Regeling van het bestuur van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers tot wijziging van de Tarievenregeling Kadaster

Het bestuur van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers,

Gelet op de artikelen 108, eerste lid, en 109 van de Kadasterwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Tarievenregeling Kadaster wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 103,–’ vervangen door ‘€ 77,–’, wordt ‘€ 168,–’ vervangen door ‘€ 126,–’ en wordt ‘€ 192,–’ vervangen door: € 150,–.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Het vierde gedachtestreepje komt te luiden:

- een stuk inhoudende de wijziging van een (onder)splitsing in appartementsrechten;.

b. Het bedrag ‘€ 44,–’ wordt vervangen door ‘€ 33,–’, wordt ‘€ 74,–’ vervangen door ‘€ 55,–’ en wordt ‘€ 98,–’ vervangen door: € 79,–.

3. In het derde lid komt de aanhef te luiden:

Voor de inschrijving van

  • een stuk betreffende de doorhaling van een proces-verbaal van inbeslagneming;

  • een stuk betreffende de doorhaling van een recht van hypotheek;

  • een besluit van een bestuursorgaan waarbij een last of beperking op een onroerende zaak wordt opgelegd of doorgehaald, is verschuldigd:.

4. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Voor de inschrijving van een stuk genoemd in het eerste, tweede of derde lid waarbij:

    • meer dan 100 objecten zijn betrokken; en

    • vooraf met de Dienst geen afspraken zijn gemaakt over een mutatieprocedure die geautomatiseerde verwerking van het stuk mogelijk maakt,

    worden de daar vermelde tarieven verhoogd met achtmaal het bedrag, genoemd in artikel 27, onderdeel b.

5. In het zesde lid wordt na ‘inschrijving’ ingevoegd: van een rectificatie van een stuk als bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, of.

B

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, wordt aan artikel 3 een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. een stuk betreffende de beperking van de beschikkingsbevoegdheid van een natuurlijk persoon of een rechtspersoon en de doorhaling van dergelijke stukken.

C

In artikel 5, eerste lid, wordt ‘€ 168,–’ vervangen door: € 126,–.

D

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdelen b en c, wordt ‘€ 480,–’ vervangen door: € 400,–.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Het bedrag ‘€ 408,–’ wordt vervangen door: € 328,–.

b. De tweede zin vervalt.

E

In artikel 7, derde lid, wordt ‘per nieuw perceel’ vervangen door: per over te dragen gedeelte van een perceel.

F

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 2,80’ vervangen door: € 2,40.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 15,80’ vervangen door: € 15,40.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 17,80’ vervangen door: € 17,40.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 31,80’ vervangen door: € 31,40.

G

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘€ 2,80’ vervangen door: € 2,40.

2. In het derde lid wordt ‘de objectlijst’ vervangen door: een objectlijst, vervalt ‘per 20 objecten’ en wordt ‘€ 0,90’ vervangen door: € 1,–.

3. In het vierde lid wordt ‘€ 31,80’ vervangen door: € 31,40.

4. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 15,80’ vervangen door: € 15,40.

b. In onderdeel b wordt ‘€ 17,80’ vervangen door: € 17,40.

H

In artikel 14 wordt ‘€ 11,20’ vervangen door: € 9,60.

I

In artikel 18 vervallen het tweede, derde en vierde lid, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.

J

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘vastgoedtransacties of hypotheken’, vervangen door: vastgoedtransacties, hypotheken of de schepenregistratie.

2. Na het vierde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Indien transactiegegevens worden gebruikt in een selectie- of zoekmechanisme, worden de tarieven genoemd in het vierde lid, onderdeel a en b, verhoogd met 5% per soort gegeven dat in dat mechanisme wordt gebruikt.

K

In artikel 21 wordt in het eerste lid ‘hypotheken of koopsommen’ vervangen door: hypotheken, koopsommen of de schepenregistratie.

L

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Voor een opgave inzake cartografische gegevens met de kadastrale grenzen is verschuldigd: € 0,10 per perceel.

2. Het vijfde lid (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 1,35’ vervangen door: € 1,26.

b. In onderdeel b wordt ‘€ 270,–’ vervangen door: € 252,–.

M

Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘€ 21,50’ wordt vervangen door: € 19,–.

2. Na ‘het Besluit informatie-uitwisseling ondergrondse netten’ wordt ingevoegd: en een INSPIRE aanvraag netinformatie die, overeenkomstig de Implementatiewet EG-richtlijn infrastructuur ruimtelijke informatie, als een ruimtelijke gegeven wordt verstrekt.

N

Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘artikel 18, tweede lid, artikel 22, vierde lid, onderdeel a en b’ vervangen door: artikel 22, vijfde lid, onderdeel a en b.

2. Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde en vierde lid tot tweede en derde lid.

3. In het derde lid (nieuw) wordt ‘Het eerste en tweede lid zijn’ vervangen door: Het eerste lid is.

O

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt in de aanhef ‘bedoeld in artikel 18, 20, 21, 22, 23, tweede lid of 24, eerste lid, onderdelen a en b’ vervangen door: bedoeld in de artikelen 15, 18, 20, 21, 22, 23, tweede lid, of 24, eerste lid, onderdelen a en b,.

2. In het tweede lid wordt ‘bedoeld in artikel 20, 21 of 22’ vervangen door: bedoeld in de artikelen 15, 20, 21 of 22.

P

Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt de eerste zin.

2. In het eerste en tweede lid wordt ‘22, vierde lid, onderdeel b’ vervangen door: 22, vijfde lid, onderdeel b.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Apeldoorn, 2 november 2016

Raad van Bestuur, Namens deze Th.A.J. Burmanje

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling wijzigt de Tarievenregeling Kadaster (hierna: tarievenregeling) in verband met de ontwikkeling van de kostendekkendheid en een aantal inhoudelijke wijzigingen in de producten en diensten van het Kadaster.

De inkomsten van het Kadaster staan onder invloed van de economische ontwikkelingen, en met name de ontwikkeling van de vastgoedmarkt. In de afgelopen drie jaren is de markt aangetrokken, waardoor het Kadaster in de komende periode met een lager tariefniveau kostendekkend kan opereren. Globaal is een gedifferentieerde tariefverlaging doorgevoerd, gericht op die productgroepen die het meest onder invloed staan van de fluctuaties in de vastgoedmarkt. Daarnaast is een aantal vereenvoudigingen in de tariefstructuur doorgevoerd en is een aantal inhoudelijke wijzigingen aangebracht in verband met aanpassing van de producten en diensten van het Kadaster. Een en ander wordt hierna nader toegelicht.

Omtrent de wijzigingen is de Gebruikersraad, bedoeld in artikel 16 van de Organisatiewet Kadaster, gehoord. De Gebruikersraad heeft hierbij positief geadviseerd. Deze wijziging is goedgekeurd door de Minister van Infrastructuur en Milieu, blijkens een brief van 31 oktober 2016 (kenmerk IENM/BSK-2016/241234), waarin het Meerjarenbeleidsplan 2017-2021 en het tarievenvoorstel worden goedgekeurd.

Gevolgen voor bedrijven, burgers en overheden

De wijzigingen in deze regeling leiden niet tot nieuwe informatieverplichtingen. Deze regeling houdt met name wijzigingen in waardoor een aantal tarieven is verlaagd. Verlaging van de meest voorkomende tarieven voor inschrijving van stukken, het tarief voor splitsingen op verzoek én de verlaging van het tariefniveau voor de informatieverstrekking via Kadaster-on-line zullen met name ten bate komen van burgers en bedrijven. De verlaging van het tarief voor KLIC-meldingen zal met name leiden tot lagere lasten voor grondroerders. Per saldo bedraagt de totale lastenverlichting voor burgers naar schatting € 33 miljoen per jaar en voor bedrijven € 6 miljoen per jaar.

Artikelsgewijs

ARTIKEL I

Onderdelen A en C

In artikel 2 en artikel 5 zijn de tarieven zoals genoemd in het eerste en tweede lid met circa 25% verlaagd.

In het tweede lid van artikel 2 is tevens een toevoeging gedaan, te weten dat het (lagere) tarief van het tweede lid van toepassing is op de inschrijving van een stuk inhoudende de wijziging van een (onder)splitsing in appartementsrechten. Reden hiervoor is dat in de praktijk onduidelijk is in welke situatie het tarief, genoemd in het eerste lid dan wel in het tweede lid, van toepassing is. Om dit te verduidelijken is aan het tweede lid toegevoegd dat stukken die een wijziging aanbrengen in een bestaande splitsing of ondersplitsing in appartementsrechten, getarifeerd worden op basis van het tweede lid. De tarieven, genoemd in het eerste lid, zijn en blijven van toepassing indien een stuk wordt ingeschreven waarin een (nieuwe) splitsing of ondersplitsing in appartementsrechten wordt aangeboden. In zekere zin geldt dit ook voor de akte van rectificatie. Door deze op te nemen in het zesde lid, zullen de tarieven, genoemd in het tweede lid, van toepassing zijn voor alle akten van rectificatie, inclusief het herstel van de administratieve fouten en bijhoudingsverklaringen en ongeacht hetgeen wordt verbeterd of aangevuld (in voorkomende gevallen wel vermeerderd met het verificatie- of meettarief als genoemd in artikel 7 van de tarievenregeling).

In het tweede lid wordt daarnaast het ‘doorhalen van een recht van hypotheek’ geschrapt en verplaatst naar het derde lid zodat de lagere tarieven van het derde lid hierop van toepassing zijn. Reden hiervoor is dat veel doorhalingen in één akte worden gecombineerd. Het hanteren van verschillende tarieven voor doorhalingen die in een en dezelfde akte zijn verwerkt, is dan in die zin niet logisch. De wijziging voorziet er dan ook in dat voor een doorhaling van een recht van hypotheek hetzelfde tarief geldt als voor een doorhaling van een beslag of een beperking. In het derde lid is daarbij ook de verwijzing naar het beperkingenbesluit in de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen vervangen door een inhoudelijke beschrijving daarvan, aangezien er ook andere publiekrechtelijke beperkingenbesluiten mogelijk zijn dan die voortvloeien uit de genoemde wet, die wel onder artikel 2, derde lid, van de tarievenregeling horen te vallen.

In het vierde lid van artikel 2 is de systematiek van het meerwerktarief voor grote of complexe akten vereenvoudigd. De oude systematiek gaf veel administratief werk en leidde tot relatief veel vragen en klachten. Om dit te ondervangen, is de systematiek sterk vereenvoudigd, een en ander zoals opgenomen in het nieuwe vierde lid. Een aantal criteria voor de toepassing van het meerwerktarief is komen te vervallen, omdat die in de praktijk maar weinig voorkwamen. Het meerwerktarief wordt in de nieuwe systematiek alleen nog toegepast bij inschrijvingen waarbij grote aantallen objecten zijn betrokken. De ondergrens is opgehoogd van 50 naar 100 objecten. De getrapte tariefsystematiek, afhankelijk van het aantal objecten, is vervangen door een vast bedrag van achtmaal het kwartiertarief. Dit is bedoeld om te stimuleren dat in dergelijke gevallen vooraf met de Dienst afspraken worden gemaakt over de verwerking van de inschrijving.

Onderdeel B

Deze wijziging van artikel 3 houdt in dat het tarief voor het inschrijven of doorhalen van een onderbewind of ondercuratelestelling of een faillissement, op nul wordt gezet. Reden hiervoor is dat de facturering van dit type stukken veelvuldig tot vragen en klachten leidde, aangezien de aanbieder het inschrijvingstarief verschuldigd is en niet de persoon die onder bewind of onder curatele is gesteld. Daarnaast wordt met deze wijziging van het tarief beoogd om de inschrijving of doorhaling van dergelijke stukken te bevorderen, hetgeen de rechtszekerheid ten goede komt. Voorheen viel het tarief voor dergelijke stukken onder artikel 2, zesde lid.

Onderdeel D

Als onderdeel van de algemene tariefverlagingen is het tarief voor splitsingen op verzoek (eerste lid van artikel 6) verlaagd tot € 400,– per nieuw te vormen perceel. De wijziging van het tweede lid van artikel 6 houdt een verlaging in van het projecttarief bij grotere aantallen splitsingen. Dit tarief is bij wijziging van de tarieven in 2015 ingevoerd. Daarnaast vervalt het lagere maatwerktarief voor projecten waarbij 200 of meer nieuw te vormen percelen worden gevormd. Op basis van de wijziging geldt één tarief voor 50 of meer nieuw te vormen percelen. De beschrijving van de situatie waarin dit tarief zal worden toegepast, wordt echter wel uitgebreid. Voorheen gold het lagere projecttarief van het tweede lid alleen wanneer de Dienst zelf de meting verrichtte, niet wanneer de meetgegevens door de aanvrager werden geleverd.1 Deze beperking wordt door middel van de wijziging die nu is doorgevoerd, opgeheven zodat het lagere tarief óók geldt wanneer de meetgegevens door de aanvrager worden aangeleverd.

Onderdeel E

Deze wijziging beoogt beter weer te geven dat bij aaneengesloten deelpercelen het tarief geldt per gedeelte van een perceel dat wordt overgedragen. Dit om duidelijk te maken dat in situaties waar twee of meer over te dragen gedeelten kunnen worden samengevoegd tot één nieuw perceel, het tarief verschuldigd is per over te dragen gedeelte.

Onderdelen F, G en H

De wijzigingen in de artikelen 11, 13 en 14 houden een verlaging in van de tarieven voor producten die via Kadaster-on-line worden geleverd. Met deze verlaging wordt een deel van de financiële ruimte voor tariefverlaging ingevuld. Met de nieuwe tarieven blijft de informatieverstrekking in de komende jaren naar verwachting kostendekkend. De tarieven voor informatieverstrekking via e-mail, post en balie worden met hetzelfde bedrag verlaagd.

In artikel 13, derde lid, wordt het tarief voor raadpleging van een objectlijst gewijzigd in € 1,–. De reden hiervoor is een vereenvoudiging van het tarief, zodat voorspelbaarder is voor de gebruiker welk tarief voor raadpleging van een objectlijst geldt. Het tarief van € 1,– is verschuldigd ongeacht het aantal geraadpleegde objecten in een objectlijst.

Onderdeel I

In artikel 18 zijn alle leden behalve het eerste vervallen. Het oude derde en vierde lid van artikel 18 geven het abonnementstarief voor de kadastrale kaart weer. Aangezien de kadastrale kaart inmiddels als open data beschikbaar is via de centrale voorziening Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK), kan het daar ook via de standaard abonnementsstructuur worden verstrekt. De eerder in de tarievenregeling opgenomen abonnementstarieven konden derhalve vervallen.

Onderdeel J en K

De artikelen 20 en 21 regelen de tarieven voor samengestelde en afgeleide gegevens van vastgoedtransacties en hypotheken. Het eerste lid van beide artikelen is uitgebreid met informatie uit de schepenregistratie, zodat hiervoor ook de tarieven voor maatwerkproducten gelden.

De tarievenregeling kent een tariefstructuur voor het doorleveren van transactiegegevens aan derden (artikel 20, vierde lid). Deze structuur wordt onder meer gebruikt voor toepassingen die taxateurs in staat stellen om referenties voor taxaties te zoeken. De structuur van de tarievenregeling bood echter onvoldoende flexibiliteit om zoekmechanismen in de transactiegegevens mogelijk te maken. De toevoeging van een vijfde lid aan artikel 20 maakt het mogelijk om dergelijke zoekmechanismen in te bouwen, zodat een aantal objecten kan worden getoond met transacties in een bepaald tijdvak en een koopsomcategorie, als tussenstap, voordat gedetailleerde transactiegegevens worden opgevraagd. Het tarief voor het leveren van de gedetailleerde transactiegegevens wordt met 5% verhoogd voor elke gegevenssoort (transactietijdvak, koopsomcategorie) die in het zoekmechanisme wordt gebruikt.

Onderdeel L

In artikel 22 is een nieuw lid ingevoegd. Er zijn verschillende combinatieproducten van de kadastrale kaart met thematische informatie, zoals de eigenaren- en eigendommenkaarten en GIS-percelen. Eigendoms- en eigenarenkaarten zijn in de tarievenregeling opgenomen; andere combinatieproducten worden getarifeerd op basis van maatwerktarieven (op grond van artikel 27 en 29). Een consistente tarifering van maatwerkproducten is wenselijk om te voorkomen dat in vergelijkbare gevallen verschillende bedragen in rekening worden gebracht.

De wijziging van artikel 22 met een nieuw vierde lid en een gewijzigd vijfde lid (nieuw) houdt derhalve in dat voor combinatieproducten met de kadastrale kaart een uniform tarief van € 0,10 per perceel gaat gelden. Daarnaast is het tarief voor een eigendoms- of eigenarenkaart van € 1,35 verlaagd naar € 1,26 per perceel en voor een abonnement daarop van € 270,– naar € 252,– per 1.000 percelen.

Onderdeel M

Het aantal KLIC-meldingen is de afgelopen jaren geleidelijk gestegen. Met een beheerst kostenniveau is een verlaging van het tarief mogelijk. Het tarief voor een graaf- of oriëntatiemelding is dan ook verlaagd naar € 19,–. Door invoering van de INSPIRE-services voor het opvragen van kabel- en leidinggegevens overeenkomstig de Implementatiewet EG-richtlijn infrastructuur ruimtelijke informatie, wordt in artikel 25 daarnaast opgenomen dat het genoemde tarief eveneens geldt voor een ‘INSPIRE aanvraag netinformatie’. Onder een INSPIRE aanvraag netinformatie wordt verstaan een ruimtelijke gegeven over nutsvoorzieningen zoals opgenomen in bijlage I bij het Besluit Inspire. In deze bijlage zijn alle thematische categorieën als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel d, van de Implementatiewet EG-richtlijn infrastructuur ruimtelijke informatie opgenomen. De ruimtelijke gegevens die over nutsvoorzieningen kunnen worden aangevraagd, vallen onder de thematische categorie ‘Nutsdiensten en Overheidsdiensten’ (onderdeel 19 van bijlage I bij het Besluit Inspire).

Onderdeel N

De wijzigingen in artikel 26 zijn technisch van aard gelet op de wijzigingen van de artikelen 18 en 22 van de tarievenregeling.

Onderdeel O

Met toevoeging van de verwijzingen naar artikel 15 in artikel 29 worden de bepalingen van dit artikel voor meer- of minderwerk van toepassing voor de levering uit de Basisregistratie kadaster als bedoeld in artikel 15.

Onderdeel P

De wijzigingen in artikel 30 zijn technisch van aard, gelet op de doorgevoerde wijzigingen in artikel 13 en 22.

Raad van Bestuur, Namens deze Th.A.J. Burmanje


X Noot
1

Zie ook de artikelsgewijze toelichting van onderdeel E van de Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 13 oktober 2014, houdende wijziging van de Regeling tarieven Kadaster (jaarlijkse aanpassing tarieven), Stcrt. 2014, 28779, p. 5.

Naar boven