Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 augustus 2016, kenmerk 942707-148296-MC, inzake regulering ergotherapie

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na op 19 november 2015 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Kamerstukken II 2015/16, 29 538, nr. 199);

Besluit:

Enig artikel

De Nederlandse Zorgautoriteit stelt met ingang van 1 januari 2017 voor ergotherapie prestaties met een vrij tarief vast als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel a van de Wet marktordening gezondheidszorg.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

Met deze aanwijzing draag ik de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) op om met ingang van 1 januari 2017 voor zowel de intramurale als de extramurale ergotherapie prestaties met een vrij tarief vast te stellen. Ergotherapie wordt op dit moment verschillend gereguleerd, afhankelijk van de zorgaanbieder die deze zorg levert. Extramurale ergotherapie is op basis van artikel 3 van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer WMG (Bub Wmg) uitgesloten van tarief- en prestatieregulering door de NZa. Intramurale ergotherapie wordt gereguleerd met prestaties en maximumtarieven.

Het Bub Wmg is inmiddels gewijzigd teneinde het verschil in regulering tussen intra- en extramurale ergotherapie op te heffen. Nu deze wijziging is afgerond, dient de NZa over te gaan tot prestatieregulering van de gehele ergotherapie.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven