Besluit van 9 december 2016, nr. 2016002179 houdende het opnieuw instellen van de Review Board Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie en daarmee het verlengen van de instellingstermijn

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 6 december 2016, nr. 2022290, gedaan mede namens Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst;

Gelet op artikel 5, eerste lid, van de Kaderwet adviescolleges;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Aanvalsprogramma:

Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie;

b. Onze Minister:

Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

c. CIO:

Chief Information Officer van de politie.

Artikel 2

Er is een Review Board Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie, hierna te noemen de Review Board.

Artikel 3

De Review Board heeft als taak te beoordelen in hoeverre met de uitvoering van het Aanvalsprogramma de door Onze Minister gewenste richting, doelen en resultaten worden bereikt en naar aanleiding hiervan te adviseren.

Artikel 4

  • 1. Onze Minister slaat acht op een voorstel van de CIO bij het verstrekken van een overzicht van de voornemens om advies te vragen ten behoeve van een ontwerp voor een werkprogramma van de Review Board voor het volgende kalenderjaar.

  • 2. Op verzoek van Onze Minister licht de Review Board het advies toe.

  • 3. De CIO houdt Onze Minister en de Review Board driemaandelijks schriftelijk op de hoogte van de implementatie van de aanbevelingen van de Review Board.

Artikel 5

  • 1. De Review Board baseert haar adviezen op door of namens Onze Minister verstrekte documenten.

  • 2. De Review Board bestudeert plannen en andere mijlpaaldocumenten die zijn opgesteld onder verantwoordelijkheid van de CIO en voert gesprekken met functionarissen binnen en buiten de politie voor de uitvoering van het Aanvalsprogramma.

  • 3. Onze Minister stelt documenten en andere informatie beschikbaar die de Review Board redelijkerwijs voor haar taakoefening nodig heeft en doet hiervan mededeling aan de CIO.

  • 4. De Review Board neemt kennis van andere documenten voor zover zij deze redelijkerwijs voor haar taakoefening nodig heeft.

  • 5. De Review Board ontvangt van Onze Minister alle externe adviezen aan de CIO voor zover zij deze redelijkerwijs voor haar taakoefening nodig heeft alsmede de opvatting van de CIO daarover.

  • 6. De Review Board wordt door Onze Minister voortdurend geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van het Aanvalsprogramma en maakt daarover nadere afspraken met Onze Minister.

Artikel 6

De Review Board bestaat uit een voorzitter en ten hoogste zes andere leden.

Artikel 7

  • 1. De secretaris maakt zo veel mogelijk gebruik van de administratieve ondersteuning, de faciliteiten en de huisvesting die door de CIO beschikbaar zijn gesteld.

  • 2. De leden en ondersteunende medewerkers kunnen gebruik maken van de administratieve ondersteuning, de faciliteiten en de huisvesting die door de CIO beschikbaar zijn gesteld.

Artikel 8

  • 1. De secretaris archiveert de stukken van de Review Board met inachtneming van de beheersregels op grond van de Archiefwet en het Archiefbesluit.

  • 2. Na de opheffing van de Review Board wordt het archief overgedragen aan het archief van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Artikel 9

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 2016.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2018.

Onze Minister van Veiligheid en Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de leden van de Review Board.

Wassenaar, 9 december 2016

Willem-Alexander

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen

1. Opnieuw instellen van de Review Board Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie en daarmee verlengen van de instellingstermijn

Dit besluit strekt tot het opnieuw instellen van de Review Board Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie (hierna: Review Board) en daarmee verlengen van de instellingstermijn. De Review Board heeft tot taak te beoordelen in hoeverre met de uitvoering van het Aanvalsprogramma de door de Minister van Veiligheid en Justitie gewenste richting, doelen en resultaten worden bereikt en naar aanleiding hiervan te adviseren.

De Review Board was met ingang van 1 oktober 2012 ingesteld bij het ‘Instellingsbesluit Review Board Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie’. Dit instellingsbesluit is op 1 oktober 2016 van rechtswege vervallen. De uitvoering van de bovengenoemde taak van de Review Board blijft noodzakelijk tot het einde van het Aanvalsprogramma op 31 december 2017. Met dit besluit dat terugwerkt tot 1 oktober 2016, wordt de Review Board opnieuw ingesteld en daarmee de instellingstermijn verlengd tot en met 31 december 2017.

Het Bijgesteld Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie 2013-2017 (hierna: het BAVP 2013-2017) is het actuele kader voor de uitvoering van het Aanvalsprogramma. De Minister van Veiligheid en Justitie heeft het BAVP 2013-2017 op 19 december 2013 schriftelijk aangeboden aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 29 628, nr. 426).

Met de uitvoering van het Bijgesteld Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie 2013-2017 wordt beoogd de informatievoorziening van de politie op orde te brengen en één landelijke informatiehuishouding te realiseren. Eén landelijke informatiehuishouding is een voorwaarde voor het behalen van lokale en nationale veiligheidsprioriteiten, het goed functioneren van de politie, ook in haar samenwerking met ketenpartners, en het verminderen van administratieve lasten voor politiemensen.

De te realiseren resultaten van het Aanvalsprogramma zijn de volgende:

  • verbeteren en borgen van de continuïteit van de bestaande ICT-infrastructuur op de korte termijn;

  • verbeteren van de bestaande systemen om te voldoen aan de behoeften van politiemensen, mits deze verbeteringen nodig zijn en functioneel en technisch verantwoord zijn;

  • vernieuwen en vervangen van de huidige technische infrastructuur en applicaties.

De Minister van Veiligheid en Justitie ziet als opdrachtgever toe op de voortgang van de uitvoering van het Aanvalsprogramma en de efficiency, effectiviteit en kwaliteit van de organisatie(s) die het Aanvalsprogramma uitvoeren. Daarnaast geeft de Minister van Veiligheid en Justitie de kaders aan waarbinnen het Aanvalsprogramma moet worden uitgevoerd. De directeur-generaal Politie voert feitelijk de taken van de Minister van Veiligheid en Justitie uit op grond van de geldende mandaatregelingen.

De Minister van Veiligheid en Justitie wordt bij de uitvoering van zijn taken ondersteund door de Programmaraad, waarvan de korpschef van de politie voorzitter is. De directeur-generaal Politie is lid van de Programmaraad.

De CIO heeft de opdracht om het Aanvalsprogramma nader uit te werken en uit te voeren. Hij is verantwoordelijk voor het realiseren van de in het Aanvalsprogramma opgenomen resultaten.

De Review Board is een tijdelijk adviescollege in de zin van artikel 5 van de Kaderwet adviescolleges. Het gestelde in de Kaderwet adviescolleges is van toepassing.

2. Vertrouwelijkheid

Op grond van artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht is een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

II. Artikelsgewijs

Artikel 3

De Review Board beoordeelt of de uitvoering van het Aanvalsprogramma overeenkomt met de door de Minister van Veiligheid en Justitie gewenste richting, doelen en resultaten. De Review Board adviseert naar aanleiding hiervan.

De Review Board adviseert op verzoek van de Minister van Veiligheid en Justitie die als ‘single point of contact’ van de Aanvalsprogramma-organisatie naar de Review Board fungeert. Naast gevraagd advies kan de Review Board ook ongevraagd advies uitbrengen. De voorzitter is ‘single point of contact’ van de Review Board naar de Minister van Veiligheid en Justitie. De Minister van Veiligheid en Justitie ontvangt de adviezen rechtstreeks van de Review Board.

De onafhankelijke Review Board bestaat uit zeer ervaren experts op het gebied van bestuur, informatievoorziening, ICT en organisatieverandering.

Artikel 5

De Review Board moet kunnen beschikken over alle informatie die noodzakelijk is om gevraagd en ongevraagd te kunnen adviseren. In het derde lid is daartoe vastgelegd dat de Minister van Veiligheid en Justitie de informatie ter beschikking stelt die de Review Board redelijkerwijs voor haar taakuitoefening nodig heeft. Te denken valt aan de volgende documenten:

  • a. de documenten voor de vergaderingen van de Programmaraad;

  • b. de maandelijkse voortgangsrapportage over de uitvoering van het Aanvalsprogramma, vooral de knelpunten en de risico’s;

  • c. de externe adviezen aan de CIO.

Ook moet de Review Board functionarissen binnen en buiten de politie kunnen spreken.

Artikel 6

De leden van de Review Board zijn niet (structureel of tijdelijk) werkzaam op het terrein van de informatievoorziening en ICT van de politie, om de onafhankelijkheid van de Review Board te waarborgen. Zij mogen niet in de positie komen dat zij over hun andere werkzaamheden moeten adviseren.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven