Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken AIVD 2015

De directeur-generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst,

Gelet op artikel 4, aanhef en onder 1, van het Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken BZK 2007;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt onder tekenbevoegdheid verstaan de bevoegdheid om namens de directeur-generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst besluiten te nemen, stukken af te doen en uitgaande brieven te ondertekenen op grond van de Wet veiligheidsonderzoeken.

Artikel 2

De directeur Veiligheidsonderzoeken en Bedrijfsvoering bezit tekenbevoegdheid ten aanzien van de in artikel 2, eerste lid, onder a, b, c, d, e en f, van het Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken BZK 2007 bedoelde bevoegdheid.

Artikel 3

  • 1. Het hoofd van de Businessunit Veiligheidsonderzoeken bezit tekenbevoegdheid ten aanzien van:

    • a. de in artikel 2, eerste lid, onder b, van het Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken BZK 2007 bedoelde bevoegdheid betreffende het afgeven van een verklaring van geen bezwaar;

    • b. de in artikel 2, eerste lid, onder c, van het Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken BZK 2007 bedoelde bevoegdheid betreffende het weigeren van een verklaring van geen bezwaar;

    • c. de in artikel 2, eerste lid, onder d, van het Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken BZK 2007 bedoelde bevoegdheid betreffende het doen instellen van een hernieuwd veiligheidsonderzoek;

    • d. de in artikel 2, eerste lid, onder f, van het Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken BZK 2007 bedoelde bevoegdheid betreffende het doen van mededelingen aan een andere mogendheid of aan een volkenrechtelijke organisatie;

  • 2. In afwijking van het eerste lid, onder b, is de aldaar bedoelde bevoegdheid voorbehouden aan de directeur Veiligheidsonderzoeken en Bedrijfsvoering indien het weigeren volgt op een veiligheidsonderzoek dat verricht is ten behoeve van de afgifte van een verklaring voor beoogd eigen personeel van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.

  • 3. In afwijking van het eerste lid, onder b en d, is de aldaar bedoelde bevoegdheid voorbehouden aan de directeur Veiligheidsonderzoeken en Bedrijfsvoering indien bij de uitoefening van deze bevoegdheid gebruik wordt gemaakt van gegevens bedoeld in artikel 7, tweede lid, onder b en c, onderscheidenlijk artikel 13, vierde lid, onder b en c, van de Wet veiligheidsonderzoeken.

  • 4. In afwijking van het eerste lid, onder c, is de aldaar bedoelde bevoegdheid voorbehouden aan de directeur Veiligheidsonderzoeken en Bedrijfsvoering indien de uitoefening van deze bevoegdheid betrekking heeft op het eigen personeel van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en het gevolg is van nieuwe feiten en omstandigheden die een hernieuwd onderzoek rechtvaardigen.

Artikel 4

  • 1. De hoofden van de teams van de Businessunit Veiligheidsonderzoeken bezitten tekenbevoegdheid ten aanzien van:

    • a. de in artikel 2, eerste lid, onder b, van het Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken BZK 2007 bedoelde bevoegdheid betreffende het afgeven van een verklaring van geen bezwaar;

    • b. de in artikel 2, eerste lid, onder c, van het Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken BZK 2007 bedoelde bevoegdheid betreffende het weigeren van een verklaring van geen bezwaar;

    • c. de in artikel 2, eerste lid, onder f, van het Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken BZK 2007 bedoelde bevoegdheid betreffende het doen van mededelingen aan een andere mogendheid of aan een volkenrechtelijke organisatie;

  • 2. In afwijking van het eerste lid, onder a, is de aldaar bedoelde bevoegdheid voorbehouden aan het hoofd van de Businessunit Veiligheidsonderzoeken indien een verklaring wordt afgegeven na een aanvankelijk voornemen tot weigeren van deze verklaring.

  • 3. In afwijking van het eerste lid, onder b, is de aldaar bedoelde bevoegdheid voorbehouden aan de directeur Veiligheidsonderzoeken en Bedrijfsvoering indien het weigeren volgt op een veiligheidsonderzoek dat verricht is ten behoeve van de afgifte van een verklaring voor beoogd eigen personeel van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.

  • 4. In afwijking van het eerste lid, onder b is de aldaar bedoelde bevoegdheid voorbehouden aan de directeur Veiligheidsonderzoeken en Bedrijfsvoering indien bij de uitoefening van deze bevoegdheid geheel of gedeeltelijk gebruik wordt gemaakt van gegevens bedoeld in artikel 7, tweede lid, onder b en c van de Wet veiligheidsonderzoeken.

  • 5. In afwijking van het eerste lid, onder c, is de aldaar bedoelde bevoegdheid voorbehouden aan het hoofd van de Businessunit Veiligheidsonderzoeken indien deze mededeling ten opzichte van betrokkene nadelige conclusies bevat.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Artikel 6

Het Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken AIVD 2009, Staatscourant 2010 nr. 6443, wordt ingetrokken.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken AIVD 2015.

Dit besluit zal in afschrift worden gezonden aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en belanghebbende functionarissen.

22 augustus 2016

Directeur-generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, R.A.C. Bertholee Luitenant-generaal b.d.

TOELICHTING

In het Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken BZK 2007 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de tekenbevoegdheid van een aantal bevoegdheden in het kader van de Wet veiligheidsonderzoeken (Wvo) gemandateerd aan de directeur-generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD).

Deze bevoegdheden staan opgesomd in de onderdelen, met letters aangeduid, van artikel 2, eerste lid, van genoemd besluit. Het gaat om (a) het instemmen met het aanwijzen van vertrouwensfuncties, (b) het afgeven van een verklaring van geen bezwaar (VGB), (c) het weigeren of (e) intrekken van een VGB, (d) het doen instellen van een hernieuwd veiligheidsonderzoek, (f) het doen van mededelingen aan een andere mogendheid of volkenrechtelijke organisatie en (g) het beslissen op bezwaarschriften. Er is voorzien in de mogelijkheid van ondermandatering aan de onder de directeur-generaal AIVD ressorterende functionarissen. Deze ondermandatering was eerder geregeld in het Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken AIVD 2009. Met ingang van 1 januari 2015 is binnen de AIVD een organisatieontwikkelingstraject tot afronding gekomen. Het betreft hier een omvangrijke reorganisatie, waarbij de managementstructuur geheel vernieuwd is. Dit heeft ook gevolgen voor de benamingen van organisatieonderdelen binnen de AIVD. In verband daarmee wordt het besluit van 28 april 2010, gepubliceerd in de Staatscourant (Stcrt. 2010, 6443), vervangen door het onderhavige besluit.

Drie niveaus in de AIVD organisatie zijn van belang voor de ondermandatering op Wvo-gebied, te weten (1) de directeur Veiligheidsonderzoeken en Bedrijfsvoering, (2) het hoofd van de Businessunit Veiligheidsonderzoeken en (3) de teamhoofden, die leiding geven aan de teams waarin de veiligheidsonderzoeken worden uitgevoerd.

1. Directeur Veiligheidsonderzoeken en Bedrijfsvoering

De bevoegdheid tot het beslissen op bezwaarschriften blijft voorbehouden aan de directeur-generaal van de AIVD en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties conform de daartoe in het Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken BZK 2007 vastgelegde taakverdeling. Alle overige bevoegdheden zijn gemandateerd aan de directeur Veiligheidsonderzoeken en Bedrijfsvoering (artikel 2 van dit besluit). De bevoegdheid om tot overeenstemming te besluiten op een voorgenomen aanwijzing van vertrouwensfuncties en de bevoegdheid tot het intrekken van een VGB blijven vanwege hun ingrijpende aard voorbehouden aan de directeur Veiligheidsonderzoeken en Bedrijfsvoering.

2. Hoofd van de Businessunit Veiligheidsonderzoeken

De bevoegdheden tot het afgeven of weigeren van een VGB en het doen van mededelingen aan een andere mogendheid of volkenrechtelijke organisatie zijn ook belegd op het niveau direct onder de directeur Veiligheidsonderzoeken en Bedrijfsvoering, te weten het hoofd van de Businessunit Veiligheidsonderzoeken, behoudens enkele uitzonderingen daarop. Dat betreft in ieder geval het weigeren van een VGB voor beoogd eigen personeel van de AIVD. Vanwege het privacygevoelige karakter van deze categorie veiligheidsonderzoeken blijft deze beslissing voorbehouden aan de directeur Veiligheidsonderzoeken en Bedrijfsvoering. Dit is ook het geval als het weigeren berust op gegevens die bedoeld zijn in artikel 7, onder b en c, van de Wvo. Het betreft hier gegevens betreffende deelneming of steunverlening aan activiteiten die de nationale veiligheid kunnen schaden en gegevens betreffende lidmaatschap van of steunverlening aan organisaties die doeleinden nastreven, dan wel ter verwezenlijking van hun doeleinden middelen hanteren, die aanleiding geven tot het ernstige vermoeden dat zij een gevaar vormen voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde. Indien dit soort gegevens een rol speelt zijn binnen de AIVD ook andere eenheden dan de Businessunit Veiligheidsonderzoeken betrokken, waardoor de beslissing op een hoger niveau is belegd. Dit geldt ook bij de mededeling aan een andere mogendheid of volkenrechtelijke organisatie waarbij deze gegevens een rol spelen.

Ook de bevoegdheid tot het doen instellen van een hernieuwd veiligheidsonderzoek is belegd bij het hoofd van de Businessunit Veiligheidsonderzoeken, met uitzondering van het doen instellen van een hernieuwd onderzoek naar het eigen personeel van de AIVD, indien gebleken is van feiten of omstandigheden die een hernieuwd veiligheidsonderzoek rechtvaardigen. Om eenzelfde reden als voor het weigeren van een VGB voor beoogd eigen personeel van de AIVD, blijft deze beslissing voorbehouden aan de Directeur Veiligheidsonderzoeken en Bedrijfsvoering. In die gevallen waarin het doen instellen van een hernieuwd veiligheidsonderzoek naar het eigen personeel van de AIVD een gevolg is van het verstrijken van een termijn van vijf jaren of een veelvoud daarvan, is de tekenbevoegdheid, vanwege het routinematige karakter hiervan, wel belegd bij het hoofd van de Businessunit Veiligheidsonderzoeken.

Tekenbevoegdheid ten aanzien van het doen van mededelingen aan een andere mogendheid of volkenrechtelijke organisatie is ook belegd bij het hoofd van de Businessunit Veiligheidsonderzoeken voor zover er sprake is van nadelige conclusies. Uitzondering hierop is het doen van mededelingen waarbij gegevens als bedoeld in artikel 7, onder b en c, van de Wvo een rol spelen. Zoals reeds eerder vermeld is in die gevallen de directeur Veiligheidsonderzoeken en Bedrijfsvoering tekenbevoegd.

NSA-taken

In het kader van de bij de AIVD belegde taken van de National Security Authority (NSA) worden tevens veiligheidsonderzoeken uitgevoerd ten behoeve van de afgifte, revalidatie of weigering van Personnel Security Clearances (clearances) voor personen die in hun functie toegang verkrijgen tot gerubriceerde gegevens bij de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO), de Europese Unie (EU) of de European Space Agency (ESA). De bevoegdheid tot uitvoering van deze taak wordt in nationale wet- en regelgeving niet uitdrukkelijk aan een daartoe aangewezen nationale veiligheidsautoriteit toegewezen. Deze taak ligt echter geheel in het verlengde van de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om mededelingen te doen op grond van artikel 13 van de Wvo. Gelet op de nauwe samenhang tussen het doen van mededelingen en het daarop gebaseerde besluit over de afgifte, revalidatie of intrekking van een clearance, komt de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uitoefening van de bevoegdheid tot het nemen van dergelijke beslissingen toe. Deze lezing werd reeds in de memorie van toelichting bij het toenmalige artikel 12 van de Wet veiligheidsonderzoeken erkend (Kamerstukken II, 1994–1995, 24 023, nr. 3, p. 21). Op grond hiervan zijn besluiten aangaande clearances ook mededelingen in de zin van dit besluit. Dit betekent dat de AIVD zowel mededelingen doet als clearances afgeeft, revalideert en intrekt.

3. Teamhoofden

Het nemen van een beslissing tot afgifte van een VGB is ook gemandateerd aan de teamhoofden van de Businessunit Veiligheidsonderzoeken. Als het daarbij evenwel gaat om gevallen waarin een aanvankelijk voornemen aan betrokkene is kenbaar gemaakt om de VGB te weigeren en er van dit voornemen in een later stadium wordt afgeweken, is de beslissing voorbehouden aan het hoofd van de Businessunit Veiligheidsonderzoeken.

De tekenbevoegdheid betreffende het weigeren van een VGB is eveneens gemandateerd aan de teamhoofden. Uitzonderingen hierop zijn de gevallen waarin het weigeren volgt op een veiligheidsonderzoek dat verricht is ten behoeve van de afgifte van een VGB voor beoogd eigen personeel van de AIVD of de weigering (gedeeltelijk) berust op gegevens als bedoeld in artikel 7, onder b en c, van de Wvo. Deze bevoegdheid is, om eerdergenoemde redenen, immers voorbehouden aan de directeur Veiligheidsonderzoeken en Bedrijfsvoering. Wanneer het gaat om een weigering die uitsluitend berust op gegevens als bedoeld in artikel 7, onder a en/of d, van de Wvo, zijn de teamhoofden tekenbevoegd. Voorts is het doen van mededelingen aan een andere mogendheid of volkenrechtelijke organisatie ook gemandateerd aan de teamhoofden, voor zover deze mededelingen geen nadelige conclusies bevatten. Hieronder worden ook de afgifte en revalidatie van eerdergenoemde clearances begrepen.

De gemandateerde bevoegdheden aan de teamhoofden zijn niet beperkt tot het eigen team maar geven binnen de gestelde kaders teamoverstijgende tekenbevoegdheid.

Naar boven