De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming
met de Staatssecretaris van Economische Zaken,
Gelet op de artikelen 85, derde lid, 85a, eerste lid en 85b1, tweede, derde, vierde,
zesde en zevende lid van de Wet op het voortgezet onderwijs;
BESLUIT:
TOELICHTING
Algemene toelichting
In de voorliggende regeling worden de gemiddelde personeelslast (gpl)-bedragen van
de Regeling vaststelling bedragen landelijke gemiddelde personeelslast voortgezet
onderwijs, kalenderjaar 2015 en 2016 (Stcrt. 2015, 37034) per 1 januari 2016 verhoogd. Dat heeft te maken met de eenmalige toevoeging van
de kabinetsbijdrage voor de premiekostenontwikkeling 2016. Daarnaast zijn in deze
regeling per 1 januari 2017 nieuwe gpl-bedragen vastgesteld. Dit is het gevolg van
de volgende maatregelen: twee correcties ten aanzien van de doorwerking van de kabinetsbijdrage
2016 en Lenteakkoord, en de jaarlijkse toevoeging van de extra middelen ten behoeve
van de invoering van de functiemix in het kader van het Convenant Leerkracht van Nederland.
De betreffende maatregelen zijn hieronder nader toegelicht.
Maatregelen per 1 januari 2016
Voor alle personeelscategorieën zijn de volgende maatregelen van invloed op de gpl-
en ondersteuningsbedragen per 1 januari 2016:
Maatregelen per 1 januari 2017
Voor alle personeelscategorieën zijn verder de volgende maatregelen van invloed op
de gpl- en ondersteuningsbedragen per 1 januari 2017:
-
• Correctie van de doorwerking van de eenmalige verstrekking van extra middelen voor
de premiekostenontwikkeling. De verhoging van de gpl-bedragen in 2016 wordt per 1 januari
2017 weer ongedaan gemaakt (– 0,3%). Dit is noodzakelijk om te voorkomen dat deze
eenmalige verhoging structureel doorwerkt.
-
• Correctie van de doorwerking van de oploop taakstelling in het kader van het Lenteakkoord.
Deze taakstelling kent een grillig verloop. De in 2016 verwerkte tranche is hoger
dan voor de volgende jaren. In 2017 wordt een correctie (+ € 8,4 mln.) aangebracht
om te voorkomen dat deze hogere tranche doorloopt.
Specifiek voor de personeelscategorie leraren is daarnaast de volgende maatregel van
invloed op de gpl per 1 januari 2017:
-
• In het kader van het Convenant Leerkracht van Nederland sectoren primair- en voortgezet
onderwijs worden ook voor 2017 extra middelen voor de landelijke functiemix via de
reguliere bekostiging verstrekt. Met ingang van 1 januari 2017 worden de gpl-bedragen
voor de personeelscategorie leraren dan ook verhoogd. Deze extra middelen (€ 9,5 mln.)
kunnen worden aangewend voor de financiering van de afspraken die ten aanzien van
de landelijke functiemix in het hiervoor vermelde convenant zijn gemaakt. Deze middelen
komen bovenop de middelen die al in de jaren 2009 tot en met 2016 in de gpl-bedragen
voor de personeelscategorie leraren zijn verwerkt. Naast deze middelen is via een
afzonderlijke regeling in de jaren 2009 tot en met 2016 aanvullende bekostiging beschikbaar
gesteld ter versterking van de functiemix in de Randstadregio’s. Ook voor het kalenderjaar
2017 zal hiervoor een aparte regeling worden gepubliceerd.
Uitbetaling
Zo spoedig mogelijk wordt in het overzicht financiële beschikkingen door DUO de berekening
van de bijstelling voor het kalenderjaar 2016 gespecificeerd. Hierbij wordt gebruik
gemaakt van de (gpl)-bedragen zoals die nu in deze regeling vanaf 1 januari 2016 zijn
vastgesteld.
Met het overzicht financiële beschikkingen van december 2016 wordt de personele bekostiging
voor het kalenderjaar 2017 vastgesteld. Dat geschiedt op basis van de in deze regeling
voor 2017 vastgestelde bedragen. Afhankelijk van besluitvorming van het kabinet in
2017 kunnen deze bedragen na 1 januari 2017 nog wijzigen. In het voorjaar van 2017
wordt hierover meer duidelijkheid verstrekt.
In onderstaande tabel zijn de verschillende (gpl)-bedragen opgenomen:
Soort bedrag
|
Bedrag per 1 januari 2016 (oud)
|
Bedrag per 1 januari 2016 (nieuw)
|
Bedrag per 1 januari 2017
|
Schoolsoortgroep 1
Directie:
OP gpl (en aanvullende bekostiging):
|
€ 83.389,82
€ 76.575,18
|
€ 83.612,80
€ 76.779,94
|
€ 83.505,40
€ 76.823,74
|
Schoolsoortgroep 2
Directie:
OP gpl (en aanvullende bekostiging):
|
€ 99.526,42
€ 86.846,67
|
€ 99.792,55
€ 87.078,90
|
€ 99.664,36
€ 87.128,57
|
Schoolsoortgroep 3
Directie:
OP gpl (en aanvullende bekostiging):
|
€ 98.464,06
€ 82.603,90
|
€ 98.727,35
€ 82.824,78
|
€ 98.600,53
€ 82.872,03
|
Schoolsoortgroep 4
Directie:
OP gpl (en aanvullende bekostiging):
|
€ 95.644,61
€ 78.612,69
|
€ 95.900,36
€ 78.822,90
|
€ 95.777,17
€ 78.867,87
|
OOP alle groepen:
|
€ 45.986,87
|
€ 46.109.84
|
€ 46.050,61
|
Ondersteuningsbedrag lwoo/pro alle groepen
|
€ 4.100,39
|
€ 4.111,35
|
€ 4.106,07
|
OP= Onderwijzend Personeel
OOP=Onderwijs Ondersteunend Personeel
Administratieve lasten
Bij deze regeling wordt de gemiddelde personeelslast, die per schoolsoort kan verschillen
en van belang is voor het berekenen van de personele bekostiging, van scholen voor
voortgezet onderwijs opnieuw vastgesteld. Ook het daaraan gekoppelde ondersteuningsbedrag
per leerling lwoo/pro wordt gewijzigd. Deze regeling veroorzaakt geen administratieve
lasten voor de scholen omdat de informatieverplichtingen niet wijzigen. De bekostiging
wordt ambtshalve verstrekt.
Vaste verandermomenten
Deze regeling voorziet in het opnieuw vaststellen van de bedragen landelijke gemiddelde
personeelslast kalenderjaar 2016. Eerdere publicatie was echter niet mogelijk omdat
de bijstellingen pas in de loop van het kalenderjaar bekend zijn geworden. De definitieve
kabinetsbijdrage is bij Voorjaarsnota 2016 vastgesteld. In verband hiermee treedt
deze regeling zo spoedig mogelijk na publicatie in werking en werkt terug tot en met
1 januari 2016. Dit is een voorziene afwijking van de procedure rond de vaste verandermomenten.
Reden hiervoor is, zoals eerder genoemd, dat het onderwijsveld is gebaat bij een snelle
inwerkingtreding.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 2
De gpl-bedragen voor alle categorieën worden per 1 januari 2016 opnieuw vastgesteld.
Deze stijgen ten opzichte van de eerder gepubliceerde (oude) gpl-bedragen per 1 januari
2016. Deze wijziging is het gevolg van de onder de kop Algemene toelichting per 1 januari
2016 vermelde aanpassing. Hetzelfde geldt voor de aanvullende personele bekostiging
(artikel 3). In deze regeling wordt ook het personele deel van de ondersteuningsbekostiging
per leerling en de regionale ondersteuning per leerling voor het samenwerkingsverband
voorgezet onderwijs vastgesteld. Het materiële deel van deze onderdelen wordt in de
regeling bekostiging exploitatiekosten vo gepubliceerd.
Artikel 4
Per 1 januari 2017 wijzigen de bedragen voor directie en het onderwijsondersteunend
personeel weer ten opzichte van de gpl-bedragen 2016 als gevolg van de onder de kop
Maatregelen per 1 januari 2017 vermelde aanpassingen. Deze stijgen (0,1%) ten opzichte
van de eerder gepubliceerde (oude) gpl-bedragen per 1 januari 2016. Dat wordt veroorzaakt
door het saldo van de vermelde maatregelen. Voor het onderwijzend personeel is er
sprake van een stijging met 0,3% omdat voor deze personeelscategorie, naast de hiervoor
vermelde maatregelen, extra middelen zijn toegevoegd voor de functiemix. Hetzelfde
geldt voor de aanvullende personele bekostiging van de lerarenformatie (artikel 5).
Effecten voor andere regeling
In artikel 7a, tweede lid van de Regeling aanvullende bekostiging nevenvestiging,
startbekostiging nieuwe school VO en samenvoeging wordt rekening gehouden met deze
ontwikkelingen.
Artikel 6
De in dit artikel opgenomen wijziging is noodzakelijk vanwege de beëindiging van de
Tijdelijke subsidieregeling plusvoorzieningen overbelaste jongeren. Deze regeling
is opgegaan in de nieuwe Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaters en prestatiesubsidie
vo. In verband hiermee is de naamgeving van de regeling gewijzigd.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker