Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 augustus 2016, VO-943230 houdende wijziging van de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties onderwijspersoneel, de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties cultuurberoepen en de Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen vanwege de wijziging van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties in verband met de implementatie van de herziene richtlijn 2013/55/EU betreffende de erkenning van beroepskwalificaties

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 27, eerste lid en 33 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties onderwijspersoneel wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel a, wordt ‘Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties’ vervangen door: Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Bij toepassing van artikel 11, derde lid, van de wet verstrekt de aanvrager de Minister bij de aanvraag in voorkomend geval een bewijs van kennis, vaardigheden en competenties in het kader van een leven lang leren als bedoeld in artikel 11, derde lid, van de wet.

C

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties onderwijspersoneel.

ARTIKEL II

De Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties cultuurberoepen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel a, wordt ‘Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties’ vervangen door: Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.

B

Artikel 2, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. de aanvraag van een migrerende beroepsbeoefenaar tot het verlenen van erkenning van beroepskwalificaties voor de toegang tot of uitoefening van de volgende gereglementeerde beroepen:

    algemene rijksarchivaris, rijksarchivaris, provinciearchivaris, gemeentearchivaris en waterschapsarchivaris als bedoeld in de Archiefwet 1995;

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Bij toepassing van artikel 11, derde lid, van de wet verstrekt de aanvrager de Minister bij de aanvraag een bewijs van kennis, vaardigheden en competenties in het kader van een leven lang leren als bedoeld in artikel 11, derde lid, van de wet.

3. In het eerste lid, onderdeel e, vervalt ‘subonderdeel 2’.

D

Artikel 10 komt te luiden:

Artikel 10. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties cultuurberoepen.

ARTIKEL III

De Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt ‘Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties’ vervangen door: Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.

B

De bijlage behorende bij artikel 1 komt te luiden:

Bijlage behorende bij artikel 1

Minister met de beleidsverantwoordelijkheid voor de reglementering van het desbetreffende beroep

Gereglementeerd beroep

Economische Zaken

bedrijfsvoerder gewasbescherming

beheerder van een inrichting

distributeur van gewasbeschermingsmiddelen

preparateur van dieren

toepasser van gewasbeschermingsmiddelen

toepasser van gewasbeschermingsmiddelen voor de bestrijding van mollen en woelratten

Infrastructuur en Milieu

bestrijder houtrotverwekkende schimmels

bootman

noordzeeloods

distributeur van gasvormige en gasvormende gewasbeschermingsmiddelen en biociden

gasmeetdeskundige

gassingsleider

matroos (binnenvaart)

matroos-motordrijver

registerloods

stuurman (binnenvaart)

toepasser van biociden voor het afweren of bestrijden van een dierplaag

VTS-operator

volmatroos

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

deskundig asbestverwijderaar

deskundig toezichthouder asbestverwijdering

duiker

duikerploegleider

gasdeskundige tankschepen

kraanmachinist

schietmeester

springmeester

vuurwerkdeskundige

Veiligheid en Justitie

beëdigde tolk

beëdigde vertaler

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

arts, apotheker, tandarts, verpleegkundige en verloskundige voor zover de opleiding niet op grond van titel III, hoofdstuk III van richtlijn 2005/36/EG in aanmerking komt voor erkenning op basis van de coördinatie van de minimumopleidingseisen

arts voor verstandelijk gehandicapten

fysiotherapeut

geneeskundig specialisten, vermeld in bijlage 5.1.3 van richtlijn 2005/36/EG, voor zover de opleiding niet op grond van titel III hoofdstuk III van richtlijn 2005/36/EG in aanmerking komt voor erkenning op basis van de coördinatie van de minimumopleidingseisen

gezondheidszorgpsycholoog

klinisch neuropsycholoog

klinisch psycholoog

klinisch technoloog

openbaar apotheker

physician assistant

psychotherapeut

specialist ouderengeneeskunde

sportarts

tandheelkundig specialisten vermeld in bijlage 5.3.4 van richtlijn 2005/36/EG, voor zover de opleiding niet op grond van titel III, hoofdstuk III van richtlijn 2005/36/EG in aanmerking komt voor erkenning op basis van de coördinatie van de minimumopleidingseisen (orthodontist en mond-, kaak- en aangezichtchirurg)

verpleegkundig specialist acute zorg bij somatische aandoeningen

verpleegkundig specialist chronische zorg bij somatische aandoeningen

verpleegkundig specialist geestelijke gezondheidszorg

verpleegkundig specialist intensieve zorg bij somatische aandoeningen

verpleegkundig specialist preventieve zorg bij somatische aandoeningen

ziekenhuisapotheker

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

Deze regeling wijzigt de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties onderwijspersoneel, de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties cultuurberoepen en de Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen. Deze regeling heeft, voor wat betreft de wijzigingen in de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties onderwijspersoneel, ook betrekking op onderwijspersoneel in de groene sector. Deze regeling is daarom afgestemd met de Staatssecretaris van Economische Zaken.

De onderhavige wijzigingen houden verband met een wijziging van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties (Stb. 2015, 478) in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2013/55/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 november 2013 tot wijziging van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt (‘de ‘IMI’-verordening’).

Tevens is van het moment gebruik gemaakt om enkele redactionele wijzigingen op te nemen.

2. Achtergrond

De met onderhavige regeling gewijzigde regelingen met betrekking tot de erkenningsprocedure voor onderwijspersoneel en cultuurberoepen zijn uitwerking van artikel 33 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties (hierna: de Algemene wet), dat verantwoordelijk ministers verplicht om ten aanzien van gereglementeerde beroepen die onder hun beleidsverantwoordelijkheid vallen, nadere regels te stellen over de erkenningsprocedure die geldt wanneer een migrerende beroepsbeoefenaar zoals gedefinieerd in artikel 1 van de Algemene wet zijn beroepskwalificaties wil laten erkennen met het oog op beroepsuitoefening in Nederland.

De overige met onderhavige regeling gewijzigde regeling betreft de Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen, gebaseerd op artikel 27, eerste lid, van de Algemene wet. In dat artikel is opgenomen dat inkomende dienstverrichters voorafgaand aan hun eerste dienstverrichting kunnen worden gecontroleerd vanwege implicaties van de beroepsuitoefening voor de openbare veiligheid of volksgezondheid, indien het betreffende beroep is opgenomen op een door de minister van OCW bij ministeriële regeling vastgestelde lijst. Die lijst is onderdeel van de Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen en kan op verzoek van de ministers die het aangaat door de minister van OCW worden geactualiseerd.

3. Administratieve lasten

De wijzigingen in de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties onderwijspersoneel en de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties cultuurpersoneel leiden niet tot een wijziging van de administratieve lasten, omdat met die wijzigingen geen nieuwe informatieverplichtingen worden opgelegd aan burgers, bedrijven of instellingen. Als gevolg van het met de onderhavige regeling toevoegen van gereglementeerde beroepen aan de Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen, kunnen beroepsbeoefenaren uit andere staten die in Nederland een van de betreffende beroepen willen uitoefenen in de vorm van tijdelijke en incidentele dienstverrichting, wel een toename in de administratieve lasten ervaren indien de verantwoordelijk minister besluit de dienstverrichter te controleren. In dat geval zal de dienstverrichter mogelijk meer stukken moeten overleggen dan wanneer hij alleen een schriftelijke melding zou hoeven doen, om aan te tonen dat hij gekwalificeerd is tot het uitoefenen van zijn beroep. Die mogelijke toename wordt geacht in redelijke verhouding te staan tot het belang dat risico’s voor de openbare veiligheid en volksgezondheid zo veel mogelijk dienen te worden voorkomen. Of een toename van de administratieve lasten zich zal voordoen en hoe groot de toename zal zijn is niet ten algemene te duiden nu het afhangt van het betreffende beroep, het aantal dienstverrichters dat zich meldt in dat beroep en de frequentie waarmee een verantwoordelijk minister besluit de beroepskwalificaties van een dienstverrichter in het individuele geval te controleren.

4. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

Deze ministeriële regeling is voor een uitvoeringstoets voorgelegd aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). De regeling is, voor wat betreft de wijzigingen in de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties onderwijspersoneel en in de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties cultuurberoepen, door DUO uitvoerbaar verklaard. De wijzigingen in de Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen hebben geen betrekking op gereglementeerde beroepen van het ministerie van OCW en raken dan ook niet de uitvoering door DUO. De ministers op wiens terrein de wijzigingen in de Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen betrekking hebben (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Veiligheid en Justitie en Volksgezondheid, Welzijn en Sport) hebben de uitvoerbaarheid van die wijzigingen voor zover opportuun op uitvoerbaarheid laten toetsen. De betreffende wijzigingen worden uitvoerbaar geacht.

5. Financiële gevolgen

Onderhavige regeling heeft geen financiële gevolgen.

II. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A en Artikel II, onderdeel A (Begripsbepalingen)

Vanwege de gewijzigde citeertitel van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties (voorheen ‘Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties’) zijn in de begripsbepalingen van de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties onderwijspersoneel en de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties cultuurberoepen de verwijzingen naar deze wet aangepast.

Artikel I, onderdeel B en artikel II, onderdeel C (Aanvraag erkenning beroepskwalificaties)

Op grond van artikel 11 van de Algemene wet kan een bevoegde autoriteit een beroepsbeoefenaar een compenserende maatregel opleggen voor het compenseren van een wezenlijk verschil tussen de beroepskwalificaties die de beroepsbeoefenaar bezit en de beroepskwalificaties die in Nederland zijn vereist voor toegang tot het beroep. Op grond van het gewijzigde artikel 11, derde lid, van de Algemene wet moet de bevoegde autoriteit bij het maken van de afweging of een wezenlijk verschil kan worden ondervangen, de kennis, vaardigheden en competenties meewegen die de beroepsbeoefenaar tijdens zijn beroepservaring, of in het kader van een leven lang leren heeft verworven.

Aan de artikelen 4 van de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties onderwijspersoneel en Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties cultuurberoepen wordt daarom gelet op artikel 11, derde lid, van de Algemene wet een nieuw lid 2 toegevoegd waarmee de aanvrager kan worden verzocht een door een bevoegde instantie formeel gevalideerd document te overleggen dat uitdrukking geeft aan verworven kennis, vaardigheden en competenties in het kader van een leven lang leren. Indien de aanvrager deze verworven kennis, vaardigheden en competenties kan aantonen, kan dat betekenen dat de aanvrager geen compenserende maatregelen als bedoeld in de artikelen 5 en 6 worden opgelegd.

Artikel II, onderdeel B (Gereglementeerde beroepen in de cultuursector)

De functie van provinciale inspecteur is met de inwerkingtreding in 2013 van de gewijzigde Archiefwet 1995 vervallen. Toegevoegd is de functie van provinciearchivaris. De regeling wordt dienovereenkomstig gewijzigd.

Het gereglementeerd beroep van de leidinggevende archeoloog wordt geschrapt. De reden hiervoor is dat met inwerkingtreding van de Erfgoedwet per 1 juli 2016 de leidinggevende archeoloog als bedoeld in het voormalig Besluit archeologische monumentenzorg geen gereglementeerd beroep meer is. Er wordt overgestapt op zelfregulering door de archeologische sector (certificering). Het Besluit archeologische monumentenzorg is na inwerkingtreding van de Erfgoedwet komen te vervallen.

Artikel III, onderdeel A

Vanwege de wijziging van de citeertitel van de ‘Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties’ naar ‘Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties’ wordt ook de verwijzing naar de Algemene wet in artikel 1 aangepast.

Artikel III, onderdeel B

De bijlage behorende bij artikel 1, waarin de gereglementeerde beroepen met implicaties voor de openbare veiligheid of volksgezondheid zijn opgenomen, wordt opnieuw vastgesteld. Op verzoek van enkele ministeries is een aantal gereglementeerde beroepen verwijderd dan wel toegevoegd aan de lijst.

Toelichting per verantwoordelijk minister

Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De benaming van het beroep van toezichthouder asbestverwijdering wordt gewijzigd naar deskundig toezichthouder asbestverwijdering. Dat is de officiële benaming die gebruikt wordt in artikel 4.27, onderdeel c, van de Arbeidsomstandighedenregeling. Het beroep van schietmeester wordt aan de lijst toegevoegd. De werkzaamheden van een schietmeester bestaan uit het springen van materialen ten behoeve van de verkenning, opsporing of winning van delfstoffen. Dit beroep mag, op grond van artikel 4.8, derde lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit, alleen worden uitgevoerd door gecertificeerde beroepsbeoefenaren, omdat onvoldoende deskundigheid zich kan vertalen in (grote) explosies die in de meerderheid van de gevallen ook in de publieke omgeving persoons- en zaakschade veroorzaken. De implicaties voor de openbare veiligheid zijn daarmee evident aanwezig.

Minister van Veiligheid en Justitie

De beroepen van beëdigde tolk en beëdigd vertaler worden aan de lijst toegevoegd. Deze beroepsbeoefenaren werken voor politie en justitie, maar ook voor de zittende magistratuur. De betreffende diensten moeten voor de onafhankelijke uitvoering van hun (wettelijke) taken volledig kunnen vertrouwen op de kwaliteit en integriteit van ingezette tolken en vertalers. Beëdigde tolken en vertalers zijn essentiële schakels in de communicatie en komen met informatie in aanraking die in bepaalde segmenten implicaties voor de volksgezondheid of openbare veiligheid hebben. Het is derhalve van belang om de beroepskwalificaties van de beëdigde tolken en vertalers voorafgaand aan de eerste dienstverrichting te controleren.

De beleidsverantwoordelijkheid voor de beroepen van politiekundige en politiemedewerker valt niet langer onder het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties maar is thans belegd bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. Ingevolge het nieuwe artikel 4, derde lid, van de Algemene wet is deze wet niet langer van toepassing op overheidsberoepen. Omdat de beroepen van politiekundige en politiemedewerker als overheidsberoepen worden aangemerkt worden ze van de lijst geschrapt.

Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

In alle medische gereglementeerde beroepen wordt geacht sprake te zijn van implicaties voor de volksgezondheid die het controleren van de beroepskwalificaties van een dienstverrichter zouden rechtvaardigen; ongekwalificeerde beroepsuitoefening in die beroepen kan namelijk grote risico’s opleveren voor de kwaliteit van de zorgverlening. Met uitzondering van enkele specifieke categorieën zijn dan ook alle beroepen in de individuele gezondheidszorg die bij of krachtens de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) zijn gereglementeerd op de lijst opgenomen.

De specifieke categorieën waarvoor controle bij dienstverrichting in principe niet geldt, zijn beroepsbeoefenaren in medische beroepen waarvoor op grond van richtlijn 2005/36 geharmoniseerde minimumopleidingseisen gelden die leiden tot automatische erkenning (de beroepen van arts, tandarts, verpleegkundige, verloskundige, en apotheker). In die gevallen is een mogelijkheid tot controle alleen aan de orde indien de betreffende beroepsbeoefenaar niet aan de minimumopleidingseisen voldoet.

De tweede categorie betreft de paramedische beroepen als bedoeld in artikel 34 van de Wet BIG. Voor deze beroepen geldt op nationaal niveau een lichter regime van bescherming (bescherming van opleidingstitels in plaats van titelbescherming) zonder verplichte BIG-registratie om het beroep te mogen uitoefenen. Omdat bij deze beroepen in mindere mate sprake is van risico voor de volksgezondheid zullen dienstverrichters niet vanuit de overheid worden gecontroleerd maar wordt de beroepsgroep geacht zijn verantwoordelijkheid te nemen voor de kwaliteit van de zorgverlening.

Naar aanleiding van de reglementering van enkele nieuwe specialismen doordat ze, na de inwerkingtreding van de laatste wijziging van de Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen, zijn aangewezen als wettelijk erkende specialistentitels als bedoeld in artikel 14 van de Wet BIG, worden deze specialismen aan de lijst toegevoegd. Het betreft de specialismen van sportarts, klinisch neuropsycholoog, openbaar apotheker, verpleegkundig specialist acute zorg bij somatische aandoeningen, verpleegkundig specialist chronische zorg bij somatische aandoeningen, verpleegkundig specialist geestelijke gezondheidszorg, verpleegkundig specialist intensieve zorg bij somatische aandoeningen en verpleegkundig specialist preventieve zorg bij somatische aandoeningen.

Naar aanleiding van de reglementering van enkele nieuwe beroepen op grond van artikel 36a van de Wet BIG, worden ook deze beroepen aan de lijst toegevoegd. Het betreft de beroepen van physician assistant en klinisch technoloog.

Tevens worden als gevolg van de naamswijziging van enkele bestaande specialismen, enkele specialismen in de lijst dienovereenkomstig van naam gewijzigd. Het betreft de wijziging van de naam ‘ziekenhuispharmaceut’ naar ‘ziekenhuisapotheker’, ‘verpleeghuisarts’ naar ‘specialist ouderengeneeskunde’, ‘medisch specialisten’ naar ‘geneeskundig specialisten’, ‘gespecialiseerde tandartsen’ naar ‘tandheelkundig specialisten’ en ‘orale en maxillo-faciale chirurg’ naar ‘mond-, kaak- en aangezichtchirurg’ (het laatstgenoemd specialisme vallend onder de in de lijst vermelde ‘tandheelkundig specialisten zoals vermeld in bijlage 5.3.4 van richtlijn 2005/36’).

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven