Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 2 december 2016, nr. 2021527, tot wijziging van de Regeling toetsing geweldsbeheersing politie in verband met de verlenging van de looptijd van de regeling tot 1 januari 2018

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 26, eerste en tweede lid, van het Besluit bewapening en uitrusting politie;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling toetsing geweldsbeheersing politie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3 vervalt het tweede lid, onder vernummering van het derde lid tot het tweede lid.

B

Artikel 7a komt te luiden als volgt:

Artikel 7a

Deze regeling vervalt op 1 januari 2018.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

TOELICHTING

Op 1 januari 2016 is de Regeling toetsing geweldsbeheersing politie (hierna: RTGP) gewijzigd (zie Stcrt. 2015, 45456). Daarbij is onder meer bepaald dat de regeling vervalt op 1 januari 2017. Blijkens de toelichting houdt die datum verband met de invoering van de Integrale beroepsvaardigheidstraining (IBT) Nieuwe Stijl. Halverwege 2016 bleek dat de doorontwikkeling van IBT naar IBT Nieuwe Stijl nog niet zover gevorderd was dat (belangrijke) elementen uit het concept IBT Nieuwe Stijl kunnen en moeten worden geïntegreerd in de RTGP. Ook de bedrijfsvoering van de politie is nog onvoldoende voorbereid op een volledige invoering van IBT Nieuwe Stijl.

IBT Nieuwe Stijl behelst een nieuwe manier van trainen en toetsen, afgestemd op een praktijkgerichte context waarbij niet zozeer het toetsen maar vooral het trainen en toerusten centraal staat. Deze nieuwe systematiek, waarvan ook de fysieke vaardigheidstoets deel zal uitmaken, moet ervoor zorgen dat politiemedewerkers hun taak op een goede manier en met zelfvertrouwen kunnen uitoefenen.

IBT Nieuwe Stijl vergt een verdere professionalisering van de IBT-docenten en aanpassingen in de bedrijfsvoering van de politie. Invoering van de IBT Nieuwe Stijl is daarmee op zich al een complexe operatie die zich bovendien moet voltrekken in een tijdspanne waarin de met de komst van de nationale politie samenhangende personele reorganisatie nog geruime tijd gaande zal zijn. Het jaar 2016 was in eerste instantie bestempeld als overgangsjaar, bedoeld om behalve de bedrijfsvoering ook alle RTGP-plichtige medewerkers optimaal voor te bereiden op IBT Nieuwe Stijl. In de loop van 2016 is echter, mede in het licht van de vorenbedoelde reorganisatie-inspanningen, gebleken dat een jaar hiervoor te kort is en dat per 1 januari 2017 een nieuwe RTGP gebaseerd op IBT Nieuwe Stijl nog niet mogelijk is. Dit is aanleiding om de RTGP thans nogmaals met in eerste instantie een jaar te verlengen. Voor de goede orde wordt hierbij opgemerkt dat de politie voor de volledige doorontwikkeling en invoering van IBT Nieuwe Stijl een tijdpad heeft uitgezet dat loopt tot 2020. Gaande dit tijdpad zal bezien worden of elementen daarvan zodanig zijn doorontwikkeld dat zij kunnen en ook moeten worden geïntegreerd in de huidige RTGP.

Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om artikel 3, tweede lid, te laten vervallen. De achtergrond hiervan is als volgt. De politie heeft in de jaren 2013–2015, met een kleine uitloop naar 2016, een nieuw vuurwapen in gebruik genomen. Voor het jaar 2016 was in de RTGP vastgelegd dat, ter gewenning aan dit nieuwe vuurwapen, acht additionele trainingsuren beschikbaar werden gesteld aan medewerkers die het vuurwapen niet eerder in gebruik konden nemen. Vanaf 2017 is er geen behoefte meer aan deze additionele trainingsuren en daarmee geen noodzaak meer om deze bepaling in de RTGP te handhaven.

Eveneens wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om ter toelichting nog op het volgende te wijzen. In de bestaande RTGP wordt RTGP-plichtige medewerkers ten minste 32 uur aangeboden voor training en toetsing (artikel 3, eerste lid). Ingevolge de politie CAO 2015-2017 zal (zo spoedig mogelijk) in de periode 2016-2017 het aantal trainingsuren per RTGP-plichtige medewerker worden verhoogd naar gemiddeld 42 uur per medewerker. Dit aantal is inclusief de Fysieke Vaardigheidstoets. Gelet op het groeitraject dat ligt besloten in deze cao afspraak, de afspraak dat het gaat om een gemiddeld aantal trainingsuren en omdat het huidige artikel 3, eerste lid, spreekt over een minimum aantal trainingsuren, wordt dat artikellid niet aangepast. Dit neemt niet weg dat uit de aard der zaak de vorenbedoelde cao afspraak wel tot uitvoering wordt gebracht in de bedrijfsvoering van de politie.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven