Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 25 juni 2015, nr. WJZ/16056156, houdende wijziging van de Regeling bestuurlijke boetes GWWD en de Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren in verband met herstel van enkele onjuistheden

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 120b van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en 2.2, tweede lid, van het Besluit handhaving en overige zaken Wet dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling bestuurlijke boetes GWWD wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, eerste lid, wordt ‘de bijlagen 1, 2 of 3’ vervangen door: de bijlagen 1, 2, 3 of 4.

B

Bijlage 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. De rij van artikel 5.1.5a in samenhang met artikel 5.2.8 vervalt.

2. In de rij van artikel 5.1.5b, eerste lid, wordt in de kolom ‘Omschrijving normoverschrijding’ de zinsnede ‘zonder dat deze dieren conform paragraaf 5.2 zijn gevaccineerd’ vervangen door: zonder dat alle schapen of geiten zijn gevaccineerd overeenkomstig paragraaf 5.2.

3. In de rij van artikel 5.1.5b, derde lid, wordt in de kolom ‘Omschrijving normoverschrijding’ de zinsnede ‘zonder dat alle aanwezige schapen of geiten zijn gevaccineerd’ vervangen door: zonder dat alle schapen of geiten zijn gevaccineerd overeenkomstig paragraaf 5.2.

4. In de rij van artikel 5.1.9, derde lid, wordt in de kolom ‘Omschrijving normoverschrijding’ de zinsnede ‘volgens het voorschrift’ vervangen door: volgens de voorschriften, bedoeld in artikel 5.1.9, derde en vierde lid.

5. In de rij van artikel 5.1.11 in samenhang met artikel 5.1.11a komt in de kolom ‘Artikel’ de zinsnede ‘in samenhang met artikel 5.1.11a’ te vervallen.

6. In de rij van artikel 5.1.13, eerste lid, wordt in de kolom ‘Omschrijving normoverschrijding’ de zinsnede ‘conform de voorschriften plaatsgevonden’ vervangen door: conform de voorschriften in dit artikel plaatsgevonden.

7. In de rij van artikel 5.1.18 wordt in de kolom ‘Omschrijving normoverschrijding’ de zinsnede ‘overeenkomstig par 5.2’ vervangen door: overeenkomstig paragraaf 5.2.

8. De rijen van de artikelen 5.2.2, 5.2.3, eerste lid, en 5.2.3, tweede lid, vervallen.

9. In de rij van artikel 5.2.4, vierde lid, wordt in de kolom ‘Omschrijving normoverschrijding’ de zinsnede ‘geen melding’ vervangen door: geen of geen tijdige melding.

10. De rij van artikel 5.2.8 vervalt.

ARTIKEL II

De tabel in de bijlage van de Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren wordt als volgt gewijzigd:

A

In het onderdeel Wet dieren wordt voor de rij die betrekking heeft op artikel 2.8, eerste lid, onderdelen b en c, de volgende rij ingevoegd:

Artikel 2.7, derde lid

2

B

In het onderdeel Besluit houders van dieren worden de rijen:

Artikel 6.4

3

Artikel 6.5

3

Artikel 6.6

2

Artikel 6.7

2

Artikel 6.8

2

vervangen door:

Artikel 5.3, eerste lid

2

Artikel 5.3, tweede lid

2

Artikel 5.5, eerste en tweede lid

3

Artikel 5.5, derde lid

1

Artikel 5.6

1

Artikel 5.7

3

Artikel 5.8

3

Artikel 5.9

3

C

In het onderdeel Regeling houders van dieren wordt de rij:

Artikel 5.8, voor zover dat artikel betrekking heeft op de artikelen 3, 4, eerste en vierde lid, 5, eerste en tweede lid, 6, eerste en tweede lid, 7, 8, 9, 12, 14, eerste en tweede lid, 15, eerste, tweede en derde lid, 16, eerste tot en met vierde lid, 17, 19, 21, zesde lid, 24 en 28, eerste lid, van verordening (EG) nr. 1099/2009

2

vervangen door:

Artikel 5.8

3

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 25 juni 2016

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

TOELICHTING

Met deze regeling zijn de Regeling bestuurlijke boetes GWWD en de Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren gewijzigd. Met deze wijzigingen is een aantal omissies hersteld in de regelgeving inzake bestuurlijke boetes.

Wijziging Regeling bestuurlijke boetes GWWD

In artikel 2 van de Regeling bestuurlijke boetes GWWD is vastgesteld wat de hoogte is van de bestuurlijke boetes die kunnen worden opgelegd voor overtreding van bepalingen op grond van de Gezondheids- en welzijnswet door dieren. Daartoe zijn boete-categorieën vastgesteld. Bijlage 4 van de Regeling bestuurlijke boetes GWWD bevat bepalingen uit de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten. De Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten bevat onder meer de verplichting voor houders van schapen of geiten om de dieren te vaccineren tegen Q-koorts (artikel 5.1.5a in samenhang met artikel 5.2.1 Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten).

Bij het toevoegen van bijlage 4 aan de Regeling bestuurlijke boetes GWWD was over het hoofd gezien om ook een verwijzing naar bijlage 4 op te nemen in artikel 21. Met onderhavige regeling is deze omissie hersteld (artikel I, onderdeel A).

In bijlage 4 van de Regeling bestuurlijke boetes GWWD zijn voorts enkele wijzigingen aangebracht ten aanzien van de overtredingen van bepalingen van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten (artikel I, onderdeel B). Het betreft technische aanpassingen en verduidelijkingen van de omschrijving van de normoverschrijding.

Wijziging Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren

In de Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren is vastgesteld wat de hoogte is van de bestuurlijke boetes die kunnen worden opgelegd voor overtreding van bepalingen op grond van de Wet dieren Daartoe zijn boete-categorieën vastgesteld in het Besluit handhaving en overige zaken Wet dieren. Het besluit bevat een systeem van vaste boetes, onderverdeeld in vijf categorieën die oplopen in hoogte: categorie 1 is € 500, categorie 2 is € 1.500, categorie 3 is € 2.500, categorie 4 is € 5.000 en categorie 5 is € 10.000. In de nota van toelichting bij het Besluit handhaving en overige zaken Wet dieren zijn indicaties opgenomen voor de indeling van overtredingen in bepaalde boete-categorieën. Met de wijziging van de Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren is de boete-categorie vastgesteld voor overtreding van enkele bepalingen op grond van de Wet dieren.

Ten eerste was er geen boete-categorie vastgesteld voor overtreding van artikel 2.7, derde lid, Wet dieren. Op grond van artikel 2.7, derde lid, Wet dieren is het verboden dieren waarbij een bij artikel 2.8 van de Wet dieren verboden lichamelijke ingreep is verricht voor de verkoop in voorraad te hebben, voor de verkoop aan te bieden, te verkopen en te kopen. Op grond van artikel 8.6 van de Wet dieren is artikel 2.7 bestuurlijk beboetbaar. Abusievelijk was hiervoor geen categorie vastgesteld. De overtreding van dit artikel is ingedeeld in categorie 2 (artikel II, onderdeel A). Het betreft een overtreding door de houder van een dier ter bescherming van de gezondheid of het welzijn van de dieren. Er is aangesloten bij de indicaties zoals genoemd in de nota van toelichting bij het Besluit handhaving en overige zaken Wet dieren.

De tweede wijziging betreft overtredingen uit hoofdstuk 5 van het Besluit houders van dieren over het doden van dieren zonder voorafgaande bedwelming (artikel II, onderdeel B). Abusievelijk zijn niet de juiste artikelen opgenomen in de bijlage bij de Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren. In plaats van een verwijzing naar hoofdstuk 5 zijn in de bijlage bepalingen uit hoofdstuk 6 opgenomen. Met deze wijzigingsregeling is dat hersteld.

Volgens de indicaties uit de nota van toelichting bij het Besluit handhaving en overige zaken Wet dieren worden overtredingen over het doden van dieren in een slachthuis in principe ingedeeld in categorie 3. Daarbij is aangesloten voor overtredingen van de artikelen 5.5, eerste en tweede lid, en 5.7 tot en met 5.9 van het Besluit houders van dieren. Deze artikelen gaan onder andere over het doen van een melding dat in een erkende slachtinrichting dieren volgens de islamitische of israëlitische ritus zullen worden gedood. Voorts betreft het bepalingen omtrent het opvolgen van aanwijzingen van toezichthouders en voorwaarden over de wijze van fixatie en het toebrengen van de halssnede.

De overtreding van artikel 5.3 is ingedeeld in categorie 2. Deze bepaling gaat over het slachten voor particulier huishoudelijk gebruik. De normadressaat van deze bepaling is niet de eigenaar van een slachthuis, maar is primair gericht op particulieren. Daarom is ervoor gekozen deze overtreding in boete-categorie 2 in te delen.

De overtreding van artikel 5.5, derde lid en artikel 5.6 is ingedeeld in categorie 1. Het betreft hier overtredingen met een administratief karakter, hetgeen ook volgens de nota van toelichting bij het Besluit houders van dieren een minder hoge boete rechtvaardigt.

De derde wijziging betreft artikel 5.8 van de Regeling houders van dieren, waarin bepalingen van de Verordening 1099/2009 inzake het doden van dieren worden opgesomd waar het ingevolge artikel 6.2 van de Wet dieren verboden is in strijd mee te handelen (artikel II, onderdeel C). Het betreft, net als bij de artikelen 5.5, eerste en tweede lid, en 5.7 tot en met 5.9 van het Besluit houders van dieren, vereisten over het doden van dieren in het slachthuis. Een afwijkende categorie-indeling ligt dan, mede gelet op de indicaties uit de nota van toelichting bij het Besluit handhaving en overige zaken Wet dieren, niet in de rede. Artikel 5.8 wordt daarom alsnog ingedeeld in categorie 3. De duiding van artikel 5.8 is voorts versimpeld, aangezien beoogd is alle in artikel 5.8 opgesomde bepalingen in dezelfde categorie in te delen.

Regeldruk

Dit besluit bevat geen nieuwe informatieverplichtingen en heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten of nalevingskosten. Evenmin heeft het gevolgen voor de toezichtslasten. Dit besluit deelt beboetbare overtredingen in, in categorieën overeenkomstig de criteria neergelegd in de nota van toelichting bij het Besluit handhaving en overige zaken We dieren. Daarnaast worden enkele wetstechnische omissies hersteld.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hierbij wordt afgeweken van het beleid van vaste verandermomenten. Deze uitzondering is toegestaan, omdat het hier om reparatieregelgeving gaat.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven