Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 6 december 2016, nr. 2022347, houdende vaststelling van de vergoeding van de leden van de Review Board Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie (Besluit vergoeding leden Review Board Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie 2016)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt onder Review Board verstaan: de Review Board Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie.

Artikel 2

  • 1. De voorzitter van de Review Board ontvangt een vaste vergoeding per maand. De vergoeding wordt gebaseerd op het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 en een arbeidsduurfactor van 0,5 fte.

  • 2. De andere leden van de Review Board ontvangen een vergoeding per vergadering. De vergoeding bedraagt 3% van het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

Artikel 3

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2016.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2018.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vergoeding leden Review Board Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie 2016.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

TOELICHTING

I. Algemeen

Met dit besluit wordt de vergoeding van de leden van de Review Board Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie (hierna: Review Board) opnieuw vastgesteld.

De Review Board heeft tot taak te beoordelen in hoeverre met de uitvoering van het Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie (hierna: Aanvalsprogramma) de door de Minister van Veiligheid en Justitie gewenste richting, doelen en resultaten worden bereikt en naar aanleiding hiervan te adviseren. De Review Board is een tijdelijk adviescollege in de zin van artikel 5, eerste lid, van de Kaderwet adviescolleges en was op 1 oktober 2012 ingesteld bij het ‘Instellingsbesluit Review Board Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie’. Omdat dit instellingsbesluit op 1 oktober 2016 van rechtswege is vervallen, is de Review Board bij koninklijk besluit met terugwerkende kracht tot en met 1 oktober 2016 opnieuw ingesteld en daarmee is de instellingsduur verlengd tot en met 31 december 2017. De zittende leden van de Review Board zijn via een afzonderlijk koninklijk besluit herbenoemd voor de periode van 1 oktober 2016 tot en met 31 december 2017.

De vergoeding van de leden van de Review Board was vastgelegd in de volgende koninklijke besluiten:

  • de vergoeding van de voorzitter in het besluit van 12 september 2013, nr. 2013.001707, houdende de wijziging van de vergoeding van het voorzitterschap van het Adviescollege Review Board Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie (Stcrt. 2013, 28183);

  • de vergoeding van de andere leden in het besluit van 20 maart 2013, nr. 13.000519, houdende de benoeming en vergoeding van de leden van het Adviescollege Review Board Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie (Stcrt. 2013, 11780).

De aanleiding voor dit nieuwe besluit is de hernieuwde instelling van de Reviewboard en de aanpassing van de vergoeding van de voorzitter. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de vergoeding van alle leden van de Review Board in lijn met artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies in een besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie vast te leggen. Beide bovengenoemde koninklijke besluiten, waarin de vergoeding van de leden was vastgesteld, worden separaat bij koninklijk besluit ingetrokken.

II Artikelsgewijs

Artikel 2

Ten opzichte van het koninklijk besluit van 12 september 2013 wordt in dit artikel de vaste maandelijkse vergoeding van de voorzitter vastgesteld op 0,5 fte. De reden is dat de werkzaamheden van de voorzitter van de Review Board vanaf 1 januari 2016 zijn uitgebreid in verband met de advisering over:

  • de afsluiting van het Bijgesteld Aanvalsprogramma 2013-2017 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 29 628, nr. 426) als kader voor de uitvoering van het Aanvalsprogramma;

  • de opstelling van een nieuw kader voor de uitvoering van het Aanvalsprogramma;

  • de geleidelijke overdracht van de resultaten van het Aanvalsprogramma aan de lijnorganisatie;

  • de overdracht van de taak van de Review Board over het Aanvalsprogramma aan de toekomstige externe toezichthouder en de daarbij beoogde verbreding van het toezicht als onderdeel van het externe toezichtsarrangement van de politie;

  • de evaluatie van het Aanvalsprogramma aan het eind van 2017.

Deze extra werkzaamheden moeten steeds worden geplaatst in de context van de totale informatievoorziening van de politie. De toepasselijke salarisschaal voor de voorzitter is hetzelfde gebleven. De vaste maandelijkse vergoeding wordt gebaseerd op het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

De vergoeding die in dit artikel voor de andere leden van de Review Board wordt vastgesteld, is gelijk aan de vergoeding die was vastgelegd in het koninklijk besluit van 20 maart 2013. Zij ontvangen een vergoeding per vergadering die 3% bedraagt van het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

Op grond van artikel 2, tweede lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies ontvangen de leden van de Review Board tevens een vergoeding voor reis- en verblijfskosten overeenkomstig de regeling voor het personeel werkzaam bij de sector Rijk.

Artikel 3

Met dit artikel wordt aan het besluit terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari 2016. Vanaf die datum zijn de werkzaamheden van de voorzitter van de Review Board uitgebreid en wordt de vergoeding derhalve verhoogd. De terugwerkende kracht heeft geen negatieve consequenties voor de voorzitter en andere leden.

De geldigheidsduur van dit besluit is gekoppeld aan de (verlengde) instellingsduur van de Review Board.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven