Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 1 juli 2016, nr. WJZ/16079105, houdende wijziging van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten in verband met Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/715 en Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/764

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op

  • Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/715 van de Commissie van 11 mei 2016 inzake maatregelen met betrekking tot bepaalde vruchten van oorsprong uit bepaalde derde landen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het schadelijke organisme Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa te voorkomen,

  • Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/764 van 12 mei 2016 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Xylella fastidiosa (Well et al.) te voorkomen, en

  • artikel 2, eerste lid, van de Plantenziektenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 12l wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12m

  • 1. Onverminderd artikel 1 wordt voor de toepassing van dit artikel verstaan onder:

    a. het schadelijke organisme:

    Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa, die in Richtlijn 2000/29/EG Guignardia citricarpa Kiely wordt genoemd;

    b. vruchten:

    vruchten van Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. en hybriden daarvan, met uitzondering van vruchten van Citrus aurantium L. en Citrus latifolia Tanaka, van oorsprong uit Brazilië, Zuid-Afrika en Uruguay;

    c. uitvoeringsbesluit (EU) 2016/715:

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/715 van de Commissie van 11 mei 2016 inzake maatregelen met betrekking tot bepaalde vruchten van oorsprong uit bepaalde derde landen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het schadelijke organisme Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa te voorkomen (PbEU 2016, L 125).

  • 2. Vruchten mogen slechts in de Unie worden binnengebracht overeenkomstig de artikelen 4 tot en met 7 van uitvoeringsbesluit (EU) 2016/715.

B

Artikel 12n vervalt.

C

Artikel 12r van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt na ‘Gevoelige planten’ tussengevoegd: met uitzondering van planten die gedurende de gehele productiecyclus in vitro zijn geteeld.

2. Na het negende lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 10. Gevoelige planten, die gedurende de gehele productiecyclus in vitro zijn geteeld, en gedurende ten minste een deel van hun leven in een afgebakend gebied als bedoeld in artikel 4 van het uitvoeringsbesluit 2015/789/EU zijn geteeld, mogen niet worden vervoerd, tenzij wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 9 bis van uitvoeringsbesluit 2015/789/EU.

D

Artikel 23, achtste lid, komt te luiden:

  • 8. Artikel 12m vervalt met ingang van 1 april 2019.

E

Na artikel 23 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 24

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 juli 2016

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Met deze wijziging van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten wordt uitvoering gegeven aan twee uitvoeringsbesluiten van de Commissie van de Europese Unie: het Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/715 van 11 mei 2016 inzake maatregelen met betrekking tot bepaalde vruchten van oorsprong uit bepaalde derde landen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het schadelijke organisme Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa (PbEU 2016, L125) te voorkomen en het Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/764 van 12 mei 2016 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Xylella fastidiosa (Well et al.) te voorkomen (PbEU 2016, L126).

2. Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/715 (aanpassing noodmaatregelen citrus uit Brazilië, Zuid-Afrika en Uruguay)

Vanwege het hoge aantal onderscheppingen van het schadelijk organisme Phyllosticta citricarpa op citrusvruchten uit Brazilië gelden sinds 2004 noodmaatregelen die strikte voorwaarden inhouden voor het importeren van citrusvruchten in de Europese Unie. Sinds 2014 zijn er noodmaatregelen voor de import van citrusvruchten uit Zuid-Afrika.

De lidstaten hebben in 2015 een groot aantal onderscheppingen van Phyllosticta citricarpa op ingevoerde citrusvruchten van oorsprong uit Uruguay gemeld. De Europese Unie heeft daarom bepaald dat ook de citrusvruchten uit Uruguay aan strengere eisen moeten voldoen.

De aangescherpte maatregelen houden onder meer in dat bij het binnenbrengen in de Unie de citrusvruchten uit Zuid-Afrika en Uruguay vergezeld moeten gaan van een fytosanitair certificaat dat onder de rubriek Aanvullende verklaring de informatie bevat die is genoemd in artikel 5 van het uitvoeringsbesluit. Deze informatie heeft o.a. betrekking op eisen t.a.v. het perceel waarop de citrusvruchten zijn geteeld en de wijze van bemonstering van de vruchten om te kunnen aantonen dat de vruchten vrij zijn van het schadelijk organisme Phyllosticta citricarpa.

Binnen de Unie dienen de inspecties op citrusvruchten van oorsprong uit Zuid-Afrika en Uruguay overeenkomstig artikel 6 leden 1 en 2 te worden uitgevoerd. Bij aanwezigheid van Phyllosticta citricarpa wordt de betreffende lading geweigerd.

Voor citrusvruchten uit Brazilië geldt dat zij de Unie mogen worden binnengebracht als zij vergezeld gaan van een fytosanitair certificaat zoals bedoeld in Richtlijn 2000/29/EG van de Europese Commissie, waarin onder ‘Aanvullende verklaring’ wordt verklaard, zoals beschreven in artikel 4 van het uitvoeringsbesluit, dat op de productieplaats en bij inspectie van op de productieplaats geoogste citrusvruchten geen symptomen van het schadelijke organisme zijn aantroffen.

In verband met de traceerbaarheid van citrusvruchten uit Brazilië, Uruguay en Zuid-Afrika mogen de citrusvruchten alleen de Unie worden binnengebracht onder de voorwaarden dat het productieperceel, de verpakkingsfaciliteiten en de exporteurs en exploitanten die betrokken zijn bij de verwerking van de vruchten officieel zijn geregistreerd. De vruchten dienen bij het verlaten van de productieplaats tot het binnenkomen in de Europese Unie vergezeld te gaan van documenten die zijn afgegeven onder toezicht van de nationale plantenziektekundige dienst. Voor citrusvruchten uit Zuid-Afrika en Uruguay geldt bovendien dat gedetailleerde informatie over de behandeling van de vruchten voor en na de oogst is bijgehouden.

Deze maatregelen blijven van kracht tot 1 april 2019.

3. Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/764 (aanpassing noodmaatregelen Xylella fastidiosa)

Sinds de invoering van de maatregelen uit het Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/789 van 18 mei 2015 is gebleken dat voor Xylella gevoelige planten die hun gehele productiecyclus in vitro en in steriele omstandigheden zijn geteeld in een afgebakend gebied geen risico inhouden voor verspreiding van Xylella. Door de teeltwijze kunnen deze planten niet in aanraking komen met de vectoren van Xylella en daarmee is het risico van besmetting niet aanwezig.

Daarom worden de noodmaatregelen voor deze specifieke groep planten aangepast. Onder voorwaarden die zijn beschreven in artikel 9 bis van Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/764 van 12 mei 2016 mogen deze planten worden verplaatst binnen de Europese Unie of geïmporteerd in de Europese Unie. Deze voorwaarden hebben betrekking op de locatie waar deze planten zijn geteeld en de omstandigheden waaronder zij zijn geteeld en worden vervoerd. Toetsing van in vitro geteeld plantmateriaal is bij import niet meer noodzakelijk.

Bij verplaatsing moeten deze planten vergezeld gaan van een plantenpaspoort dat is opgesteld en afgegeven conform Richtlijn 92/105/EEG van de Commissie.

4. Regeldruk

Voor het Nederlandse bedrijfsleven dat citrusvruchten uit Brazilië, Uruguay of Zuid-Afrika importeert dat bestemd is voor de eindconsument leidt de aanpassing van de maatregelen voor citrusvruchten uit genoemde landen niet tot effecten op de regeldruk. De import van deze vruchten was reeds inspectie plichtig. Om die reden is er ook geen wijziging in de toezichtlasten aan de orde.

De rapportage waarmee de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit de Europese Unie en de overige lidstaten jaarlijks moet informeren over de hoeveelheid geïmporteerd citrusfruit uit genoemde landen wordt binnen de bestaande capaciteit uitgevoerd.

Deze aanpassing van de noodmaatregelen voor Xylella leidt voor ondernemers die weefselkweekmateriaal (in vitro gekweekt plantmateriaal) betrekken uit voor Xylella afgebakende gebieden niet tot een toename van de regeldruk. Dergelijk plantmateriaal is sowieso altijd inspectie plichtig.

De weging van alternatieven met minder gevolgen voor regeldruk is niet aan de orde, omdat deze regeling één-op-één uitvoering betreft van een EU-uitvoeringsbesluiten.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt gepubliceerd. Voor de uitvoering in regelgeving van de hier aan de orde zijnde Europese besluiten wordt niet aangesloten bij een vast verandermoment, zoals opgenomen in het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Het kabinetsbeleid biedt de mogelijkheid af te wijken van vaste verandermomenten indien nodig voor uitvoering of implementatie van Europese regelgeving.

Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/715

Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit

Artikel 1

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in regelgeving

Artikel 2

Artikel I (artikel 12m, lid 1, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 3 t/m 7

Artikel I (artikel 12m, lid 2, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 8 t/m 17

Geen uitvoering aan gegeven in Nederlandse regelgeving

Artikel 18

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 19

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 20

Artikel I, onderdeel B (artikel 12n Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten vervalt)

Artikel 21

Artikel II

Artikel 22

Artikel I, onderdeel D (artikel 23, lid 8, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 23

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in regelgeving

Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/764

Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit

Artikel 1 (artikel 4, lid 2, artikel 7)

Behoeven naar hun aard geen uitvoering in regelgeving

Artikel 1 (artikel 8)

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 1 (artikel 9, lid 1)

Artikel I (artikel 12r, lid 3, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 1 (artikel 9 bis)

Artikel I (artikel 12r, lid 10, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 1 (artikel 17, leden 3, 3 bis, 4 bis

Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (artikel 12r, lid 2, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 1 (artikel 18, leden 2, 3, 4)

Is reeds geïmplementeerd in bestaande regelgeving (artikel 12r, lid 6, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 2

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in regelgeving

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven