012. Daarnaast zijn het Ketenakkoord Kunststofkringloop13 en de Green Deal Verduurzaming Betonketen14 afgerond.
Circulaire Economie kent een scala aan bestaande en nieuwe speerpunten. Met MIA en
Vamil worden vele van deze speerpunten ondersteund.
MIA en Vamil ondersteunen het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) door recycling die verder
gaat dan wat gangbaar is te stimuleren. Per 17 december 2017 loopt het LAP2 af. Op
dit moment wordt er gewerkt aan de opvolger hiervan, het LAP315. In het aanstaande LAP3 wordt het begrip ‘voorkeursrecycling’ geïntroduceerd; recycling
kan een breed scala aan verwerkingstechnieken inhouden, waarbij sommige de voorkeur
hebben. MIA en Vamil kunnen een belangrijke rol spelen bij het in de markt zetten
van deze voorkeursrecycling. Onder de codes F 1401 tot en met F 1404 worden vier scheidingstechnieken
met veelbelovende circulaire effecten opgenomen.
Een speerpunt in het Rijksbrede Programma Circulaire Economie is het verhogen van
gebruik van biobased en gerecycled materiaal. Met het bedrijfsmiddel, genoemd in code F 1815, stimuleren
MIA en Vamil als eerste stap producten gemaakt van bioplastics. Code F 1815 is een
uitwerking van de Green Deal Groencertificaten waarbinnen een methode ontwikkeld is
om door middel van certificering te garanderen dat plastics uit hernieuwbare, duurzaam
geproduceerde en verwerkte grondstoffen zijn gemaakt. Inmiddels kondigen de eerste
commerciële biobased fabrieken zich aan; deze kunnen onder code F 1100 van de Milieulijst 2017 worden
gemeld.
MIA en Vamil stimuleren de inzet van gerecycled materiaal. Op de Milieulijst 2017
zijn bedrijfsmiddelen opgenomen om de inzet van gerecycled materiaal in de bouwsector
te bevorderen. Met het bedrijfsmiddel onder code C 6311 voor duurzaam beton met een
hoog percentage gerecycled content wordt aangesloten bij de inmiddels afgeronde Green
Deal Verduurzaming Betonketen. Code A 6312 voor duurzame dakbedekking stimuleert de
inzet van dakbedekking met een laag bitumengehalte, die aan het einde van de levensduur
door de fabrikant wordt teruggenomen en gerecycled tot grondstoffen voor nieuwe dakbedekking.
3.4 Voedselvoorziening en landbouwproductie
De Milieulijst 2017 biedt veel mogelijkheden voor ondernemingen die actief zijn in
de primaire productie van landbouwgewassen, visserij en aquacultuur. Voor deze sector
komen alleen investeringen door kleine of middelgrote ondernemingen in aanmerking.
Verder gelden voor landbouw, visserij en aquacultuur maximale bedragen om binnen de
steunplafonds van de Landbouw Groepsvrijstellingverordening en de Visserij Groepsvrijstellingsverordening
te blijven. Voor kassen, stallen en verwerkingsapparatuur gelden daarom maximale investeringsbedragen.
MDV stallen
In 2017 moeten de MDV-stallen voldoen aan de nieuwe Maatlat Duurzame Veehouderij,
versie 1116. De Energiemaatlat in de Maatlat Duurzame Veehouderij wordt verbreed tot een Klimaatmaatlat.
De keuzemaatregelen, om voldoende punten te halen om aan het certificeringsschema
te voldoen, hebben naast energiebesparing en opwekking van duurzame energie ter voorkoming
van CO2-uitstoot in 2017 ook betrekking op de reductie van de uitstoot van andere broeikasgassen,
zoals methaan en lachgas. Voor de pluimveestallen wordt extra voordeel beschikbaar
gesteld voor meer ruimte per dierplaats. In 2017 bieden MIA en Vamil opnieuw een voordeel
voor melkveestallen waarbij weidegang wordt toegepast.
Glastuinbouw
In 2017 ondersteunen MIA en Vamil vrijwel elke investering in het tegengaan of verminderen
van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de kas. Daarnaast bieden de faciliteiten
voordeel voor investeringen in (collectieve) waterzuiveringsinstallaties en het langer
recyclen van drainwater. Daarmee worden ondernemers die investeren in technieken om
te komen tot een gesloten teeltsysteem in de glastuinbouw, ondersteund.
In 2017 worden de Groen Label kassen getoetst aan een nieuw certificeringsschema (GLK12)17.
Landbouw
Ondernemers die investeren in het zuiveren van afvalwater of het voorkomen van lozingen
als gevolg van land- en tuinbouwactiviteiten kunnen in 2017 rekenen op meer voordeel
via MIA en Vamil. Zo biedt de Milieulijst 2017 meer mogelijkheden voor precisielandbouw.
Nieuw op de Milieulijst 2017 zijn een precisiezaaimachine en oogstmachine die uitsluitend
bestemd zijn voor sojateelt.
Daarnaast biedt de Milieulijst 2017 opnieuw belastingvoordeel voor het tegengaan van
erfafspoeling bij veehouderijen en voor het verminderen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
in de fruitteelt. Tot slot zijn de mogelijkheden voor het automatisch verstrekken
van ruwvoer aan herkauwers op de Milieulijst 2017 verruimd.
3.5 Mobiliteit
De Milieulijst 2017 is verder in lijn gebracht met de ambities en prioriteiten zoals
beschreven in ‘Een duurzame brandstofvisie met LEF‘18. Op de Milieulijst 2017 zijn de elektrische bestelauto (code F 3114) en de elektrische
bus (code F 3108) toegevoegd. Voor de elektrische bus is de opname op de Milieulijst
bedoeld om marktpartijen te faciliteren bij het bereiken van 100 procent uitstootvrij
rijden in 2025. Deze ambitie is meest recent vastgelegd in het ‘Bestuursakkoord Zero
Emissie Regionaal openbaar vervoer per bus’ van 22 maart 201619.
De geluidseis voor stille trucks onder code E 3170 wordt in 2017 met 1 dB(A) aangescherpt,
zodat de regeling blijft aansluiten bij de laatste technische ontwikkelingen in de
markt. Hiermee kan niet meer automatisch iedere ‘Quiet Truck’ voldoen aan de eisen voor verkrijging van de MIA. Met marktpartijen wordt bezien
of voor 2018 de eisen voor het Quiet Truck-certificaat en de MIA weer met elkaar gelijk
kunnen lopen. Een verdere aanscherping van de geluidsnorm in 2018 kan daar deel van
uitmaken.
Bij de mobiele koelinstallaties focust de Milieulijst 2017 op gesloten systemen en
koelmiddelen met een lager Global Warming Potential (GWP) dan gangbaar. Nieuw is hier het bedrijfsmiddel onder code A 3193 voor een Piek-voertuig
met een hermetisch gesloten systeem. Ook nieuw is het bedrijfsmiddel onder code F
3192 voor transportkoeling met CO2 als koelmiddel. Naarmate de beschikbaarheid van systemen met een laag GWP toeneemt,
zullen de eisen verder worden aangescherpt.
Bij de scheepvaart is het bedrijfsmiddel onder code F 3331 voor een milieuvriendelijk
beschermingssysteem vervangen door het bedrijfsmiddel, genoemd in code F 3332, voor
een antifoulingsysteem zonder schadelijke componenten en met een lange houdbaarheid,
om de belasting van oppervlaktewateren te beperken. Daarnaast kunnen onder code F
3360 zeeschepen in aanmerking komen voor MIA en Vamil als wordt geïnvesteerd in motoraanpassingen
om de NOx-emissie van die motoren te verminderen conform
Bij de mobiele machines zijn de geluidseisen voor verschillende typen machines onder
de codes F 3410, B 3411 en E 3412 verder aangescherpt. Voor de luchtemissies is fase
V opgenomen, waarmee wordt aangesloten bij de nieuwste Europese eisen voor luchtzijdige
emissies. Tot slot zijn de definities van mobiele machines in lijn gebracht met de
wijzigingen in de voertuigregelgeving.
3.6 Klimaat en lucht
Voor de elektronicaindustrie (halfgeleiders of zonnecellen) sluit de Milieulijst 2017
aan op de laatste technische ontwikkeling: het reinigen met fluorgas (code F 4230)
ter vervanging van reiniging met een fluoridehoudend gas. Fluorgas draagt niet bij
aan het broeikaseffect. Met het bedrijfsmiddel onder F 4230 kan het gebruik van gangbare
fluorhoudende broeikasgassen met een zeer hoge Global Warming Potential (GWP) worden aangepakt.
Daarnaast zijn de codes A 4480 en A 4680 gewijzigd en gericht op het ioniserend verwijderen
van fijnstof en het niet-thermisch oxideren van geurstoffen, vluchtige organische
stoffen (VOS) of pathogenen.
3.7 Ruimtegebruik
Nieuw op de Milieulijst 2017 zijn twee bedrijfsmiddelen (codes A 5405 en A 5405) die
externe veiligheid betreffen. Deze bedrijfsmiddelen zijn gericht op het voorkomen
van calamiteiten met gevaarlijke stoffen bij transport en grootschalige opslag. Hiermee
stimuleren MIA en Vamil productieapparatuur waarmee de veiligheidsrisico’s bij de
bron worden aangepakt. Tevens worden bedrijfsmiddelen die gericht zijn op het efficiënter
produceren gestimuleerd waarbij grote opslag van gevaarlijke stoffen en daaraan verwante
risico’s zoveel mogelijk worden beperkt.
3.8 Duurzaam bouwen
Zoals in paragraaf 3.3 van deze toelichting is aangegeven, zijn er twee bedrijfsmiddelencodes
opgenomen voor duurzame bouwmaterialen: code C 6311 voor duurzame beton en A 6312
voor duurzame bitumen dakbedekking. Verdere nieuwe bedrijfsmiddelen staan onder de
codes F 6443 voor waterdoorlatend straatwerk met drainvoegen en A 6448 voor douchesystemen
met waterrecycling.
Daarnaast is het voordeel op grond van MIA voor de duurzame gebouwen volgens certificeringsschema’s
BREEAM-NL, GPR Gebouw en LEED BD+C21 verlaagd vanwege herprioritering van het beschikbare budget. De bedrijfsmiddelen
onder de codes E 6117 en E 6122 zijn vervallen, omdat inmiddels in de praktijk is
gebleken dat het goed mogelijk is aan de hogere duurzaamheidseisen van codes D 6115,
E 6116, D 6120 en E 6121 te voldoen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
S.A.M. Dijksma