Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 7 juli 2016, nr. 781078, houdende wijziging van de indexeringsbepaling en enige andere bepalingen in de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de artikelen 380, vijfde lid, 386, eerste lid, 410, tweede lid, 420, derde lid, 447, eerste lid, en 460, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 2, tweede lid, onderdeel b, door een puntkomma, worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • c. voor een curator van een persoon in de leeftijd van 18 tot en met 23 jaar die jeugdhulp heeft gehad in verband met een psychisch of psychosociaal probleem, psychische stoornis, gedragsproblemen of verstandelijke beperking € 2.278,80;

  • d. voor een curator in een curatele met problematische schulden, van een persoon in de leeftijd van 18 tot en met 23 jaar die jeugdhulp heeft gehad in verband met een psychisch of psychosociaal probleem, psychische stoornis, gedragsproblemen of verstandelijke beperking € 2.571.

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het vierde, vijfde en zesde tot zesde, twaalfde en dertiende lid worden zeven leden ingevoegd, luidende:

  • 4. Indien het een curatele als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, en een curatele als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel c, betreft, bedraagt de jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, € 3.129,40.

  • 5. Indien het een curatele als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, en een curatele als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, betreft, bedraagt de jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, € 3.291,70.

  • 7. Indien het een curatele als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, en een curatele als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel c, betreft, bedraagt de jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, € 3.291,70.

  • 8. Indien het een curatele als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, en een curatele als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, betreft, bedraagt de jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, € 3.454.

  • 9. Indien het twee curatelen als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel c, betreft, bedraagt de jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, € 3.389,10.

  • 10. Indien het een curatele als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel c, en een curatele als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, betreft, bedraagt de jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, € 3.551,40.

  • 11. Indien het twee curatelen als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, betreft, bedraagt de jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, € 3.713,70.

2. Voor de puntkomma in het twaalfde lid (nieuw), onderdeel a, wordt ingevoegd: , of € 1.285,50 indien de curator voorafgaand aan één van beide curatelen budgetbeheer heeft gevoerd.

C

Voor de puntkomma in artikel 7, vijfde lid, onderdeel a, wordt ingevoegd: , of € 545,40 indien de bewindvoerder voorafgaand aan één van beide bewinden budgetbeheer heeft gevoerd.

D

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het zesde en zevende tot tiende en elfde lid worden vier leden ingevoegd, luidende:

  • 6. Indien het een curatele als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel c, en een bewind als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, betreft, bedraagt de jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, € 2.499,60.

  • 7. Indien het een curatele als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel c, en een bewind als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel b, betreft, bedraagt de jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, € 2.694,40.

  • 8. Indien het een curatele als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, en een bewind als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, betreft, bedraagt de jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, € 2.661,90.

  • 9. Indien het een curatele als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, en een bewind als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel b, betreft, bedraagt de jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, € 2.856,70.

2. Voor de puntkomma in het tiende lid (nieuw), onderdeel a, wordt ingevoegd: , of € 973,90 indien de vertegenwoordiger voorafgaand aan de curatele budgetbeheer heeft gevoerd, of € 960,90 indien de vertegenwoordiger voorafgaand aan het bewind budgetbeheer heeft gevoerd.

E

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het derde, vierde en vijfde tot vierde, tiende en elfde lid, worden zes leden ingevoegd, luidende:

  • 3. Indien het een curatele als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, en een mentorschap als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel b, betreft, bedraagt de jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, € 3.161,80.

  • 5. Indien het een curatele als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, en een mentorschap als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel b, betreft, bedraagt de jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, € 3.454.

  • 6. Indien het een curatele als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel c, en een mentorschap als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel a, betreft, bedraagt de jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, € 3.129,40.

  • 7. Indien het een curatele als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel c, en een mentorschap als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel b, betreft, bedraagt de jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, € 3.421,50.

  • 8. Indien het een curatele als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, en een mentorschap als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel a, betreft, bedraagt de jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, € 3.421,50.

  • 9. Indien het een curatele als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, en een mentorschap als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel b, betreft, bedraagt de jaarbeloning, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, € 3.713,70.

2. Voor de puntkomma in het tiende lid (nieuw), onderdeel a, wordt ingevoegd: , of € 1.233,60 indien de vertegenwoordiger voorafgaand aan de curatele budgetbeheer heeft gevoerd.

F

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13

  • 1. Met ingang van 1 januari 2017 worden de beloningen jaarlijks gewijzigd met ingang van 1 januari overeenkomstig artikel 2, vijfde lid, van het Besluit vergoeding bewindvoerders schuldsanering.

  • 2. De wijziging blijft achterwege indien het in artikel 2, vijfde lid, van het Besluit vergoeding bewindvoerders schuldsanering bedoelde percentage ligt tussen de -1% en 1%.

  • 3. Indien de beloningen twee opeenvolgende jaren niet zijn gewijzigd, worden deze in het daaropvolgende jaar gewijzigd met inachtneming van de percentages met betrekking tot de jaren waarin wijziging achterwege is gebleven.

  • 4. De beloningen worden afgerond op hele cijfers.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

TOELICHTING

1. Algemeen

De Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren (hierna: de Regeling beloning) is op 1 januari 2015 in werking getreden.1 De onderhavige regeling bevat een drietal wijzigingen van de Regeling beloning.

Combinaties met een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad

De Regeling beloning houdt er rekening mee dat er combinaties van beschermingsmaatregelen voorkomen. Met een combinatie van beschermingsmaatregelen wordt bedoeld dat één vertegenwoordiger twee personen bijstaat die in gemeenschap van goederen zijn getrouwd of op andere wijze een economische eenheid vormen. In deze gevallen is sprake van efficiencyvoordelen, bijvoorbeeld doordat de contactmomenten voor de behartiging van materiële en immateriële belangen kunnen worden gecombineerd. Voor nagenoeg alle mogelijke combinaties van beschermingsmaatregelen geeft de Regeling beloning een ‘combinatiebeloning’. Combinatiebeloningen ontbreken alleen voor vrijwel alle combinaties waarin mentorschap voorkomt van een persoon in de leeftijd van 18 tot en met 23 jaar die jeugdhulp heeft gehad in verband met een psychisch of psychosociaal probleem, psychische stoornis, gedragsproblemen of verstandelijke beperking (hierna: ‘een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad’). Het gaat om de volgende mogelijke combinaties: curatele en curatele, curatele en bewind, en curatele en mentorschap. De combinatiebeloning in geval van twee mentorschappen met personen in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp hebben gehad is wel opgenomen in de Regeling beloning (zie art. 8, vierde lid). Op basis van de berekeningssystematiek in de toelichting op de Regeling beloning kunnen de combinatiebeloningen voor de niet in de regeling weergegeven combinaties worden berekend. Naar aanleiding van verzoeken uit de praktijk worden deze ontbrekende combinaties aan de Regeling beloning toegevoegd (zie Artikel I, onderdelen A-E).

Budgetbeheer bij combinaties

In sommige gevallen gaat budgetbeheer vooraf aan beschermingsbewind c.q. curatele. Een aantal stappen dat bij aanvang en tijdens het budgetbeheer is genomen hoeft niet meer bij de aanvangswerkzaamheden ten behoeve van het ingestelde bewind c.q. de ingestelde curatele te worden uitgevoerd. Er hoeft bijvoorbeeld geen kennismaking meer plaats te vinden en het verzamelen van stukken heeft (deels) al plaatsgevonden. De Regeling beloning houdt hiermee rekening (zie hierover de toelichting op de Regeling beloning, p. 13–14). Bij de combinaties van curatele en curatele, bewind en bewind, en curatele en bewind geeft de Regeling beloning reeds weer op welke beloning voor aanvangswerkzaamheden aanspraak kan worden gemaakt indien in beide gevallen wel of geen budgetbeheer heeft plaatsgevonden (resp. artt. 6, vijfde lid, onderdeel a, 7, vijfde lid, onderdeel a, en 9, zesde lid, onderdeel a).2 Vooralsnog ontbreekt het geval waarin in één van beide gevallen budgetbeheer heeft plaatsgevonden en in het andere niet. Ook ontbreekt het geval waarin budgetbeheer heeft plaatsgevonden voorafgaand aan de curatele bij de combinatie van curatele en mentorschap (art. 10, tiende lid, onderdeel a).3 De beloningen in deze gevallen worden aan de Regeling beloning toegevoegd (zie Artikel I, onderdelen B–E).

Indexeringsbepaling

De indexeringsbepaling in artikel 13 van de Regeling beloning wordt gewijzigd. Kort gezegd houdt de wijziging in dat de indexering niet meer standaard jaarlijks plaatsvindt, maar eens per drie jaar, tenzij het indexeringspercentage met betrekking tot één jaar hoger is dan 1% of lager is dan –1% (zie Artikel I, onderdeel F).

De conceptversie van deze regeling is gepubliceerd op www.internetconsultatie.nl van 3 juni tot en met 4 juli 2016. Hierop zijn zes reacties ontvangen, waarvan drie openbaar. De regeling zoals deze in de Staatscourant wordt gepubliceerd wijkt niet af van de geconsulteerde versie.

De Vereniging Wettelijke Vertegenwoordigers (VeWeVe) heeft gemeld dat haar leden de wijziging van de indexeringsbepaling ondersteunen. Het bestuur van de Branchevereniging voor Professionele Bewindvoerders en Inkomensbeheerders (BPBI) heeft opgemerkt dat de wijzigingsregeling geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.

De Raad voor de rechtspraak heeft een blanco advies uitgebracht.

De reacties hebben geen aanleiding gegeven tot wijziging van de conceptregeling.

2. Artikelsgewijs

Artikel I

Om afrondingsverschillen te voorkomen tussen de beloningen zoals deze reeds zijn opgenomen in de Regeling beloning en de door middel van onderhavige regeling daaraan toe te voegen beloningen, wordt gerekend met de oorspronkelijke (niet geïndexeerde) bedragen uit de Regeling beloning. Deze bedragen worden vervolgens geïndexeerd aan de hand van het indexeringspercentage uit de Regeling indexering beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren 2016,4 te weten –0,1163% (afgerond). Telkens zal eerst de beloning op basis van de oorspronkelijke bedragen uit de Regeling beloning worden weergegeven, gevolgd door de geïndexeerde beloning.

Onderdeel A

In onderdeel A worden twee onderdelen toegevoegd aan artikel 2, tweede lid, waarin de beloning van de curator is geregeld. In de onderdelen a en b van het tweede lid zijn reeds de beloningen opgenomen voor respectievelijk een standaardcuratele en een curatele met problematische schulden.

Hieraan wordt in onderdeel c toegevoegd de beloning in geval van een curator van een persoon in de leeftijd van 18 tot en met 23 jaar die jeugdhulp heeft gehad. De beloning wordt als volgt berekend: 90% van 1) de jaarbeloning voor standaardwerkzaamheden van een bewindvoerder en 2) de jaarbeloning van een mentor in geval van een persoon in de leeftijd van 18 tot en met 23 jaar die jeugdhulp heeft gehad. De jaarbeloning bedraagt in dit geval: (0,9 * € 1.103 + 0,9 * € 1.430 =) € 2.281,50; na indexering € 2.278,80.

In onderdeel d wordt de beloning van een curator toegevoegd in geval van problematische schulden, van een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad. De beloning wordt als volgt berekend: 90% van 1) de jaarbeloning in geval van problematische schulden van een bewindvoerder en 2) de jaarbeloning van een mentor in geval van een persoon in de leeftijd van 18 tot en met 23 jaar die jeugdhulp heeft gehad. De jaarbeloning bedraagt in dit geval: (0,9 * € 1.430 + 0,9 * € 1.430 =) € 2.574; na indexering € 2.571.

Onderdeel B
Combinaties curatelen met personen in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp hebben gehad

Artikel 6 van de Regeling beloning bevat de beloning voor het geval dat de vertegenwoordiger curator is van twee personen die in gemeenschap van goederen zijn getrouwd of op andere wijze een economische eenheid vormen. In de eerste wijziging in onderdeel B worden aan artikel 6 de combinaties toegevoegd waarin sprake is van één of twee personen in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft of hebben gehad.

Bij de berekening van deze combinatiebeloningen wordt gerekend met de jaarbeloningen in de verschillende onderscheiden categorieën curatele, te weten:

  • standaardcuratele: € 1.989; na indexering € 1.986,70 (art. 2, tweede lid, onderdeel a);

  • curatele met problematische schulden: € 2.281,50; na indexering € 2.278,80 (art. 2, tweede lid, onderdeel b);

  • curatele betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad: € 1.696,50; na indexering € 1.694,50 (art. 2, tweede lid, onderdeel c (nieuw));

  • curatele betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad en met problematische schulden: € 1.859; na indexering € 1.856,80 (art. 2, tweede lid, onderdeel d (nieuw)).

Om de combinatiebeloningen te berekenen dienen vooreerst de beloningen voor de verschillende categorieën curatele te worden berekend in geval van de combinatie van twee curatelen. Daarbij dienen verschillende efficiencyvoordelen te worden meegewogen, zoals opgemerkt in het algemene deel van deze toelichting. Voor de berekeningssystematiek zij verwezen naar de toelichting op de Regeling beloning.

De beloning in geval van een standaardcuratele bedraagt: ((0,9 * € 1.105 + 0,9 * € 1.105) – (0,4 * € 1.105) – (0,1 * € 1.105) =) € 1.436,50.

De beloning in geval van een curatele met problematische schulden bedraagt: ((0,9 * € 1.430 + 0,9 * € 1.105) – (0,4 * € 1.430) – (0,1 * € 1.105) =) € 1.599.

De beloning in geval van een curatele betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad bedraagt: ((0,9 * € 1.105 + 0,9 * € 1.430) – (0,4 * € 1.105) – (0,1 * € 1.430) =) € 1.696,50.

De beloning in geval van een curatele betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad en met problematische schulden bedraagt: ((0,9 * € 1.430 + 0,9 * € 1.430) – (0,4 * € 1.430) – (0,1 * € 1.430) =) € 1.859.

Het nieuw in te voegen vierde lid van artikel 6 betreft de combinatie van een standaardcuratele en een curatele betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad. De jaarbeloning bedraagt in dit geval: (€ 1.436,50 + € 1.696,50 =) € 3.133; na indexering € 3.129,40.

Het vijfde lid betreft de combinatie van een standaardcuratele en een curatele betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad, en met problematische schulden. De jaarbeloning bedraagt in dit geval: (€ 1.436,50 + € 1.859 =) € 3.295,50; na indexering € 3.291,70.

Het zevende lid betreft de combinatie van een curatele met problematische schulden en een curatele betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad. De jaarbeloning bedraagt in dit geval: (€ 1.599 + € 1.696,50 =) € 3.295,50; na indexering € 3.291,70.

Het achtste lid betreft de combinatie van een curatele met problematische schulden en een curatele betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad, en met problematische schulden. De jaarbeloning bedraagt in dit geval: (€ 1.599 + € 1.859 =) € 3.458; na indexering € 3.454.

Het negende lid betreft de combinatie van twee curatelen betreffende twee personen in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp hebben gehad. De jaarbeloning bedraagt in dit geval: (€ 1.696,50 + € 1.696,50 =) € 3.393; na indexering € 3.389,10.

Het tiende lid betreft de combinatie van een curatele betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad en een curatele betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad, en met problematische schulden. De jaarbeloning bedraagt in dit geval: (€ 1.696,50 + € 1.859 =) € 3.555,50; na indexering € 3.551,40.

Het elfde lid betreft de combinatie van twee curatelen betreffende twee personen in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp hebben gehad, en met problematische schulden. De jaarbeloning bedraagt in dit geval: (€ 1.859 + € 1.859 =) € 3.718; na indexering € 3.713,70.

Budgetbeheer

De beloning voor aanvangswerkzaamheden indien de curator voorafgaand aan één van beide curatelen budgetbeheer heeft gevoerd bedraagt: ((0,9 * € 520 + 0,9 * € 520) – (0,4 * € 520) – (0,1 * € 520) + (0,9 * € 390 + 0,9 * € 520) – (0,4 * € 390) – (0,1 * € 520) =) € 1.287; na indexering € 1.285,50. Deze beloning wordt toegevoegd aan artikel 6, twaalfde lid (nieuw),5 onderdeel a.

Onderdeel C

De beloning voor aanvangswerkzaamheden indien de bewindvoerder voorafgaand aan één van beide bewinden budgetbeheer heeft gevoerd wordt in Artikel I, onderdeel C, toegevoegd aan artikel 7, vijfde lid, onderdeel a. Deze beloning bedraagt: (0,6 * € 520 + 0,6 * € 390 =) € 546; na indexering € 545,40.

Onderdeel D
Combinaties curatele en bewind met personen in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp hebben gehad

Artikel 9 van de Regeling beloning bevat de beloningen voor het geval dat de vertegenwoordiger curator respectievelijk bewindvoerder is van twee personen die in gemeenschap van goederen zijn getrouwd of op andere wijze een economische eenheid vormen. In de eerste wijziging in onderdeel D worden aan artikel 9 de combinaties toegevoegd waarin bij de curatele sprake is van een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad.

Bij de berekening van deze combinatiebeloningen wordt gerekend met de jaarbeloningen in de verschillende onderscheiden categorieën curatele en bewind. De categorieën curatele en de bijbehorende beloningen zijn reeds genoemd bij de toelichting op Artikel I, onderdeel B, eerste wijziging. De categorieën bewind zijn:

  • standaardbewind: € 1.105; na indexering € 1.103,70;

  • bewind met problematische schulden: € 1.430; na indexering € 1.428,30.

Bij de berekening van de combinatiebeloningen dienen verschillende efficiencyvoordelen te worden meegewogen. Voor de berekeningssystematiek zij verwezen naar de toelichting op de Regeling beloning.

Het nieuw in te voegen zesde lid van artikel 9 betreft de combinatie van een curatele betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad en een standaardbewind. De jaarbeloning bedraagt in dit geval: (0,9 * € 1.105 + 0,9 * € 1.430) + (0,6 * € 1.105) – (0,4 * € 1.105) =) € 2.502,50; na indexering € 2.499,60.

Het zevende lid betreft de combinatie van een curatele betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad en een bewind met problematische schulden. De jaarbeloning bedraagt in dit geval: (0,9 * € 1.105 + 0,9 * € 1.430) + (0,6 * € 1.430) – (0,4 * € 1.105) =) € 2.697,50; na indexering € 2.694,40.

Het achtste lid betreft de combinatie van een curatele betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad, en met problematische schulden en een standaardbewind. De jaarbeloning bedraagt in dit geval: (0,9 * € 1.430 + 0,9 * € 1.430) + (0,6 * € 1.105) – (0,4 * € 1.430) =) € 2.665; na indexering € 2.661,90.

Het negende lid betreft de combinatie van een curatele betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad, en met problematische schulden en een bewind met problematische schulden. De jaarbeloning bedraagt in dit geval: (0,9 * € 1.430 + 0,9 * € 1.430) + (0,6 * € 1.430) – (0,4 * € 1.430) =) € 2.860; na indexering € 2.856,70.

Budgetbeheer

De beloning voor aanvangswerkzaamheden indien de vertegenwoordiger voorafgaand aan ofwel de curatele, ofwel het bewind budgetbeheer heeft gevoerd, wordt in Artikel I, onderdeel D, toegevoegd aan artikel 9, tiende lid,6 onderdeel a.

Indien voorafgaand aan de curatele budgetbeheer heeft plaatsgevonden, bedraagt de beloning voor aanvangswerkzaamheden: ((0,9 * € 390 + 0,9 * € 520) + (0,6 * € 520) – (0,4 * € 390) =) € 975; na indexering € 973,90.

Indien voorafgaand aan het bewind budgetbeheer heeft plaatsgevonden, bedraagt de beloning voor aanvangswerkzaamheden: ((0,9 * € 520 + 0,9 * € 520) + (0,6 * € 390) – (0,4 * € 520) =) € 962; na indexering € 960,90.

Onderdeel E
Combinaties curatele en mentorschap met personen in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp hebben gehad

Artikel 10 van de Regeling beloning bevat de beloningen voor het geval dat de vertegenwoordiger curator respectievelijk mentor is van twee personen die in gemeenschap van goederen zijn getrouwd of op andere wijze een economische eenheid vormen. In de eerste wijziging in onderdeel E worden aan artikel 10 de combinaties toegevoegd waarin bij de curatele en/of het mentorschap sprake is van een persoon of personen in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft of hebben gehad.

Bij de berekening van deze combinatiebeloningen wordt gerekend met de jaarbeloningen in de verschillende onderscheiden categorieën curatele en mentorschap. De categorieën curatele en de bijbehorende beloningen zijn reeds genoemd bij de toelichting op Artikel I, onderdeel B, eerste wijziging. De categorieën mentorschap zijn:

  • standaardmentorschap: € 1.105; na indexering € 1.103,70;

  • mentorschap betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad: € 1.430; na indexering € 1.428,30.

Bij de berekening van de combinatiebeloningen dienen verschillende efficiencyvoordelen te worden meegewogen. Voor de berekeningssystematiek zij verwezen naar de toelichting op de Regeling beloning.

Het nieuw in te voegen derde lid van artikel 10 betreft de combinatie van een standaardcuratele en een mentorschap betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad. De jaarbeloning bedraagt in dit geval: (0,9 * € 1.105 + 0,9 * € 1.105) + (0,9 * € 1.430) – (0,1 * € 1.105) =) € 3.165,50; na indexering € 3.161,80.

Het vijfde lid betreft de combinatie van een curatele met problematische schulden en een mentorschap betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad. De jaarbeloning bedraagt in dit geval: (0,9 * € 1.430 + 0,9 * € 1.105) + (0,9 * € 1.430) – (0,1 * € 1.105) =) € 3.458; na indexering € 3.454.

Het zesde lid betreft de combinatie van een curatele betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad en een standaardmentorschap. De jaarbeloning bedraagt in dit geval: (0,9 * € 1.105 + 0,9 * € 1.430) + (0,9 * € 1.105) – (0,1 * € 1.430) =) € 3.133; na indexering € 3.129,40.

Het zevende lid betreft de combinatie van een curatele betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad en een mentorschap betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad. De jaarbeloning bedraagt in dit geval: (0,9 * € 1.105 + 0,9 * € 1.430) + (0,9 * € 1.430) – (0,1 * € 1.430) =) € 3.425,50; na indexering € 3.421,50.

Het achtste lid betreft de combinatie van een curatele betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad, en met problematische schulden en een standaardmentorschap. De jaarbeloning bedraagt in dit geval: (0,9 * € 1.430 + 0,9 * € 1.430) + (0,9 * € 1.105) – (0,1 * € 1.430) =) € 3.421,50; na indexering € 3.421,50.

Het negende lid betreft de combinatie van een curatele betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad, en met problematische schulden en een mentorschap betreffende een persoon in de leeftijd van 18–23 jaar die jeugdhulp heeft gehad. De jaarbeloning bedraagt in dit geval: (0,9 * € 1.430 + 0,9 * € 1.430) + (0,9 * € 1.430) – (0,1 * € 1.430) =) € 3.718; na indexering € 3.713,70.

Budgetbeheer

De beloning voor aanvangswerkzaamheden indien de vertegenwoordiger voorafgaand aan de curatele budgetbeheer heeft gevoerd wordt in Artikel I, onderdeel E, toegevoegd aan artikel 10, tiende lid (nieuw),7 onderdeel a. Deze beloning bedraagt: ((0,9 * € 390 + 0,9 * € 520) + (0,9 * € 520) – (0,1 * € 520) =) € 1.235; na indexering € 1.233,60.

Onderdeel F
Artikel 13, eerste en tweede lid

Ingevolge het oorspronkelijke artikel 13 van de Regeling beloning worden de beloningen met ingang van 1 januari 2016 jaarlijks met ingang van 1 januari geïndexeerd. Na de eerste indexering8 meldden brancheverenigingen van vertegenwoordigers dat het doorvoeren van een indexering veel werk met zich brengt. Dat geldt niet alleen voor vertegenwoordigers. Ook gemeenten, die ervoor kiezen om de eventuele bijzondere bijstand voor de beloning van de vertegenwoordiger voor meerdere jaren te verlenen, moeten de geïndexeerde beloningen – jaarlijks – verwerken.

Hierover is in het voorjaar van 2016 overleg gevoerd met de BPBI, de Nederlandse Branchevereniging voor Professionele Bewindvoerders (NBPB), de Nederlandse Branchevereniging voor Bewindvoering en Inkomensbeheer (NBBI), de VeWeVe, de Nederlandse Beroepsvereniging voor Professionele Mentoren (NBPM), Mentorschap Nederland en de expertgroep curatele, bewind en mentorschap van het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton (LOVCK).

Na overleg met de branche wordt de indexeringsbepaling als volgt gewijzigd. De beloningen worden in beginsel jaarlijks geïndexeerd (zie eerste lid). Indexering vindt echter niet plaats indien het indexeringspercentage met betrekking tot één jaar ligt tussen de -1% en 1% (zie tweede lid). De invoering van deze bandbreedte bewerkstelligt dat de beloningen niet bij elke minieme wijziging aangepast hoeven te worden, zodat lasten bespaard blijven voor vertegenwoordigers en gemeenten in geval van minieme wijzigingen. Tegelijkertijd wordt gewaarborgd dat substantiëlere wijzigingen wel leiden tot aanpassing van de beloningen en dat de indexering in elk geval na drie jaar geschiedt, waarmee rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering van vertegenwoordigers.

Gepoogd wordt het indexeringspercentage elk jaar uiterlijk in oktober te berekenen, zodat zo vroeg mogelijk kan worden bezien of de beloningen voor het volgende kalenderjaar geïndexeerd dienen te worden. Op de website www.rijksoverheid.nl zal elk jaar zo spoedig mogelijk worden aangekondigd of de beloningen voor het volgende kalenderjaar worden geïndexeerd.

Voor de volledigheid zij het volgende opgemerkt. De verwijzing in artikel 13 naar artikel 2, vijfde lid, van het Besluit vergoeding bewindvoerders schuldsanering (Stb. 2013, 308) wordt gehandhaafd. Voor de berekening van het indexeringspercentage wordt de formule in laatstgenoemd artikel gehanteerd. In het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders wordt overigens dezelfde formule gebruikt. De formule is: 0,6 * (A-B) + (0,4 * C). A is kort gezegd gelijk aan het procentuele verschil tussen het indexcijfer van het bruto uurloon, inclusief de bijzondere beloningen. B staat kort gezegd voor het procentuele verschil tussen het indexcijfer van de arbeidsproductiviteit in alle sectoren. Kort gezegd staat C voor het procentuele verschil tussen de consumentenprijsindexcijfers voor alle huishoudens. De factoren A en C worden jaarlijks door het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS) bekend gemaakt. Na overleg met het CBS is gebleken dat een passender factor dan de huidige factor B kan worden gehanteerd. Daarom wordt de factor B in de formule vervangen. De indexeringsbepaling in de Regeling beloning behoeft op dit punt geen aanpassing, omdat deze verwijst naar de formule in het Besluit vergoeding bewindvoerders schuldsanering, die op voornoemde wijze zal worden aangepast. Deze wijziging treedt naar verwachting uiterlijk op 1 januari 2017 in werking.

Artikel 13, derde lid

Bij indexering van de beloningen worden de indexeringspercentages voor de jaren waarin niet is geïndexeerd in acht genomen. Na indexering van de beloningen start een nieuwe termijn.

Artikel 13, vierde lid

De geïndexeerde beloningen worden afgerond op hele cijfers. Bij de volgende indexering wordt echter gerekend met de onafgeronde beloningen.

De beloningen die in de onderhavige regeling worden toegevoegd aan de Regeling beloning zijn overigens afgerond op één cijfer achter de komma, overeenkomstig de beloningen die al in de Regeling beloning zijn opgenomen.

Artikel II

Deze regeling treedt op 1 oktober 2016 in werking. Hiermee wordt de hand gehouden aan de vaste verandermomenten voor ministeriële regelingen (aanwijzing 174, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving (Ar)).

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
2

Het vijfde lid, onderdeel a, van art. 6 wordt vernummerd tot twaalfde lid. Het zesde lid, onderdeel a, van art. 9 wordt vernummerd tot tiende lid.

X Noot
3

Het vierde lid, onderdeel a, van art. 10 wordt vernummerd tot tiende lid.

X Noot
5

Voorheen vijfde lid.

X Noot
6

Voorheen zesde lid.

X Noot
7

Voorheen vierde lid.

X Noot
8

Gepubliceerd in Stcrt. 2015, nr. 44008.

Naar boven