Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2016, 53413 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2016, 53413 | Besluiten van algemene strekking |
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken,
Gelet op de artikelen 85, derde lid, 85a, eerste lid en 85b1, tweede, derde, vierde, zesde en zevende lid van de Wet op het voortgezet onderwijs;
BESLUIT:
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Wet op het voortgezet onderwijs;
rectoren, directeuren, conrectoren en adjunct-directeuren als bedoeld in artikel 84, eerste lid, onder a, van de wet;
leraren als bedoeld in artikel 84, eerste lid, onder b, van de wet;
onderwijsondersteunend personeel als bedoeld in artikel 84, eerste lid, onder c, van de wet;
scholen voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, scholen voor voorbereidend beroepsonderwijs, scholen voor praktijkonderwijs en scholengemeenschappen bestaande uit ten minste twee van deze schoolsoorten, inclusief het leerwegondersteunend onderwijs;
scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, hoger algemeen voortgezet onderwijs en scholengemeenschappen bestaande uit een combinatie van deze scholen;
scholengemeenschappen bestaande uit scholen voor hoger algemeen voortgezet onderwijs en scholen voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, al dan niet in combinatie met scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, inclusief het leerwegondersteunend onderwijs; en
scholengemeenschappen bestaande uit scholen voor hoger algemeen voortgezet onderwijs, scholen voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en scholen voor voorbereidend beroepsonderwijs, al dan niet in combinatie met scholen voor praktijkonderwijs of scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, inclusief het leerwegondersteunend onderwijs.
1. Voor de directie bedraagt per 1 januari 2016 de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats:
a. € 83.612,80 voor schoolsoortgroep 1;
b. € 99.792,55 voor schoolsoortgroep 2;
c. € 98.727,35 voor schoolsoortgroep 3; en
d. € 95.900,36 voor schoolsoortgroep 4.
2. Voor de leraren bedraagt per 1 januari 2016 de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats:
a. € 76.779,94 voor schoolsoortgroep 1;
b. € 87.078,90 voor schoolsoortgroep 2;
c. € 82.824,78 voor schoolsoortgroep 3; en
d. € 78.822,90 voor schoolsoortgroep 4.
3. Voor het onderwijsondersteunend personeel bedraagt per 1 januari 2016 de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats € 46.109,84, ongeacht de schoolsoortgroep.
4. Het ondersteuningsbedrag voor leerlingen in het praktijkonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs, bedoeld in artikel 85b1, tweede, derde, zesde en zevende lid van de wet bedraagt per 1 januari 2016 € 4.111,35 per leerling.
5. Het bedrag per leerling, bedoeld in artikel 85b1, vierde lid van de wet wordt per 1 januari 2016 vastgesteld op € 80.
1. Indien een aanvullende bekostiging op grond van artikel 85a, eerste lid, van de wet wordt verstrekt vanaf 1 januari 2016, zijn op het vaststellen van die bekostiging het tweede tot en met het vierde lid van toepassing.
2. Voor de directieformatie van de school gelden de in artikel 2, eerste lid, genoemde bedragen.
3. Voor de lerarenformatie gelden de voor de school in artikel 2, tweede lid, genoemde bedragen.
4. Voor de formatie onderwijsondersteunend personeel geldt het in artikel 2, derde lid, genoemde bedrag.
1. Voor de directie bedraagt per 1 januari 2017 de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats:
a. € 83.505,40 voor schoolsoortgroep 1;
b. € 99.664,36 voor schoolsoortgroep 2;
c. € 98.600,53 voor schoolsoortgroep 3; en
d. € 95.777,17 voor schoolsoortgroep 4.
2. Voor de leraren bedraagt per 1 januari 2017 de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats:
a. € 76.823,74 voor schoolsoortgroep 1;
b. € 87.128,57 voor schoolsoortgroep 2;
c. € 82.872,03 voor schoolsoortgroep 3; en
d. € 78.867,87 voor schoolsoortgroep 4.
3. Voor het onderwijsondersteunend personeel bedraagt per 1 januari 2017 de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats € 46.050,61, ongeacht de schoolsoortgroep.
4. Het ondersteuningsbedrag voor leerlingen in het praktijkonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs, bedoeld in artikel 85b1, tweede, derde, zesde en zevende lid van de wet bedraagt per 1 januari 2017 € 4.106,07 per leerling.
5. Het bedrag per leerling, bedoeld in artikel 85b1, vierde lid van de wet wordt per 1 januari 2017 vastgesteld op € 79.
1. Indien een aanvullende bekostiging op grond van artikel 85a, eerste lid, van de wet wordt verstrekt vanaf 1 januari 2017, zijn op het vaststellen van die bekostiging het tweede tot en met het vierde lid van toepassing.
2. Voor de directieformatie van de school gelden de in artikel 4, eerste lid, genoemde bedragen.
3. Voor de lerarenformatie gelden de voor de school in artikel 4, tweede lid, genoemde bedragen.
4. Voor de formatie onderwijsondersteunend personeel geldt het in artikel 4, derde lid, genoemde bedrag.
Artikel 1, onder b van de Regeling bekostiging leerlingen die tijdelijk buiten de school worden geplaatst komt te luiden:
b. artikel 19, onder a, van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaters en prestatiesubsidie vo; en
De Regeling vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast voortgezet onderwijs, kalenderjaar 2015 en 2016 wordt ingetrokken op het moment van inwerkingtreding van deze regeling.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker
In de voorliggende regeling worden de gemiddelde personeelslast (gpl)-bedragen van de Regeling vaststelling bedragen landelijke gemiddelde personeelslast voortgezet onderwijs, kalenderjaar 2015 en 2016 (Stcrt. 2015, 37034) per 1 januari 2016 verhoogd. Dat heeft te maken met de eenmalige toevoeging van de kabinetsbijdrage voor de premiekostenontwikkeling 2016. Daarnaast zijn in deze regeling per 1 januari 2017 nieuwe gpl-bedragen vastgesteld. Dit is het gevolg van de volgende maatregelen: twee correcties ten aanzien van de doorwerking van de kabinetsbijdrage 2016 en Lenteakkoord, en de jaarlijkse toevoeging van de extra middelen ten behoeve van de invoering van de functiemix in het kader van het Convenant Leerkracht van Nederland.
De betreffende maatregelen zijn hieronder nader toegelicht.
Voor alle personeelscategorieën zijn de volgende maatregelen van invloed op de gpl- en ondersteuningsbedragen per 1 januari 2016:
• Eenmalige kabinetsbijdrage 2016 van afgerond 0,3% voor de premiekostenontwikkeling (ABP herstelpremie).
Voor alle personeelscategorieën zijn verder de volgende maatregelen van invloed op de gpl- en ondersteuningsbedragen per 1 januari 2017:
• Correctie van de doorwerking van de eenmalige verstrekking van extra middelen voor de premiekostenontwikkeling. De verhoging van de gpl-bedragen in 2016 wordt per 1 januari 2017 weer ongedaan gemaakt (– 0,3%). Dit is noodzakelijk om te voorkomen dat deze eenmalige verhoging structureel doorwerkt.
• Correctie van de doorwerking van de oploop taakstelling in het kader van het Lenteakkoord. Deze taakstelling kent een grillig verloop. De in 2016 verwerkte tranche is hoger dan voor de volgende jaren. In 2017 wordt een correctie (+ € 8,4 mln.) aangebracht om te voorkomen dat deze hogere tranche doorloopt.
Specifiek voor de personeelscategorie leraren is daarnaast de volgende maatregel van invloed op de gpl per 1 januari 2017:
• In het kader van het Convenant Leerkracht van Nederland sectoren primair- en voortgezet onderwijs worden ook voor 2017 extra middelen voor de landelijke functiemix via de reguliere bekostiging verstrekt. Met ingang van 1 januari 2017 worden de gpl-bedragen voor de personeelscategorie leraren dan ook verhoogd. Deze extra middelen (€ 9,5 mln.) kunnen worden aangewend voor de financiering van de afspraken die ten aanzien van de landelijke functiemix in het hiervoor vermelde convenant zijn gemaakt. Deze middelen komen bovenop de middelen die al in de jaren 2009 tot en met 2016 in de gpl-bedragen voor de personeelscategorie leraren zijn verwerkt. Naast deze middelen is via een afzonderlijke regeling in de jaren 2009 tot en met 2016 aanvullende bekostiging beschikbaar gesteld ter versterking van de functiemix in de Randstadregio’s. Ook voor het kalenderjaar 2017 zal hiervoor een aparte regeling worden gepubliceerd.
Zo spoedig mogelijk wordt in het overzicht financiële beschikkingen door DUO de berekening van de bijstelling voor het kalenderjaar 2016 gespecificeerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de (gpl)-bedragen zoals die nu in deze regeling vanaf 1 januari 2016 zijn vastgesteld.
Met het overzicht financiële beschikkingen van december 2016 wordt de personele bekostiging voor het kalenderjaar 2017 vastgesteld. Dat geschiedt op basis van de in deze regeling voor 2017 vastgestelde bedragen. Afhankelijk van besluitvorming van het kabinet in 2017 kunnen deze bedragen na 1 januari 2017 nog wijzigen. In het voorjaar van 2017 wordt hierover meer duidelijkheid verstrekt.
In onderstaande tabel zijn de verschillende (gpl)-bedragen opgenomen:
Soort bedrag |
Bedrag per 1 januari 2016 (oud) |
Bedrag per 1 januari 2016 (nieuw) |
Bedrag per 1 januari 2017 |
---|---|---|---|
Schoolsoortgroep 1 Directie: OP gpl (en aanvullende bekostiging): |
€ 83.389,82 € 76.575,18 |
€ 83.612,80 € 76.779,94 |
€ 83.505,40 € 76.823,74 |
Schoolsoortgroep 2 Directie: OP gpl (en aanvullende bekostiging): |
€ 99.526,42 € 86.846,67 |
€ 99.792,55 € 87.078,90 |
€ 99.664,36 € 87.128,57 |
Schoolsoortgroep 3 Directie: OP gpl (en aanvullende bekostiging): |
€ 98.464,06 € 82.603,90 |
€ 98.727,35 € 82.824,78 |
€ 98.600,53 € 82.872,03 |
Schoolsoortgroep 4 Directie: OP gpl (en aanvullende bekostiging): |
€ 95.644,61 € 78.612,69 |
€ 95.900,36 € 78.822,90 |
€ 95.777,17 € 78.867,87 |
OOP alle groepen: |
€ 45.986,87 |
€ 46.109.84 |
€ 46.050,61 |
Ondersteuningsbedrag lwoo/pro alle groepen |
€ 4.100,39 |
€ 4.111,35 |
€ 4.106,07 |
OP= Onderwijzend Personeel
OOP=Onderwijs Ondersteunend Personeel
Bij deze regeling wordt de gemiddelde personeelslast, die per schoolsoort kan verschillen en van belang is voor het berekenen van de personele bekostiging, van scholen voor voortgezet onderwijs opnieuw vastgesteld. Ook het daaraan gekoppelde ondersteuningsbedrag per leerling lwoo/pro wordt gewijzigd. Deze regeling veroorzaakt geen administratieve lasten voor de scholen omdat de informatieverplichtingen niet wijzigen. De bekostiging wordt ambtshalve verstrekt.
Deze regeling voorziet in het opnieuw vaststellen van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2016. Eerdere publicatie was echter niet mogelijk omdat de bijstellingen pas in de loop van het kalenderjaar bekend zijn geworden. De definitieve kabinetsbijdrage is bij Voorjaarsnota 2016 vastgesteld. In verband hiermee treedt deze regeling zo spoedig mogelijk na publicatie in werking en werkt terug tot en met 1 januari 2016. Dit is een voorziene afwijking van de procedure rond de vaste verandermomenten. Reden hiervoor is, zoals eerder genoemd, dat het onderwijsveld is gebaat bij een snelle inwerkingtreding.
De gpl-bedragen voor alle categorieën worden per 1 januari 2016 opnieuw vastgesteld.
Deze stijgen ten opzichte van de eerder gepubliceerde (oude) gpl-bedragen per 1 januari 2016. Deze wijziging is het gevolg van de onder de kop Algemene toelichting per 1 januari 2016 vermelde aanpassing. Hetzelfde geldt voor de aanvullende personele bekostiging (artikel 3). In deze regeling wordt ook het personele deel van de ondersteuningsbekostiging per leerling en de regionale ondersteuning per leerling voor het samenwerkingsverband voorgezet onderwijs vastgesteld. Het materiële deel van deze onderdelen wordt in de regeling bekostiging exploitatiekosten vo gepubliceerd.
Per 1 januari 2017 wijzigen de bedragen voor directie en het onderwijsondersteunend personeel weer ten opzichte van de gpl-bedragen 2016 als gevolg van de onder de kop Maatregelen per 1 januari 2017 vermelde aanpassingen. Deze stijgen (0,1%) ten opzichte van de eerder gepubliceerde (oude) gpl-bedragen per 1 januari 2016. Dat wordt veroorzaakt door het saldo van de vermelde maatregelen. Voor het onderwijzend personeel is er sprake van een stijging met 0,3% omdat voor deze personeelscategorie, naast de hiervoor vermelde maatregelen, extra middelen zijn toegevoegd voor de functiemix. Hetzelfde geldt voor de aanvullende personele bekostiging van de lerarenformatie (artikel 5).
In artikel 7a, tweede lid van de Regeling aanvullende bekostiging nevenvestiging, startbekostiging nieuwe school VO en samenvoeging wordt rekening gehouden met deze ontwikkelingen.
De in dit artikel opgenomen wijziging is noodzakelijk vanwege de beëindiging van de Tijdelijke subsidieregeling plusvoorzieningen overbelaste jongeren. Deze regeling is opgegaan in de nieuwe Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaters en prestatiesubsidie vo. In verband hiermee is de naamgeving van de regeling gewijzigd.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2016-53413.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.