Mededeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 december 2016, 2016-0000242518, tot wijziging van de in de Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW genoemde bedragen per 1 januari 2017

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

deelt op grond van de artikelen 3, zesde lid, en 8, vierde lid, van de Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW mee, dat met ingang van 1 januari 2017 in de Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW:

  • 1. In artikel 3, derde lid, onderdeel d, ‘€ 120.654,00’ wordt vervangen door: € 121.474,00.

  • 2. Artikel 8 als volgt wordt gewijzigd:

    • a. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

      • 1°. In onderdeel a wordt ‘€ 1.152,79’ vervangen door: € 1.158,80.

      • 2°. In onderdeel b wordt ‘€ 744,67’ vervangen door: € 749,12.

    • b. In het derde lid wordt ‘€ 744,67’ vervangen door: € 749,12.

Deze mededeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 1 december 2016

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, de Directeur Stelsel en Volksverzekeringen, J.A.A. Dikmans

TOELICHTING

De herziening van het bedrag onder 1 is gebaseerd op artikel 3, zesde lid, van de Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW (OBR). Hierin is bepaald dat het bedrag, genoemd in artikel 3, derde lid, onderdeel d, wordt herzien met ingang van de dag waarop het netto-minimumloon zonder de daarin begrepen aanspraak op vakantietoeslag wordt herzien, met het percentage van die herziening. Bij Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 november 2016, tot aanpassing van het wettelijk minimumloon per 1 januari 2017 (Stcrt. 2016, 60172), is het wettelijk minimumloon met ingang van 1 januari 2017 vastgesteld op € 1.551,60 per maand. Het percentage van deze herziening van het netto-minimumloon bedraagt 0,94%. Het bedrag, genoemd in artikel 3, derde lid, onderdeel d, wordt met ditzelfde percentage herzien.

De herziening van de bedragen onder 2 is gebaseerd op artikel 8, vierde lid, van de OBR. Hierin is bepaald dat de bedragen, genoemd in artikel 8, tweede en derde lid, worden gewijzigd op zodanige wijze dat de netto-uitkering wordt gewijzigd met het percentage van de herziening van het netto minimumloon, bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet. Het percentage van deze herziening van het netto-minimumloon bedraagt 0,58%.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, J.A.A. Dikmans Directeur Stelsel en Volksverzekeringen

Naar boven